Laatste afscheid
Geplaatst: 27 mei 2009 10:10
Ik keek recht in zijn groene ogen en mijn hand streelde zijn wang. Mijn andere hand hield zijn hand vast, wetende dat dit de laatste keer zou zijn dat ik zijn warme, ietwat ruwe hand in de mijne zou voelen.
Ik voelde tranen opkomen achter mijn ogen, maar hield ze verbeten tegen. Ik mocht nu niet gaan huilen, ik kon nu niet gaan huilen. Als ik nu zou huilen zou hij het weten, hij zou weten dat ik nog steeds zielsveel van hem hield, en dat mocht niet. Dat zou het allemaal nog veel moeilijker maken, en dat wou ik niet.
De hand die eerst zijn wang streelde, streek nu door zijn prachtige donkerbruine haren. Mijn vingers speelden even met de zachte krullen voordat ik mijn hand liet zakken. Ik nam zijn gezicht voor de allerlaatste keer goed in me op, ik wilde me elk detail kunnen herinneren van zijn prachtige gezicht. Hij had een tamelijk smal gezicht met mooie jukbeenderen, smalle neus en oh zo prachtige groene ogen.
Zijn ogen... hoe vaak was ik daar al in verdronken? Ik was de tel kwijt geraakt. Als hij je recht aankeek met die ogen leek het alsof hij dwars door je heen keek, alsof hij alles wist en alles zag. Maar nooit op een indringende manier, nee, zijn ogen stonden altijd heel vriendelijk en begripvol.
Precies zoals hij zelf ook was, hij was de liefste, meest zorgzame man die ik ooit had ontmoet. Hij had echt ongelooflijk veel geduld met me gehad, had al mijn norse buien doorstaan, was blijven doorzetten toen ik hem weer eens buitensloot. Hij had zich niet af laten schrikken door mijn afwerende harnas. Zo had hij beetje bij beetje, steen voor steen, de muur rondom mijn hart afgebroken en was hij toch binnen geraakt. Hij was het beste wat me ooit was overkomen en nu...
Ik slaakte een zucht en sloeg mijn ogen neer terwijl ik mijn hand losmaakte uit de zijne. “Tot ziens”, fluisterde ik, niet in staat meer uit mijn dichtgeknepen keel te krijgen. Ik draaide me snel om en voelde mijn ogen branden, tegelijk kwam de pijn in mijn hart als een messteek aan. Snel liep ik naar de deur toe en ging naar buiten, hem voorgoed achter latend. Mijn hart liet ik bloedend bij de deur liggen.
Ik voelde tranen opkomen achter mijn ogen, maar hield ze verbeten tegen. Ik mocht nu niet gaan huilen, ik kon nu niet gaan huilen. Als ik nu zou huilen zou hij het weten, hij zou weten dat ik nog steeds zielsveel van hem hield, en dat mocht niet. Dat zou het allemaal nog veel moeilijker maken, en dat wou ik niet.
De hand die eerst zijn wang streelde, streek nu door zijn prachtige donkerbruine haren. Mijn vingers speelden even met de zachte krullen voordat ik mijn hand liet zakken. Ik nam zijn gezicht voor de allerlaatste keer goed in me op, ik wilde me elk detail kunnen herinneren van zijn prachtige gezicht. Hij had een tamelijk smal gezicht met mooie jukbeenderen, smalle neus en oh zo prachtige groene ogen.
Zijn ogen... hoe vaak was ik daar al in verdronken? Ik was de tel kwijt geraakt. Als hij je recht aankeek met die ogen leek het alsof hij dwars door je heen keek, alsof hij alles wist en alles zag. Maar nooit op een indringende manier, nee, zijn ogen stonden altijd heel vriendelijk en begripvol.
Precies zoals hij zelf ook was, hij was de liefste, meest zorgzame man die ik ooit had ontmoet. Hij had echt ongelooflijk veel geduld met me gehad, had al mijn norse buien doorstaan, was blijven doorzetten toen ik hem weer eens buitensloot. Hij had zich niet af laten schrikken door mijn afwerende harnas. Zo had hij beetje bij beetje, steen voor steen, de muur rondom mijn hart afgebroken en was hij toch binnen geraakt. Hij was het beste wat me ooit was overkomen en nu...
Ik slaakte een zucht en sloeg mijn ogen neer terwijl ik mijn hand losmaakte uit de zijne. “Tot ziens”, fluisterde ik, niet in staat meer uit mijn dichtgeknepen keel te krijgen. Ik draaide me snel om en voelde mijn ogen branden, tegelijk kwam de pijn in mijn hart als een messteek aan. Snel liep ik naar de deur toe en ging naar buiten, hem voorgoed achter latend. Mijn hart liet ik bloedend bij de deur liggen.