Gebroken tranen
Geplaatst: 05 jun 2009 12:42
Met een bonkend hoofd en wallen sla ik mijn kussen op de grond.
Het fijne gevoel van net is acuut verdwenen. Opeens ben ik me zo ongelofelijk bewust van mijn problemen. Verslagen ga ik op mijn geruite dekbed zitten, De stof voelt zacht aan. Ik bijt mijn tanden stevig op elkaar, alsof ik ze dieper in mijn tandvlees wil drukken, intense pijn wil voelen. Met mijn polsen en handen bedek ik mijn gezicht en dan beginnen de tranen langs mijn kaak zo naar beneden te druppen.
Ik kan niet meer, ik zie geen uitweg !
Uit machteloosheid sta ik op en begin met mijn hoofd tegen de kille witte muur van mijn kamer te bonken. Terwijl de pijn door mijn hoofd suist hoor ik het kraken van de trap. Opgehitst smijt ik de sloop en het kussen op mijn bed en ga onder mijn dekbed liggen, opgekruld in de feutus houding. Ik voel hoe de tranen nog steeds achter mijn ogen prikken en probeer ze in bedwang te houden. Dan hoor ik hoe iemand voorzichtig mijn slaapkamerdeur opent, het piepen van de scharnieren is duidelijk hoorbaar. Met felle slagen van mijn ellebogen probeer ik mijn tranen weg te wegen. 'Ben je zenuachtig ?' Klinkt de rustige en beheerste stem van mijn moeder. Er valt een stilte.
een tijdje later vervolgt ze 'je vind het toch wel eng he?' ze gaat troostend naast me op mijn bed zitten en slaat een warme arm om me heen. 'Nee! Je weet toch dat je lichaam opwarmt zò !? Zo verbrand je nòg minder' Zegt de stem in mijn hoofd. Ik sla haar arm weg. ' Ehum, nee hoor' probeer ik zo onverschillig mogelijk, maar aan haar reactie te merken kwam het toch niet zo geloofwaardig over.
Ik hoor nog net hoe mama zucht en daarna met snelle passen mijn kamer weer uitloopt. ‘over een half uur verwacht ik je beneden’ roept ze schor. Stom stom leven ! Ik kan gewoon niets ik maak toch iedereen verdrietig. Denk ik hardop. Ik sla de deken weer van me af en stamp naar de spiegel tegenover mijn kleding kast. Ik beweeg mijn hoofd van boven naar beneden en kijk gefocust naar mijn lijf, de buil op mijn hoofd gloeit al aardig rood op. ‘Zie je wel! Overal hangt het vet, bah, bah! wat walgelijk..’ Schreeuwt de stem in mijn hoofd vol afschuw. Ik raak in paniek, ze heeft gelijk voor honderd procent. Ik loop cirkeltjes door mijn kamer, nee ik ren eigenlijk door mijn kamer. Het mòèt ! Ik moet die vreselijk vette krentenbol van gisteren compenseren door te rennen. Ik hoop stiekem dat ik zo nog net 20 kcal kwijt kan raken, dan heb ik in ieder geval èèn derde er van verbrand. Ik probeer de spiegel te ontwijken terwijl ik ren, want als ik nog èèn keer dat walgelijke vet zie flip ik. ‘Nienke! Eten nu, anders komen we te laat op de poli’ Schreeuwt mama op een ongelofelijk harde snerpende toon. Nee, nee niet eten, Vet en calorieën, ze verklaren me straks voor Obestias.. denk ik moedeloos. Ik ben compleet overstuur. ‘Ik kom eraan’ antwoord ik met een piep stemmetje. Ik gris het mobieltje van m’n nachtkastje en smijt het met volle kracht in de hoek van de kamer. Het ding blijft roerloos en piepend in de hoek liggen.
--------------
Het is mischien niet zo goed geschreven maar ik ben nog maar twaalf, bovendien vind ik het best moelilijk om hier over te schrijven omdat het tja, autobiografisch is.. zegmaar.
