One Shot: Vroeger was ik papa
Geplaatst: 02 aug 2009 20:30
Dag allemaal,
Dit kwam gisteravond ineens in mijn hoofd en ik heb het vandaag even overgetypt van mijn onleesbare handschrift op mijn schrijfblok (niet gek, om 1 u 's nachts in het donker). Het is heel kort (nog geen 400 woorden) maar het kwam ineens 'ergens' vandaan en nu voelt het ook af. Ik ben normaal niet zo'n one-shot/korteverhalenpersoon dus iedere feedback en jullie interpretatie is meer dan welkom.
______________________________________________________________________
Het meisje tegenover me was ooit mijn dochter. Ik kan haar gezicht nog herkennen, vaag achter de scherpe lijnen die nu haar mond en haar ogen tekenen. Mijn kleine prinsesje is niet meer. Waarschijnlijk is het lang geleden sinds ze überhaupt nog een klein meisje was. Ik heb haar in de steek gelaten. Ze is nu een vrouw die nog een tiener hoort te zijn. Een vrouw van zeventien, een tiener van veertig. Ik liet haar alleen, ze was weg en nu weet ik niet meer wie ze is. Haar ogen zijn de hare niet meer, als ze naar me kijkt voelt het of mijn hart bevroren wordt. Door haar blik, door spijt, door schuld. Ze is alles verloren omdat ik er niet voor haar was. En nu zijn we vreemden voor elkaar, volstrekt onbekenden. Ik kijk naar haar schoonheid achter de strakke lippen, achter die ouwelijke ogen, die beschadigde ziel. Schoonheid die zo vaak is uitgebuit dat hij voor haar niet meer bestaat.
Ik heb het recht niet te zeggen dat ze mijn kind is. Ik mag mij eigenlijk haar vader niet eens noemen. Dat privilege heeft alleen degene die haar heeft opgevoed, de wereld laten zien, die kan zeggen dat hij haar heeft gevormd tot een individu. Die persoon ben ik niet, en nu pas realiseer ik me hoe graag ik hem wel had willen zijn. Mijn dochter is wie ze is door niemand anders dan het Leven zelf. Het Leven heeft al zijn lelijkste kanten gebruikt om haar te maken tot wie ze is.
Ik kijk naar het meisje in het ziekenhuisbed tegenover me. Ik zie een hoeveelheid levenservaring die te groot is voor het tengere lijfje. Er is niets meer van haar over. Zelfs haar mooie lichtblauwe ogen dienen nog enkel als luiken die de buitenwereld weghouden van alles wat er in haar binnenste gebeurt. Ik kijk erin en het enige wat ik zie is leegte.
De wolken in haar gezicht zullen nooit meer opklaren. Met haar geschiedenis is er geen terugkeer mogelijk.
Het meisje tegenover me zal nooit meer mijn dochter zijn.
Dit kwam gisteravond ineens in mijn hoofd en ik heb het vandaag even overgetypt van mijn onleesbare handschrift op mijn schrijfblok (niet gek, om 1 u 's nachts in het donker). Het is heel kort (nog geen 400 woorden) maar het kwam ineens 'ergens' vandaan en nu voelt het ook af. Ik ben normaal niet zo'n one-shot/korteverhalenpersoon dus iedere feedback en jullie interpretatie is meer dan welkom.
______________________________________________________________________
Het meisje tegenover me was ooit mijn dochter. Ik kan haar gezicht nog herkennen, vaag achter de scherpe lijnen die nu haar mond en haar ogen tekenen. Mijn kleine prinsesje is niet meer. Waarschijnlijk is het lang geleden sinds ze überhaupt nog een klein meisje was. Ik heb haar in de steek gelaten. Ze is nu een vrouw die nog een tiener hoort te zijn. Een vrouw van zeventien, een tiener van veertig. Ik liet haar alleen, ze was weg en nu weet ik niet meer wie ze is. Haar ogen zijn de hare niet meer, als ze naar me kijkt voelt het of mijn hart bevroren wordt. Door haar blik, door spijt, door schuld. Ze is alles verloren omdat ik er niet voor haar was. En nu zijn we vreemden voor elkaar, volstrekt onbekenden. Ik kijk naar haar schoonheid achter de strakke lippen, achter die ouwelijke ogen, die beschadigde ziel. Schoonheid die zo vaak is uitgebuit dat hij voor haar niet meer bestaat.
Ik heb het recht niet te zeggen dat ze mijn kind is. Ik mag mij eigenlijk haar vader niet eens noemen. Dat privilege heeft alleen degene die haar heeft opgevoed, de wereld laten zien, die kan zeggen dat hij haar heeft gevormd tot een individu. Die persoon ben ik niet, en nu pas realiseer ik me hoe graag ik hem wel had willen zijn. Mijn dochter is wie ze is door niemand anders dan het Leven zelf. Het Leven heeft al zijn lelijkste kanten gebruikt om haar te maken tot wie ze is.
Ik kijk naar het meisje in het ziekenhuisbed tegenover me. Ik zie een hoeveelheid levenservaring die te groot is voor het tengere lijfje. Er is niets meer van haar over. Zelfs haar mooie lichtblauwe ogen dienen nog enkel als luiken die de buitenwereld weghouden van alles wat er in haar binnenste gebeurt. Ik kijk erin en het enige wat ik zie is leegte.
De wolken in haar gezicht zullen nooit meer opklaren. Met haar geschiedenis is er geen terugkeer mogelijk.
Het meisje tegenover me zal nooit meer mijn dochter zijn.