Lavendel in Mei
Geplaatst: 07 jul 2008 14:26
Mijn vriendinnen waren jaloers geweest. Keer op keer peperden zij mij in dat ik een bofkont was. Een bofkont omdat mijn zus een rijke man aan de haak had geslagen. Een bofkont omdat ik iedere zomer en iedere vakantie rust kon vinden op het landgoed van haar en haar man.
En uiteindelijk zwijmelde menig van mijn vriendinnen weg bij het zien van de trouwfoto's van Liz en Thom. Ze smolten als ze Thom in zijn trouwpak zagen en ze voelden echte jaloezie wanneer ze de foto zagen waarop Thom zijn geliefde in zijn armen hield en haar zoende.
En als ik niet intens gelukkig was geweest voor Liz, dan was ook ik jaloers geweest. Dan had ik gewenst dat ik haar was. Het draaide niet om Thom, het draaide om Liz. Dat ik netjes was, zoals zij. Dat ik beschaafd was zoals zij. Maar die gevoelens en wensen kregen de kans niet. Niet bij mij. Terwijl ik mijzelf voorhield dat ik nooit een leven zou kunnen leiden vol rijkdom en pracht en praal, leefde ik verder. Tevreden met mijn twee-kamer-appartement en mijn part-time baan in een ziekenhuis. Ik genoot van het zijn van een goede verpleegkundige. Want dat was wat ik altijd al wilde zijn. Niets meer en niets minder.
Het was tijdens mijn studietijd dat mijn moeder en ik elkaar als vreemden zagen. Ik miste het respect van mijn moeder voor mij, als haar kind. Ik miste de steun om goed te studeren en tevreden te zijn met wie ik was. Ik miste mijn moeder.
Die vier studiejaren maakten onze relatie er niet beter op. Als mijn moeder over mij sprak, noemde ze mij bij mijn naam. Nooit was ik haar dochter, haar jongste dochter, haar studerende dochter of haar lieve dochter. Ik had een naam gekregen bij mijn geboorte en daar maakte ze gretig gebruik van.
'Houdt je moeder meer van rood of van groen?' Ik schrik op als Thom mijn kamer binnenkomt. Hij heeft twee klerenhangers in zijn hand. Aan de linker hanger hangt een schitterende groene jurk, kleine glinsterende diamanten zijn op netjes afgewerkte borden bevestigd. De rechter hanger valt in het niet bij de prachtige rode jurk die over de hanger heen is geslagen. 'Wat denk je?' Dringt Thom aan. Ik sta op en loop op Thom af. De groene jurk zou mijn moeder prachtig staan, haar donkere, zwarte haren zouden prachtig passen bij de kleurrijke diamanten.
'Groen.' Weet ik over mijn lippen te krijgen. Het liefst had ik rood gezegd. Wetende dat de rode kleur van de statige jurk mijn moeder totaal zou vervagen. Maar Thom vraagt om mijn oordeel, om wat ik van mijn moeder weet. En mijn moeder houdt meer van groen. Ik kan het Thom niet aandoen om een flater te slaan bij mijn moeder. Hij respecteert haar, zoals zij hem respecteert.
'Sorry dat ik je stoorde. Maar ik wil gewoon de juiste keuze maken. Groen zei je he?' Ik knik.
'Groen.' Thom verdwijnt de gang op, zijn voetstappen klinken nog wat na in het huis.
Morgen zal mijn moeder haar verjaardag vieren. Haar zestigste verjaardag. Haar eerste verjaardag zonder mijn zus. Liz. Ik weet hoeveel verdriet mijn moeder kent nu mijn zus is overleden. Alles waar ze trots op was, waar ze vol van was, lijkt te zijn verdwenen. Het is Thom die haar trots in leven houdt. Thom, mijn zwager, de man van mijn zus. Hij organiseert haar verjaardagsfeest. Vol pracht en praal, op de manier waarop Liz het zou hebben georganiseerd.
Ik voel dat ik zenuwachtig word. Morgen zal ik mijn moeder zien, voor het eerst sinds de begrafenis van Liz. Ik ben bang om mijn moeder in de ogen te kijken. Angst voor een blik vol verwijten, vol haat. Ik ben niet schuldig aan de dood van Liz. Volgens Thom ben juist ík de gene die Liz een waardig sterven heeft toebedeeld. Toch weet ik dat mijn moeder liever mij had zien gaan dan Liz. En wie neemt het haar kwalijk. Liz was alles wat ik niet ben.