Het fijne gevoel van net is acuut verdwenen. Opeens ben ik me zo ongelofelijk bewust van mijn problemen. Verslagen ga ik op mijn geruite dekbed zitten, De stof voelt zacht aan. Ik bijt mijn tanden stevig op elkaar, alsof ik ze dieper in mijn tandvlees wil drukken, intense pijn wil voelen. Met mijn polsen en handen bedek ik mijn gezicht en dan beginnen de tranen langs mijn kaak zo naar beneden te druppen.
Ik kan niet meer, ik zie geen uitweg !
Uit machteloosheid sta ik op en begin met mijn hoofd tegen de kille witte muur van mijn kamer te bonken. Terwijl de pijn door mijn hoofd suist hoor ik het kraken van de trap. Opgehitst smijt ik de sloop en het kussen op mijn bed en ga onder mijn dekbed liggen, opgekruld in de feutus houding. Ik voel hoe de tranen nog steeds achter mijn ogen prikken en probeer ze in bedwang te houden. Dan hoor ik hoe iemand voorzichtig mijn slaapkamerdeur opent, het piepen van de scharnieren is duidelijk hoorbaar. Met felle slagen van mijn ellebogen probeer ik mijn tranen weg te wegen. 'Ben je zenuachtig ?' Klinkt de rustige en beheerste stem van mijn moeder. Er valt een stilte.
een tijdje later vervolgt ze 'je vind het toch wel eng he?' ze gaat troostend naast me op mijn bed zitten en slaat een warme arm om me heen. 'Nee! Je weet toch dat je lichaam opwarmt zò !? Zo verbrand je nòg minder' Zegt de stem in mijn hoofd. Ik sla haar arm weg. ' Ehum, nee hoor' probeer ik zo onverschillig mogelijk, maar aan haar reactie te merken kwam het toch niet zo geloofwaardig over.
Ik hoor nog net hoe mama zucht en daarna met snelle passen mijn kamer weer uitloopt. ‘over een half uur verwacht ik je beneden’ roept ze schor. Stom stom leven ! Ik kan gewoon niets ik maak toch iedereen verdrietig. Denk ik hardop. Ik sla de deken weer van me af en stamp naar de spiegel tegenover mijn kleding kast. Ik beweeg mijn hoofd van boven naar beneden en kijk gefocust naar mijn lijf, de buil op mijn hoofd gloeit al aardig rood op. ‘Zie je wel! Overal hangt het vet, bah, bah! wat walgelijk..’ Schreeuwt de stem in mijn hoofd vol afschuw. Ik raak in paniek, ze heeft gelijk voor honderd procent. Ik loop cirkeltjes door mijn kamer, nee ik ren eigenlijk door mijn kamer. Het mòèt ! Ik moet die vreselijk vette krentenbol van gisteren compenseren door te rennen. Ik hoop stiekem dat ik zo nog net 20 kcal kwijt kan raken, dan heb ik in ieder geval èèn derde er van verbrand. Ik probeer de spiegel te ontwijken terwijl ik ren, want als ik nog èèn keer dat walgelijke vet zie flip ik. ‘Nienke! Eten nu, anders komen we te laat op de poli’ Schreeuwt mama op een ongelofelijk harde snerpende toon. Nee, nee niet eten, Vet en calorieën, ze verklaren me straks voor Obestias.. denk ik moedeloos. Ik ben compleet overstuur. ‘Ik kom eraan’ antwoord ik met een piep stemmetje. Ik gris het mobieltje van m’n nachtkastje en smijt het met volle kracht in de hoek van de kamer. Het ding blijft roerloos en piepend in de hoek liggen.
--------------
Het is mischien niet zo goed geschreven maar ik ben nog maar twaalf, bovendien vind ik het best moelilijk om hier over te schrijven omdat het tja, autobiografisch is.. zegmaar.