Pagina 1 van 3

De Gezonken Stad

Geplaatst: 29 aug 2006 17:24
door vonk
PROLOOG

De prins van Atlantis keek uit over zijn stad. Een steek van pijn in zijn hart trof hem terwijl hij de mensen in de straten vanuit zijn paleis bekeek. Deze ene stad zou ooit zijn koninkrijk worden. Best triest dat een stad meteen een land was. Maar meer was er na de grote vloedgolf al die jaren geleden niet overgebleven. En echt een kans op uitbreiding bestond er niet, aangezien in Atlantis de zon nooit scheen, en de stadsmuren van ijs waren. Nooit kwam er iemand Atlantis in, en nooit ging er iemand Atlantis uit. Een oude spreuk van het volk luidde dan ook: Wie heerst over Atlantis, heerst over zee. Honderden jaren geleden kwam de vloedgolf, en werd alles overdonderd door het water. Vele mensen gingen verloren en van hen was niets over dan fossielen in het ijs. Dat de stad überhaupt nog bestond was een natuurwonder. Een die de prins niet kon uitleggen. Maar één ding wist hij wel: spoedig zou hij Atlantis verlaten. Er was een uitweg gevonden, een ontsnapping. Voor het eerst zou hij ogen leggen op de gouden schijf die op de oudste muren van de stad beschilderd waren, en voor het eerst zou de wind, die in velen gedichten beschreven werd, door zijn haren aaien. Spoedig...


1

Ik keek uit over het meer, zuchtend om de schoonheid daar. Het was aan de Berendonc in Nijmegen. Nijmegen... een stad waar ik heel mijn leven al woonde, en een die ik het liefst nooit zou verlaten. Ik wilde hier gaan studeren, nadat ik het VWO afgesloten had. Ik zat nu in de vierde, en voelde me er erg op m'n gemak. Maar wanneer ik geen huiswerk hoefde te maken, of een of andere afspraak had, kwam ik hier. Soms kwam ik hier hardlopen, zwemmen of in de zon liggen, maar daar was het voort te koud voor. De herfst was gekomen, en zon en onweer wisselde elkaar sterk af. Nu kwam ik hier gewoon om te wandelen en om te genieten van de natuur.
Maar ik werd grof uit mijn dagdroom verwijderd toen ik achter me een geluid hoorde. Het geritsel van bladeren. Achter me langs liep het wandelpad, en daar weer achter bevond zich gewoon bos. Aarzelend keek ik in de richting van waar het geluid vandaan kwam. Eerst was er niets, maar toen kwam er een jongen tussen de struiken uit struikelen.
'Ai!' Ik stond geschrokken op en hielp hem overeind.
'Gaat het een beetje? Wat deed je daar?' De jongen trok een paar bladeren uit zijn haren en klopte zijn jas af. Toen pas viel het me op dat de jongen er merkwaardig uit zag: zijn haren waren hagelwit en halflang. In zijn halflange haar had hij hier en daar vlechtjes zitten met blauwe kraaltjes en zwarte veertjes. Zijn ogen waren hemelsblauw op een manier die ik nog nooit had gezien. Even liet hij mijn hart sneller kloppen, maar toen dacht ik aan mijn eigen vriend, Jan-Jaap, en ik schaamde me voor mijn ontrouwe gedachten.
'Ai, vallen en opstaan om vervolgens weer te vallen.' Ik schoot in de lach. 'Mijn naam is Brem. Hoe heet jij?'
'Ik ben Arie. Zei je nou Brem? Bedoel je niet Bram?'
'Nee, Brem.'
'Mooie naam.'
'Ja, jij ook.' Even ontstond er in de stilte een onaangenaam moment, maar Brem besloot de stilte te onderbreken. 'Dus... wat deed jij hier?'
'Gewoon, wat zitten en kijken.' Brem keek even rond en haalde zijn schouders op.
'Snel uitgekeken.' Ik keek hem schuin aan.
'Dan niet.' Vervolgens draaide ik me om en ging weer zitten waar ik zat. Hij kwam naast me zitten.
'Sorry, ik wilde niet grof zijn. Wil je me laten zien wat je ziet, dan?' Ik glimlachte.
'Er is zo veel te zien. Kijk daar maar eens.' Ik wees naar een eend die haar jonkies leerde zwemmen. 'Lief hè? En daar, vlak bij je oor.' Ik wees naar een grote daltonlibel die vlak langs zijn hoofd zoemde. Vervolgens drukte ik mijn vingers tegen mijn lippen en wees ik naar twee konijntjes die het voetpad overstaken. 'Wanneer je kijkt, zie je alles.' Ik knipoogde.
Brem hield me de hele middag gezelschap. Ik liet hem zien wat ik zag, en vertelde hem over mezelf en over Nijmegen. Hij bleek van ver te komen, al vertelde hij niet waar hij vandaan kwam. Hij praatte niet veel over zichzelf, maar luisterde voornamelijk naar wat ik te vertellen had.

Geplaatst: 29 aug 2006 19:34
door Sebas
Klinkt super leuk... En leest ook nog eens lekker weg.

Ga zo door :)

Geplaatst: 29 aug 2006 20:49
door vonk
Ik wist niet wanneer ik Brem weer zou zien, maar toen ik weer op school was, had ik hem al snel uit mijn hoofd gezet. Hij was knap, appart en vriendelijk, maar ik hield nog steeds zielsveel van mijn Jan-Jaap. Hij had geen wit haar, maar een dikke bruine krulbos. Zijn ogen waren diep groen en konden me zo doordringend aankijken. We waren nog jong, dat weet ik, maar op dat moment was ik zielsgelukkig met mijn vriend. We deden niet aan seks of zo, daar wilden we mee wachten. Een besluit waar we ons allebij bij neer hadden gelegd. Wel gingen we regelmatig naar de bios of naar een dansavond. Altijd gezellig en leuk. Hij had een goed gevoel voor humor, maar achter zijn grappige masker had ik een hele diepgaande jongen gevonden bij wie ik mijn ei kwijt kon. Goed, slijm, kwijl, we waren in voor de school nog wat aan het hangen en klieren nadat de laatste bel zijn heerlijke geluid had laten klinken.
'Hé, moet je die mafketel eens zien!' Jan-Jaap wees opeens midden naar het sportveld. Mick, Tom, Maarten en ik keken allevier tegelijk om. En daar stond hij weer, Brem.
'Hela, die knakker ken ik!'
'Waarvan dan, Arie? Toch niet weer een of andere oude vrijer van je?' Ik schoot in de lach. Jan-Jaap vond het niet zo grappig.
'Nee, heb hem wel eens gezien. Boeiend, laat hem maar.' Brem stond met zijn ogen dicht, met zijn gezicht tegen de wind in. Hij leek puur te genieten van de wind die over zijn huid waaide. Terwijl de andere vier verder praatten, hield ik Brem in het oog. Ik kon het niet helpen. Zijn verschijning had iets... tja, kan het eigenlijk niet met woorden omschrijven. Ik keek toe hoe Brem genaderd werd door twee anderen mannen. Tot mijn verbijstering allebei met hetzelfde witte haar als Brem. Één van beide was kennelijk wat ouder, aan zijn baard te zien, en de ander had een lange stok bij. Het tweetal greep Brem vast bij zijn schouders, en ze kwamen mijn kant op.

'Wat moeten jullie?' Jan-Jaap stapte naar voren en ging voor mij staan. De oudere man maakte met zijn hand een of ander raar gebaar in de lucht. Ik vermoedde dat het een groet was.
'Mijn naam is Istarna, een man van grote adel. Ik groet jullie. Ik kom hier voor mijn zoon.' Terwijl hij dat zei gebaarde hij naar Brem. 'Aan hem was het om binnen tien dagen een bruid te vinden. Hij is daar niet in geslaagd, maar bronnen hebben mij verteld dat hij interesse in jou heeft genomen. Wij komen jou meenemen.' Jan-Jaap keek hem verontwaardigd aan en wilde naar voren stappen, maar het derde withoofd stak zijn stok dreigend naar voren. Jan-Jaap leek niet onder de indruk en legde zijn hand op de stok, maar er leek een stroomschok door hem heen te gaan en hij trok zijn hand terug.
'Ja, en hij schiet ook, dus meng je er niet in.' Ik zag Jan-Jaap en de andere jongens kwaad worden. Ik besloot me op te offeren voordat er ongelukken gebeurden.
'Rustig. Ik ga mee. Ik weet niet waar naartoe, maar ik ga mee. Maar eerst wil ik weten waarheen.' Istarna boog zijn hoofd.
'Ik ben de grote heer van Atlantis. Dat is waar we heengaan.'
'Pardon? Uit welk gekkenhuis was jij ontsnapt?'
'Jij moet koningin van Atlantis worden. Je gaat nu mee.' Ik draaide me bedroefd naar Jan-Jaap en kuste hem stevig voordat ik door de gewapende man werd meegetrokken. Ik keek kwaad naar Brem, alsof het zijn schuld was, maar in zijn ogen zag ik net zo veel berouw als in mijn hart.

