[verhaal] Three words to remember.
Geplaatst: 19 aug 2009 17:19
All Time Low & Hey Monday in:
"Three words to remember.”
Introo: De wind waaide weer tegen mijn gezicht. Nu denk je weer, staat ze weer op een gebouw klaar om te springen ? Ik moet eerlijk toegeven, hier sta ik weer en het is nog steeds hetzelfde gebouw. Ik heb mijn leven voor de 2de keer verknald. Schreeuwt God dan niet dat het tijd is om te springen ? Wel ik denk van wel, dus hier sta ik nu aan de rand van het dak. De lucht ziet mooi roze, net zoals het elke ochtend doet. Maar ik kan niet van de lucht genieten. Ik kan niet eens springen. Twijfel ? Nee ,ik twijfel helemaal niet. Ik wil gewoon dat Alex met me mee zou springen. ‘Cause if you jump I will jump too.’ Riep ik. Wie weet is de dood helemaal nog zo slecht niet zoals iedereen beweerd. Ik geloof dat Alex me in hemel wel vergeeft. Maar wilde ik wel naar de Hemel ? Nee ! Ik wil naar Alex. Maar ik kan gaan en staan waar ik wil, maar de plaats waar Alex is kan ik niet komen. ‘Ik hou van je Alex.’ Riep ik. ‘Voor altijd.’fluisterde ik. En ik sprong.
Maar eerst geef ik jullie de rede waarom ik spring.
Ik zal helemaal vanaf het begin beginnen.
Deel 1: Redder.
Cassadee’s POV:
De wind waaide tegen mijn gezicht, koude wind, en ik voelde niets. Niets speciaal. Echt helemaal niets. Ik stond aan de rand van het dak en ik keek naar de honderden auto’s beneden me. De lucht was mooi licht blauw, net voor het donker wordt. Ik wiebelde heen en weer net als wanneer je een duik gaat nemen. Ik stond daar klaar om mijn sprong te wagen. Ik spreidde mijn armen en bracht ze daarna terug naar mijn zij. Dit deed ik een paar keer opnieuw. Ik keek weer naar beneden en ik herinnerde me vaag dat ik ooit bang was van hoogtes. Ik wachtte , ik hoopte dat ik iets zou voelen. Misschien angst of adrenaline, maar ik voelde niets. Het was net als de rest van mijn leven doelloos, geen gevoel. Ik kon geen enkel gevoel oproepen, ik bestond gewoon. Het enigste gevoel dat ik kende was teleurstelling. In familie ,vrienden maar vooral teleurgesteld in mij zelf. Ik wilde deze teleurstelling niet meer, het kwam me echt tot hier. Ik mis het om elke dag op iemand anders verliefd te worden. Ik mis het om, om de kleinste dingen boos te worden. Ik mis mijn vader. Maar het probleem is, ik kan het me niet herinneren hoe dat allemaal voelde. Het laat me eerlijk gezegd koud. Opeens waaide de wind weer stevig door en duwde me een beetje naar achter. Is dit een teken ? Vroeg een stem in mijn hoofd. ‘Nee’ antwoordde ik. ‘Dit is de natuur.’ Ging ik spontaan verder. Ik leunde naar voor. Ik gaf mezelf nog een laatste kans om angst of welk ander gevoel te voelen. Ik hoorde iets vanachter in mijn hoofd. Wat was het ? Twijfel ? Nee, ik twijfelde niet. Nee, ik had deze weg gekozen en ik zou deze weg volgen tot het einde. Ik lachte. Een lach zonder humor, zonder een echte rede om te lachen. Maar toch ik lachte. Ik ging op mijn tenen staan zo dicht dat de kant van het gebouw maar toeliet. Ik leunde weer naar voren en de wind probeerde me terug te duwen. Maar de wind zal ooit opgeven. Ik maakte mezelf klaar voor het betekenisloze vallen dat ik zo zal ervaren. Ik stootte me af en ik sprong.
Alex POV:
Nee, jack ik denk echt dat ze gaat springen, ik bel je later wel.’ Riep in de telefoon tegen Jack. Ik zag een meisje boven aan de rand van het dak van een gebouw staan. Ze spreidde haar armen en liet ze terug zakken naar haar zij. Ik rende meteen naar boven, ik moet zorgen dat haar niets overkomt. Ik rende als een gek de trappen op, want de lift moest 20 keer stoppen voor dat het helemaal boven was, en dan zou ik te laat zijn. Ik rende en rende. Ik was eindelijk boven, en daar zag ik haar. Ze was bloedmooi, ookal zag ze er vermoeid en bang uit, ze was beeldschoon. Ze had bruin haar met vanachter blond ,en in haar bles had ze ook blond ,net als ik. Opeens zag ik dat ze wilde springen en ik rende naar haar toe, hopen dat ik niet te laat was om haar tegen te houden. En ze sprong.
