De kleur van een roos
Geplaatst: 25 apr 2008 20:30
Dit is een one-shot die ik in de zomer vorig jaar heb geschreven. Het is niet gebaseerd op iets waargebeurds, maar ik heb dit altijd al een boeiend onderwerp gevonden om hierover te schrijven. Nou ja, enjoy! En reacties zijn of course welkom =)
-----------------------------------------------------------------------------------------------------
De kleur van een roos.
Een bloedrode vlek die haar sneeuwwitte mouw tot rood transformeerde, werd steeds groter en groter. Het bloed doordrenkte de stof, de kleur van het bloedrood duizelde haar.
Alles liep fout. Alles. Alles in haar leven. Niks kon nog goed gaan, alles liet haar in de steek.
Ze haatte zichzelf, ze haatte het leven. Ze haatte alles. Het enige wat haar kon helpen, was zichzelf straffen. Krassen, lange diepe krassen in haar arm. Ze werd rustig als ze ernaar keek. De kleine bloeddruppeltjes stelden haar gerust, ze wist dat het goed was.
De schaar waarmee ze voor de krassen op haar pols zorgde, was inmiddels ook rood. Met haar andere mouw veegde ze dat eraf, niemand mocht het weten. Haar geheim, haar probleem, haar geruststelling.
Plotseling werd er op de deur geklopt en het meisje keek geschrokken op naar de deur. De klink ging langzaam omlaag. Met een bonkend hart schoof ze de schaar onder haar kussen probeerde het vest uit te trekken. Ze was net op tijd en keek afwachtend naar de deur.
“Ha die Roxanne!” riep Mila, de vriendin van het meisje vrolijk terwijl ze meteen naar binnenstapte. “Hoe is het er - ”
Haar stem stopte resoluut en haar ogen werden groot. Roxanne besefte half en half dat Mila naar haar vest staarde.
“Hé Mila,” zei Roxanne vermoeid. Ze was duizelig, dit keer had ze zichzelf wel erg veel gesneden. Ze voelde de bloeddruppeltjes nog opwellen en hoopte dat het zou stoppen. Ze was al vaker flauwgevallen na het snijden, maar niet in gezelschap. Ze had ook geen gezelschap verwacht op dit moment.
“Wat heb jíj nou gedaan?” vroeg Mila en ze viste het witte vest van Roxanne’s bed. “Hoe komt het dat je zo hevig hebt gebloed?”
Onverschillig haalde Roxanne haar schouders op; ze had hier geen zin in.
“Wil je wat drinken?” vroeg ze zacht. Zonder Mila’s antwoord af te wachten, stond ze op en slofte naar beneden.
Toen ze weer bovenkwam, liet ze het dienblad met de glazen cola bijna vallen. Mila had de schaar, die nog een beetje bebloed was in haar hand genomen.
“Wat heeft dit te betekenen?!” gilde ze in paniek en met overslaande stem.
“Jezus mens, doe rustig,” snauwde Roxanne. De duizeligheid ging haar dadelijk teveel worden, dat voelde ze.
“Rox, kom hier met je arm!” commandeerde Mila. Ze griste het dienblad uit haar handen en zette dat met een klap neer op Roxanne’s bureau. Een laagje schuim klotste over de rand en kwam neer op het dienblad, maar daar schonken de twee meisjes geen aandacht aan.
Mila greep Roxanne’s arm en voordat Roxanne haar tegen kon houden, slaakte Mila een vreselijk harde gil. Met een ruk trok Roxanne haar arm los, ze wankelde.
“Houd je mond! Dit gaat jou helemaal niets aan!” Ze wist dat ze zo neer ging vallen, ze was misselijk, duizelig, ze wilde dat het stopte. Haar bed. Ze moest op haar bed gaan zitten. Tastend ging ze zitten, half liggen.
Langzaam tilde ze haar arm op. Straaltjes bloed liepen nog steeds over haar polsen. Ze kruisten elkaar en zochten dan weer hun eigen weg. Ze kruisten, ze gingen hun eigen weg. Ze kruisten, eigen weg. Kruisten… Weg… Wegvallen… Eigen weg… kruisen… Weg…
Alles werd zwart voor Roxanne’s ogen, ze kon niet meer helder denken. Ze had een houvast nodig en greep om zich heen. Ergens pakte ze iets vast, ze voelde dat het iets scherps was. Haar blik was te wazig om nog maar iets te zien. Op de achtergrond hoorde ze Mila iets schreeuwen, maar het kon niet meer tot haar doordringen. Met haar allerlaatste beetje kracht, tilde ze het scherpe voorwerp op. Dat kostte haar energie, teveel energie. Ze wist dat het genoeg was en ze zette het voorwerp op haar pols. Voor de laatste keer. Nooit meer pijn voelen. Nooit meer pijn in haar hart, nooit meer pijn aan haar pols, nooit meer het bloed zien lopen.
