Geen lucht
Geplaatst: 14 okt 2008 17:59
Het kan zijn dat ik dit op de verkeerde plek heb gepost, dus als dat zo is moet je het ff zeggen ^^
-x-
Ik voel twee handen om mijn keel. Tranen lopen over mijn wangen terwijl ik krampachtig probeer adem te halen. Smekend probeerde ik de persoon van wie de handen waren aan te kijken, maar met de houding waar in ik nu stond, was dat vrijwel onmogelijk. Zwarte vlekken dansen voor mijn ogen en paniek giert door mijn lichaam. Ik wil ademen, maar zolang hij mijn luchtpijp dicht houd geknepen, lukt dat niet. Ik voel de mijn lichaam slap worden. Tranen vallen op de grond en laten kleine spoortjes achter. Wetend dat ik iets moet doen om los te komen, kijk ik naar het plafond, dat smerig is van het stof.
Mijn handen glijden over de zijne, in de hoop om deze los te trekken en weer te kunnen ademen. De kracht is echter uit mijn lichaam verdwenen en het enige waar ik toe in staat ben is het maken van twee kleine sneetjes in zijn hand door mijn nagels in zijn vel te zetten. Hij reageert niet. Het doet hem geen pijn. Verloren laat ik mij door mijn trillende knieën vallen, waardoor ik naar adem snakkend op de grond val. Verward en niet begrijpend kijk ik omhoog, mij voorbereidend op de steek van het mes dat ik zonet achter hem op de tafel zag liggen, en waar ik hem veelbelovend naar had zien kijken. Ondanks het feit dat ik weet dat, wanneer hij doet wat hij van plan was te doen, toch zal sterven, zuig ik opgelucht weer zuurstof in mijn longen. Het leven keert weer terug in mijn lichaam.
Het mes dat ik tussen mijn ribben verwachtte kwam niet. Ik durf niet omhoog te kijken, maar spiek toch door de plukken haar voor mijn gezicht naar de tafel. Het mes ligt er niet meer. Ik schraap al mijn moed bij elkaar en kijk omhoog. Mijn ogen worden groot. Niet van angst dit keer, maar van schrik en ongeloof. De man die mij eerder nog had geprobeerd te wurgen, lag bloedend op de grond. Het rode goed op de grond, dat zich langzaam rond zijn borstkast uitbreidde, maakte zijn eerst nog witte shirt rood. Op de plaats waar de man eerder had gestaan, stond dit keer iemand anders. Iemand die naast mij knielde in mij in zijn armen nam. Snikkend en nog steeds hoestend door luchtgebrek verberg ik mij in zijn omhelzing, eindelijk veilig. Het gevaar is geweken, niemand wil me nu nog pijn doen.
-x-
Ik voel twee handen om mijn keel. Tranen lopen over mijn wangen terwijl ik krampachtig probeer adem te halen. Smekend probeerde ik de persoon van wie de handen waren aan te kijken, maar met de houding waar in ik nu stond, was dat vrijwel onmogelijk. Zwarte vlekken dansen voor mijn ogen en paniek giert door mijn lichaam. Ik wil ademen, maar zolang hij mijn luchtpijp dicht houd geknepen, lukt dat niet. Ik voel de mijn lichaam slap worden. Tranen vallen op de grond en laten kleine spoortjes achter. Wetend dat ik iets moet doen om los te komen, kijk ik naar het plafond, dat smerig is van het stof.
Mijn handen glijden over de zijne, in de hoop om deze los te trekken en weer te kunnen ademen. De kracht is echter uit mijn lichaam verdwenen en het enige waar ik toe in staat ben is het maken van twee kleine sneetjes in zijn hand door mijn nagels in zijn vel te zetten. Hij reageert niet. Het doet hem geen pijn. Verloren laat ik mij door mijn trillende knieën vallen, waardoor ik naar adem snakkend op de grond val. Verward en niet begrijpend kijk ik omhoog, mij voorbereidend op de steek van het mes dat ik zonet achter hem op de tafel zag liggen, en waar ik hem veelbelovend naar had zien kijken. Ondanks het feit dat ik weet dat, wanneer hij doet wat hij van plan was te doen, toch zal sterven, zuig ik opgelucht weer zuurstof in mijn longen. Het leven keert weer terug in mijn lichaam.
Het mes dat ik tussen mijn ribben verwachtte kwam niet. Ik durf niet omhoog te kijken, maar spiek toch door de plukken haar voor mijn gezicht naar de tafel. Het mes ligt er niet meer. Ik schraap al mijn moed bij elkaar en kijk omhoog. Mijn ogen worden groot. Niet van angst dit keer, maar van schrik en ongeloof. De man die mij eerder nog had geprobeerd te wurgen, lag bloedend op de grond. Het rode goed op de grond, dat zich langzaam rond zijn borstkast uitbreidde, maakte zijn eerst nog witte shirt rood. Op de plaats waar de man eerder had gestaan, stond dit keer iemand anders. Iemand die naast mij knielde in mij in zijn armen nam. Snikkend en nog steeds hoestend door luchtgebrek verberg ik mij in zijn omhelzing, eindelijk veilig. Het gevaar is geweken, niemand wil me nu nog pijn doen.