Pagina 1 van 1

De appel(Kort verhaal)

Geplaatst: 05 dec 2008 19:45
door maerle
Ik liep over het gras, een spoor van goud achterlatend. Ik werd achtervolgd door een horde mensen die het gouden gras kusten en aanbaden. Elke stap die ik zette liet mijn suède jurk uitblinken. Elke keer als ik de bomen in zilver veranderde zuchtten de mensen bij het zien van de rijkdommen. Ik liep door het zilveren bos naar mijn koperen troon. Ik ging zitten en keek toe hoe de mensheid elke boom, elk grassprietje bewonderde. Een aantal van de mensen overlaadde me met edelstenen en onbetaalbare diamanten. Enkele mensen vielen flauw bij het zien van mijn koninklijke aanblik. Er was echter een man die zich onderscheidde van de groep mensen. Langzaam schreed deze man naar mij toe. In zijn handen hield hij iets vast alsof hetgeen het kostbaarste van de wereld was. Zijn handen bedekten het voorzichtig. Ik verloor mijn aandacht van de man en keek toe naar al het praal en pracht. Het schitterde om me heen, maar toch deed het me niets. Ik was opgegroeid met het goud, het zilver en het koper. Ik schonk het met bakken aan de mensen. Toen ik mijn blik weer afwendde van de zilveren bomen zuchtte ik kort en zag de man voor mijn troon staan. De man sprak. ‘’Mijn vrouwe, mag ik u iets aanbieden?’’ zei de man met een schorre stem. Verveeld als ik was knikte ik. Hij schreed een paar stappen naar voren en legde voor mij een appel neer. Het was een mooie appel, maar verder niets speciaals. Ik had appels al vele malen eerder gezien. Ze hadden geen waarde voor me. Het was niet veel waard als je alles kon kopen met het goud en zilver om je heen.
De man keek me aan en zei tegen niemand in het speciaal:’’Gift van de natuur. Appel des levens.’’ Ik keek hem aan. Ik sprak niet tegen hem, hij was mijn stem niet waard. Bij het zien van mijn gouden ogen boog hij even en schoof daarna de appel naar voren. Hoe meer ik naar de appel keek hoe meer ik de schoonheid ervan zag. De rode glans stak fel af bij al het goud en zilver. Ik boog me langzaam naar voren en pakte de appel op. De appel voelde grof in mijn handen aan, maar tegelijk ook als zijde. Ik vroeg me af waarom de man het de appel des levens had genoemd. Ik legde de appel langs me op een plateau neer. De man schonk me een glimlach, draaide zich om en liep weg. Hij verbaasde me om niet, zoals alle mensen deden, meer goud te vragen. Hij had me een appel gegeven en was weggelopen zonder enig profijt. Ik nam de appel in mijn hand, nam een hap en gooide daarna hem weg. Er waren vele lekkernijen, die beter waren dan de appel.

Er heerste honger en wanhoop in mijn koninkrijk. Er was een overvloed van goud en diamanten, er was zoveel dat het niets waard was. Mensen kwamen voor mijn troon en smeekten voor eten, smeekten voor genade. Het enige wat ik hun kon schenken was het goud. En dat was er al genoeg. Ik werd niet langer meer aanbeden, ik kon niets doen om de mensen te helpen. Al die tijd had ik gedacht dat ik ze ,door goud te schenken, kon helpen. Maar goud was niet te eten. Op een dag kwam de man van de appel terug. Hij had in zijn hand een andere appel. Hij schonk hem weer aan mij. Weer liep hij weg zonder iets te vragen voor de appel. Dit keer stond ik op van mijn troon. De appel in mijn hand. Ik schreed de trap af naar de grond. Mijn jurk werd vies toen ik op de grond knielde en de mensen keken me verbaasd aan. Met mijn handen groef ik een gat in de grond en legde de appel erin. Daarna dekte ik de appel af met het zand en besprenkelde ik het met waterdruppels.
Luttele secondes later drong er een stengeltje door het zand, richting de zon. De eerste blaadjes verschenen naar tien tellen, het stengeltje groeide alsmaar. In enkele minuten was het stengeltje gegroeid tot ene jonge boom. In een kwartier was de jonge boom gegroeid tot een rijpe appelboom. Aan de appelboom verschenen duizenden rode appels. Ik stond op en plukte voorzichtig een appel. De mensen stonden met open mond naar mij en de boom te kijken. Ik schonk de appel aan een klein jongetje, dat me zeer deed denken aan de man. Voor het eerst in tijden sprak ik tegen de mensen. ‘’Het is een gift van de natuur. De appel des levens. Wees er zuinig op.’’ Mijn zuivere stem drong door tot alle uithoeken van het bos. Een voor een namen de mensen een appel van de boom om hun honger te stillen. Er groeide steeds meer appels totdat de honger was gestild. Ik keek niet langer toe hoe de mensen aten, maar draaide me om. Ik liep voorzichtig door het gouden gras en zag hoe het weer groen werd. Ik zag hoe alles weer normaal werd, zoals het behoorde te zijn. Ik wierp nog een blik op de appelboom, de gelukzalige mensen en het groene gras voordat ik in de duisternis van het bos verdween.

Re: De appel(Kort verhaal)

Geplaatst: 05 dec 2008 20:28
door Miepje
Super leuk verhaal!

Re: De appel(Kort verhaal)

Geplaatst: 05 dec 2008 20:49
door Bellenblaas.x
:super
Wat een ontzettend mooi kort verhaaltje! Ook hoe zeker de ik-persoon van zichzelf is, hoe arrogant. Geweldig! En met een wijze les.. ;)
maerle schreef:Ik was opgegroeid met het goud, het zilver en het koper.
Misschien is het mooier als je met het minste begint en dan..
Hm.. Misschien ook niet.. :P Nu klinkt het mooier..
Laat maar!
Goed verhaaltje! :mrgreen:

Geplaatst: 17 mar 2009 19:47
door AdajaAalberts
Appel,appel,appel Leuk verhaal joh

Re: De appel(Kort verhaal)

Geplaatst: 08 mei 2010 23:09
door Calivary
Oh, very nice! Het heeft een heel raadselachtige, bijna sprookjesachtige sfeer. Heel moeilijk om precies te beschrijven, maar het is in elk geval heel mooi!