HAAR NAAM IS JESSICA
Geplaatst: 07 mar 2009 23:56
In het jaar 2005 maakte ik kennis met Jessica. Je zult dit vast niet verwachten, want ik vond haar meteen heel onaardig en agressief in de omgang. Eigenlijk had ik meteen een hekel aan haar. Hoe kan een man het ooit met haar vol houden? Dacht ik. Een man die graag gedomineerd wordt zeker, ja van zulke gekkerds heb je er genoeg. Jessica was grof en luidruchtig, liet boeren en scheten. Ze at graag hele goedkope chocolade en volgens mij ook af en toe lauwe frietjes. Ze at het op als een beest, als ze klaar was had ze allemaal resten eten tussen haar tanden. Geen gezicht. Maar tegen Jessica zei ik niks, ik liet haar gewoon zo lekker lopen. Ik zei alleen het noodzakelijke tegen haar. Van anderen mensen merkte ik niet zo veel hoe zij zich voelde ten opzichte van Jessica. De vrouwen vonden haar vaak enorm grappig en de mannen waren denk ik net als ik geïntimideerd door dit wezen. Jessica was lang, ze was breed, ik moest enorm naar haar op kijken. Nu ik er op terug kijk, had ze heel goed brandweerman eh vrouw kunnen worden. Ze was een hele catch geweest voor het team, hoewel het team zich waarschijnlijk heel erg ongemakkelijk had gevoeld met haar erbij.
Toen wij eens een grote borrel hadden van het werk nam ik mijn vriendin Marjon mee. Marjon was een schat, iemand met wie ik het wel eens heel lang had vol kunnen houden. Wij tweeën bevonden ons altijd op rustig vaarwater, lekker simpel. Ze deed alles wat ik wilde, geen tegengas. Natuurlijk was Jessica ook aanwezig, ze dronk niets anders dan bier. Terwijl Marjon het de hele avond deed met twee glazen rode wijn.
Toen Jessica de afdelingschef had beledigd, iets waarvoor ik het liever in mijn broek deed, kwam ze naar mij en Marjon.
“Dus jij bent de vriendin van Ted!” riep ze spontaan, halfgillend uit.
“Inderdaad, mijn naam is Marjon aangenaam.”
“Hij heeft het écht nooit over je, terwijl je zo mooi bent!” flapte ze eruit, de trut. Op zulke momenten had ik haar wel wat aan kunnen doen, de neiging die ik altijd moest onderdrukken. Marjons glimlach verstijfde en veranderde in een koude grimas, en ik voelde me zwaar worden. Die negen flessen bier, stegen vast naar het hoofd van Jessica of was ze nou altijd zo?
Ik kuchte en keek Jessica strak aan.
Marjon glimlachte flauwtjes en ik wilde op rustig vaarwater blijven dus ik zei:”Zaken en privé houd ik graag gescheiden.”
“HAHAAAHAHAHA”, aldus Jessica’s kenmerkende irriterende hyena lach.
“Schat, dit is Jessica.” Zei ik tegen Marjon.
Jessica had geen vriend bij zich die avond, figures .
Marjon vroeg me in de auto op de terug weg:”Praat je echt helemaal nooit over me? Ted?”
Precies het gespreksstof die ik had willen vermijden, het ging zo goed tussen ons, geen gedoe, niks, hoe kon zo’n Neanderthaler als Jessica daar in 10 seconden er nou zo verandering in brengen?
“Tuurlijk wel schat, ik praat graag over je. Jessica is een raar mens.”
“Waarom zei ze het dan?”
Daar gingen we weer:”Jessica vermijd ik het liefst, op mijn werk, in de pauze, overal. Ze weet niks van me.”
Klaar, ze was gerustgesteld.
Na tien minuten:“Jessica is best een mooie vrouw,”zei ze. Ik keek haar verschrikt aan. “Says who?”, wel meer vrouwelijke collega’s hadden dat beaamd. Als zij dat vonden dan moet ik zeggen dat die vrouwen dan wel een heel bizar schoonheidsideaal hadden, alsof wij mannen met bosapen (natuurlijk zijn ze lief en donzig) de competitie zouden aangaan. Ik zie het al voor me: ik concurreer met een bosaap, door op mijn borst te slaan en aan de lampen te slingeren.
