Sheila Johnson
Geplaatst: 09 jan 2009 19:18
Ik hou van opwinding en nieuwe dingen. Helaas wilde het lot dat ik het saaiste beroep kreeg dat vandaag de dag denkbaar is: ponstypiste. Het is 1972, zodat je een idee van tijd hebt. Ik ben ponstypiste bij een verzekeringsbedrijf. In tegenstelling tot normale typistes, die af en toe een brief uit moeten typen, en af en toe een lijst, weet ik veel, moet ik aan één stuk door gegevens van verzekerden intypen. Dus naam, adres, geboortedatum, het verzekerde bedrag, de premie, noem maar op. De computer geeft het weer in eentjes en nulletjes, in de vorm van gaatjes. Die ponst hij in een strook papier. Vandaar dus: ponstypiste.
Maar omdat dat zulk geestdodend werk is mogen we niet langer doorwerken dan een kwartier en dan even pauze. Het is echt een verschrikkelijk beroep.
Maar een week terug hoorde ik van Jasmine, een vriendin van me, dat er die dag een nieuwe werkneemster op de afdeling zou komen. Dat was interessant. Het was iets nieuws! Ik kwam het kantoor binnen en installeerde me achter mijn typemachine. Eerst zag ik geen nieuw iemand, ik begon maar gewoon met werken. Gedachteloos begon ik de gegevens over te typen.
Na een erg lang kwartier was het even pauze. Ik liep wat rond, en warempel, daar stond de nieuwe ponstypiste. Ik sprak haar niet direct aan, we lachten alleen even naar elkaar. Ik kreeg op dat moment een heel sterk déjà vu-gevoel. Ik kende deze vrouw ergens van. Alleen wist ik op dat moment niet zeker waarvan, maar ik had haar al eens eerder gezien, dat was zeker. Ze deed me zo sterk aan iemand denken, ik kon mijn gedachten er maar niet van afhouden. Ik hoef mijn hoofd ook niet bij mijn werk te houden, dus ik heb die hele dag erover na zitten denken, maar ik kon er niet opkomen.
De volgende dag tijdens de lunchpauze zat ik niet ver bij haar vandaan, en vanachter de dieffenbachia kon ik haar heel goed bekijken. En in een flits herinnerde ik het me! Alles klopte, het zwarte opgestoken haar in een netje, de licht getinte huid, en de bruine ogen. Erg donkerbruine ogen, die je vlammend aankeken. Ze had zelfs die nep vriendelijke, heel strak gehouden glimlach, waarbij haar stralend witte gebit zichtbaar was. Een glimlach, die als je hem doorzag eigenlijk alleen maar zei: Ik win toch wel, schat. Ze had bij die glimlach ook een vreemde tik: even snel in een fractie van een seconde haar beide ogen stijf dichtknijpen. Je wist precies wat ze wilde zeggen.
Het was Sheila Johnson. De feeks die mijn middelbare schooltijd tot een hel gemaakt heeft. Ik wist het nu zeker. Zelfs de manier van lopen! Die wiegende heupen, natuurlijk had ze hotpants aan, ik had niet anders verwacht. Van die hele korte broekjes, weet je wel?
Zij was altijd in alles beter: betere cijfers, betere vriendjes, meer vriendinnen, leukere en duurdere kleding, alles. Zij durfde lekker opstandig te zijn tegen de leraren, man, aan dat mens is heel wat strafwerk uitgedeeld. Met slechte cijfers konden leraren haar niet straffen, daarvoor was ze te goed in de vakken.
Ik was heel wat minder populair dan zij, en daar pestte ze me dan ook graag mee. Als ik er ooit een keer in geslaagd was een goede vriendin te krijgen, ging Sheila tussen ons stoken. En dat lukte haar ook altijd. Had ik eindelijk een leuk vriendje, pikte zij hem in. Was het net uit met haar vorige vriend. Ik heb het zelfs een keer meegemaakt dat ze speciaal om mijn vriendje af te pakken, het uitmaakte met haar huidige vriendje. Ze had echt de pik op mij.
Ze was er ook echt altijd het eerste bij als het om nieuwe trends ging. Nu dus nog steeds, want hotpants is echt iets van de laatste tijd. Je ziet er inmiddels wel meer mee lopen, maar ik durf te wedden dat zij één van de eersten was.
