Mijn leven is een krottenwijk
Geplaatst: 03 feb 2008 08:49
Voor ak moesten we een verhaal schrijven die met een foto in een hoofdstuk had te maken.
Je mocht dit thuis afmaken en helemaal uittypen, en wie het mooiste had kreeg een punt extra bij z'n cijfer voor het ak so. Ik nam dus een poging, en, voíla, hier is mijn verhaal! Ik wil van jullie weten of dit een punt extra waard is.
-----
“Mijn leven is een krottenwijk.” – Bron 4
Ik ben een 12-jarig meisje en ik woon in een krottenwijk in Rio de Janeiro. Mijn ouders zin 14 jaar geleden hierheen verhuist op zoek naar een huis en werk. Nu is mijn vader overleden en mijn moeder ernstig ziek. Ik zorg voor mijn 4 zusjes, samen met onze buurvrouw Valeica.
Dit is mijn verhaal over het dagelijks leven in een krottenwijk.
Langzaam open ik mijn ogen. De zonnestralen die tussen de planken door komen zijn sterk, dus knijp ik mijn ogen half dicht. Het water drupt in de pan die naast mijn matras staat. Ik kijk omhoog, het heeft vannacht geregend. Onze dakpannen liggen niet goed tegen elkaar waardoor de regen zo naar binnen kan. “Salien! Salien!” Ik haast me naar de deur, ik struikel bijna over alle pannen en kleding die op de grond staan en liggen. “Slaapt de rest nog?” Valeica staat voor de deur met een oude rieten mand vol met kleren en brood. “Ja..” Antwoord ik zachtjes. Ik doe een stapje opzij om de buurvrouw door te laten. “Wakker worden!” Brult Valeica door het huis, ze maakt nog de hele buurt wakker! Valeica is niet erg aardig maar we hebben haar nodig voor alle klusjes in huis, want ik moet werken. “Hier. Eet dit maar op. Je moet nu gaan.” Met een geïrriteerde blik geeft ze een klein stukje droog brood aan mij. Ik zucht, het is nog kleiner dan de vorige keer.
Hoestend sla ik de steen kapot met de oude, zware hamer. Ik hoor een huilend kindje achter me naar de begeleiding lopen. Ik kijk om, het jongetje loopt met zijn duim ingepakt in zijn hand. Hij is waarschijnlijk 5 of 6. Mijn begeleiding merkt dat ik niet aan het werk ben, dus valk naast mij beland een zweepslag. Hij mompelt iets over doorwerken, maar ik luister niet meer. Mijn gedachten zitten alleen maar bij dat kan. Mama laat Shina, Rola, Lindia en Suki nooit werken. Zeker niet op deze leeftijd. Maar wat als mama er straks niet meer is?
“Valeica?” Met een schorre stem roep ik Valeica. “Noem me niet bij de naam!” Ik voel een tik op mijn schouder. “Je moeder ligt te slapen, zachtjes doen.” Ik kijk naar de grond, zachtjes hoor ik druppels op de dakpannen vallen. Binnen 5 minuten stroomt het water de pannen in en zit ik op mijn matras met mijn hoofd tussen m’n knieën. Mijn schouders schokken en Rola kruipt naast me. “Valeica is niet lief hè?” Mijn glimlacht doorbreekt de tranen. Ik veeg mijn natte gezicht schoon. “Salien?” Ik kijk naar Rola, met grote treurige ogen kijkt ze me aan. “Ik heb honger..” “Ik weet het.” Elke dag krijgen we minder eten van Valeica, hoewel ik meer verdien. Zou ze.. Zou ze de rest van het geld zelf houden? Nee toch? “Rola! Naar bed jij!” Vanuit de keuken klinkt Valeica’s stem. “Ja.. Ik kom al..” Rola springt op en haast zich naar haar matras.
“Nee, Rola, blijf maar.” Ik hou Rola tegen en laat haar merken dat ze naar mij matras moet gaan. “Salien, Rola moet naar bed.” “Nee, Rola moet eten.” “Salien, niet zo zeuren!” “Nee, jij pikt al ons geld!” Beledigt bekijkt ze me van top tot teen. “Ik verdien steeds meer, en als er dan geld over is pik jij het in! Je koopt minder brood zodat je meer geld hebt, vandaar dat je naar de stad kan gaan verhuizen. Nou, ik zou blij zijn als je weg bent!”