Geplaatst: 31 aug 2006 07:39
door Sebas
Meer meer meer.. :)

Geplaatst: 02 sep 2006 19:11
door vonk
Ik dacht eerst werkelijk dat deze mensen niet goed bij hun hoofd waren, vandaar dat ik zo makkelijk meeging. Ik verwachtte dat de politie me zou komen redden, en dat ik zo had voorkomen dat er iemand gewond was geraakt. Maar tot mijn uiterste verbazing leek hun verhaal hoe langer hoe realistischer te worden. Als ze me werkelijk naar een of andere onbekende plaats zouden brengen, zou ik misschien niet meer gered kunnen worden door de politie. Ik werd naar de Waal gebracht, te voet. Daar kwam een klein, idioot duikbootje boven om ons erin te laten. Het was werkelijk maar net groot genoeg voor vijf personen. Het was werkelijk een merkwaardig voertuig. Het leek van ijs gemaakt, maar het was niet koud. Ik dacht in eerste instantie dat het glas was, maar ik geloof achteraf dat het een soort kristal was. Ik werd tussen de gewapende man en mijn 'verloofde' op een stoeltje geduwd, en het voertuig werd afgesloten. Voor ik het wist gingen we weer onder en schoten we door de rivier richting de zee. Het was werkelijk een bijzondere ervaring. Als het niet was dat ik ontvoerd was, weggehaald werd van mijn ouders, gescheiden van mijn vriend, en zogenaamd verloofd met een wildvreemde kerel, dan zou ik waarschijnlijk hebben genoten van de rit.
Toen we de oceaan in gingen, leek het even alsof mijn hart stilstond. Nog nooit had ik zo snel gereisd, hooguit in een vliegtuig, en nog nooit had ik de oceaan zo gezien. Omdat het voertuig kristal was, kon ik overal zien. Kleuren, koraal, vissen... het was werkelijk prachtig.
'Waar gaan we heen.' Mijn stem kraakte omdat ik nu al drie uur niet had gesproken.'
'Zuid.' Antwoordde Brem. 'Zo ver Zuid dat vanaf daar overal naar het noorden is.'
'Dus Atlantis ligt op de Zuidpool?'
'Atlantis is inderdaad in de oude atlantische taal de naam Antartica. Maar Atlantis ligt niet op de Zuidpool, maar eronder. Kilometers eronder. We hebben eindelijk een gat weten te maken in het ijs om te ontsnappen. Daarom zijn we voor het eerst buiten Atlantis.' Ik knikte, maar ik vond het nog steeds moeilijk om het verhaal te geloven. 'Het spijt me dat dit zo gebeurt.'
'Dat weet ik.' Er klonken tranen in mijn stem, en ik schaamde me ervoor.
'Ik wou dat ik wat kon doen om het beter te maken voor je.'
'Ik wou alleen dat ik afscheid had kunnen nemen aan mijn ouders. Zij weten nu niet waar ik ben, en ze zullen zich zo'n zorgen maken.' Brem wreef van achter mij over mijn schouder, maar ik duwde zijn hand weg. Ik wilde hem niet! Ik wilde alleen Jan-Jaap.
'Ik zal ervoor zorgen dat wanneer we in Atlantis zijn, dat een boodschapper een brief van jou naar je ouders kan geven.' Ik knikte.
'Hoe spreken jullie eigenlijk Nederlands, als jullie al die tijd opgesloten hebben gezeten?' Brem schoot in de lach.
'Dat zal ik je laten zien wanneer we in Atlantis zijn. Het is werkelijk heel sarcastisch, want wij hebben jullie al die tijd gewoon kunnen zien, ook al wisten jullie niet eens af van ons bestaan.' Ik trok een wenkbrauw op. 'Ja, je zou het niet geloven, maar Atlantis is qua ontwikkeling veel verder dan de rest van de wereld...

Geplaatst: 03 sep 2006 18:57
door Sebas
:)

Geplaatst: 05 sep 2006 14:59
door vonk
Met een ongelofelijke snelheid naderden we de zuidpool. Overal waren ijsbergen en dingen waar we omheen moesten, maar de bestuurder leek precies te weten waar hij heen moest. 'Hoe komen we een gezonken stad binnen?' Ik had nauwelijks in de gaten dat ik hardop gedacht had.
'We werken als sinds het begin aan een veilige manier om de tunnel te bouwen. Onze situatie heeft ons gedwongen technieken te ontwikkelen om ons aan te passen. We moesten eerst een stof vinden om over het ijs heen te bouwen om de stad te isoleren: ten eerste zou de warmte dat van de stad komt het ijs smelten en zouden we alsnog verdrinken, ten tweede waren de temperaturen anders onmenselijk. Vervolgens moest er een veilige manier komen om een tunnel uit de stad te maken. Dat soort dingen kosten tijd: duizende jaren tijd. Maar nu is de tunnel eindelijk af en veilig.' Ik keek langs het hoofd van de gewapende man, naar het achterhoofd van Istarna.
'Je had ook gewoon kunnen zeggen dat het een tunnel was...'
'Jij zult hoe dan ook de gehele geschiedenis van Atlantis leren. Als hun heerser zullen de mensen het niet pikken als je niets over hen weet.' Ik zweeg en keek naar de ijsbergen. In de verte zag ik inderdaad een tunnel naderen. 'Bovendien moet je naam veranderd worden. Wat was het nu? Iera?'
'Arie! En die naam wil ik niet veranderen.'
'Een naam van adel moet afgeleid zijn van een God of een plant. Kies een plant of een Godheid.'
'Ik ken geen Godheden. En zo'n beslissing wil ik niet op een lege maag nemen.' Achter mij schoot Brem in de lach. Inmiddels waren we de tunnel in, en kwam er licht in de verte zichtbaar. Voor ik het in de gaten had, schoot het voertuig naar de oppervlakte van het water en keek ik een grote hal in.

2

Brem stapte uit en bood mijn zijn hand. Ik negeerde zijn hand en klom zelf, weliswaar met moeite, het voertuig uit. 'Waar zijn we?'
'In de onderste hal van mijn paleis.' Istarna liep arrogant naar de draaitrap.
'Heef hij een kamer met een zwembad laten bouwen voor die tunnel?' Brem lachte weer.
'Kom, Arie, dan zal ik je Atlantis laten zien. Ik volgde Brem de trappen op, en uiteindelijk gooide hij een deur open naar een balkon. 'Zie hier, de mooiste stad ter wereld!' Ik stapte het balkon op en keek uit over de stad. Ik was hier dan niet vrijwillig gekomen, maar ik moest toegeven: dit was werkelijk adembenemend. De huizen rondom het paleis waren van rode bakstenen gebouwd, allen in iets dat verdacht veel op de griekse en romeinse stijl leek. Hier en daar was een hoge toren te zien: een hoge paal met bovenop een groter gebouw. Aan de voet van het paleis was een soort markt waar een hoop mensen rondkeken naar handwerkjes en stofjes. Alle mensen hadden sneeuwwit haar en een redelijk donkere huid. Alles was verlicht met een blauwachtig licht.
'Wauw.'
'Ja, daar heb je niet van terug, of wel?' Ik schudde mijn hoofd. 'Na de bruiloft zul jij princes zijn, en wanneer je een erfgenaam hebt voortgebracht, dan zul je koningin zijn.' Ik slikte zenuwachtig.
'Is dat hoe het zit? Kan een kroonprins pas koning worden wanneer zijn vrouw een kind heeft gehad?'
'Ongeveer. Maar er zit meer aan. Een prins mag niet met en andere vrouw trouwen, tenzij z'n oude vrouw dood is.'
'Waarom ben je dan niet met een vrouw van hier getrouwd?'
'Er is iets met de mensen van Atlantis: ze brengen haast geen meisjes voort. Er worden niets als jongens geboren. Er zijn haast geen vrijgezelle vrouwen meer in Atlantis.'
'Maar... sterft het volk dan niet uit?'
'Nee, er zit iets in het eten dat we gedwongen worden te eten. We krijgen niet alleen wit haar en blauwe ogen, maar we kunnen tot tweehonderd jaar worden.'