Het allerergste was, dat ze me ooit eens een stempel heeft gegeven. Ze vond me zo'n sukkel, dat ze ooit eens een 'L' op mijn voorhoofd heeft gestempeld. Van het Engelse 'loser', want Engels was toen ook nogal een modetaal, aangezien veel popmuziek Engelstalig was. Zoals de Beatles, of de Rolling Stones als je daar fan van was. Die 'L' kon ik er niet meer afwassen! Daarvoor heeft ze op school ook flink straf gekregen, maar daar was ik niet mee geholpen. Het sleet heel langzaam, het duurde echt wel een paar maanden voordat de blauwe letter 'L' niet meer te lezen was. Iedere keer als ik langs groepjes mensen liep die bij haar hoorden, hoorde ik het woord "Loser!" naar me geroepen worden. De school wist het niet eens. Ik durfde niets te zeggen, ik was bang voor Sheila. Het was verschrikkelijk.
Ja, ik was echt blij toen ik van de middelbare school af kon! Die tijd heb ik verdrongen. Vandaar dat ik haar niet direct herkende. Ze is tenslotte ook iets ouder geworden, net als ik. Niet veel hoor, een paar jaar maar.
Ik vroeg me af of ik haar aan zou spreken. En hoe dan? De situatie is nu heel anders, ik heb nu wat goede vriendinnen en we hebben nu allebei hetzelfde beroep. In feite staan we gelijk, ze kan me nu het leven niet meer zuur maken. Het is voor haar al vervelend genoeg als ze ziet dat ze gezakt is tot mijn niveau, als je begrijpt wat ik bedoel. Zij was nu niet meer beter dan ik. Dat is voor haar erg frustrerend.
Maar ja, ik hoef ook niet direct ruzie. Ze mag uiteraard wel weten dat ik het ben. Hoe zou ik dat tegen haar zeggen? Hoi, ik ben Susan, ken je me nog? Leuk hè, samen op het zelfde kantoor! Nooit gedacht dat ik jou in deze kringen tegen zou komen. Ik gniffelde bij het idee, maar ik lokte dan waarschijnlijk wel een ruzie uit. Dus dat dan toch maar niet.
Nee, ik besloot het heel simpel te doen. Ik zou me gewoon aan haar voorstellen. En dan kijken hoe ze zou reageren. Doodnormaal, alsof er niks aan de hand was. Dat was
eigenlijk nog veel leuker.
Dus in de eerst volgende kleine pauze liep ik naar haar plaats toe. Ik zei: "Hallo, ik dacht laat ik me ook even voorstellen, ik ben Susan Snyder." Ze glimlachte vriendelijk terug, oprecht vriendelijk, en zei: "Aangenaam kennis te maken, Angela Jones is de naam."
Maar omdat dat zulk geestdodend werk is mogen we niet langer doorwerken dan een kwartier en dan even pauze. Het is echt een verschrikkelijk beroep.
Maar een week terug hoorde ik van Jasmine, een vriendin van me, dat er die dag een nieuwe werkneemster op de afdeling zou komen. Dat was interessant. Het was iets nieuws! Ik kwam het kantoor binnen en installeerde me achter mijn typemachine. Eerst zag ik geen nieuw iemand, ik begon maar gewoon met werken. Gedachteloos begon ik de gegevens over te typen.
Na een erg lang kwartier was het even pauze. Ik liep wat rond, en warempel, daar stond de nieuwe ponstypiste. Ik sprak haar niet direct aan, we lachten alleen even naar elkaar. Ik kreeg op dat moment een heel sterk déjà vu-gevoel. Ik kende deze vrouw ergens van. Alleen wist ik op dat moment niet zeker waarvan, maar ik had haar al eens eerder gezien, dat was zeker. Ze deed me zo sterk aan iemand denken, ik kon mijn gedachten er maar niet van afhouden. Ik hoef mijn hoofd ook niet bij mijn werk te houden, dus ik heb die hele dag erover na zitten denken, maar ik kon er niet opkomen.
De volgende dag tijdens de lunchpauze zat ik niet ver bij haar vandaan, en vanachter de dieffenbachia kon ik haar heel goed bekijken. En in een flits herinnerde ik het me! Alles klopte, het zwarte opgestoken haar in een netje, de licht getinte huid, en de bruine ogen. Erg donkerbruine ogen, die je vlammend aankeken. Ze had zelfs die nep vriendelijke, heel strak gehouden glimlach, waarbij haar stralend witte gebit zichtbaar was. Een glimlach, die als je hem doorzag eigenlijk alleen maar zei: Ik win toch wel, schat. Ze had bij die glimlach ook een vreemde tik: even snel in een fractie van een seconde haar beide ogen stijf dichtknijpen. Je wist precies wat ze wilde zeggen.
