Ovoorwaardelijk voor elkaar.
Geplaatst: 26 aug 2008 18:18
1
Anna-Rixt.
Ik gooi nog snel een borstel door mijn haren en trek mijn vest aan als ik zie dat mijn vriendinnen Kirsten en Laura voor de deur staan. Ik geef ze allebei een knuffel en gooi dan de deur achter me dicht.
‘Alles goed meiden?’
‘Ja, ik heb gisteren een jongen gezien,’ steekt Laura meteen van wal. ‘Hij was zó knap, echt niet normaal. Ik weet niet wie het is maar ik weet wel dat ik hem zal krijgen. Ik zag hem gisteren ook in het winkelcentrum, dus misschien is hij er vandaag ook wel.’
Ik lach, Laura heeft altijd wel een jongen waar ze een oogje op heeft. Soms eens een paar dagen niet, maar dan komen de verhalen alweer. Kirsten daar in tegen heeft bijna nooit een vriend. En ik heb net een achtmaanden lange relatie achter de rug. Ik heb het met hem uitgemaakt omdat het niet meer liep. We gingen meer met elkaar om als vrienden dan als stelletje.
We lopen door de grote draaideur die toegang geeft tot het winkelcentrum.
‘Rixt, wat zit je haar toch weer mooi,’ merkt Kirsten op. ‘Het zit altijd mooi maar heb je er vandaag wat mee gedaan?’
‘Nee, maar bedankt.’ Ik gooi mijn blonde, lange haren naar achteren en knipper overdreven met mijn ogen.
‘Ja, doe maar weer normaal, gek.’
We lopen wat door winkels heen te snuffelen opzoek naar leuke kleren en andere dingen. Ik zie een geweldige broek hangen en haal hem meteen van het haakje. Ik neem hem mee naar het pashokje en weet meteen dat ik hem koop. Zoiets moois mag je niet laten hangen! Ik trek mijn gewone broek en ballerina’s weer aan.
We lopen de deur weer uit als ik betaald heb en ik blijf stokstijf stil staan en ik kijk ongetwijfeld in de mooiste ogen die er op deze aardbol zijn. De jongen loopt nonchalant met zijn handen in zijn zakken wat om zich heen te kijken. Hij heeft halflang, bruin haar en loopt stoer en zelfverzekerd. Ik kan mijn blik niet van hem losscheuren maar kijk toch betrapt weg als ik zie dat hij terugkijkt. Hij lacht, en hij is oogverblindend. Mijn vriendinnen lopen druk kletsend weg maar ik blijf staan en hij komt dichterbij, terwijl ik hem maar aanstaar en me net aan het bedenken ben hoe gek dit wel niet over zal komen bij hem als hij ‘hoi’ tegen me zegt.
‘Hai,’ pers ik eruit, me afvragend hoelang ik al sta te staren. Die jongen heeft iets. Hij wekt een gevoel in me op wat ik nog nooit voor iemand gevoeld heb, zelfs niet voor Daan, mijn ex. Ik sta wat te dagdromen over de jongen en zie dan een of ander hysterisch wijf op hem afrennen.
‘Schatje!’ roept ze en ze drukt hard haar lippen op de zijne, en ik besef me dat ik nog steeds sta te staren – nu met mijn mond open. Mijn kansen zijn verkeken. Ze ziet er een beetje raar uit, knap, dat wel. Ze pakt de jongen zijn hand en loopt
met hem in een andere richting. Mijn vriendinnen kijken verbaasd om.
‘Rixt, kom je nog?’
‘Ja ja, sorry, werd even afgeleid door een bloedmooi vest. Maar het was toch niet zo mooi, dus we kunnen wel doorlopen,’ klets ik mezelf er onderuit. Ik ga zeker een beetje vertellen hoe ik afging voor die jongen zijn neus.
‘Nou, knapperd, lopen dan.’ Laura port in mijn zij en ik begin moedeloos te lopen. Die jongen, ik wil hem.
Roel.
Dat meisje! Ze zag er oogverblindend uit. Lange, blonde haren en ogen waarin ik zou kunnen verdrinken. Haar manier van bewegen was sierlijk en hoe ze me aankeek, vol hartstocht. Het was ons moment, van ons samen. Maar toen kwam Inge. En zij verstoorde het. Ik ben al tijden niet meer verliefd op haar maar heb tot nu toe nog niet de kracht gehad het uit te maken. Ze is altijd zo dwingend en ik kon mezelf er nooit toe zetten te breken. Maar nu weet ik dat het moet gebeuren. Dat meisje, zij is de moeite waard. Met haar wil ik verder, dat weet ik nou al!