Cassadee’s POV:
Voor 1 stomme seconde dacht ik daadwerkelijk dat ik sprong. Maar toen realiseerde ik me dat ik naar voren had willen springen, en ik naar achter ben getrokken, en ook als ik had gesprongen hadden er geen stevige armen om me heen geweest. Of ben ik al in de hemel ? ‘Ben je gek ?’ riep een stem in mijn oor. ‘Ben je fucking crazy?’ ik hoorde dat het een mannenstem was. ‘Laat me los.’ Zei ik met een zachte stem. Hij had mijn hele plan geruïneerd, maar het was nog niet te laat ik zou nog snel naar de rand van het dak kunnen lopen, alleen als hij me los zou willen laten. ‘Laat me los.’ Riep ik zacht. ‘Hell no.’zei de vreemde mannenstem boos. ‘Als ik je nu los laat, ga je weer proberen van de kant te springen.’ Vervolgde hij. ‘Dat zijn jouw zaken toch niet of ik nu iets doe of juist niet doe.’ Zei ik tegen hem terwijl ik diep vanbinnen wenste dat hij me los zou laten. ‘Ik ben hier, jij bent gek, en dus zijn het wel mijn zaken op dit moment.’ Riep hij buitenadem. ‘En trouwens je kan je zelf niet zomaar van een gebouw gooien.’ Ging hij roepend verder. ‘Ik kan doen wat ik wil.’ Zei ik hem duister. ‘Het maakt me helemaal niets uit wat je zegt.’ Riep ik terug naar hem. ‘Ben je zeker dat je niet meteen naar de kant rent wanneer ik je los laat ?’ vroeg hij met iets raars in zijn stem. Ik probeerde het te herinneren wat het was, en na eventjes zoeken tussen oude herinneringen wist ik was zijn stem kleurde. Bezorgdheid. Hij was bezorgd om me. Dat heb ik al een lange tijd niet meegemaakt. ‘Wat interesseert jouw dat nu?’ vroeg ik hem terug. En toen bedacht ik dat ik zijn gezicht nog niet had gezien, het gezicht van mijn redder. Want als ik zijn gezicht zou zien, zou ik weten waarom hij dit doet. Ik had een gave om gezichten te lezen. ‘Het interesseert me omdat ik niemand zoiets kostbaars als leven wil zien verspillen.’ Antwoordde hij op mijn vraag. Ik keek naar zijn gezicht, en ik zag dat hij het echt meende dat ik niet dood mocht gaan. We zaten een tijdje in stilte tot hij zei ‘Wel hier is wat we gaan doen. Jij en ik gaan zo naar beneden, we gaan wat koffie halen voor jouw. Dan breng ik je naar huis en wees zeker dat ik zorg dat je familie vanaf nu elke stap volgt die je zet.’ ‘Ik heb geen familie.’ Zei ik koud. ‘En ik ga zeker niet naar huis.’ Fluisterde ik. ‘Je zult toch moeten.’ Zei hij licht geïrriteerd. ‘Nee.’ Zei ik stijf. ‘Thuis is hel. Het leven is onleefbaar & thuis is onmogelijk.’ Riep ik. ‘Uhm, okay.’ Zei hij. ‘Wel dan zal je naar mijn thuis moeten komen.’vertelde hij me opgewekt. En voor de eerste keer zins een lange tijd voelde ik iets anders dan teleurstelling. Wat was het ook al weer ? Verrassing. ‘Wat?’ zei ik op een geschokte toon. ‘Je hebt me wel gehoord.’ Zei hij blij. ‘Maar laten we eerst naar beneden gaan.’ Vervolgde hij ernstig. Hij liet me zachtjes los en we liepen naar beneden. ‘ik ben Alex by the way.’ Vertelde hij me. ‘Alex William Gaskarth.’ Een glimlach vond een weg naar zijn gezicht. Hij bleef verwachtingsvol naar mij kijken. En toen wist ik waar hij op wachtte. ‘Ik ben Cassadee.’ Zei ik hem. ‘Cassadee Pope.’ Vervolgde ik zacht. ‘Wel leuk je te ontmoeten Cassadee Pope.’ Zei hij blij. ‘Mhm.’ Mompelde ik. De lucht was donker blauw nu. Ik keek naar mijn horloge en ik zag dat het al 8:00 Pm was. Als het zomer was geweest zou er nu nog licht zijn geweest. Maar het is winter half december een week voor kerst. Ik bibberde, en ik sloeg mijn armen om me heen om het warmer te krijgen. Ik had geen trui of zelfs geen jas bij. Ik dacht dat ik het niet nodig had. Ik hoorde mijn tanden klapperen. Ik had het echt ijskoud. Ik bibberde eventjes tot ik merkte dat Alex zonder woorden zijn trui aan mij gaf. Hij keek me aan met een blik van probeer-niet-te-weigeren. Dat was ik ook niet van plan. Ik pakte de trui uit zijn handen & deed de trui aan. De trui bleef eventjes zitten bij mijn kapotte polsen. Alex snakte naar adem. Ik trok snel de trui naar beneden. ‘Wat heb je met je zelf gedaan ?’ vroeg hij meer in zich zelf dan aan mij. Ik besloot er niet op in te gaan en gewoon verder lopen. ‘Wel miss Pope. Het ziet er naar uit dat we over veel dingen zullen gaan moeten praten.’ Zei hij me. Normaal zou ik zeggen dat hij moest zwijgen en me alleen moest laten. Praten is niet echt mijn ding, maar iets zei me dat dit niet ‘normaal’ was. ‘Inderdaad mr. Gaskarth.’ Antwoordde ik terug. Ik kende Alex pas 5 seconden, en hij wekt al nieuwe emoties bij me op. Raar.
Moet ik verder gaan ?
"Three words to remember.”
Introo: De wind waaide weer tegen mijn gezicht. Nu denk je weer, staat ze weer op een gebouw klaar om te springen ? Ik moet eerlijk toegeven, hier sta ik weer en het is nog steeds hetzelfde gebouw. Ik heb mijn leven voor de 2de keer verknald. Schreeuwt God dan niet dat het tijd is om te springen ? Wel ik denk van wel, dus hier sta ik nu aan de rand van het dak. De lucht ziet mooi roze, net zoals het elke ochtend doet. Maar ik kan niet van de lucht genieten. Ik kan niet eens springen. Twijfel ? Nee ,ik twijfel helemaal niet. Ik wil gewoon dat Alex met me mee zou springen. ‘Cause if you jump I will jump too.’ Riep ik. Wie weet is de dood helemaal nog zo slecht niet zoals iedereen beweerd. Ik geloof dat Alex me in hemel wel vergeeft. Maar wilde ik wel naar de Hemel ? Nee ! Ik wil naar Alex. Maar ik kan gaan en staan waar ik wil, maar de plaats waar Alex is kan ik niet komen. ‘Ik hou van je Alex.’ Riep ik. ‘Voor altijd.’fluisterde ik. En ik sprong.
Maar eerst geef ik jullie de rede waarom ik spring.
Ik zal helemaal vanaf het begin beginnen.
Deel 1: Redder.
Cassadee’s POV:
De wind waaide tegen mijn gezicht, koude wind, en ik voelde niets. Niets speciaal. Echt helemaal niets. Ik stond aan de rand van het dak en ik keek naar de honderden auto’s beneden me. De lucht was mooi licht blauw, net voor het donker wordt. Ik wiebelde heen en weer net als wanneer je een duik gaat nemen. Ik stond daar klaar om mijn sprong te wagen. Ik spreidde mijn armen en bracht ze daarna terug naar mijn zij. Dit deed ik een paar keer opnieuw. Ik keek weer naar beneden en ik herinnerde me vaag dat ik ooit bang was van hoogtes. Ik wachtte , ik hoopte dat ik iets zou voelen. Misschien angst of adrenaline, maar ik voelde niets. Het was net als de rest van mijn leven doelloos, geen gevoel. Ik kon geen enkel gevoel oproepen, ik bestond gewoon. Het enigste gevoel dat ik kende was teleurstelling. In familie ,vrienden maar vooral teleurgesteld in mij zelf. Ik wilde deze teleurstelling niet meer, het kwam me echt tot hier. Ik mis het om elke dag op iemand anders verliefd te worden. Ik mis het om, om de kleinste dingen boos te worden. Ik mis mijn vader. Maar het probleem is, ik kan het me niet herinneren hoe dat allemaal voelde. Het laat me eerlijk gezegd koud. Opeens waaide de wind weer stevig door en duwde me een beetje naar achter. Is dit een teken ? Vroeg een stem in mijn hoofd. ‘Nee’ antwoordde ik. ‘Dit is de natuur.’ Ging ik spontaan verder. Ik leunde naar voor. Ik gaf mezelf nog een laatste kans om angst of welk ander gevoel te voelen. Ik hoorde iets vanachter in mijn hoofd. Wat was het ? Twijfel ? Nee, ik twijfelde niet. Nee, ik had deze weg gekozen en ik zou deze weg volgen tot het einde. Ik lachte. Een lach zonder humor, zonder een echte rede om te lachen. Maar toch ik lachte. Ik ging op mijn tenen staan zo dicht dat de kant van het gebouw maar toeliet. Ik leunde weer naar voren en de wind probeerde me terug te duwen. Maar de wind zal ooit opgeven. Ik maakte mezelf klaar voor het betekenisloze vallen dat ik zo zal ervaren. Ik stootte me af en ik sprong.