Geplaatst: 12 sep 2006 11:30
door Sebas
Wow, kunnen ze dat eten ook aan de andere kant van de tunnel brengen ;)

Geplaatst: 14 sep 2006 08:38
door vonk
Ik zat op mijn kamer met mijn knieen tegen mijn kin opgetrokken. Ik had het hele paleis gezien, en het was prachtig. Alle luxe die ik kon wensen was er, maar het was niet zoals thuis. En Atlantis was werkelijk beeldschoon, maar de Berendonc was er niet. De natuur hier was zo... koud. Eigenlijk was er ook geen natuur. Alles was nep en kunstmatig. En mijn verloofde was aardig en knap, maar het was Jan-Jaap niet. Ik dacht met een glimlach aan hoe ik hem altijd noemde: JJ. Hij had er de pest aan en pikte het van niemand. Niemand behalve van mij. Ik miste zijn geur, zijn lach, zijn stem, zijn lichaam. Brem was erg knap, maar JJ was minstens net zo knap, ookal waren de twee werkelijk net yin en yang: JJ had donkerbruin haar, dat het bijna zwart was, donkere ogen, was een halve kop groter dan ik, had de eerste pluisjes van zijn baard op zijn kin, en had een redelijk bleke huid. Brem, aan de andere kant, had dat witte haar met die onnatuurlijk blauwe ogen, met die donkere huid, hij was een kop groter dan JJ, en het leek erop dat hij zich al jaren schoor. Misschien was het ook wel beter dat ze zo verschilden; anders zou het misschien nog veel moeilijker zijn. De bruiloft zou morgen zijn, en ik was zo bang.
Ik werd echter uit de diepte van mijn gedachten getrokken toen een man binnen kwam lopen. Een uiterst magere kerel, ook met donkere huid, wit haar en blauwe ogen, behalve het sikje op zijn kin. Dat was zwart. Hij bewoog en liep alsof hij een echte homo was, en ik moest denken aan het tekort aan vrouwen dat hier leefde. Er zouden wel veel homo's hier zijn.
'Dag meissie. Ben je al klaar voor de grote dag morgen?'
'Nee.'
'Nee, dat zie ik. Je ziet er absoluut niet uit. Maar daarom ben ik er. Kom maar met mij mee, lieverd.' Ik zuchtte en stond op.
'Hoe heet u?'
'Hibescus. En jij?'
'Arie...'
'Ach, maar hoe ga je heten? Als je deel bent van de koninklijke familie?' Ik dacht vlug na over de namen van planten die ik kon kiezen... De enige waar ik op kon komen waren: hyasinth, daisy, lilly en roos.
'Lilly.' fluisterde ik.
'Goede keuze. Mooie naam.'
'Bent u ook deel van de koninklijke familie?'
'Nou, er zijn niet veel mensen in Atlantis die dat niet zijn, maar ik ben trots om te zeggen dat ik wat dichter bij de familie sta, ja.'
'Is Hibescus een God?'
'Nee, dat is een struik.' Ik schoot in de lach. 'Nu, komkom.' Hij nam me mee naar wat hij zijn 'studio' noemde.

Ongeveer drie uur later mocht ik van Hibescus in de spiegel kijken. Hij leek zeer tevreden over zijn creatie. Ik schrok van mijn nieuwe uiterlijk. Mijn haren had hij bovenop geknipt tot de lengte van dat van Brem, maar onder had hij het lang gelaten. Hier en daar zaten vlechtjes met kraaltjes. In mijn voorhoofd had hij een goude vorm geplaatst dat ik er niet af kreeg. Toen ik eraan begon te peuteren, kletste hij mij op mijn hand. De jurk die hij had laten maken voor me was van materiaal zo zacht als zijde, en liet mijn schouders bloot. Mijn mouwen liepen wijd uit, en in de jurk zat een spleet die tot mijn heup liep. Om mijn heupen zat een lederachtige riem dat voor in een punt breed uit liep. In het bredere stuk stond een in krullen gewikkelde A. A van Atlantis.

Geplaatst: 15 sep 2006 15:20
door Sebas
Je zal maar gedwongen worden te trouwen :?

Uhmm.. ga maar snel verder :)

Geplaatst: 15 sep 2006 18:48
door yesdnil
ik wil het vervolg :-)

Geplaatst: 19 sep 2006 15:20
door vonk
Die avond had ik de avond alleen met mijn verloofde. Normaal gesproken, zo dacht ik althans, zou dat een romantische avond moeten zijn. In dit geval niet dus. Ik had echt geen behoefte aan een romantische verhouding met mijn toekomstig echtgenoot. Ik weet niet hoe Brem erover dacht, maar hij leek er veel gemakkelijker mee om te kunnen gaan dan ik. Aan de andere kant, hij was ook geboren in dit milieu; hij was geboren als een prins en opgevoed om koning te worden. Hij moest boven dit soort dingen staan.
Ik keek Brem aan met een blik in mijn ogen die aangaf dat ik niet echt onder de indruk was. Hij glimlachte naar mij. 'Je ziet er mooit uit vanavond.' Ik draaide mijn hoofd weg.
'Alsjeblieft.'
'Ga je je morgen ook zo doen?'
'Hoezo? Ik mag morgen toch niets zeggen. Ik heb nergens iets over te zeggen, zelfs niet over de manier waarop ik eruit zie.'
'Ja, maar je tafelmanieren zijn waardeloos! Dat is niet nodig!' Ik keek naar mezelf. Hoezo waren mijn tafelmanier waardeloos? Ik had nog geen hap gegeten.
'Wat zijn de normen aan de Atlantische tafel dan?'
'Nou, je begint met elkaar een compliment geven of een ander lief woordje.' Ik zuchtte. Meende hij dit nu serieus?
'Dank je wel dat je me wil helpen vanavond.' Brem glimlachte.
'En dan neem je het puntje van je mes, en snij je in je onderlip.'
'Pardon?!' Ik keek versteld toe hoe Brem het mes naar zijn onderlip bracht en een verticale snede maakte tot er een dikke druppel bloed op zijn onderlip lag. 'Waarom?'
'Omdat dat eer brengt aan Kikistar, de goed van het voedsel en de wijn. En bovendien absorbeert het de smaak van de eerste hap van het eten. De tweede hap is altijd wel oké, maar de eerste hap is echt even wennen. Bij elke maaltijd. En dat bloed helpt echt.' Heel aarzelend bracht ik het mes naar mijn onderlip en sneed de huid kapot. Ik voelde hoe een dikke druppel op mijn onderlip kwam, en heel voorzichtig nam ik de eerste hap van het korrelachtige voedsel dat op het bord voor me lag. Ik dacht eerst dat het een soort couscous was, maar dit spul had een blauw, groene kleur. En bovendien smaakte het als de pitten van een appel. Ik schrok van de bittere smaak en verslikte me.
'Ik dacht dat het bloed de smaak zou absorberen!'
'Dat doet het ook. De pure smaak is veel intenser. Wacht nu een paar tellen en neem de tweede hap. Je smaakpupillen zullen gewend zijn aan het eten, en het zal best lekker zijn.' Ik kneep mijn ogen dicht, telde tot vijf en nam de volgende hap. Het was nog steeds ranzig, maar inderdaad minder erg. Ik zou hier zeker niet aankomen, in dit land.

Geplaatst: 19 sep 2006 19:07
door yesdnil
Auwtsj ..... :shock:
Gewoon in je lip snijden voor je gaat eten????
Brrrr ... niets voor mij allesinds!! Best dat dat geen gewoonte is bij ons ;)

Geplaatst: 20 sep 2006 10:46
door Sebas
Appart volk..