‘Roel!’ Inge zwaait voor mijn ogen langs als ze ziet dat ik niet naar haar luister. ‘Zeg eens, waar had ik het zonet over?’
‘Weet ik veel,’ snauw ik haar af. Ik heb meteen spijt van mijn toon want ik weet dat ze er boos om gaat worden.
‘Lul! Hoe dúrf je me zo af te snauwen? Dat verdien ik niet, verdomme. Ik had zin in een gezellig middagje shoppen, ga jij een beetje chagrijnig lopen doen. Ik wil níet dat je ooit nog zó’n toon tegen me aan slaat, heb je dat begrepen?’
In het begin was onze relatie fantastisch. We waren tot over onze oren, en als zij een beetje normaal zou doen was ik dat nog steeds en had ik het meisje van zonet niet eens zien lopen en was ik totaal in Inge opgegaan. Maar Inge verstikt me, ze geeft me geen lucht. Elk moment controleert ze me en ik ben er achter gekomen dat ze me zelfs een keer gevolgd is. Ik besef me wel dat het niet gezond is en vind dat er een einde aan moet komen.
‘Heb je dat begrepen?’ vraagt ze me dwingend.
‘Nee. Of ja, of… Ing, ik denk dat het afgelopen is tussen ons. Gewoon voorbij. Ik heb er geen zin meer in, je put me uit. Hoe jij me controleert, dat is niet gezond meer en ik denk dat we wat afstand van elkaar moeten nemen.’
De tranen staan in haar ogen en ze geeft me een mep in mijn gezicht.
‘Hypocriete zak. Na alles wat ik voor je gedaan heb, dump je me zomaar? Ik wist het, ik wist dat ik je niet kon vertrouwen. Daarom controleerde ik je, en achteraf blijkt dat maar weer goed te zijn geweest. Nou, lief, ik moet even een boodschapje doen. Het geeft niet, je bent een beetje in de war maar ik vergeef je. Spreken we af om vier uur voor de snackbar op de tweede etage? Zie je dan,’ zegt ze en ze drukt een zoen op mijn mond. Verbijsterd laat ze me achter. Ik was toch duidelijk? Ik zei toch gewoon dat ik haar niet meer wil? Dringt het niet door ofzo?
Niet meer druk over maken, spreek ik mezelf toe. Je hebt haar gedumpt en kunt je eigen gang gaan. Nu wil ik eerst opzoek naar dat prachtige meisje. Ik loop maar en loop maar wat door het winkelcentrum als ik haar zie zitten in een restaurantje. Ik ga sneller lopen en neem gauw het tafeltje naast hen. Ik zie dat ze aan het gebak zitten. Zal ik ze aanspreken?
‘Zeg eens, welk gebak raden jullie me aan?’ vraag ik en hoopvol kijk ik naar het meisje waardoor ik helemaal in beslag word genomen op de een of andere manier.
‘O, het appelgebak hier is heerlijk,’ zegt een van de andere meisjes met bruine krullen tot over haar schouders. ‘Echt doen, dat is een echte aanrader, ja. Hé, kom er anders gezellig bij zitten?’
‘Gezellig,’ zeg ik en ik schuif aan de tafel naast het meisje met de blonde haren. Ik weet niet of ik het me verbeeld, of ze zit heel lief naar me te glimlachen.
‘Laura,’ stelt het meisje dat me het appelgebak aanraadde zich voor. Het is een knap meisje, maar kan bij lange na niet tippen aan het meisje naast mij op de stoel. Ik voel bijna haar warmte, zo dicht zit ik op haar.
‘Roel.’ Stel ik mezelf voor.
‘Kirsten,’ stelt een andere met blauwe ogen en zwarte lange haren met golven erin zich voor. Ze heeft een beetje een Indisch uiterlijk ofzo.
Dan draait het meisje zich naar me toe en schudt mijn hand. ‘Anna-Rixt.’ Ze slaat haar ogen neer. ‘Roel dus.’ Ik zit maar naar haar te kijken. De ober komt langs en ik wil net bestellen als Laura al voor me bestelt, een appelgebak en voor haarzelf ook nog een.
‘En Roel, vertel eens wat over jezelf,’ zegt ze als de ober is weggelopen en ik loop rood aan.
‘Tja, wat moet ik vertellen?’
‘Nou, hoe oud ben je, heb je een vriendin, bijvoorbeeld?’
