Pagina 1 van 1
De Vuurbol
Geplaatst: 21 jul 2009 08:41
door gaffeljames
De Vuurbol
Ik weet het. Ik ben weer eens bezig met een verhaal hier en het lijkt wel of ik mijn draai niet heel goed weet te vinden in sommige dingen. Nu ben ik met iets bezig dat ik graag wil laten lezen. Het heeft hier al eens eerder gestaan en er werd niet goed op gereageerd. Nu komt er een verbeterde versie. Deze is ook wat langer en aangepast.
Inhoud:
Rinka Francken is een kabouter. Hij woont in Dwergland, op het continent Norgondië, en heeft een klein fortuin van zijn opa Fronan geërfd. Op een dag komt er een vreemdeling langs zijn deur....
Kaart:
Elke week verschijnt er één hoofdstuk. De eerste drie zijn er al, maar het is iets te veel om in één keer te plaatsen. Dat zijn namelijk al 30 pagina's.
Inhoud:
Proloog
Hoofdstuk 1 - Het congres en de queeste
Hoofdstuk 2 - Op zoek naar Klosian
Hoofdstuk 3 - Op weg naar Rotskamp
Hoofdstuk 4 - De raad van Siadûm(in de maak)
Meer in de maak...
Re: De Vuurbol
Geplaatst: 21 jul 2009 08:42
door gaffeljames
Proloog
Het begin van tijd en ruimte betekende het ontstaan van planeten en zwarte gaten. Het betekende het ontstaan van materie en antimaterie. In een ver sterrenstelsel genaamd Gesion ontstond een kleine planeet. Voor ons mensen is hij klein, maar voor de wezens die er vandaag de dag leven is hij groot genoeg. Hij draait samen met een los plateau, genaamd Yzald, om hun zon; Dinam. De kleine planeet kreeg de naam Senim. Op Senim ontstonden vijf continenten: Norgondië, Dolim, Magorian, Osmachûl en Rionmantra. De continenten werden bijeengehouden door een steen die in de vroege tijd van de Senim werd gemaakt in Siadûm(op Norgondië). Dat was toen de levensvormen die in Spedia ontstonden zich over de wereld begonnen te verspreiden.
Alleen werden op een dag de houder van de steen en de steen, genaamd de Vuurbol, van elkaar gescheiden. Dat kwam door vele door rovers uit het donkere Achterland, maar tot op de dag van vandaag is dat niet bewezen.
Wat we wel weten is dat de houder op de ‘zwarte markt’ terecht kwam en de Vuurbol in handen van de Francken-familie. De Francken-familie was een oude rijke familie die een eigen provincie had veroverd in Dwergland(dat ligt in het noordwesten van Norgondië). In Franckenland werd later nog het hoofdkwartier van de soldaten in de Eronaoorlog die vele Rimoné duurde.
Één Rimoné is de jaartelling van Senim. In mensenjaren is dat viereneenhalf jaar en drie dagen. Da is dezelfde tijd waarin Senim om Dinam draait.
Maar ik ben al te ver afgedwaald van ons onderwerp. De houder is zoekgeraakt en langzaam gingen de continenten ten onder. Eerst Magorian, met zijn rijk van Hoop, en Niadal om maar eens een dwarsstraat te noemen. Daarna verging Dolim. Het continent spleet in tweeën bij Zonim en brak het tropische gedeelte open zodat alles overstroomde tot zelfs Midden-Meer overliep. Vlak daarna begon Osmachûl. Langzaam dreven de landen van elkaar weg en verzonken net zoals wij vermoeden met Atlantis is gebeurd. Rionmantra ging als laatste. Er bleven soms oude gebouwen bewaard. Die gebouwen zaten vol toverkracht en werden omgedoopt tot Nieuw-Norgië en Oud-Portaal. Oud-Portaal is de dimensionale weg tussen Senim en Yzald. Het portaal is onbereikbaar en dus kan niemand nog naar Yzald reizen en andersom.
