Weerzien (one-shot)
Geplaatst: 12 mar 2009 22:39
Hoi, dit is een stuk wat ik heb geschreven naar aanleiding van een challenge. Hoe eeuwig is liefde?
-o-o-o-
Elke dag ga ik bij haar langs. Elke dag zit ik uren aan haar bed gekluisterd, gewoon om bij haar te zijn. Ik betwijfel of ze het merkt, maar zo nu en dan zie ik dat ze zich bewust is van mijn aanwezigheid. Vanaf het begin af aan ben ik bij haar geweest én gebleven. Stap voor stap. De eerste keer dat ze bloed liet prikken, de uitslag, het eerste ziekenhuisbezoek en uiteindelijk de opname.
Eenmaal in het ziekenhuis verslechterde haar toestand al snel, maar ze bleef vechten. Vechten voor ons kind. Geen enkel moment heeft ze erbij stil gestaan dat ze misschien niet meer thuis zou komen. Ik wel. De doktoren die haar behandelden waren van het begin af aan al pessimistisch, en bij elk gesprek en elke bijeenkomst werd de prognose bijgesteld... in negatieve zin. Ik kon niets anders doen dan machteloos toekijken vanaf de zijlijn.
Nu is het stil. Het enige wat de nachtrust verstoord is het monotone gepiep van haar hartmonitor en nu ik hier zo, in de schaduw naast haar bed zit, bedenk ik wat voor prachtleven zij heeft gehad. Haar diploma en droombaan, onze trouwdag, de geboorte van onze zoon en de wereldreis die ze nog heeft gemaakt. De geboorte van onze zoon heb ik waarschijnlijk niet zo intens meegemaakt als zijzelf, maar ik was erbij. Elke dag kijk ik trots op hem neer en-
Plotseling word ik uit mijn gedachten getrokken als ik haar onrustig zie draaien, haar eens zo vitale gezicht is veranderd in een grimas van pijn. Nu duurt het niet lang meer. Ik voel het; weet het. Voorzichtig pak ik haar hand vast en voel haar ontspannen zodra ik contact met haar huid maak. Langzaam laat ik het licht via mij haar lichaam in stromen, ik mag niet veel doen maar doe wat ik kan. Ik merk dat ze zich bewust word van haar omgeving en zie dat haar gesloten ogen veranderen in kleine samengeknepen oogleden. Ze zal me niet zien, nog niet, maar ik merk dat ze zich bewust is van mijn aanwezigheid en dit doet me besluiten toch tastbaar voor haar te worden ook al weet ik dat de dood hierdoor sneller nadert. Maar wat ik zie is het meer dan waard. Ze lacht. Die grote, warme lach die ze speciaal voor mij is.
‘Ik zei toch dat ik je weer zou zien.’ Zegt ze mij met hese stem.
En ook al is mijn antwoord een simpele knik met mijn hoofd, voor haar is het genoeg. Eindelijk stopt ze met vechten en geeft ze zich over.
En terwijl de dokters haar kamer vullen en een hopeloze poging doen haar leven te redden, pakt ze mijn hand vast en spreid ik mijn vleugels om haar veilig naar boven te dragen.
'Ik hou van je'
-o-o-o-
-o-o-o-
Elke dag ga ik bij haar langs. Elke dag zit ik uren aan haar bed gekluisterd, gewoon om bij haar te zijn. Ik betwijfel of ze het merkt, maar zo nu en dan zie ik dat ze zich bewust is van mijn aanwezigheid. Vanaf het begin af aan ben ik bij haar geweest én gebleven. Stap voor stap. De eerste keer dat ze bloed liet prikken, de uitslag, het eerste ziekenhuisbezoek en uiteindelijk de opname.
Eenmaal in het ziekenhuis verslechterde haar toestand al snel, maar ze bleef vechten. Vechten voor ons kind. Geen enkel moment heeft ze erbij stil gestaan dat ze misschien niet meer thuis zou komen. Ik wel. De doktoren die haar behandelden waren van het begin af aan al pessimistisch, en bij elk gesprek en elke bijeenkomst werd de prognose bijgesteld... in negatieve zin. Ik kon niets anders doen dan machteloos toekijken vanaf de zijlijn.
Nu is het stil. Het enige wat de nachtrust verstoord is het monotone gepiep van haar hartmonitor en nu ik hier zo, in de schaduw naast haar bed zit, bedenk ik wat voor prachtleven zij heeft gehad. Haar diploma en droombaan, onze trouwdag, de geboorte van onze zoon en de wereldreis die ze nog heeft gemaakt. De geboorte van onze zoon heb ik waarschijnlijk niet zo intens meegemaakt als zijzelf, maar ik was erbij. Elke dag kijk ik trots op hem neer en-
Plotseling word ik uit mijn gedachten getrokken als ik haar onrustig zie draaien, haar eens zo vitale gezicht is veranderd in een grimas van pijn. Nu duurt het niet lang meer. Ik voel het; weet het. Voorzichtig pak ik haar hand vast en voel haar ontspannen zodra ik contact met haar huid maak. Langzaam laat ik het licht via mij haar lichaam in stromen, ik mag niet veel doen maar doe wat ik kan. Ik merk dat ze zich bewust word van haar omgeving en zie dat haar gesloten ogen veranderen in kleine samengeknepen oogleden. Ze zal me niet zien, nog niet, maar ik merk dat ze zich bewust is van mijn aanwezigheid en dit doet me besluiten toch tastbaar voor haar te worden ook al weet ik dat de dood hierdoor sneller nadert. Maar wat ik zie is het meer dan waard. Ze lacht. Die grote, warme lach die ze speciaal voor mij is.
‘Ik zei toch dat ik je weer zou zien.’ Zegt ze mij met hese stem.
En ook al is mijn antwoord een simpele knik met mijn hoofd, voor haar is het genoeg. Eindelijk stopt ze met vechten en geeft ze zich over.
En terwijl de dokters haar kamer vullen en een hopeloze poging doen haar leven te redden, pakt ze mijn hand vast en spreid ik mijn vleugels om haar veilig naar boven te dragen.
'Ik hou van je'
-o-o-o-