‘Ik ben achttien jaar en ik heb geen vriendin. Vanochtend nog wel, maar ik heb het net uitgemaakt. Ze is nogal… verstikkend.’ En toen ik Anna-Rixt had gezien gaf dat de doorslag, ik hou mezelf nog net in of ik had dat erbij gezegd. ‘We zouden volgende week twee maanden een relatie hebben. Maar ze is het gewoon niet voor me en daarom heb ik gebroken.’
‘Oké. Nam ze het een beetje goed op?’ vraagt Laura geïnteresseerd terwijl ze een grote hap van haar appelgebak die de ober net heeft neergezet en me vragend aankijkt.
‘Nee, niet echt. Ze zei dat ik in de war was en dat ik haar om vier uur bij de snackbar op moest halen.’
‘Niet doen. Wanhopig type, dat hoor ik nou al. Als je nu gaat toegeven blijft ze voor eeuwig aan je hangen en laat ze je nooit meer los.’
‘Ja, maar ik vind het ook wel zielig. Maar genoeg hierover. Vertellen jullie
eens wat dan?’
‘Ik ben Laura!’ roept Laura overdreven blij. Wat een drukte makertje is dat, zeg. ‘En ik ben zeventien jaar en ik heb geen vriend,’ liftend brengt ze haar wenkbrauwen even snel twee keer omhoog, terwijl ik me afvraag of ze met me aan het flirten is. Dan bedenk ik me dat het me niks kan schelen want het meisje dat hier naast me op een stoel zit is zonder twijfel het enige meisje waarvoor ik wil gaan.
‘Ja, ik ben ook zeventien. And I have no boyfriend as well,' zegt Kirsten.
‘Hetzelfde,’ wijst Anna-Rixt. ‘Ook zeventien en single.’ Ik kijk haar diep in haar ogen aan en hoor mezelf de tekst zeggen: ‘Zonet, ik zag jou. Daarom maakte ik het uit.’ En nadat ik dat zeg wil ik mezelf voor mijn domme hoofd slaan. Maar dan zie ik dat ze glimlacht.
‘Ik wist het ook meteen toen ik jou zag. Dat we iets hadden, een klik zonder dat we elkaar ook maar ooit gezien hadden.’ Ze buigt haar hoofd naar me toe en geeft me een overweldigende zoen waarvan de tijd in mijn wereld stilstaat. Er zijn alleen maar wij, Anna-Rixt en ik op de wereld en de rest blijkt onbelangrijk. Wij zijn de enige die tellen voor elkaar, en het voelt goed.
Anna-Rixt.
Ik gooi nog snel een borstel door mijn haren en trek mijn vest aan als ik zie dat mijn vriendinnen Kirsten en Laura voor de deur staan. Ik geef ze allebei een knuffel en gooi dan de deur achter me dicht.
‘Alles goed meiden?’
‘Ja, ik heb gisteren een jongen gezien,’ steekt Laura meteen van wal. ‘Hij was zó knap, echt niet normaal. Ik weet niet wie het is maar ik weet wel dat ik hem zal krijgen. Ik zag hem gisteren ook in het winkelcentrum, dus misschien is hij er vandaag ook wel.’
Ik lach, Laura heeft altijd wel een jongen waar ze een oogje op heeft. Soms eens een paar dagen niet, maar dan komen de verhalen alweer. Kirsten daar in tegen heeft bijna nooit een vriend. En ik heb net een achtmaanden lange relatie achter de rug. Ik heb het met hem uitgemaakt omdat het niet meer liep. We gingen meer met elkaar om als vrienden dan als stelletje.
We lopen door de grote draaideur die toegang geeft tot het winkelcentrum.
‘Rixt, wat zit je haar toch weer mooi,’ merkt Kirsten op. ‘Het zit altijd mooi maar heb je er vandaag wat mee gedaan?’
‘Nee, maar bedankt.’ Ik gooi mijn blonde, lange haren naar achteren en knipper overdreven met mijn ogen.
‘Ja, doe maar weer normaal, gek.’
We lopen wat door winkels heen te snuffelen opzoek naar leuke kleren en andere dingen. Ik zie een geweldige broek hangen en haal hem meteen van het haakje. Ik neem hem mee naar het pashokje en weet meteen dat ik hem koop. Zoiets moois mag je niet laten hangen! Ik trek mijn gewone broek en ballerina’s weer aan.
We lopen de deur weer uit als ik betaald heb en ik blijf stokstijf stil staan en ik kijk ongetwijfeld in de mooiste ogen die er op deze aardbol zijn. De jongen loopt nonchalant met zijn handen in zijn zakken wat om zich heen te kijken. Hij heeft halflang, bruin haar en loopt stoer en zelfverzekerd. Ik kan mijn blik niet van hem losscheuren maar kijk toch betrapt weg als ik zie dat hij terugkijkt. Hij lacht, en hij is oogverblindend. Mijn vriendinnen lopen druk kletsend weg maar ik blijf staan en hij komt dichterbij, terwijl ik hem maar aanstaar en me net aan het bedenken ben hoe gek dit wel niet over zal komen bij hem als hij ‘hoi’ tegen me zegt.