Norgondië verging niet, omdat de houder zich op dat continent bevond op dat moment en Senim zichzelf zou vernietigen als hij de Vuurbol zou verslinden door te verzakken in de zee. Maar langzaamaan wordt de kracht van de Vuurbol sterker. Er flakkert een vlam in die warmer wordt en de Bergiû begint het continent in tweeën te splijten.
Re: De Vuurbol
Geplaatst: 22 jul 2009 11:49
door gaffeljames
Hoofdstuk 1 – Het congres en de queeste
Kleine Rinka Francken, een kabouter van groot formaat en bruin spriethaar, zat in zijn mooie achtertuintje dat uitzicht gaf op de zee en op het land. Hij zat in een stoel voor zijn deur en dronk een klein glas Kabouterbier. Het bier uit Dwergland was werkelijk het beste bier. Hij was niet zoet, maar ook niet zout, ook was hij niet bitter, maar licht; net zoals een engeltje dat op je tong fiets. De groene gewassen lagen in de volle zon die zich voor hen uitstrekte. Wat is Dwergland toch een mooi land dacht Rinka, terwijl hij in de verte de kleine stad Stormstad zag liggen. Een pad vanaf Stormstad liep door de graanvelden richting het grote huis van Rinka. Nou het was het huis van zijn opa. Die had er al vanaf kinds af aan gewoond. Vaak kwamen reizigers bij Rinka aan de deur om de weg te vragen. Rinka droomde ervan te reizen net zoals zijn opa Fronan Francken. Rinka liet de reizigers graag binnen, want hij hield van verhalen uit verre landen en hield ook erg van bezoek.
Een paar mijl verder kwam er een wagentje aan met een paard er voor gespannen. Het paard kwam niet uit Dwergland, daarvoor was hij te groot, maar kwam ook niet uit de grote heiden van Vergron. Hij kwam uit Kalimondor, dat zag je aan het mooie wapen op het hout van de wagen. Op de wagen zat een man. De man was Druïde, dat zag je aan zijn blauwe mantel en zijn hoed. Ook had bij een kleine witte baard met een kleine onbedoelde krul er in. Hij tufte langzaam voort, terwijl hij in gedachten verzonken was en zich niets aantrok van de omgeving en de weg. Hij sloeg per ongeluk ‘Het Franckenland’ in. Franckenland was de provincie waarin Rinka heer en meester was. Zijn opa was vroeger heel rijk geweest en daar plukte Rinka nu de vruchten van.
Fronan nam Rinka vaak mee naar Rastim, de prachtige hoofdstad van Dwergland dat aan de kust lag. Ze keken dan altijd uit over de zee en zagen in de verte Vergron, het groene land, en Rotskamp liggen, dat grensde aan Niandû en alleen werd gescheiden door de Norgondische straat. Vaak reisden ze ook samen naar Neoman dat aan de grens van Kalimondor lag. Het was er koud en was tegen de bergen op gebouwd. Maar toen zijn Fronan ziek werd was het uit met de reizen. Rinka was vaak bij hem op bezoek geweest in hetzelfde huis waar hij nu voor zat. Rinka was vroeger eigenlijk vaker bij zijn opa dan thuis. Fronan was nu alweer een flink aantal jaren dood. Nog vaak bezocht Rinka zijn opa’s graf, waar nu mooie rode bloemen groeiden, genaamd Dehila’s.
Rinka zag in de verte door de gewassen een man aankomen met paard en wagen. Rinka zag in één oogopslag dat het een Druïde was. Hij had veel over Druïdes gehoord van zijn opa. Hij had ook een paar boeken geschreven door de Druïde, genaamd Leonardus Liborius. Hierin stonden al zijn avonturen beschreven, want die beleefden Druïdes vaak. Dwergen beleefden zelden avonturen, want er gebeurde in Dwergland niet veel opzienbarends. Snel ging Rinka bij de deur staan en wachtte de Druïde op. De wagen was nu duidelijk zichtbaar en stak boven het goudgele graan uit. De wagen sloeg een hoek om reed richting het huis van Rinka. De houten wielen kraakten, terwijl het paard halt hield bij de deur van het mooie huis. De Druïde schrok op uit zijn gedachten. Hij had geen besef van waar hij was of wat hij deed.