Wat gaat er allemaal wel niet in dat kopje om als je dit schrijft ;)

Geplaatst: 22 sep 2006 11:59
door vonk
3

Bedroefd keek ik over de mensen van Atlantis. We waren op een soort podium, en hier werd de ceremonie van ons huwelijk uitgevoerd. Ik zag mensen fluisteren naar elkaar terwijl ze naar mij keken. Ik voelde me idioot met mijn donker haar en mijn bruine ogen. Maar dat was niet het enige dat gewicht op mijn hart legde: ik ging trouwen met iemand anders dan Jan-Jaap. Ik miste hem zo. Ik miste zijn geur en zijn vertrouwde handen. Ik miste het om met hem te knuffelen en te zoenen. Hij kon heerlijk zoenen. En bovendien miste ik de rest van Nijmegen ook. Ik miste mijn thuis en mijn vertrouwde omgeving. Ik miste alles, en ik wilde hier gewoon niet zijn. Ik was hier in een huis dat niet thuis was, een land dat ik niet kende, met een jongen van wie ik niet hield. Hoeveel dieper kon ik zinken? Aan de andere kant van het podium leek Brem ook niet de gelukkigste. Hij stond immers op het punt om een echtgenoot te worden van iemand die niet van hem hield, iemand van een andere land uit een andere cultuur. Dit kon voor hem ook geen pretje zijn. Ik keek naar Istarna die de ceremonie uit voerde. Waarom was hij zo gelukkig met dit huwelijk? Hij had er toch ook geen baat bij? Hij zou zijn troon af moeten staan op het moment dat ik zwanger werd. Niet dat ik zwanger wilde worden of zo, en dat had ik nogal duidelijk laten merken...
Opeens leek het alsof mijn hart een seconde stopte met kloppen. Dát was het. Istarna had er de grootste baat bij ooit! Geen wonder dat hij uitgerekend mij hierheen bracht: Brem kon niet hertrouwen tenzij ik dood was; en hij kon geen koning worden tenzij ik zwanger was. In alle tijd dat Brem met mij getrouwd zou zijn, zonder dat ik kinderen wilde, zou Istarna koning kunnen blijven. Dát waren zijn bedoelingen! Opeens stond ik heel anders tegenover het huwelijk. Ik had ze sneller in de gaten dan dat ze hoopten, en ik zou ze eens laten zien...

Onze handen werden samengebracht en met een goudkleurig koord over elkaar heengebonden. Ik sloot mijn ogen en verbeeldde me dat het Jan-Jaap was tegenover wie ik stond. Ik zag door mijn oogleden zijn dikke bos met donker haar en zijn heerlijke glimlach. Er werden woorden gesproken en voorwaarden waaraan we ons moesten houden, maar de taal waarin Istarna sprak was zo ingewikkeld dat ik er geen zinnige betekenis uit kon halen. Het ritueel werd afgesloten door een bindende kus. Ik opende mijn ogen niet, en voelde Jan-Jaaps hand tegen mijn wang. Zachtjes drukte ik mijn lippen tegen de volle lippen van mijn vriend en liet hem zijn handen op mijn heupen leggen. Ik drukte me dicht tegen hem aan en smolt haast in zijn armen. Ik werd pas wakker uit mijn dagdroom toen ik het volk hoorde juichen. Ik herinnerde me dat het niet Jan-Jaap was waarmee ik had gekust, maar mijn nieuwe echtgenoot, Brem.
De bruiloft werd afgesloten door een prachtig feest met een banket en met muziek en dans. Niet gek, voor een bruiloft waar ik geen cent voor hoefde te betalen. Ik deed alles zoals Brem me de avond te voren had geleerd. Ik sprak met verschillende mensen, en begon ieder gesprek met een compliment. Ik probeerde me zoveel mogelijk te gedragen zoals ik dacht dat een princes zich behoorde te gedragen. Ik zou ze laten zien... Ik zou Istarna bewijzen dat hij mij onderschatte.

Geplaatst: 22 sep 2006 11:59
door vonk
Sebas schreef:Appart volk..

Wat gaat er allemaal wel niet in dat kopje om als je dit schrijft ;)
heeeeeeel veel fantasie...

Geplaatst: 22 sep 2006 17:16
door yesdnil
heeeeeel mooi!!! Bewijs het maar, bewijs het maar :-)

Geplaatst: 27 sep 2006 08:22
door vonk
De huwelijksnacht stelde in dit land weinig voor. Het enige was dat we het hoofdpaleis geheel tot onszelf hadden; de rest van de bewoners van het paleis trokken zich uit respect terug naar de achterste vleugel van het paleis. Ik had er maar weinig behoefte aan om die avond bij Brem te zijn. Ik ging aan het water zitten helemaal in de kelder van het paleis waar we enkele dagen eerder door naar boven waren gekomen. Op de een of andere manier voelde ik me daar beter dan op de andere plaatsen in het paleis. Alsof ik daar me verbonden voelde met de buitenwereld; met thuis. Ik sloot mijn ogen en fantaseerde dat ik niet aan het ijzige water van de zuidpool zat, maar aan de Berendonc, waar ik me ooit zo veilig had gevoeld. Ik sloot mijn ogen harder en ik kon bijna de daltonlibellen zien die rond het meer leefden. Ik hoorden de zang van mussen en ik zag vanuit mijn ooghoeken konijntjes schichtig wegschieten.
Ik voelde een hand op mijn schouder en ik sprong bijna op van schrik. Ik opende mijn ogen en keek omhoog naar Brem. 'Wat?'
'Ik zocht je. Je hebt me nu al een uur alleen gelaten, en ik voel me alleen.'
'Wen er maar aan. In dit huwelijk zul je niet veel gezelschap krijgen.' Brem zuchtte hoofdschuddend, en begon zijn Atlantisch huwelijksgewaad uit te trekken. 'Hela! Laat dat? Wat ben je van plan?' Ik trok mijn benen naar me toe en keek angstig naar hem. Ik verbeeldde me van die enge verkrachtingsscènes waarbij niemand me kwam helpen omdat ik zijn vrouw was. Maar Brem waagde geen enkele poging me aan te raken. In plaats daarvan dook hij het ijskoude water in. Ik gaf een gilletje. Dat water zou zijn dood zijn! Ik kroop snel naar de rand van het water en keek de diepte in. Daar zag ik hem zwemmen. Het duurde niet heel lang of hij kwam terug. Ik trok hem snel het water uit en hij zat bevend te druppen naast me. Hij opende zijn bebloedde hand, en liet mij een stukje ijskristal zien. In het licht dat de kamer verlichtte, leek het stukje ijs een miljoen kleuren te hebben. Ik keek met verbaasde grote ogen naar de schoonheid ervan. Maar langzaam verdwenen de kleuren en veranderde het stukje ijskristal in water. Ik keek Brem aan, die nog altijd spiernaakt en blauw van de kou naast me zat te beven. 'Waarom deed je dat? Je bent staks harstikke ziek, en dat stukje ijskristal is al weer weg!'
'Schoonheid, mijn vriendin, is altijd tijdelijk. Al het mooie vergaat in verloop van tijd. Het gaat erom wat je met die schoonheid hebt bereikt. Heb je met een mooi lichaam een lieve vrouw weten te trouwen, dan heb je die vrouw nog steeds nadat je schoonheid vervaagd is... Ik hoopte te bereiken dat ik jouw ijshart smelt met dat stukje ijskristal, en dat jouw hart niet zo snel weer aanvriest.' Ik keek hem ongelovig aan. Daarna omhelsde ik hem, terwijl ik over zijn rug wreef om hem warm te houden. Maar het was niet alleen het ijskristal dat mijn hart had gesmolten, maar ook het feit dat hij me met 'vriendin' aan had gesproken, en niet met 'mijn vrouw'. Nu voelde ik me wél met hem verbonden...

Geplaatst: 27 sep 2006 11:09
door Sebas
Wow... ik voelde me helemaal week worden!!
Toen hij dat stukje ijskristal pakte.