‘Hai,’ pers ik eruit, me afvragend hoelang ik al sta te staren. Die jongen heeft iets. Hij wekt een gevoel in me op wat ik nog nooit voor iemand gevoeld heb, zelfs niet voor Daan, mijn ex. Ik sta wat te dagdromen over de jongen en zie dan een of ander hysterisch wijf op hem afrennen.
‘Schatje!’ roept ze en ze drukt hard haar lippen op de zijne, en ik besef me dat ik nog steeds sta te staren – nu met mijn mond open. Mijn kansen zijn verkeken. Ze ziet er een beetje raar uit, knap, dat wel. Ze pakt de jongen zijn hand en loopt
met hem in een andere richting. Mijn vriendinnen kijken verbaasd om.
‘Rixt, kom je nog?’
‘Ja ja, sorry, werd even afgeleid door een bloedmooi vest. Maar het was toch niet zo mooi, dus we kunnen wel doorlopen,’ klets ik mezelf er onderuit. Ik ga zeker een beetje vertellen hoe ik afging voor die jongen zijn neus.
‘Nou, knapperd, lopen dan.’ Laura port in mijn zij en ik begin moedeloos te lopen. Die jongen, ik wil hem.
Roel.
Dat meisje! Ze zag er oogverblindend uit. Lange, blonde haren en ogen waarin ik zou kunnen verdrinken. Haar manier van bewegen was sierlijk en hoe ze me aankeek, vol hartstocht. Het was ons moment, van ons samen. Maar toen kwam Inge. En zij verstoorde het. Ik ben al tijden niet meer verliefd op haar maar heb tot nu toe nog niet de kracht gehad het uit te maken. Ze is altijd zo dwingend en ik kon mezelf er nooit toe zetten te breken. Maar nu weet ik dat het moet gebeuren. Dat meisje, zij is de moeite waard. Met haar wil ik verder, dat weet ik nou al!
‘Roel!’ Inge zwaait voor mijn ogen langs als ze ziet dat ik niet naar haar luister. ‘Zeg eens, waar had ik het zonet over?’
‘Weet ik veel,’ snauw ik haar af. Ik heb meteen spijt van mijn toon want ik weet dat ze er boos om gaat worden.
‘Lul! Hoe dúrf je me zo af te snauwen? Dat verdien ik niet, verdomme. Ik had zin in een gezellig middagje shoppen, ga jij een beetje chagrijnig lopen doen. Ik wil níet dat je ooit nog zó’n toon tegen me aan slaat, heb je dat begrepen?’
In het begin was onze relatie fantastisch. We waren tot over onze oren, en als zij een beetje normaal zou doen was ik dat nog steeds en had ik het meisje van zonet niet eens zien lopen en was ik totaal in Inge opgegaan. Maar Inge verstikt me, ze geeft me geen lucht. Elk moment controleert ze me en ik ben er achter gekomen dat ze me zelfs een keer gevolgd is. Ik besef me wel dat het niet gezond is en vind dat er een einde aan moet komen.
‘Heb je dat begrepen?’ vraagt ze me dwingend.
‘Nee. Of ja, of… Ing, ik denk dat het afgelopen is tussen ons. Gewoon voorbij. Ik heb er geen zin meer in, je put me uit. Hoe jij me controleert, dat is niet gezond meer en ik denk dat we wat afstand van elkaar moeten nemen.’
De tranen staan in haar ogen en ze geeft me een mep in mijn gezicht.
‘Hypocriete zak. Na alles wat ik voor je gedaan heb, dump je me zomaar? Ik wist het, ik wist dat ik je niet kon vertrouwen. Daarom controleerde ik je, en achteraf blijkt dat maar weer goed te zijn geweest. Nou, lief, ik moet even een boodschapje doen. Het geeft niet, je bent een beetje in de war maar ik vergeef je. Spreken we af om vier uur voor de snackbar op de tweede etage? Zie je dan,’ zegt ze en ze drukt een zoen op mijn mond. Verbijsterd laat ze me achter. Ik was toch duidelijk? Ik zei toch gewoon dat ik haar niet meer wil? Dringt het niet door ofzo?