Je mocht dit thuis afmaken en helemaal uittypen, en wie het mooiste had kreeg een punt extra bij z'n cijfer voor het ak so. Ik nam dus een poging, en, voíla, hier is mijn verhaal! Ik wil van jullie weten of dit een punt extra waard is.
-----
“Mijn leven is een krottenwijk.” – Bron 4
Ik ben een 12-jarig meisje en ik woon in een krottenwijk in Rio de Janeiro. Mijn ouders zin 14 jaar geleden hierheen verhuist op zoek naar een huis en werk. Nu is mijn vader overleden en mijn moeder ernstig ziek. Ik zorg voor mijn 4 zusjes, samen met onze buurvrouw Valeica.
Dit is mijn verhaal over het dagelijks leven in een krottenwijk.
Langzaam open ik mijn ogen. De zonnestralen die tussen de planken door komen zijn sterk, dus knijp ik mijn ogen half dicht. Het water drupt in de pan die naast mijn matras staat. Ik kijk omhoog, het heeft vannacht geregend. Onze dakpannen liggen niet goed tegen elkaar waardoor de regen zo naar binnen kan. “Salien! Salien!” Ik haast me naar de deur, ik struikel bijna over alle pannen en kleding die op de grond staan en liggen. “Slaapt de rest nog?” Valeica staat voor de deur met een oude rieten mand vol met kleren en brood. “Ja..” Antwoord ik zachtjes. Ik doe een stapje opzij om de buurvrouw door te laten. “Wakker worden!” Brult Valeica door het huis, ze maakt nog de hele buurt wakker! Valeica is niet erg aardig maar we hebben haar nodig voor alle klusjes in huis, want ik moet werken. “Hier. Eet dit maar op. Je moet nu gaan.” Met een geïrriteerde blik geeft ze een klein stukje droog brood aan mij. Ik zucht, het is nog kleiner dan de vorige keer.
Hoestend sla ik de steen kapot met de oude, zware hamer. Ik hoor een huilend kindje achter me naar de begeleiding lopen. Ik kijk om, het jongetje loopt met zijn duim ingepakt in zijn hand. Hij is waarschijnlijk 5 of 6. Mijn begeleiding merkt dat ik niet aan het werk ben, dus valk naast mij beland een zweepslag. Hij mompelt iets over doorwerken, maar ik luister niet meer. Mijn gedachten zitten alleen maar bij dat kan. Mama laat Shina, Rola, Lindia en Suki nooit werken. Zeker niet op deze leeftijd. Maar wat als mama er straks niet meer is?
“Valeica?” Met een schorre stem roep ik Valeica. “Noem me niet bij de naam!” Ik voel een tik op mijn schouder. “Je moeder ligt te slapen, zachtjes doen.” Ik kijk naar de grond, zachtjes hoor ik druppels op de dakpannen vallen. Binnen 5 minuten stroomt het water de pannen in en zit ik op mijn matras met mijn hoofd tussen m’n knieën. Mijn schouders schokken en Rola kruipt naast me. “Valeica is niet lief hè?” Mijn glimlacht doorbreekt de tranen. Ik veeg mijn natte gezicht schoon. “Salien?” Ik kijk naar Rola, met grote treurige ogen kijkt ze me aan. “Ik heb honger..” “Ik weet het.” Elke dag krijgen we minder eten van Valeica, hoewel ik meer verdien. Zou ze.. Zou ze de rest van het geld zelf houden? Nee toch? “Rola! Naar bed jij!” Vanuit de keuken klinkt Valeica’s stem. “Ja.. Ik kom al..” Rola springt op en haast zich naar haar matras.
“Nee, Rola, blijf maar.” Ik hou Rola tegen en laat haar merken dat ze naar mij matras moet gaan. “Salien, Rola moet naar bed.” “Nee, Rola moet eten.” “Salien, niet zo zeuren!” “Nee, jij pikt al ons geld!” Beledigt bekijkt ze me van top tot teen. “Ik verdien steeds meer, en als er dan geld over is pik jij het in! Je koopt minder brood zodat je meer geld hebt, vandaar dat je naar de stad kan gaan verhuizen. Nou, ik zou blij zijn als je weg bent!”