Bestemming
Geplaatst: 20 mei 2006 18:26
Ik ben zeer benieuwd wat jullie ervan vinden, let niet op eventuele schrijf fouten.
Bestemming
Leven is zoals het leven gaat. Je kan het niet veranderen. Je kan het niet laten gaan zoals jij het wilt. Het is raar, maar verdraagzaam. Het geeft je geluk, het brengt je pijn. Het zit vol verrassingen. Het neemt iedere keer een andere wending aan dan je zou verwachten. Iedereen heeft een doel in het leven. Iedereen wil iets anders bereiken. Maar iedereen heeft een bestemming. Iedereen is opzoek naar een plaats die mooier is dan je kunt voorstellen. Een bestemming waar je geen pijn vindt, maar eeuwige vrede en rust. Iedereen is op zoek naar zijn of haar geluk.
Die bestemming ziet ervoor iedereen anders uit. Alleen wie bepaalt die bestemming? Zit er een leeftijdsgrens aan gebonden? Heeft iedereen de bestemming op dezelfde tijd en plaats? Of bereik je de bestemming pas als je dood bent? Honderden vragen, geen antwoord. Zou je, je eigen bestemming mogen fantaseren? Ik weet niet of het mag maar ik probeer het me voor te stellen.
Ik word wakker in the middle of nowwhere. Het is nacht, een heldere nacht. Sterren, heel veel sterren. Ik probeer ze te tellen maar het zijn er teveel. Zachtjes voel ik de wind langs mijn oren strijken. Het is een warme wind. De wind wordt sterker en leidt me voorzichtig naar een stukje bos. Het is een donker bos. Eng, en verlaten. Ik durf er niet door heen te lopen, niet alleen in ieder geval. Al gauw zie ik de maan, die het bos een heel klein beetje verlicht. Ik loop voorzichtig door het bos. Ik schrik bij elk geluid dat ik hoor. Ik verstijf als ik opeens een raar gedaante voor mij zie bewegen. Het gedaante pakt mijn hand en lijdt me voorzichtig door het bos. Ik probeer te kijken, maar ik zie niet wie het is. Dan opeens sta ik voor een stuk water aan de zijkant staan bomen. Ik kan niet zien wat voor bomen. Het donkere gedaante is verdwenen. Ik ben weer alleen in het donker, de maan verlicht niet goed genoeg. Ik ga weer liggen en wacht tot dat het licht wordt.
De zon komt op, en ik zie een prachtig wit strand voor me. De zon weerkaatst op het water. Het is helder water, zo mooi dat je erdoor heen kan kijken. Ik kijk om mee heen. Zie veel bomen staan, het zijn mooie palmbomen. Ze zijn echt prachtig. Ik ga zitten en kijk achter me. Het bos lijkt een stuk minder eng. Ik ga een stukje lopen langs het mooie witte strand. Dan opeens zie ik iemand zwemmen. Ik loop dichter naar de waterrand toe. Een gebruind lichaam komt uit het water lopen. We kijken elkaar aan, en het lichaam komt op me af lopen. Het gebruinde, gespierde lichaam komt steeds dichter bij. Een mooie jongen, mooi gezicht, donkere ogen en donker haar. Hij komt steeds dichterbij. Hij heet me welkom op zijn eiland en we praten wat. Hij beloofd mij om zijn eiland te laten zien.
Weken later zit ik met de gespierde jongen op een rots die uitkijkt over het water. De zon gaat onder, en de lucht is weerzinwekkend mooi. Ik kijk naar de jongen en wend mijn blik dan op het water. Dan weet ik het zeker, dit is mijn bestemming.
Bestemming
Leven is zoals het leven gaat. Je kan het niet veranderen. Je kan het niet laten gaan zoals jij het wilt. Het is raar, maar verdraagzaam. Het geeft je geluk, het brengt je pijn. Het zit vol verrassingen. Het neemt iedere keer een andere wending aan dan je zou verwachten. Iedereen heeft een doel in het leven. Iedereen wil iets anders bereiken. Maar iedereen heeft een bestemming. Iedereen is opzoek naar een plaats die mooier is dan je kunt voorstellen. Een bestemming waar je geen pijn vindt, maar eeuwige vrede en rust. Iedereen is op zoek naar zijn of haar geluk.
Die bestemming ziet ervoor iedereen anders uit. Alleen wie bepaalt die bestemming? Zit er een leeftijdsgrens aan gebonden? Heeft iedereen de bestemming op dezelfde tijd en plaats? Of bereik je de bestemming pas als je dood bent? Honderden vragen, geen antwoord. Zou je, je eigen bestemming mogen fantaseren? Ik weet niet of het mag maar ik probeer het me voor te stellen.
Ik word wakker in the middle of nowwhere. Het is nacht, een heldere nacht. Sterren, heel veel sterren. Ik probeer ze te tellen maar het zijn er teveel. Zachtjes voel ik de wind langs mijn oren strijken. Het is een warme wind. De wind wordt sterker en leidt me voorzichtig naar een stukje bos. Het is een donker bos. Eng, en verlaten. Ik durf er niet door heen te lopen, niet alleen in ieder geval. Al gauw zie ik de maan, die het bos een heel klein beetje verlicht. Ik loop voorzichtig door het bos. Ik schrik bij elk geluid dat ik hoor. Ik verstijf als ik opeens een raar gedaante voor mij zie bewegen. Het gedaante pakt mijn hand en lijdt me voorzichtig door het bos. Ik probeer te kijken, maar ik zie niet wie het is. Dan opeens sta ik voor een stuk water aan de zijkant staan bomen. Ik kan niet zien wat voor bomen. Het donkere gedaante is verdwenen. Ik ben weer alleen in het donker, de maan verlicht niet goed genoeg. Ik ga weer liggen en wacht tot dat het licht wordt.
De zon komt op, en ik zie een prachtig wit strand voor me. De zon weerkaatst op het water. Het is helder water, zo mooi dat je erdoor heen kan kijken. Ik kijk om mee heen. Zie veel bomen staan, het zijn mooie palmbomen. Ze zijn echt prachtig. Ik ga zitten en kijk achter me. Het bos lijkt een stuk minder eng. Ik ga een stukje lopen langs het mooie witte strand. Dan opeens zie ik iemand zwemmen. Ik loop dichter naar de waterrand toe. Een gebruind lichaam komt uit het water lopen. We kijken elkaar aan, en het lichaam komt op me af lopen. Het gebruinde, gespierde lichaam komt steeds dichter bij. Een mooie jongen, mooi gezicht, donkere ogen en donker haar. Hij komt steeds dichterbij. Hij heet me welkom op zijn eiland en we praten wat. Hij beloofd mij om zijn eiland te laten zien.
Weken later zit ik met de gespierde jongen op een rots die uitkijkt over het water. De zon gaat onder, en de lucht is weerzinwekkend mooi. Ik kijk naar de jongen en wend mijn blik dan op het water. Dan weet ik het zeker, dit is mijn bestemming.