Niet meer druk over maken, spreek ik mezelf toe. Je hebt haar gedumpt en kunt je eigen gang gaan. Nu wil ik eerst opzoek naar dat prachtige meisje. Ik loop maar en loop maar wat door het winkelcentrum als ik haar zie zitten in een restaurantje. Ik ga sneller lopen en neem gauw het tafeltje naast hen. Ik zie dat ze aan het gebak zitten. Zal ik ze aanspreken?
‘Zeg eens, welk gebak raden jullie me aan?’ vraag ik en hoopvol kijk ik naar het meisje waardoor ik helemaal in beslag word genomen op de een of andere manier.
‘O, het appelgebak hier is heerlijk,’ zegt een van de andere meisjes met bruine krullen tot over haar schouders. ‘Echt doen, dat is een echte aanrader, ja. Hé, kom er anders gezellig bij zitten?’
‘Gezellig,’ zeg ik en ik schuif aan de tafel naast het meisje met de blonde haren. Ik weet niet of ik het me verbeeld, of ze zit heel lief naar me te glimlachen.
‘Laura,’ stelt het meisje dat me het appelgebak aanraadde zich voor. Het is een knap meisje, maar kan bij lange na niet tippen aan het meisje naast mij op de stoel. Ik voel bijna haar warmte, zo dicht zit ik op haar.
‘Roel.’ Stel ik mezelf voor.
‘Kirsten,’ stelt een andere met blauwe ogen en zwarte lange haren met golven erin zich voor. Ze heeft een beetje een Indisch uiterlijk ofzo.
Dan draait het meisje zich naar me toe en schudt mijn hand. ‘Anna-Rixt.’ Ze slaat haar ogen neer. ‘Roel dus.’ Ik zit maar naar haar te kijken. De ober komt langs en ik wil net bestellen als Laura al voor me bestelt, een appelgebak en voor haarzelf ook nog een.
‘En Roel, vertel eens wat over jezelf,’ zegt ze als de ober is weggelopen en ik loop rood aan.
‘Tja, wat moet ik vertellen?’
‘Nou, hoe oud ben je, heb je een vriendin, bijvoorbeeld?’
‘Ik ben achttien jaar en ik heb geen vriendin. Vanochtend nog wel, maar ik heb het net uitgemaakt. Ze is nogal… verstikkend.’ En toen ik Anna-Rixt had gezien gaf dat de doorslag, ik hou mezelf nog net in of ik had dat erbij gezegd. ‘We zouden volgende week twee maanden een relatie hebben. Maar ze is het gewoon niet voor me en daarom heb ik gebroken.’
‘Oké. Nam ze het een beetje goed op?’ vraagt Laura geïnteresseerd terwijl ze een grote hap van haar appelgebak die de ober net heeft neergezet en me vragend aankijkt.
‘Nee, niet echt. Ze zei dat ik in de war was en dat ik haar om vier uur bij de snackbar op moest halen.’
‘Niet doen. Wanhopig type, dat hoor ik nou al. Als je nu gaat toegeven blijft ze voor eeuwig aan je hangen en laat ze je nooit meer los.’
‘Ja, maar ik vind het ook wel zielig. Maar genoeg hierover. Vertellen jullie
eens wat dan?’
‘Ik ben Laura!’ roept Laura overdreven blij. Wat een drukte makertje is dat, zeg. ‘En ik ben zeventien jaar en ik heb geen vriend,’ liftend brengt ze haar wenkbrauwen even snel twee keer omhoog, terwijl ik me afvraag of ze met me aan het flirten is. Dan bedenk ik me dat het me niks kan schelen want het meisje dat hier naast me op een stoel zit is zonder twijfel het enige meisje waarvoor ik wil gaan.
‘Ja, ik ben ook zeventien. And I have no boyfriend as well,' zegt Kirsten.
‘Hetzelfde,’ wijst Anna-Rixt. ‘Ook zeventien en single.’ Ik kijk haar diep in haar ogen aan en hoor mezelf de tekst zeggen: ‘Zonet, ik zag jou. Daarom maakte ik het uit.’ En nadat ik dat zeg wil ik mezelf voor mijn domme hoofd slaan. Maar dan zie ik dat ze glimlacht.
‘Ik wist het ook meteen toen ik jou zag. Dat we iets hadden, een klik zonder dat we elkaar ook maar ooit gezien hadden.’ Ze buigt haar hoofd naar me toe en geeft me een overweldigende zoen waarvan de tijd in mijn wereld stilstaat. Er zijn alleen maar wij, Anna-Rixt en ik op de wereld en de rest blijkt onbelangrijk. Wij zijn de enige die tellen voor elkaar, en het voelt goed.