Geplaatst: 27 sep 2006 16:40
door vonk
Ik vree uiterraard niet met Brem, die nacht, maar ik heb wel met hem gepraat tot diep in de nacht. Daarna ben ik naast hem in slaap gevallen. Ik wilde hem dan wel niet als mijn geliefde, maar een vriend kon ik altijd wel gebruiken, en dat kon hij wel zijn voor mij.
De volgende ochtend liet ik Brem liggen. Ik had geen honger. Nou ja, dat had ik natuurlijk wel, maar het idee dat ik mijn onderlip open zou moeten snijden om mijn eten te benuttigen, ontnam mij van mijn eetlust. Ik trok mijn huwelijkgewaad uit en zocht iets makkelijkers om aan te trekken. Eenmaal aangekleed besloot ik het paleis te verlaten. Ik was daar nu al te lang opgeschept geweest. Zonder dat ik iemand tegenkwam liep ik het paleis uit, en besloot ik naar het marktplein te gaan dat ik vanaf het balkon had gezien. De straten van Atlantis waren nog rustig, en de mensen die al op waren, waren op de markt. Toen ik daar aankwam keek ik mijn ogen uit. De kraampjes waren de meest apparte die ik ooit had gezien. Ik zag het rijstachtige voedsel dat de mensen hun witte haar bezorgde, maar ik zag ook de vreemdste vissen, allemaal met dezelfde kleur ogen als de bewoners van Atlantis. Ook zag ik mensen die stofjes verkochten. De stoffen waren rijkelijk bewerkt, zoals kennelijk mode was in Atlantis. Ook de sieraden waren appart. Mooie armbanden die om je onderarm krulden tot aan je middelvinger, oorbellen van een soort kristal die tot aan de schouders hingen, kettingen met de meest prachtige hangers... Ook werden er zoetigheden uitgedeeld. Zou dat dan beter zijn? Ik keek toe hoe kindjes van hun moeder het snoepgoed kregen, en oppeuzelde zonder hun lippen open te snijden. Ik likte mijn lippen, en voelde met mijn tong het korstje op mijn lip van de dag tevoren. Maar voor ik ook maar een stap richting de kraam kon zetten, hoorde ik achter me hard geroep. 'PRINSESSUH, PRINSESSUH!' Ik draaide mij om en zag een klein jongetje. 'Is prinsessuh.' Ik glimlachte naar het jongetje, maar hij niet naar mij. Hij rende weg en kwam even later terug met een man, gewapend met een van die stroomstokken. Ik zag zijn borststuk dat bewerkt was met de A van Atlantis. Hij werkte dus voor het paleis.
'Meekomen.' Hij pakte me grof vast bij mijn arm. Oh nee, wat had ik misdaan? Ik werd teruggevoerd naar het paleis. Daar stonden Istarna en Brem al op me te wachten. Istarna stapte naar voren.
'Laat haar maar los. Ze kent de wetten van Atlantis niet.' Ik keek Istarna woedend aan, daarna keek ik naar Brem. Hij week zijn blik af. Woedend stampte ik het paleis weer in, naar mijn kamer.

Ik zat al weer een uur op mijn kamer, toen er op de deur geklopt werd. 'Wie?'
'Ik ben het, Brem.'
'Oh, kom binnen dan.' Brem stapte de kamer binnen. Hij keek niet gelukkig. 'Wat is er mis? Mag ik niet eens het paleis uit?' Brem schudde zijn hoofd.
'De wetten van Atlantis zeggen dat een princes het paleis niet mag verlaten, om te voorkomen dat er een verhouding komt. Tenminsten, ze mag niet zonder gezelschap van haar man het paleis verlaten. Dat is om te voorkomen dat een kind buiten de koninklijke bloedlijn op de troon komt.' Ik keek op.
'En wat als ik zwanger ben?'
'Een zwangere vrouw is heilig. Zij mag gaan waar ze wil.'
'Ook naar huis?'

Geplaatst: 27 sep 2006 18:51
door yesdnil
Moest ik Brem zijn zou ik zeggen: Oh lieverdje, als je je zo opgesloten voelt hier, zal ik altijd met je meegaan naar waar je wilt in Atlantis, en ik zal je de nodige ruimte geven.
Wel gewaagd, dat zwanger zijn :-)
Ik hoop dat ze naar huis mag! ik hoop het echt!!!
Maar zwanger en naar huis, dat is niet echt een toffe manier!
Hoi mam, hoi schatje, ik ben zwanger van die kerel van Atlantis ....
Ze gaan haar ook nie graag zien afkomen met zo'n woorden :lol:
Nouja, ik wacht geduldig op het vervolg :-)

Geplaatst: 28 sep 2006 09:27
door Sebas
Zeker gewaagd..
Ik voorzie dus dat ze snel zwanger wordt voor haar vrijheid :P

Geplaatst: 28 sep 2006 14:57
door vonk
4

'Het vreugt me zo'n schone vrouwe in mijn familie te verwelkomen.' Ik draaide me geschrokken om. Ik zat weer alleen bij dat koude water waar Brem het ijskristal voor me had opgedoken. Achter me stond Istarna. Ik kneep mijn ogen samen. Deze man, zo onschuldig lijkend, ik vertrouwde hem niet. Ik besloot de formaliteiten van me af te gooien en hem uit te dagen.
'Dat snap ik dus niet. Op het moment dat ik zwanger ben, ben jij je troon kwijt.' Uiterraard had ik al vermoedens over zijn minder dan welwillende plannen, maar ik had geen bewijs van zijn kwaadaardigheid, en ik wist niet precies wát hij van plan was. Ik hoopte er maar op dat hij zich zou verspreken, zodat ik wist wat ik zoal kon verwachten. Istarna glimlachte sluw, en de rillingen liepen over mijn rug.
'Ik zou mijn zoon nooit de troon ontnemen; beschuldig me niet van dergelijke onvergeefbare misdaden.'
'Ik beschuldig je niet van misdaad. Ik beschuldig je er alleen van dat je met legale middelen de troon wil behouden. Jij weet wel dat ik niet met je zoon naar bed wil. Maar door een andere wet, namelijk dat een zwangere vrouw mag gaan en staan waar ze wenst, heb ik me bedacht.' Ik zei verder niets, en liep weg. Ik keek nog om om de kleur uit Istarna's gezicht te zien trekken.
'Je zit ernaast, Lilly.' Ik keek hem vragend aan. 'Ik ben de troon nog niet kwijt als jij zwanger bent. Ik ben de troon pas kwijt wanneer jij baart.' Daarna liep hij met een tevreden grijns langs me heen. Ik bleef verbleekt staan. Ik merkte dat ik veel te vrezen had van Istarna. Wat zou hij doen? Zou hij me vermoorden en een nieuwe vrouw voor zijn zoon zoeken? En hoe? Zou hij me beschuldigen van een of andere idiote misdaad en me veroordelen? Zou hij mijn voedsel vergiftigen? Zou hij iemand sturen om me in mijn slaap te doden? God mocht het weten. Of in Atlantische termen: de goden zouden het zien.

'Brem, waar neem je me mee naartoe?'
'Dat is een verrassing. Loop nu maar mee!' Ik zuchtte en liep met Brem mee. Hij nam me mee naar een van de achterste delen van het paleis. Hij deed een deur open en liet me binnen. Ik keek mijn ogen uit. Overal waren mensen bezig dingen te testen, te bouwen en te ontwikkelen. Er stonden overal apparaten die metingen deden. Er werd vooral gewerkt met dat vreemde kristal. Ik vermoedde dat het een bron van energie was.
'Wat is dit voor plaats?'
'Oh, gewoon het lab. De ontwikkeling van Atlantis is erg goed, en hier zijn alle geleerde bezig het dagelijks leven van Atlantis makkelijker te maken. Maar ik heb speciaal voor jou iets laten maken.' Ik keek met grote ogen terwijl hij een apparaat van een geleerde aannam. 'Dit...' Hij klapte het open, en het deed me sterk denken aan een laptop. 'Ik heb jullie internet systeem laten onderzoeken, en met dit apparaat ben ik erin geslaagd mezelf erop in te logen. Kun je hiermee jouw thuis bereiken?' Ik keek naar het scherm, en zag inderdaad internet. Ik kon e-mailen!

Geplaatst: 28 sep 2006 16:53
door yesdnil
WAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA!! :shock: Cool!!!!
Allé ze kan dan toch nog contact opnemen met thuisfront!
Alleja ik hoop het ... We zullen zien in het vervolg :D

Geplaatst: 01 okt 2006 12:02
door Sebas
Haha, tuurlijk.. dan hebben ze wel een super signaal naar boven.

[offtopic]
bedoel je gene laptop ipv een labtop.. tenzij je bedoeld dat het een top model uit het labaratorium was ;)

Geplaatst: 01 okt 2006 12:43
door vonk
Sebas schreef:Haha, tuurlijk.. dan hebben ze wel een super signaal naar boven.
uuuh...lieve schat, het staat wel onder het topic: fantasy... hou daar even rekening mee.
en bovendien hebben ze hele hoog ontwikkelde apperatuur, daar kan onze technologie niet tegen op 8) .