‘Hallo,’ zei Rinka, terwijl hij naar de wagen liep. De Druïde dacht dat dit de plek was waar hij moest zijn.
Re: De Vuurbol
Geplaatst: 23 jul 2009 21:25
door S.A.M.
Ik hou van schrijvers die hun fantasie laten spreken en daarin een kinderlijk enthousiasme hebben om het te delen. Dat zit bij jou wel goed. Je hebt je wereld verzonnen en bent er blij mee.
Toch zou ik dan er niet voor kiezen om meteen met een proloog als die van jou te beginnen. Hij is wat te droog, te informatief. De proloog is het eerste dat de lezer leest. Dan moet hij niet afhaken, omdat het direct duizelt van de termen en namen.
Je eerste hoofdstuk is wat dat betreft beter. Meteen een personage waar we mee kunnen leven. Dat boeit lezers. Ze willen plaatsvervangend avonturen beleven. Dus mijn advies: laat je wereld zien door de ogen van je karakters in plaats van het droog te beschrijven.
Re: De Vuurbol
Geplaatst: 24 jul 2009 07:58
door gaffeljames
Dank je Sam ik zal het proberen. De proloog was ook eerst van een ander verhaal van me en heb ik een beetje aangepast, maar het moet een beetje het idee geven van informatie die een beetje belangrijk is en zo groot is hij niet.
Maar vorige keer zei je dat het teveel op de Hobbit leek en in het eerste hoofdstuk geef ik toe is dat ook wel zo. Maar ik heb nu een basis en het gaat anders lopen. Hoofdstuk 2 wijkt er meer vanaf en hoofdstuk 3 al helemaal.
Tevens hier ook nog een stuk van hoofdstuk 1.
‘Sorry, dat ik laat ben,’ zei de Druïde, terwijl hij uitstapte en was stof van zijn kleding klopte. Rinka keek verbaast, had hij de man moeten verwachtten dan?
‘Kennen wij elkaar?’ vroeg Rinka verbaast.
‘Wie ben jij?’ vroeg de Druïde en hij trok zijn dikbehaarde wenkbrauw hoog op. Nu werden zijn inktgroene ogen onthuld. Ze keken scherp en staarden Rinka aan met een blik die kon doden. De Druïde besefte nu dat dit niet plek was waar hij moest zijn.
‘Ik ben Rinka Francken,’ zei Rinka. De man keek bedenkelijk naar Rinka toe en staarde over het land uit.
‘Waar zit ik dan?’ vroeg de Druïde, terwijl hij herkenningspunten probeerde te ontdekken.
‘In Franckenland, het ligt een paar mijl van Stormstad en Neoman af,’ zei Rinka.
‘Dan zit ik verkeerd,’ zei de man. Hij pakte uit zijn wagen een kaart en bekeek de wegen scherp. ‘Ik had helemaal niet in Dwergland moeten komen,’ zei hij langzaam, terwijl hij de wegen met zijn vinger volgde, ik heb een afslag gemist.’
‘Waar moest U dan naartoe?’ vroeg Rinka, terwijl hij de kaart ook bekeek. Hij ontdekte Vergron en Rotskamp erop.
‘Ik moet naar Fhilaghal,’ zei de Druïde peinzend,’Belangrijke zaken die jou niets aan gaan. Ik heb zo te zien nog een lange reis voor de boeg.’
‘Kom anders even binnen,’ zei Rinka,’Voor een kopje thee. U ziet er erg vermoeid uit. Misschien moet U even bij komen. Hoe heet U trouwens?’
‘Ik heet Leonardus, Leonardus Liborius,’ zei de Druïde en hij legde de kaart weer weg.
‘Dan bent U schrijver van de beste boeken ooit. Kom gauw binnen,’ zei Rinka en hij ging de Druïde voor naar de zitkamer die aan de keuken grensde. Leonardus volgde hem op de voet en ging zitten, terwijl Rinka een kop thee ging zetten.
‘Wilt U er suiker bij?’ riep Rinka uit de keuken.