Met één grote beweging, haalde ze het voorwerp horizontaal over haar pols. De laatste keer. Het was over. Ze was weg.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------
De kleur van een roos.
Een bloedrode vlek die haar sneeuwwitte mouw tot rood transformeerde, werd steeds groter en groter. Het bloed doordrenkte de stof, de kleur van het bloedrood duizelde haar.
Alles liep fout. Alles. Alles in haar leven. Niks kon nog goed gaan, alles liet haar in de steek.
Ze haatte zichzelf, ze haatte het leven. Ze haatte alles. Het enige wat haar kon helpen, was zichzelf straffen. Krassen, lange diepe krassen in haar arm. Ze werd rustig als ze ernaar keek. De kleine bloeddruppeltjes stelden haar gerust, ze wist dat het goed was.
De schaar waarmee ze voor de krassen op haar pols zorgde, was inmiddels ook rood. Met haar andere mouw veegde ze dat eraf, niemand mocht het weten. Haar geheim, haar probleem, haar geruststelling.
Plotseling werd er op de deur geklopt en het meisje keek geschrokken op naar de deur. De klink ging langzaam omlaag. Met een bonkend hart schoof ze de schaar onder haar kussen probeerde het vest uit te trekken. Ze was net op tijd en keek afwachtend naar de deur.
“Ha die Roxanne!” riep Mila, de vriendin van het meisje vrolijk terwijl ze meteen naar binnenstapte. “Hoe is het er - ”
Haar stem stopte resoluut en haar ogen werden groot. Roxanne besefte half en half dat Mila naar haar vest staarde.
“Hé Mila,” zei Roxanne vermoeid. Ze was duizelig, dit keer had ze zichzelf wel erg veel gesneden. Ze voelde de bloeddruppeltjes nog opwellen en hoopte dat het zou stoppen. Ze was al vaker flauwgevallen na het snijden, maar niet in gezelschap. Ze had ook geen gezelschap verwacht op dit moment.
“Wat heb jíj nou gedaan?” vroeg Mila en ze viste het witte vest van Roxanne’s bed. “Hoe komt het dat je zo hevig hebt gebloed?”
Onverschillig haalde Roxanne haar schouders op; ze had hier geen zin in.
“Wil je wat drinken?” vroeg ze zacht. Zonder Mila’s antwoord af te wachten, stond ze op en slofte naar beneden.
Toen ze weer bovenkwam, liet ze het dienblad met de glazen cola bijna vallen. Mila had de schaar, die nog een beetje bebloed was in haar hand genomen.
“Wat heeft dit te betekenen?!” gilde ze in paniek en met overslaande stem.
“Jezus mens, doe rustig,” snauwde Roxanne. De duizeligheid ging haar dadelijk teveel worden, dat voelde ze.
“Rox, kom hier met je arm!” commandeerde Mila. Ze griste het dienblad uit haar handen en zette dat met een klap neer op Roxanne’s bureau. Een laagje schuim klotste over de rand en kwam neer op het dienblad, maar daar schonken de twee meisjes geen aandacht aan.
Mila greep Roxanne’s arm en voordat Roxanne haar tegen kon houden, slaakte Mila een vreselijk harde gil. Met een ruk trok Roxanne haar arm los, ze wankelde.
“Houd je mond! Dit gaat jou helemaal niets aan!” Ze wist dat ze zo neer ging vallen, ze was misselijk, duizelig, ze wilde dat het stopte. Haar bed. Ze moest op haar bed gaan zitten. Tastend ging ze zitten, half liggen.
Langzaam tilde ze haar arm op. Straaltjes bloed liepen nog steeds over haar polsen. Ze kruisten elkaar en zochten dan weer hun eigen weg. Ze kruisten, ze gingen hun eigen weg. Ze kruisten, eigen weg. Kruisten… Weg… Wegvallen… Eigen weg… kruisen… Weg…
Alles werd zwart voor Roxanne’s ogen, ze kon niet meer helder denken. Ze had een houvast nodig en greep om zich heen. Ergens pakte ze iets vast, ze voelde dat het iets scherps was. Haar blik was te wazig om nog maar iets te zien. Op de achtergrond hoorde ze Mila iets schreeuwen, maar het kon niet meer tot haar doordringen. Met haar allerlaatste beetje kracht, tilde ze het scherpe voorwerp op. Dat kostte haar energie, teveel energie. Ze wist dat het genoeg was en ze zette het voorwerp op haar pols. Voor de laatste keer. Nooit meer pijn voelen. Nooit meer pijn in haar hart, nooit meer pijn aan haar pols, nooit meer het bloed zien lopen.
Met één grote beweging, haalde ze het voorwerp horizontaal over haar pols. De laatste keer. Het was over. Ze was weg.