leuk hoor kinderen
Geplaatst: 04 jun 2009 19:44
“hallo. Ik ben Merel. Ik kom hier stage lopen dit schooljaar”
Ik stond in een grote, vrolijke ruimte waarvan èèn muur knal rood was geverfd en de rest gewoon wit waren. Mijn natte, gele all stars maakte een spoor van water die vanaf de deur tot aan de tafel liep.
“stage?”
De beide vrouwen keken me vragend aan.
“Ja. Vanuit het Roc” zei ik onzeker.
Ik begon nou te twijfelen. Was ik wel bij de goede BSO. Er viel een akelige stilte.
“Dit is toch BSO drommels? “
“Ja dat klopt. We hebben niks gehoord over een nieuwe stagiaire. Ik ga even kijken. Ga maar even zitten.”
Met piepende schoenen liep ik naar een stoel en ging zitten.
“Heb je toevallig je stageovereenkomst bij je?” vroeg de vrouw terwijl ze in de agenda zat te bladeren. Ik knikte en deed mijn geelkleurige tas open. Ik zocht in de verschillende vakjes, vond hem uiteindelijk en gaf haar de overeenkomst.
Ze las hem door en knikte “klopt. Dit is door Marjon, het locatie hoofd getekend”.
Ik haalde opgelucht adem.
“Nou welkom. Doe je jas uit” Zei de andere vrouw en ze gaf me een hand.
Ik trok mijn zeiknatte jas uit en hing hem over de stoel. Er stond veel spul in de ruimte. De eerste kast had allemaal spelletjes. In de kast daarna stond allemaal spul waarmee je kon bouwen, zoals knex. Aan de andere kant stond een kast met allemaal knutselspulletjes zoals scharen, lijm, papier. Voor de rest stonden er nog kleine kasten met laden, twee banken en een aantal tafel met stoelen. Aan de muren hingen werkjes, waarschijnlijk door de kinderen gemaakt.
“Nou dit is dus de BSO. Ik ben Saskia en dit is Karen” zei ze en ze wees naar Karen.
Saskia was de jongste van de twee, dat was duidelijk. Karen had korte, zwarte haren (met hier en daar een grijs haartje), een brilletje en wat kraaienpoten in haar gezicht. Saskia daar in tegen had blonde haren tot aan haar billen. Beide zagen ze er erg aardig uit.
“Wij halen de kinderen van drie basisscholen hier in de buurt. Karen gaat zo de kinderen van Het Kompas halen en wij gaan zo de kinderen van de Regenboogschool en de Meerpaal halen. Dan komen de kinderen hier. Dan drinken ze wat, eten een koekje. Dan gaan ze lekker spelen en om vier uur gaan we in de kring”.
Ik luisterde aandachtig terwijl ik met mijn armbandje aan het friemelen was. Dat is een tik van mij. Als ik ergens ben en ik voel me ongemakkelijk dan begin ik ergens aan de friemelen. Dit was mijn eerste stage tijdens mijn nieuwe opleiding. Ik deed pedagogisch werker. Het leek me geweldig om later met kinderen te gaan werken. Karen glipte intussen de gang op om de kinderen van het Kompas te halen. Ik had nog nooit van die school gehoord en toen ik erover nadacht had ik van die andere scholen en deze BSO ook nog nooit wat van gehoord. We sneden alvast het fruit en zette het drinken klaar. Toen alles klaar stond gingen ook wij op pad. Met tegenzin deed ik mijn zeiknatte jas weer aan (oh wat vind ik dat vies!) en gingen op pad. Na ongeveer tien minuten hoorde ik het geschreeuw van de kinderen al en dat kwam natuurlijk steeds dichter bij.
Ik stond in een grote, vrolijke ruimte waarvan èèn muur knal rood was geverfd en de rest gewoon wit waren. Mijn natte, gele all stars maakte een spoor van water die vanaf de deur tot aan de tafel liep.
“stage?”
De beide vrouwen keken me vragend aan.
“Ja. Vanuit het Roc” zei ik onzeker.
Ik begon nou te twijfelen. Was ik wel bij de goede BSO. Er viel een akelige stilte.
“Dit is toch BSO drommels? “
“Ja dat klopt. We hebben niks gehoord over een nieuwe stagiaire. Ik ga even kijken. Ga maar even zitten.”
Met piepende schoenen liep ik naar een stoel en ging zitten.
“Heb je toevallig je stageovereenkomst bij je?” vroeg de vrouw terwijl ze in de agenda zat te bladeren. Ik knikte en deed mijn geelkleurige tas open. Ik zocht in de verschillende vakjes, vond hem uiteindelijk en gaf haar de overeenkomst.
Ze las hem door en knikte “klopt. Dit is door Marjon, het locatie hoofd getekend”.
Ik haalde opgelucht adem.
“Nou welkom. Doe je jas uit” Zei de andere vrouw en ze gaf me een hand.
Ik trok mijn zeiknatte jas uit en hing hem over de stoel. Er stond veel spul in de ruimte. De eerste kast had allemaal spelletjes. In de kast daarna stond allemaal spul waarmee je kon bouwen, zoals knex. Aan de andere kant stond een kast met allemaal knutselspulletjes zoals scharen, lijm, papier. Voor de rest stonden er nog kleine kasten met laden, twee banken en een aantal tafel met stoelen. Aan de muren hingen werkjes, waarschijnlijk door de kinderen gemaakt.
“Nou dit is dus de BSO. Ik ben Saskia en dit is Karen” zei ze en ze wees naar Karen.
Saskia was de jongste van de twee, dat was duidelijk. Karen had korte, zwarte haren (met hier en daar een grijs haartje), een brilletje en wat kraaienpoten in haar gezicht. Saskia daar in tegen had blonde haren tot aan haar billen. Beide zagen ze er erg aardig uit.
“Wij halen de kinderen van drie basisscholen hier in de buurt. Karen gaat zo de kinderen van Het Kompas halen en wij gaan zo de kinderen van de Regenboogschool en de Meerpaal halen. Dan komen de kinderen hier. Dan drinken ze wat, eten een koekje. Dan gaan ze lekker spelen en om vier uur gaan we in de kring”.
Ik luisterde aandachtig terwijl ik met mijn armbandje aan het friemelen was. Dat is een tik van mij. Als ik ergens ben en ik voel me ongemakkelijk dan begin ik ergens aan de friemelen. Dit was mijn eerste stage tijdens mijn nieuwe opleiding. Ik deed pedagogisch werker. Het leek me geweldig om later met kinderen te gaan werken. Karen glipte intussen de gang op om de kinderen van het Kompas te halen. Ik had nog nooit van die school gehoord en toen ik erover nadacht had ik van die andere scholen en deze BSO ook nog nooit wat van gehoord. We sneden alvast het fruit en zette het drinken klaar. Toen alles klaar stond gingen ook wij op pad. Met tegenzin deed ik mijn zeiknatte jas weer aan (oh wat vind ik dat vies!) en gingen op pad. Na ongeveer tien minuten hoorde ik het geschreeuw van de kinderen al en dat kwam natuurlijk steeds dichter bij.