‘Nee, dank je,’ zei Leonardus afwezig, want iets had zijn aandacht getrokken. Het was een foto van de opa van Rinka: Fronan Francken, een man die vele reizen had gemaakt en ooit eens met een groot probleem geholpen had.
Re: De Vuurbol
Geplaatst: 06 sep 2009 08:30
door gaffeljames
Nog meer vervolg hoofdstuk 1:
‘Hoe ken je deze man?’ vroeg Leonardus, terwijl hij het lijstje oppakte en de man op het portretje eens grondig bestudeerde. Rinka kwam terug uit de keuken.
‘Dat is mijn opa,’ zei Rinka trots,’Hij nam me altijd mee naar Rastim of Neoman.’
‘Dat is Fronan,’ zei Leonardus,’Hij ging ooit met me mee op reis om te zorgen dat er geen oorlog uitbrak vanwege de verdwijning van een houder die bij een oude steen hoorde.’
‘Dat heeft hij duizenden malen aan mij vertelt, hij zei ook dat het meteen de laatste keer was dat hij op reis was geweest, maar hij is een plaatselijke held. Ik heb nog oude foto’s van hem liggen. Wilt U ze zien?’ vroeg Rinka en Leonardus knikte beschaafd,’Komt U maar mee.’
Rinka ging Leonardus voor naar een deur in zijn grote huis. Hij deed hem open en een grote, stenen wenteltrap kwam bloot te liggen. De donkere wenteltrap leidde naar de kelder. Rinka en Leonardus daalden de trap af. Ze gingen naar de kelder.
De kelder stond vol met kasten waar spinnenwebben aanhingen. Ook stonden er oude stoelen en tafels, ze waren allemaal van Fronan. Fronan was een groot kunst en antiekverzamelaar. Ook stonden hier en daar een paar oude werktuigen voor op het land en in de kasten lagen spullen en boeken die Fronan op zijn reizen had verzameld. Rinka opende een kast eikenhouten kast met een kleine brandvlek erop, vanwege een brand die ooit eens op de zolder had gewoed. Daar had de kast hiervoor namelijk gestaan. Binnenin de kast puilde het uit van de boeken en andere spullen. Rinka trok er een stapeltje uit. Bovenop het stapeltje lag een steen. Leonardus keek gefixeerd naar de steen.
‘Dit zijn een paar foto’s,’ zei Rinka en hij opende een album waar het stof vanaf waaide elke keer als hij een pagina omsloeg. Er zaten ook kaarten uit verre landen in die Fronan tijdens zijn reizen had gestuurd. Soms doken er ook nog landkaarten uit van het continent en de ligging van vroeger. Dit verklaarde ook de ligging van Zuid Moeras in het Oosten.
Ze gingen weer naar boven, want de thee begon koud te worden, en ze waren er nog niet eens aan begonnen. Rinka nam een grijnsgekleurd album mee en vergat de steen die er bovenop lag ook niet, misschien was die wel belangrijk voor Fronan. Hij had gevoel dat die daar voor een reden lag die Fronan ooit had verzonnen. Rinka schond de regels van Fronan niet graag, al was hij al dood.
‘Hoe kom je hier aan?’ vroeg Leonardus, nog steeds gefixeerd op de steen.
‘Die heb ik ooit gekregen van mijn opa,’ zei Rinka, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Iedereen krijgt ooit wel iets van zijn of haar opa nietwaar?
‘Dit is namelijk de Vuurbol, ook wel bekend in de volksmond en legendes als Vuursteen of Vuurbol,’ zei Leonardus,’Hij is ooit verdwenen bij de Spleten van Um. Later is hij nog opgedoken in Norgië volgens die onbetrouwbare lui uit Achterland, maar dat zijn meestal roddels. Achterland is een onbetrouwbaar land, met onbetrouwbare lui die je alles proberen aan te smeren en te verkopen aan de deuren, alhoewel ik niet graag bevooroordeeld ben en het ook niet wil doorgeven aan anderen mensen.’
‘Wat is er met die steen dan?’ vroeg Rinka, die er nog nooit van gehoord had.