'Goud of zilver?' Weer schrik ik op. Thom staat naast mij. Ik draai mijn bureaustoel en bekijk de sieraden die hij in zijn handen heeft.
'Goud.' Antwoord ik emotieloos. Het is de waarheid. Mijn moeder houdt van goud. Als het maar duur is, als het maar zichtbaar is. Liz en ik hadden een hekel aan goud. Zilver was voor ons dat gene dat mooi genoemd mocht worden. Schitterend zilver, het liefst met een klein steentje of een diamant erin. Ik slik. Vecht tegen mijn plotseling opkomende tranen en draai mij van Thom weg. Hij hoeft het gevecht tegen de tranen niet te zien.
'Is er iets?' Typisch Thom. Altijd galant, respectvol en attent. Ik schud mijn hoofd en hoop dat Thom weg zal gaan. 'Jawel, er is wel iets.' Dringt Thom aan. Ik hoor hoe hij de sieraden voorzichtig weglegt. Mijn bureau kraakt als Thom erop gaat zitten. Langzaam draai ik mij om.
'Er is niets. Ik ben druk.' Is mijn antwoord. Het is een leugen en het is Thom die dat als geen ander weet.
'Je liegt al net zo beroerd als Liz. Het is een familietrekje dat jullie mijn blik ontwijken als er een draai aan de waarheid word gegeven.' Ik zucht. 'Nou kom op, wat is er aan de hand?' Opnieuw een typisch Thom-trekje. Zonder omzwaaien, omwegen of moeilijk-doenerij gewoon vragen wat er aan de hand is. 'Is het de verjaardag van je moeder? Wilde jij het organiseren of-'
'Nee, ik wil niets organiseren. Wat mij betreft gaat het hele feest niet door. Ik respecteer je keuze om een mooi feest voor mijn moeder te organiseren. Van binnen ben ik blij dat jij de taak van Liz overneemt. Liz zou het zo gewild hebben. Pracht en praal, op en top. Maar ik ben Liz niet.' Mijn woorden liggen dicht bij de waarheid. Het is de waarheid. En toch is het niet de gehele waarheid. Het stukje haat en liefde tussen mijn moeder en mij laat ik achterwegen. Ik weet dat dit niet het juiste moment is om daarover te beginnen. 'Goud, mijn moeder houd van goud.' Bevestig ik nogmaals. Ik richt mij op mijn computer. Thom begrijpt mijn zwijgen en verlaat mijn kamer.
En uiteindelijk zwijmelde menig van mijn vriendinnen weg bij het zien van de trouwfoto's van Liz en Thom. Ze smolten als ze Thom in zijn trouwpak zagen en ze voelden echte jaloezie wanneer ze de foto zagen waarop Thom zijn geliefde in zijn armen hield en haar zoende.
En als ik niet intens gelukkig was geweest voor Liz, dan was ook ik jaloers geweest. Dan had ik gewenst dat ik haar was. Het draaide niet om Thom, het draaide om Liz. Dat ik netjes was, zoals zij. Dat ik beschaafd was zoals zij. Maar die gevoelens en wensen kregen de kans niet. Niet bij mij. Terwijl ik mijzelf voorhield dat ik nooit een leven zou kunnen leiden vol rijkdom en pracht en praal, leefde ik verder. Tevreden met mijn twee-kamer-appartement en mijn part-time baan in een ziekenhuis. Ik genoot van het zijn van een goede verpleegkundige. Want dat was wat ik altijd al wilde zijn. Niets meer en niets minder.
Hoofdstuk 1
Het was tijdens mijn studietijd dat mijn moeder en ik elkaar als vreemden zagen. Ik miste het respect van mijn moeder voor mij, als haar kind. Ik miste de steun om goed te studeren en tevreden te zijn met wie ik was. Ik miste mijn moeder.
Die vier studiejaren maakten onze relatie er niet beter op. Als mijn moeder over mij sprak, noemde ze mij bij mijn naam. Nooit was ik haar dochter, haar jongste dochter, haar studerende dochter of haar lieve dochter. Ik had een naam gekregen bij mijn geboorte en daar maakte ze gretig gebruik van.
'Houdt je moeder meer van rood of van groen?' Ik schrik op als Thom mijn kamer binnenkomt. Hij heeft twee klerenhangers in zijn hand. Aan de linker hanger hangt een schitterende groene jurk, kleine glinsterende diamanten zijn op netjes afgewerkte borden bevestigd. De rechter hanger valt in het niet bij de prachtige rode jurk die over de hanger heen is geslagen. 'Wat denk je?' Dringt Thom aan. Ik sta op en loop op Thom af. De groene jurk zou mijn moeder prachtig staan, haar donkere, zwarte haren zouden prachtig passen bij de kleurrijke diamanten.
