Mijn eerste preek
Geplaatst: 03 jun 2008 18:15
Mijn eerste preek
Handen gevouwen en ogen gesloten, met mijn hoofd omlaag zit ik op mijn knieën. Tranen laat ik in vrije loop en mijn mond laat ik spreken, alle woorden die ik heb tegengehouden vinden nu hun weg naar buiten.
Ik spreek en terwijl ik spreek hoor ik niets, het is zo stil als een donkere nacht midden in een woestijn.
Mijn woorden klinken over het grote plein en echoën een tijd na. Ik hoor mezelf praten: ‘Mijn laatste woorden komen uit mijn mond, terwijl ik hier zit als een foetus in de buik van de moeder, zo klein maak ik me, zo angstig ben ik. Ik vergeef het de man die naast mij staat, omdat hij niet weet waar hij mee bezig is. Hij wordt onderdrukt en doet wat de medemens hem opdraagt, wanneer hij verteld dat hij hier mee wilt stoppen, wordt de waaromvraag op hem afgevuurd en de enige rede die hij kan geven zou zijn eigen dood betekenen. Hij wordt onderdrukt en jullie, mensen, laten dit gewoon gebeuren!’
Ik sta op en leg een hand op de schouder van de man naast me. Iedereen houdt zijn adem in. De spanning die er hangt geeft me kracht door te gaan en te vertellen wat ik denk en hoe ik me voel. ‘Een lange tijd heb ik gewacht op de dag van vandaag. Ik leefde toe naar vandaag, angstig, maar ook met een sprenkeltje vreugde, want vandaag zal de dag zijn dat alles voorbij is. Angst zal niet gekend worden in de plek waar ik naartoe zal gaan. Mij staat iets moois te wachten, maar jullie zullen hier blijven en moeten hopen dat jullie niet zo als mij eindigen. Mensen doe wat tegen de onderdrukking en zorg ervoor dat uw nageslacht niet in dezelfde wereld als u zal leven. Ik had gehoopt dat ik nog van de vrijheid mocht genieten, maar dat zal niet zo zijn.’
Met een knikje naar de man naast me, ga ik weer door me knieën en ga ik weer in de zelfde houding als voorheen zitten. Als ik een snerpend geluid hoor weet ik dat alles voorbij is en ik vrij kan zijn. Weg van de onderdrukking, de vrijheid tegemoet.
Een nieuw verhaaltje
Judith
Handen gevouwen en ogen gesloten, met mijn hoofd omlaag zit ik op mijn knieën. Tranen laat ik in vrije loop en mijn mond laat ik spreken, alle woorden die ik heb tegengehouden vinden nu hun weg naar buiten.
Ik spreek en terwijl ik spreek hoor ik niets, het is zo stil als een donkere nacht midden in een woestijn.
Mijn woorden klinken over het grote plein en echoën een tijd na. Ik hoor mezelf praten: ‘Mijn laatste woorden komen uit mijn mond, terwijl ik hier zit als een foetus in de buik van de moeder, zo klein maak ik me, zo angstig ben ik. Ik vergeef het de man die naast mij staat, omdat hij niet weet waar hij mee bezig is. Hij wordt onderdrukt en doet wat de medemens hem opdraagt, wanneer hij verteld dat hij hier mee wilt stoppen, wordt de waaromvraag op hem afgevuurd en de enige rede die hij kan geven zou zijn eigen dood betekenen. Hij wordt onderdrukt en jullie, mensen, laten dit gewoon gebeuren!’
Ik sta op en leg een hand op de schouder van de man naast me. Iedereen houdt zijn adem in. De spanning die er hangt geeft me kracht door te gaan en te vertellen wat ik denk en hoe ik me voel. ‘Een lange tijd heb ik gewacht op de dag van vandaag. Ik leefde toe naar vandaag, angstig, maar ook met een sprenkeltje vreugde, want vandaag zal de dag zijn dat alles voorbij is. Angst zal niet gekend worden in de plek waar ik naartoe zal gaan. Mij staat iets moois te wachten, maar jullie zullen hier blijven en moeten hopen dat jullie niet zo als mij eindigen. Mensen doe wat tegen de onderdrukking en zorg ervoor dat uw nageslacht niet in dezelfde wereld als u zal leven. Ik had gehoopt dat ik nog van de vrijheid mocht genieten, maar dat zal niet zo zijn.’
Met een knikje naar de man naast me, ga ik weer door me knieën en ga ik weer in de zelfde houding als voorheen zitten. Als ik een snerpend geluid hoor weet ik dat alles voorbij is en ik vrij kan zijn. Weg van de onderdrukking, de vrijheid tegemoet.
Een nieuw verhaaltje
Judith