‘Die steen is het begin en het einde van alles,’ zei Leonardus,’ De ster van Licht, De brenger van Duister, hij is ooit gemaakt in Siadûm voor de Druïden van het Woud, maar hij is ooit gestolen en nooit meer gezien, er is alleen van gehoord, zelfs tot in de diepten van het woud. En de belangrijke zaken die ik moet afhandelen gaan over deze steen. Jouw opa heeft ook met die zaken te maken gehad. Kom anders met mij mee en vertel mij alles op weg naar het congres. De steen moet namelijk herenigd worden met zijn houder die, jammer genoeg, spoorloos is verdwenen, al vele Rimoné.’
‘Waarom moet dat?’ vroeg Rinka die vol aandacht naar het verhaal van de oude man had geluisterd. Snel nam hij nog een slok thee.
‘Dat je opa je dat niet heeft vertelt!’ vroeg Leonardus die zich van schrik bijna in zijn thee verslikte,’Omdat anders de landen uit elkaar breken. Het begint in de Rivier van Bergiû die door Niandû, Siadûm en nog wat landen loopt. Die begint ons continent, Norgondië, al in tweeën te breken. Het is dus van absoluut belang dat de Vuurbol snel zijn houder terugvind, want anders is het met Norgondië gedaan.’
‘Wacht hij heeft het er ooit eens over gehad, maar niet zo vaak, want eigenlijk vond hij het niet zo leuk om er telkens over te moeten spreken. Maar ik snap het.’
Leonardus dronk zijn thee op en stond weer op van de varkensleren bank die ook ooit aan Fronan had toebehoord. Hij liep even naar het raam een keek de mooie tuin van Rinka door. Rinka verzorgde zijn tuin graag goed. Er bloeden mooie rode en witte bloemen langs de haag die langs de velden met graan reikten. Ook bloeden in de bloemenperkjes langs het mooie terras roze heesters en tussendoor wat madeliefjes. Kabouters wisten wat kunst en kitsch was. Ze hielden van mooie witte muren, waterbakken, fonteintjes, porseleinen beeldjes en mooie witte bloempotten en nog veel meer. Ook stonden er op het terras een paar stoelen en een tafeltje. Op de tafel stond een plant die Rinka er net die morgen had neergezet voordat Leonardus langs kwam rijden.
‘Ik moet verder,’ zei Leonardus en hij draaide zich weer om naar Rinka,’Ga je mee?’
‘Ja, natuurlijk,’ zei Rinka, hij hield, net als zijn opa, van reizen en liet zo’n kans niet voorbij gaan. Snel pakte hij wat spullen uit zijn kamer, die naast de huiskamer en de keuken lag, en liep samen met Leonardus naar buiten. Leonardus pakte de kaart weer tevoorschijn uit de wagen en gaf hem aan Rinka.
‘We nemen de weg door Namorgan,’ zei hij, terwijl hij hem aanwees,’Wil jij even op de weg letten?’
‘Natuurlijk,’ zei Rinka enthousiast en hij ging met de kaart op schoot naast Leonardus op de wagen zitten. Ze draaiden de wagen en reden via het zandpad langs de graanvelden richting de grens. Al snel waren ze weg uit het prachtige Franckenland. Nog een paar maal keek Rinka achter zich, terwijl hij in de verte nog een witte vlek kon onderscheiden waar Stormstad lag. Soms hoorden ze dieren de weg over rennen, maar na een tijdje stopte dat ook en werd het landschap bosachtiger en lagen er natte bladeren op grond. Het had hier blijkbaar net geregend, want de weg was drassig en ze gleden met de wielen langzaam door de modder op de weg. Ze kwamen dus dichter bij de grens. Met paard en wagen ging het veel sneller dan lopend als kabouter. Al helemaal omdat het paard van Leonardus soms galoppeerde alsof zijn leven er vanaf hing. Rinka had dit niet kunnen verwachten toen hij nog op zijn stoep zat en uitkeek over de graanvelden van Franckenland terwijl hij dacht Wat is Dwergland toch een mooi land.