Mijn liefste JJ,

Het spijt me dat ik niet meer ben teruggekomen sinds ze me bij je weg hebben gehaald. Dat lag zeker niet aan een tekort aan wil. De enige reden dat ik met die mensen met de witte haren mee was gegaan, was omdat ze gewapend waren, en ik wilde niet dat jou wat overkwam. Ook was ik ervan overtuigd dat Atlantis niet bestond. Als ik had geweten over de echtheid van de gezonken stad, dan had ik misschien anders gehandeld. Ik dacht dat ze me konden redden, dat ik gewoon ontvoerd was.
Maar Atlantis is wel degelijk echt. Het is een hele mooie stad, maar niet mijn thuis. Ik zou met liefde terugkeren naar Nijmegen, maar dat gaat niet. Zie je, ik ben getrouwd met de zoon van de koning. En ga niet denken dat ik dat vrijwillig heb gedaan, want dat was niet zo. Ik móest met hem trouwen. Istarna, de koning van Atlantis, is werkelijk een bekrompen idioot. Hij wil geen contact met de buitenwereld. De enige reden dat ik met jou zit te mailen, is Brem, de zoon van de koning en mijn echtgenoot. Brem is een goed mens, en hij heeft het ook niet altijd voor het zeggen. Als het aan hem lag, mocht ik naar huis.
Maar het is mij inmiddels wel duidelijk dat er slechts één manier is om naar huis terug te keren... ooit. Zie je, de wetten van Atlantis zijn niet makkelijk te omzeilen. Één wet zegt dat een prinses nergens heen mag gaan zonder haar echtgenoot, voordat ze zwanger is. Fijn... Waarom kan Brem dan niet met me meekomen naar de buitenwereld? Omdat de kroonprins het land niet mag verlaten voordat hij koning is. Leuk... waarom zorgt hij er dan niet voor dat hij koning wordt? Omdat hij geen koning kan worden voordat hij een erfgenaam heeft! Het komt er dus op neer dat ik zwanger moet raken.
Ik ben nog niet met Brem naar bed geweest, geen zorgen. Dat wilde ik niet doen voordat ik jou zicht op de situatie had gekregen. Ik wil weten wat jij denkt dat ik moet doen... Mail me snel terug.
Ik mis je zo verschrikkelijk. Atlantis zou zo veel mooier zijn met jou hier! Ik wil je...

Ik hou nog altijd heel veel van je!

Jouw Arie.

Geplaatst: 01 okt 2006 13:19
door yesdnil
amaiii ... het is gewoon expres hè... stomme wetten :cry:
Zie nu dat ze geen kind kan krijgen, onvruchtbaar is! WAT DAN ???

Geplaatst: 01 okt 2006 14:44
door vonk
Lieve Arie...

Ik heb het gevoel dat je me een hele hoop voorliegt. Ik heb geen idee waar je nu zit, of met wie. Ik hoop dat je heel gelukkig bent met je Brem, en ik wens je veel plezier. Ik red het echt wel zonder je. Ik trek de laatste tijd veel op met Linda, je kent haar wel. Ik hoop dan maar dat zij er niet zomaar op een gegeven moment vandoor gaat. Wat mij betreft blijf je lekker in 'de gezonken stad'. Je weet dat ik er niet van hou om voor de gek gehouden te worden.
Eigenlijk heb ik niet heel veel meer te zeggen tegen je, dus daar hou ik het maar bij.

x JJ


Ik draaide me weg van het apparaat, alsof ik wanneer ik niet naar het scherm keek, de woorden er niet zouden staan. Mijn hart zonk naar mijn tenen, en ik sloot mijn ogen. Door mijn dichtgeknepen ogen persten zich tranen, en mijn wangen werden nat. Nu had ik geen reden meer om hier te blijven. Ik kon gewoon zwanger worden, zonder dat ik vreemdging...

Geplaatst: 01 okt 2006 18:56
door Sebas
Wat een lompe boer..!!
Zeker een Nijmegenaar :P..

Ps.
Prachteige technologie hebben ze daar.. daar ben ik jaloers op haha

Geplaatst: 01 okt 2006 21:49
door yesdnil
OOOOO!!!!! :evil:
Lompe boer!
Ohhh das pas heeeeel erg :cry:
arme Arie!

Geplaatst: 05 okt 2006 15:29
door vonk
Ik zat op mijn bed met mijn knieën opgetrokken. Ik hoorde geklop op de deur, maar ik reageerde niet. Ik hoorde een diepe zucht aan de andere kant van de deur. Brem. Ik hoorde een doffe bonk tegen de deur, en ik realiseerde me dat hij met zijn rug tegen mijn deur stond. 'Lilly?' Ik trok mijn mond van mijn knieën af.
'Ga weg.'
'Lilly, ik wil alleen helpen. Hoe kan ik helpen als je me niet vertelt wat er mis is?' Ik zweeg en voelde weer tranen opkomen. Ik wilde zo graag naar huis. Niets was hier hetzelfde: geen school, geen ouders, geen vrienden, geen baantje bij de Aldi... geen Jan-Jaap. Zelfs mijn uiterlijk en mijn naam waren anders. Het was alsof Brem mijn gedachten had gehoord. 'Arie?' Op dat moment barstte ik in huilen uit. Brem deed de deur open en kwam binnenlopen. Hij zag hoe ik op mijn bed zat te huilen, mijn hoofd zo ver voorover gebogen dat mijn voorhoofd tegen mijn benen lag. 'Arie...' Hij nam me troostend in zijn armen. Ik schokte hevig van het huilen, maar liet me vasthouden. Ik legde mijn hand op zijn nek en trok mezelf tegen hem aan. Hij schoof zijn sterke armen onder mijn benen, en tilde me op zijn schoot. Daar huilde ik ineengedoken uit als een klein meisje dat gepest werd door de grote jongens op het speelplein.
Nadat ik lang genoeg had gehuild, veegde ik de tranen van mijn gezicht. Brem glimlachte. 'Was je gezicht, mijn princes, en vraag aan Hibescus of hij je haar en gezicht doet. Ik heb een verassing voor je.'

Ik zat aan de kaptafel van Hibescus, maar keek niet in de spiegel. Hij was bezig dikke lagen poeder op mijn gezicht te smeren. 'Hibescus?'
'Jaaa?'
'Mag ik je wat vragen?'
'Jij altijd, meid.' Ik glimlachte. God, wat wat hij gay. Maar ik vond homoseksuele mannen altijd wel lief.
'Wat zou jij doen als je een tijdje weg was van huis, en je geliefde liet je weten dat hij niet meer van je hield?' Hibescus stopte niet met mijn make-up, maar fronste nadenkend.
'Ik weet het niet. Ik ben nooit weg van huis. Weet je nog? Duizende jaren gevangen onder een dikke laag ijs?' Ik knikte. 'Maar... ik weet wel hoe het is om machteloos een geliefde te verliezen.'
'Oh?'
'Ja. Zie je, een tijdje geleden kwam er een nieuwe wet. Vrouwen van 20 jaar moésten trouwen en pogen kinderen te krijgen. Ik hield veel van mijn vriend, maar zijn beste vriendin... zij was bang. Zij wilde niet trouwen. Dus, toen heeft hij haar ten huwelijk gevraagd, omdat zij hem vertrouwde. Dat wilde hij. Ik kon niets doen. Ik was verscheurd. Er zijn zo veel mannen in Atlantis! Minstens drie per vrouw, en zij wilde niemand anders dan míjn vriend.' Hibescus veegde met zijn pink een traantje van zijn oog. 'Och jee, mijn make-up!' Ik glimlachte. Natuurlijk was ik niet de enige die een gebroken hart had gehad... en ik was nog zo jong. Ik zou snel genoeg over Jan-Jaap heen zijn.
Hibescus stapte opzij en begon aan mijn haar. Ik keek in de spiegel en mijn mond viel open van schrike. 'Argh! Mijn haar!' Ik keek naar mijn apparte kapsel.
'Wat is mis?'
'Kijk dan!' Ik wees naar mijn hoofd.
'Is normaal.' Ik keek geshokkeerd naar de hagelwitte plukken die tussen de rest van mijn haar zaten...

Geplaatst: 05 okt 2006 17:30
door yesdnil
Tjah .. In atlantis wordt je haar wit hé als je van dat eten eet ...
Ik zou het supererg vinden om nu al witte haren te krijgen... owtsj!!! ben liever kaal dan .. nou ja dat nu ook weer niet =P

Geplaatst: 06 okt 2006 11:56
door Sebas
Ach als iedereen wit haar heeft valt het niet zo op!!!