Het was Sheila Johnson. De feeks die mijn middelbare schooltijd tot een hel gemaakt heeft. Ik wist het nu zeker. Zelfs de manier van lopen! Die wiegende heupen, natuurlijk had ze hotpants aan, ik had niet anders verwacht. Van die hele korte broekjes, weet je wel?
Zij was altijd in alles beter: betere cijfers, betere vriendjes, meer vriendinnen, leukere en duurdere kleding, alles. Zij durfde lekker opstandig te zijn tegen de leraren, man, aan dat mens is heel wat strafwerk uitgedeeld. Met slechte cijfers konden leraren haar niet straffen, daarvoor was ze te goed in de vakken.
Ik was heel wat minder populair dan zij, en daar pestte ze me dan ook graag mee. Als ik er ooit een keer in geslaagd was een goede vriendin te krijgen, ging Sheila tussen ons stoken. En dat lukte haar ook altijd. Had ik eindelijk een leuk vriendje, pikte zij hem in. Was het net uit met haar vorige vriend. Ik heb het zelfs een keer meegemaakt dat ze speciaal om mijn vriendje af te pakken, het uitmaakte met haar huidige vriendje. Ze had echt de pik op mij.
Ze was er ook echt altijd het eerste bij als het om nieuwe trends ging. Nu dus nog steeds, want hotpants is echt iets van de laatste tijd. Je ziet er inmiddels wel meer mee lopen, maar ik durf te wedden dat zij één van de eersten was.
Het allerergste was, dat ze me ooit eens een stempel heeft gegeven. Ze vond me zo'n sukkel, dat ze ooit eens een 'L' op mijn voorhoofd heeft gestempeld. Van het Engelse 'loser', want Engels was toen ook nogal een modetaal, aangezien veel popmuziek Engelstalig was. Zoals de Beatles, of de Rolling Stones als je daar fan van was. Die 'L' kon ik er niet meer afwassen! Daarvoor heeft ze op school ook flink straf gekregen, maar daar was ik niet mee geholpen. Het sleet heel langzaam, het duurde echt wel een paar maanden voordat de blauwe letter 'L' niet meer te lezen was. Iedere keer als ik langs groepjes mensen liep die bij haar hoorden, hoorde ik het woord "Loser!" naar me geroepen worden. De school wist het niet eens. Ik durfde niets te zeggen, ik was bang voor Sheila. Het was verschrikkelijk.
Ja, ik was echt blij toen ik van de middelbare school af kon! Die tijd heb ik verdrongen. Vandaar dat ik haar niet direct herkende. Ze is tenslotte ook iets ouder geworden, net als ik. Niet veel hoor, een paar jaar maar.
Ik vroeg me af of ik haar aan zou spreken. En hoe dan? De situatie is nu heel anders, ik heb nu wat goede vriendinnen en we hebben nu allebei hetzelfde beroep. In feite staan we gelijk, ze kan me nu het leven niet meer zuur maken. Het is voor haar al vervelend genoeg als ze ziet dat ze gezakt is tot mijn niveau, als je begrijpt wat ik bedoel. Zij was nu niet meer beter dan ik. Dat is voor haar erg frustrerend.
Maar ja, ik hoef ook niet direct ruzie. Ze mag uiteraard wel weten dat ik het ben. Hoe zou ik dat tegen haar zeggen? Hoi, ik ben Susan, ken je me nog? Leuk hè, samen op het zelfde kantoor! Nooit gedacht dat ik jou in deze kringen tegen zou komen. Ik gniffelde bij het idee, maar ik lokte dan waarschijnlijk wel een ruzie uit. Dus dat dan toch maar niet.
Nee, ik besloot het heel simpel te doen. Ik zou me gewoon aan haar voorstellen. En dan kijken hoe ze zou reageren. Doodnormaal, alsof er niks aan de hand was. Dat was
eigenlijk nog veel leuker.
Dus in de eerst volgende kleine pauze liep ik naar haar plaats toe. Ik zei: "Hallo, ik dacht laat ik me ook even voorstellen, ik ben Susan Snyder." Ze glimlachte vriendelijk terug, oprecht vriendelijk, en zei: "Aangenaam kennis te maken, Angela Jones is de naam."