Dagmar
Geplaatst: 14 jan 2009 22:32
Proloog
Het was aardedonker toen Dagmar met haar hond Mojo de voordeur uitliep. Mojo huppelde vrolijk vooruit richting de groenstrook, om daar meteen zijn poot te lichten en een flinke plas te plegen. Dagmar bleef ongeduldig staan wachten. Het was behoorlijk koud buiten, wat natuurlijk niet vreemd was in de winter. Een koude rilling liep langs haar rug voor ze verder liep met Mojo. Dagmar stak de straat over en liep verder over de stoep die langs een klein kanaal liep. Mojo snuffelde aan elk grassprietje. Licht geïrriteerd trok Dagmar hem weer mee. Terwijl ze verder liepen zag Dagmar dat haar adem warme wolken vormde in de koude buitenlucht. Na een poosje lang het water te hebben gehuppeld bleef Mojo plotseling staan. Zijn rugharen gingen recht overeind staan, zijn nagels krasten op de tegels en hij liet zijn blinkende witte tanden zien terwijl hij diep gromde. ‘Mojo doe even normaal,’ zei Dagmar verbaasd. Ze had haar hond nog nooit eerder zulk gedrag zien vertonen. Dagmar keek om zich heen, maar nergens zag ze een andere hond of iets dergelijks lopen. Mojo gromde nog steeds, donker, diep vanuit zijn keel. Dagmar volgde de blik van haar hond. De hond staarde naar een flatgebouw aan de overkant, dat donker en duister afstak tegen de zwarte lucht. Toen Dagmar beter keek zag ze een schim op het dat van de flat staan. Het leek wel een persoon! Dagmar keek nog eens goed. De gedaante was ook donker. Dagmar kon niet goed zien wat die persoon op het dak aan het doen was. Even kreeg Dagmar het benauwende gevoel dat die persoon naar haar keek. Dagmar staarde nog even naar de gedaante die plotseling bewoog. De gedaante sprong van het dak! Mojo begon te blaffen en sprong naar voren, alsof ze de persoon aan wou vallen. Toen Dagmar beter keek, zag ze dat de persoon niet viel, het was meer alsof ie langs het gebouw naar beneden rende. Voor ze het wist had de gedaante de grond bereikt en schoot ie in moordtempo haar kant op. Mojo trok hard aan de riem waardoor Dagmar bijna uit balans raakte. Verstijd van dit bizarre schouwspel bleef Dagmar staan. De gedaante schoot over het water en stond voor haar neus. Het was een man. Zijn huid was lijkbleek, zijn ogen waren donker bruin, met een rode gloed erover. Zijn lippen waren paars, alsof hij zwaar onderkoeld was. ‘Hallo Dagmar,’ sprak de man met een lichte sis. Dagmar staarde hem met grote ogen aan. ‘Hoe-hoe....hoe weet u mijn naam?’ vroeg Dagmar die probeerde de paniek in haar stem onder controle te houden De man lachte. Twee scherpe witte hoektanden blonken op in het licht van de straatlantaarn. Mojo sprong naar voren maar de man schopte hem moeiteloos aan de kant. Dagmar strompelde achteruit. ‘Waarom zo’n haast? Ik heb best wel honger...’ grijnsde de man. De man schoot naar voren. Dagmar voelde zijn ijskoude handen om haar keel. Twee scherpe steken van hoektanden die zich in haar keel boorden. Warm bloed dat langs haar hals naar beneden stroomde. Even leek de wereld stil te staan. Dagmar hoorde niks meer. Toen begon alles te draaien en werd het uiteindelijk zwart voor haar ogen.
Ik weet niet of dit goed genoeg is om op door te gaan...wat vinden jullie? please let me know, groetjes!
Het was aardedonker toen Dagmar met haar hond Mojo de voordeur uitliep. Mojo huppelde vrolijk vooruit richting de groenstrook, om daar meteen zijn poot te lichten en een flinke plas te plegen. Dagmar bleef ongeduldig staan wachten. Het was behoorlijk koud buiten, wat natuurlijk niet vreemd was in de winter. Een koude rilling liep langs haar rug voor ze verder liep met Mojo. Dagmar stak de straat over en liep verder over de stoep die langs een klein kanaal liep. Mojo snuffelde aan elk grassprietje. Licht geïrriteerd trok Dagmar hem weer mee. Terwijl ze verder liepen zag Dagmar dat haar adem warme wolken vormde in de koude buitenlucht. Na een poosje lang het water te hebben gehuppeld bleef Mojo plotseling staan. Zijn rugharen gingen recht overeind staan, zijn nagels krasten op de tegels en hij liet zijn blinkende witte tanden zien terwijl hij diep gromde. ‘Mojo doe even normaal,’ zei Dagmar verbaasd. Ze had haar hond nog nooit eerder zulk gedrag zien vertonen. Dagmar keek om zich heen, maar nergens zag ze een andere hond of iets dergelijks lopen. Mojo gromde nog steeds, donker, diep vanuit zijn keel. Dagmar volgde de blik van haar hond. De hond staarde naar een flatgebouw aan de overkant, dat donker en duister afstak tegen de zwarte lucht. Toen Dagmar beter keek zag ze een schim op het dat van de flat staan. Het leek wel een persoon! Dagmar keek nog eens goed. De gedaante was ook donker. Dagmar kon niet goed zien wat die persoon op het dak aan het doen was. Even kreeg Dagmar het benauwende gevoel dat die persoon naar haar keek. Dagmar staarde nog even naar de gedaante die plotseling bewoog. De gedaante sprong van het dak! Mojo begon te blaffen en sprong naar voren, alsof ze de persoon aan wou vallen. Toen Dagmar beter keek, zag ze dat de persoon niet viel, het was meer alsof ie langs het gebouw naar beneden rende. Voor ze het wist had de gedaante de grond bereikt en schoot ie in moordtempo haar kant op. Mojo trok hard aan de riem waardoor Dagmar bijna uit balans raakte. Verstijd van dit bizarre schouwspel bleef Dagmar staan. De gedaante schoot over het water en stond voor haar neus. Het was een man. Zijn huid was lijkbleek, zijn ogen waren donker bruin, met een rode gloed erover. Zijn lippen waren paars, alsof hij zwaar onderkoeld was. ‘Hallo Dagmar,’ sprak de man met een lichte sis. Dagmar staarde hem met grote ogen aan. ‘Hoe-hoe....hoe weet u mijn naam?’ vroeg Dagmar die probeerde de paniek in haar stem onder controle te houden De man lachte. Twee scherpe witte hoektanden blonken op in het licht van de straatlantaarn. Mojo sprong naar voren maar de man schopte hem moeiteloos aan de kant. Dagmar strompelde achteruit. ‘Waarom zo’n haast? Ik heb best wel honger...’ grijnsde de man. De man schoot naar voren. Dagmar voelde zijn ijskoude handen om haar keel. Twee scherpe steken van hoektanden die zich in haar keel boorden. Warm bloed dat langs haar hals naar beneden stroomde. Even leek de wereld stil te staan. Dagmar hoorde niks meer. Toen begon alles te draaien en werd het uiteindelijk zwart voor haar ogen.
Ik weet niet of dit goed genoeg is om op door te gaan...wat vinden jullie? please let me know, groetjes!