Geplaatst: 06 okt 2006 16:10
door yesdnil
Sebas, als je gewoon bent van altijd een kleurtje te hebben in je haar ( alles behalve wit ) dan is dat heel abnormaal ;)

Geplaatst: 12 okt 2006 22:05
door vonk
'Mijn princes, je ziet er geweldig uit.' Brem pakte mijn hand en tilde me uit de stoel voor de spiegel van Hibescus.
'Brem! Mijn haar!' Ik pakte één van de witte plukken in mijn halfkorte kapsel tussen mijn wijsvinger en duim.
'Ja, dat komt door het eten.'
'Snap ik. Heb ik straks net zo'n wit haar als jullie?'
'Nee, bij ons is het voort genetisch bepaald. Je kunt niet helemaal zo'n wit haar krijgen tenzij je ouders dit voedsel consumeerde gedurende je zwangerschap.' Ik blies mijn adem uit.
'Gelukkig. Ik lijk net Cruella de Vil.' Brem fronste zijn wenkbrauwen.
'Wie?'
'Doet er niet toe. Wat wilde je gaan doen?'
'Wij gaan een eindje wandelen.' Ik glimlachte. Ik kon niet wachten om dit paleis te verlaten.
'Maar... Ik dacht dat het verboden was voor een getrouwde, niet zwangere vrouw het paleis te verlaten.' Brem draaide zich om en wees met zijn wijsvinger naar zijn slaap.
'Behálve wanneer ze in gezelschap is van haar man. En wie is jouw wettelijke echtgenoot?' Ik glimlachte beschaamd.
'Oh ja.' Brem grijnsde en bood me zijn arm. Eigenlijk had ik het lang zo slecht nog niet. Hij was knap, sexy, gelant, vriendelijk, en bovendien was het zijn schuld niet. Maar ik bleef toch stiekem verdrietig om Jan-Jaap.

'Dus... Wáár gingen we nu naartoe?'
'Het oracel.' Ik stopte.
'Pardon?'
'Nee, het is niet wat je denkt. Dit is niet een of andere flauwe hocus pocus. Dit is écht.' Ik keek hem met een opgetrokken wenkbrauw aan.
'Ja, ja.' Maar ik legde mijn hand weer in zijn arm, en ik liep met hem verder. We liepen, als gewone burgers, door de straten van Atlantis. Kindjes kwamen dichterbij om te kijken. Ik zag hoe ze giechelden en fluisterde. Ik hoorde een paar woordjes.
'Kijk naar haar haren!'
'Ja, die kleur. En haar ogen!' Ik voelde me beschaamd en boog mijn hoofd naar de grond. Ik voelde me als een zebra tussen de paarden. Maar mijn hart werd lichter toen ik verder luisterde.
'Zo'n haar wil ik ook.'
'Ja, dáár kun je beroemd mee worden.' Ik glimlachte en rechtte mijn rug vol trots. Ja, hier kón je inderdaad beroemd worden met gekleurd haar.

Langzaam naderde we een rond gebouw in het midden van de stad. Kon niet missen: het Oracel. Brem trok zijn hand terug en pakte mijn hand vast, en droeg het voor zich uit. Ik keek naar de ring rond mijn vinger. Mijn trouwring. Ik had meer Atlantische sieraden gekregen. Maar die ring was de mooiste. Toen we de donkere tempel binnen waren, kwam een oude vrouw ons tegemoet. Nou ja, ze zag er oud uit, maar ze liep recht, en de sporen van een mooie vrouw hadden haar nog niet verlaten. Misschien leek ze gewoon oud door haar witte haren. Een vrouw van veertig kon met wit haar oud lijken. Het leek wel alsof Brem mijn gedachten gelezen had.
'Dit is Chichikera. Ze is bijna driehonderd jaar oud, en is een van de meest eerbiedwaardige mensen van de stad. Zij kan je laten zien wat je wil zien.' Ik stapte als gehypnotiseerd vooruit. Zij pakte mijn hand over van Brem, en ik voelde haar botachtige, magere hand. Haar huid was zo taai als dat van een olifant, maar ik voelde een kracht in haar dat ik nog nooit had gevoeld.
'Jij, mijn lieve kind, jij verlangt naar huis.' Ik knikte zachtjes. 'Jij verlangt naar buiten Atlantis.' Ik knikte opnieuw. 'Dan zal ik je de wereld buiten Atlantis laten zien. Kom.' Ze nam me mee naar een kristal. Een soort kristallen bol, behalve dat hij niet rond was. Het was meer een kristallen kom. Ik keek erin. En ik zag de buitenwereld. Ik zag mijn ouders, die bezorgd tegen een politie agent spraken. Ik kon niet horen wat ze zeiden, ik kon ze alleen zien. Daarna zag ik mijn vrienden, die lachte en rondhingen alsof ik niet weg was. En als laatste zag ik Jan-Jaap. Hij huilde. Hij zat op zijn kamer, achter zijn computer, en hij huilde. Ik wilde hem troosten, ondanks zijn e-mail. Ik wilde die tranen van zijn wangen vegen, en ik wilde zijn lippen kussen. Maar het kon niet. Ik was als gevangenen in Atlantis. Ik kon hem niet eens spreken. Ik kon hem alleen maar zien.

Geplaatst: 12 okt 2006 22:24
door yesdnil
arme... hij wil haar maar moet verder met zijn leven! daarom dat hij haar niet wil toegeven dat hij haar mist!

Geplaatst: 13 okt 2006 06:00
door Jeetje
Mooie schrijfstijl, echt super. Meeslepend, mijn complimenten :D (of klonk dat erg arrogant ;) was iig niet zo bedoeld)

Geplaatst: 13 okt 2006 07:21
door vonk
Jeetje schreef:Mooie schrijfstijl, echt super. Meeslepend, mijn complimenten :D (of klonk dat erg arrogant ;) was iig niet zo bedoeld)
haha, nee hoor. Niet arrogant. En al klonk het arrogant, als medeschrijver geef ik je hierbij toestemming om arrogant te zijn ;). Schrijvers mogen dat, de rest van de wereld niet :P.

Maar dank je wel ;)

Geplaatst: 13 okt 2006 07:48
door Jeetje
Haha ok, bij deze ;) ik kijk uit naar een nieuw stuk :)

Geplaatst: 16 okt 2006 10:52
door vonk
Ik draaide mijn hoofd weg en slike mijn tranen in. Ik wilde het niet meer zien; het was ondraagbaar. 'Nu zie je hoe wij ons al die tijd voelden. We zagen jullie wel, maar we konden niet om hulp vragen. Wij waren gevangen, en jullie wisten het niet eens. Jullie geloofden niet eens in ons bestaan.' Brem legde zijn hand op mijn schouder.
'Dus dit is hoe jullie onze taal spreken.'
'Nou, eerlijk gezegd spreken we hem niet. Maar dit is wel hoe we de fatsoenlijke vertaal apperatuur hebben kunnen maken. In je eerste nacht hier heeft iemand het geloof ik bij je aangebracht, en daarvoor droegen wij het om iedereen in jullie wereld te kunnen verstaan.'
'Ik voel niets.'
'Het zit achter je oor...' Ik voelde achter mijn oor en voelde inderdaad een klein bobbeltje achter mijn oorschelp, 'en in je mond.' Ik voelde met mijn toch door mijn mond en voelde achter mijn kies een dergelijk bobbeltje zitten.
'Waarom hebben jullie niet gewoon gevraagd of jullie die aan mochten brengen?'
'Je was nogal overstuur, toen. We denken niet dat je toe had gestemt in een dergelijke operatie.' Ik knikte.
'Je hebt gelijk.'
'Wil je weer mee terug gaan? Of wil je verder wandelen door Atlantis. Er zijn wel hele mooie plekjes.' Ik glimlachte en legde mijn hand in zijn aangeboden arm. Hij was niet slecht. Helemaal niet.
'Laten we een eindje gaan wandelen.'

En dat deden we. We liepen door de straten van Atlantis, over de markt en langs de mooiste gebouwen. Mensen keken toe, en de kinderen speelde wie het dichtste bij durfde te komen. Op een gegeven moment kwam een kindje, ongeveer zeven, zo dicht bij, dat ik haar kon pakken en de lucht in kon zwaaien. Alle andere kinderen keken angstig toe, maar het meisje dat ik opgepakt had, gilde van plezier. Ik zette haar weer neer en ze grijnsde naar me. Daarna liep ze weer naar de andere kinderen. Ze waren daarna niet meer zo bang van het koninklijke echtpaar. 'Wauw, jullie hebben het hier wel mooi voor elkaar zeg. De stad loopt als een trein, en niemand lijkt ongelukkig.' Brem boog zijn hoofd en zweeg. 'Wat is er?'
'Wat je daar zegt klopt niet helemaal. Je hebt nog maar een klein deel van de stad gezien. De rest heb ik je nog bij uit de buurt gehouden. Ik zal je ernaartoe brengen. Maar dan moeten we eerst omkleden. We mogen daar niet herkend worden.' Ik keek hem aarzelend aan. Wat ging er nu gebeuren?