“Nee serieus, Ted, ze is eigenlijk beeldschoon.”
Volgens mij viel mijn mond van verbazing open en kreeg ik hem niet meer dicht.
“Ze is een zelfbewuste vrouw, ze is zelfverzekerd, ze is zichzelf en eerlijk.”
Ik ben eventjes stil en zeg dan ten slotte: “Als dat iemand mooi maakt, dan weet ik niet wat schoonheid is. Trouwens ze heeft een bedorven karakter, schat.”
Toen wij eens een grote borrel hadden van het werk nam ik mijn vriendin Marjon mee. Marjon was een schat, iemand met wie ik het wel eens heel lang had vol kunnen houden. Wij tweeën bevonden ons altijd op rustig vaarwater, lekker simpel. Ze deed alles wat ik wilde, geen tegengas. Natuurlijk was Jessica ook aanwezig, ze dronk niets anders dan bier. Terwijl Marjon het de hele avond deed met twee glazen rode wijn.
Toen Jessica de afdelingschef had beledigd, iets waarvoor ik het liever in mijn broek deed, kwam ze naar mij en Marjon.
“Dus jij bent de vriendin van Ted!” riep ze spontaan, halfgillend uit.
“Inderdaad, mijn naam is Marjon aangenaam.”
“Hij heeft het écht nooit over je, terwijl je zo mooi bent!” flapte ze eruit, de trut. Op zulke momenten had ik haar wel wat aan kunnen doen, de neiging die ik altijd moest onderdrukken. Marjons glimlach verstijfde en veranderde in een koude grimas, en ik voelde me zwaar worden. Die negen flessen bier, stegen vast naar het hoofd van Jessica of was ze nou altijd zo?
Ik kuchte en keek Jessica strak aan.
Marjon glimlachte flauwtjes en ik wilde op rustig vaarwater blijven dus ik zei:”Zaken en privé houd ik graag gescheiden.”
“HAHAAAHAHAHA”, aldus Jessica’s kenmerkende irriterende hyena lach.
“Schat, dit is Jessica.” Zei ik tegen Marjon.
Jessica had geen vriend bij zich die avond, figures .
Marjon vroeg me in de auto op de terug weg:”Praat je echt helemaal nooit over me? Ted?”
Precies het gespreksstof die ik had willen vermijden, het ging zo goed tussen ons, geen gedoe, niks, hoe kon zo’n Neanderthaler als Jessica daar in 10 seconden er nou zo verandering in brengen?
“Tuurlijk wel schat, ik praat graag over je. Jessica is een raar mens.”
“Waarom zei ze het dan?”
Daar gingen we weer:”Jessica vermijd ik het liefst, op mijn werk, in de pauze, overal. Ze weet niks van me.”
Klaar, ze was gerustgesteld.
Na tien minuten:“Jessica is best een mooie vrouw,”zei ze. Ik keek haar verschrikt aan. “Says who?”, wel meer vrouwelijke collega’s hadden dat beaamd. Als zij dat vonden dan moet ik zeggen dat die vrouwen dan wel een heel bizar schoonheidsideaal hadden, alsof wij mannen met bosapen (natuurlijk zijn ze lief en donzig) de competitie zouden aangaan. Ik zie het al voor me: ik concurreer met een bosaap, door op mijn borst te slaan en aan de lampen te slingeren.
“Nee serieus, Ted, ze is eigenlijk beeldschoon.”
Volgens mij viel mijn mond van verbazing open en kreeg ik hem niet meer dicht.
“Ze is een zelfbewuste vrouw, ze is zelfverzekerd, ze is zichzelf en eerlijk.”
Ik ben eventjes stil en zeg dan ten slotte: “Als dat iemand mooi maakt, dan weet ik niet wat schoonheid is. Trouwens ze heeft een bedorven karakter, schat.”