'Groen.' Weet ik over mijn lippen te krijgen. Het liefst had ik rood gezegd. Wetende dat de rode kleur van de statige jurk mijn moeder totaal zou vervagen. Maar Thom vraagt om mijn oordeel, om wat ik van mijn moeder weet. En mijn moeder houdt meer van groen. Ik kan het Thom niet aandoen om een flater te slaan bij mijn moeder. Hij respecteert haar, zoals zij hem respecteert.
'Sorry dat ik je stoorde. Maar ik wil gewoon de juiste keuze maken. Groen zei je he?' Ik knik.
'Groen.' Thom verdwijnt de gang op, zijn voetstappen klinken nog wat na in het huis.
Morgen zal mijn moeder haar verjaardag vieren. Haar zestigste verjaardag. Haar eerste verjaardag zonder mijn zus. Liz. Ik weet hoeveel verdriet mijn moeder kent nu mijn zus is overleden. Alles waar ze trots op was, waar ze vol van was, lijkt te zijn verdwenen. Het is Thom die haar trots in leven houdt. Thom, mijn zwager, de man van mijn zus. Hij organiseert haar verjaardagsfeest. Vol pracht en praal, op de manier waarop Liz het zou hebben georganiseerd.
Ik voel dat ik zenuwachtig word. Morgen zal ik mijn moeder zien, voor het eerst sinds de begrafenis van Liz. Ik ben bang om mijn moeder in de ogen te kijken. Angst voor een blik vol verwijten, vol haat. Ik ben niet schuldig aan de dood van Liz. Volgens Thom ben juist ík de gene die Liz een waardig sterven heeft toebedeeld. Toch weet ik dat mijn moeder liever mij had zien gaan dan Liz. En wie neemt het haar kwalijk. Liz was alles wat ik niet ben.
'Goud of zilver?' Weer schrik ik op. Thom staat naast mij. Ik draai mijn bureaustoel en bekijk de sieraden die hij in zijn handen heeft.
'Goud.' Antwoord ik emotieloos. Het is de waarheid. Mijn moeder houdt van goud. Als het maar duur is, als het maar zichtbaar is. Liz en ik hadden een hekel aan goud. Zilver was voor ons dat gene dat mooi genoemd mocht worden. Schitterend zilver, het liefst met een klein steentje of een diamant erin. Ik slik. Vecht tegen mijn plotseling opkomende tranen en draai mij van Thom weg. Hij hoeft het gevecht tegen de tranen niet te zien.
'Is er iets?' Typisch Thom. Altijd galant, respectvol en attent. Ik schud mijn hoofd en hoop dat Thom weg zal gaan. 'Jawel, er is wel iets.' Dringt Thom aan. Ik hoor hoe hij de sieraden voorzichtig weglegt. Mijn bureau kraakt als Thom erop gaat zitten. Langzaam draai ik mij om.
'Er is niets. Ik ben druk.' Is mijn antwoord. Het is een leugen en het is Thom die dat als geen ander weet.
'Je liegt al net zo beroerd als Liz. Het is een familietrekje dat jullie mijn blik ontwijken als er een draai aan de waarheid word gegeven.' Ik zucht. 'Nou kom op, wat is er aan de hand?' Opnieuw een typisch Thom-trekje. Zonder omzwaaien, omwegen of moeilijk-doenerij gewoon vragen wat er aan de hand is. 'Is het de verjaardag van je moeder? Wilde jij het organiseren of-'
'Nee, ik wil niets organiseren. Wat mij betreft gaat het hele feest niet door. Ik respecteer je keuze om een mooi feest voor mijn moeder te organiseren. Van binnen ben ik blij dat jij de taak van Liz overneemt. Liz zou het zo gewild hebben. Pracht en praal, op en top. Maar ik ben Liz niet.' Mijn woorden liggen dicht bij de waarheid. Het is de waarheid. En toch is het niet de gehele waarheid. Het stukje haat en liefde tussen mijn moeder en mij laat ik achterwegen. Ik weet dat dit niet het juiste moment is om daarover te beginnen. 'Goud, mijn moeder houd van goud.' Bevestig ik nogmaals. Ik richt mij op mijn computer. Thom begrijpt mijn zwijgen en verlaat mijn kamer.