Brem had me mee teruggenomen naar het paleis waar hij ons in nederige gewaden had gekleed. Aan de simpele kleding zat een grote hoed. Hij adviseerde me die hoed ver over mijn gezicht te trekken. Zo liepen we opnieuw de straten op, maar we gingen verder van het paleis. De geuren werden anders; het begon te stingen. De bebouwing werd dichter, en de huizen werden gameler. Het leek wel alsof het peleis de bron was van welvarendheid, en dat het water niet zo ver kwam. Mensen hoestten verschrikkelijk, en de steegjes waren ranzig om door te lopen. Het leken de middeleeuwen wel! Een blinde vrouw baande een weg naar me, en strekte bedelend haar handen naar me uit. Brem wilde haar wegduwen, maar ik hield hem tegen. Ik had een paar Atlantische munten in mijn zak zitten, en ik haalde ze eruit. Ik deed ze in de hand van de arme vrouw en sloot haar hand. Ze boog dankbaar haar hoofd, en haalde zelf uit haar binnenzak iets tevoorschijn. Het was een roos, wit als sneeuw. Ik nam hem met trillende handen aan. Hij was mooier dan de andere rozen die ik ooit had gezien. Ik wilde de vrouw bedanken, maar toen ik opkeek, was ze al weg.

Geplaatst: 16 okt 2006 16:23
door yesdnil
Ellende, zie je ook in downtown Parijs of Brussel ....

Geplaatst: 23 okt 2006 08:58
door vonk
'Wat is er hier gebeurd?' Fluisterde ik naar mijn echtgenoot.
'Alles wat kwaad is. Wanneer iemand werkeloos is, of arbeidsongeschikt, kinderloos en oud, gehandicapt, ziek, of iets anders waardoor er geen stabiel inkomen is, komt hij hier terrecht. Vaak is er dan geen geld voor onderwijs, dus zijn of haar nakomelingen komen ook hier terrecht. Zo ziet het grootste deel van de stad eruit. Armoede. Het is hier niet zo geweldig als je dacht. Onze regering heeft gefaald.' Ik keek versteld om me heen.
'Maar... waarom doe je niks? Je hebt zo'n machtspositie!'
'Wat kan ik doen? Zo gaat het al generaties lang. Niks veranderd.'
'Denk je niet dat dat misschien komt doordat je het systeem niet veranderd?'
'Kan zijn. Hoe dan ook, ik zou niet weten hoe ik een ander regeringssysteem moest maken, en daarnaast zouden de rijken waarschijnlijk in opstand komen. En bovendien ben ik nog helemaal geen koning.' Ik knikte.
'Allemaal dingen waar ik wat aan kan doen. Ik zal je helpen een nieuw systeem te bouwen. Ik ken de systemen die in de rest van de wereld gebruikt worden, en sommige werken echt! En om jou koning te maken, moet ik een kind krijgen. Daartoe ben ik ook bereid. En om te voorkomen dat de rijken te veel van hun geld af moeten staan, moet er een wereldhandel komen. We moeten in contact komen met de rest van de wereld, en dan kan Atlantis écht welvarend worden. En ook dat kan pas wanneer jíj koning bent.' Brem glimlachte.
'Gesproken als een échte koningin. Ik weet zeker dat je een goede heerseres zal zijn.' Ik glimlachte, maar ik voelde me schuldig. Eigenlijk wilde ik hier zo snel mogelijk weg. Ik wílde helemaal geen koningin van Atlantis zijn. Maar ik kon de mensen die hier leefden helpen. Als ik dat kon doen voor mensen in Afrika of delen van Azië, dan zou ik het ook doen. Maar daar kon ik het niet. Hier wel. Was ik dan niet verplicht tot het ondernemen van actie? En wat maakte het nu uit of ik een paar maanden langer bleef?

De dagen die daarop volgden gingen sneller voorbij dan andere dagen ooit hadden gedaan. Ik en Brem waren samen begonnen aan het oprichten van een systeem. Een zorgwet voor de zieken, voor de werklozen, voor de arbeidongeschikte... wetten voor kinderen en verplicht onderwijs... werk aan huizen en riolen... Ik realiseerde me dat het veel tijd en veel moeite ging kosten voordat deze stad opgekapt zou zijn, maar het was een begin. Ik besloot de democratie nog niet voor te stellen want ik kon wel voorspellen dat dat fout af zou lopen. De boel zou corrupt worden als de pest, en dan waren we daarlijk onze macht kwijt aan mensen met minder goede bedoelingen. We hielden het nog verborgen van Istarna en zijn handlangers, en dat wilde ik zo houden. Hij zou absoluut niet blij zijn met onze plannen.
Langzaam begon ik ook te wennen aan het eten en de kleding en aan mijn nieuwe kapsel. Brem en ik gingen regelmatig wandelen door de stad, en ik ging vaak naar het Oracel. Ook gingen we regelmatig naar de armere delen van de stad, en dan gaven we geld aan bedelaars. We toonde ook ons gezicht af en toe, om ruchtbaarheid te maken van onze goede bedoelingen. Zo hoopte we een reputatie op te bouwen, zodat het straks makkelijker was om handlangers te krijgen. Ook begon ik langzaam het onderwerp seks aan te breken. Je kon immers moeilijk een erfgenaam voortbrengen zonder. Oke, het kon officieel wel, maar dat zou gewoonweg bizar zijn...

Geplaatst: 30 nov 2006 15:58
door vonk
Oké, praten met een prins over seks was moeilijk. Maar ik móest zwanger raken. Hoe sneller hoe beter. En dat kon voor twee redenen: reden nummer één zou zijn om naar huis te moegen, nummer twee zou zijn om Atlantis uit dit dal te trekken. Nou, als deze kroonprins niet geloofde in woorden, dan maar in daden!
Ik haalde diep adem en leunde met mijn rug tegen de deur van de kamer van Brem. Ik wist dat hij daar zat, zijn lessen te leren over de eindeloze geschiedenis van Atlantis, of over de manier om een land te regeren. Ik keek naar mijn gewaad. Niet heel veel, en ook niet bijzonder. Hier in Atlantis was werkelijk de saaiste mode, met voor de rijken alleen hele lichte kleuren. Nou, lichtroze had ik de pest aan, lichtblauw was te normaal, en lichtgeel vond ik verschrikkelijk. Nou, dan werd het toch weer wit. Ik had met een knalrood hoofd aan Hibescus gevraagd of hij een lingerie stel voor me wilde maken. Dat deed hij met een grote grijns op zijn gezicht. Nou ja, de smiecht. Hoe dan ook, nu kwam het op mij aan. Ik haalde nog één keer diep adem en stapte de kamer binnen, de ochtendjas om me heen knijpend. Brem zat inderdaad gebogen boven zijn boeken. Hij keek op toen de deur achter me dichtviel, en hij glimlachte naar me. Hij wilde opstaan, maar met een vastberaden blik duwde ik hem terug in de comfortabele stoel. Hij keek me vragend aan, maar ik zei niks. Langzaam liet ik de zijden ochtendjas van mijn schouders glijden, en werd mijn schaarsgeklede lichaam ontbloot. Hij keek met grote ogen naar mijn lichtgebruinde lichaam, en vervolgens weer naar mij. Als er íets was geweest dat hij niet had verwacht, dan was het dit wel! Ik legde mijn hand tegen zijn wang, en ging op zijn schoot zitten. Hij was opgewonden, en zijn adem versnelde. Ik kuste hem, mijn ogen geslogen. Hij legde zijn handen op mijn rug en hield me tegen zich aan. Hij kuste mijn nek en mijn schouders. Ik greep met mijn handen in zijn haar. Ja, dit wilde ik. Ik had er goed aan gedaan dit besluit te nemen.

Ik opende mijn ogen, en zag een navel. Ja, zijn navel. De navel van mijn echtgenoot. Ik keek omhoog en zag zijn gezicht en zijn witte haren. Ik voelde aan mijn eigen haren. Er waren meer witte plukken tussen gekomen. Het was net ouderdom, alleen had het wel wat charmants. Zijn hand lag nog op mijn schouder, maar hij sliep nog. Ik kuste zijn buik en sloot glimlachend mijn ogen.
--

Geplaatst: 03 jan 2007 11:44
door yesdnil
Alweer een mooi vervolg!
Was even het verhaal verloren ... Maar nu ik het gevonden heb heb ik eindelijk het vervolg verder kunnen lezen ;)

Geplaatst: 15 feb 2007 20:06
door Yang.
Net je hele verhaal even gelezen. Het leest echt goed! Ik zie het helemaal voor me hoe Atlantis en de mensen eruit zien [a]

Snel verder dus ! xD