Alex POV:
Nee, jack ik denk echt dat ze gaat springen, ik bel je later wel.’ Riep in de telefoon tegen Jack. Ik zag een meisje boven aan de rand van het dak van een gebouw staan. Ze spreidde haar armen en liet ze terug zakken naar haar zij. Ik rende meteen naar boven, ik moet zorgen dat haar niets overkomt. Ik rende als een gek de trappen op, want de lift moest 20 keer stoppen voor dat het helemaal boven was, en dan zou ik te laat zijn. Ik rende en rende. Ik was eindelijk boven, en daar zag ik haar. Ze was bloedmooi, ookal zag ze er vermoeid en bang uit, ze was beeldschoon. Ze had bruin haar met vanachter blond ,en in haar bles had ze ook blond ,net als ik. Opeens zag ik dat ze wilde springen en ik rende naar haar toe, hopen dat ik niet te laat was om haar tegen te houden. En ze sprong.
Cassadee’s POV:
Voor 1 stomme seconde dacht ik daadwerkelijk dat ik sprong. Maar toen realiseerde ik me dat ik naar voren had willen springen, en ik naar achter ben getrokken, en ook als ik had gesprongen hadden er geen stevige armen om me heen geweest. Of ben ik al in de hemel ? ‘Ben je gek ?’ riep een stem in mijn oor. ‘Ben je fucking crazy?’ ik hoorde dat het een mannenstem was. ‘Laat me los.’ Zei ik met een zachte stem. Hij had mijn hele plan geruïneerd, maar het was nog niet te laat ik zou nog snel naar de rand van het dak kunnen lopen, alleen als hij me los zou willen laten. ‘Laat me los.’ Riep ik zacht. ‘Hell no.’zei de vreemde mannenstem boos. ‘Als ik je nu los laat, ga je weer proberen van de kant te springen.’ Vervolgde hij. ‘Dat zijn jouw zaken toch niet of ik nu iets doe of juist niet doe.’ Zei ik tegen hem terwijl ik diep vanbinnen wenste dat hij me los zou laten. ‘Ik ben hier, jij bent gek, en dus zijn het wel mijn zaken op dit moment.’ Riep hij buitenadem. ‘En trouwens je kan je zelf niet zomaar van een gebouw gooien.’ Ging hij roepend verder. ‘Ik kan doen wat ik wil.’ Zei ik hem duister. ‘Het maakt me helemaal niets uit wat je zegt.’ Riep ik terug naar hem. ‘Ben je zeker dat je niet meteen naar de kant rent wanneer ik je los laat ?’ vroeg hij met iets raars in zijn stem. Ik probeerde het te herinneren wat het was, en na eventjes zoeken tussen oude herinneringen wist ik was zijn stem kleurde. Bezorgdheid. Hij was bezorgd om me. Dat heb ik al een lange tijd niet meegemaakt. ‘Wat interesseert jouw dat nu?’ vroeg ik hem terug. En toen bedacht ik dat ik zijn gezicht nog niet had gezien, het gezicht van mijn redder. Want als ik zijn gezicht zou zien, zou ik weten waarom hij dit doet. Ik had een gave om gezichten te lezen. ‘Het interesseert me omdat ik niemand zoiets kostbaars als leven wil zien verspillen.’ Antwoordde hij op mijn vraag. Ik keek naar zijn gezicht, en ik zag dat hij het echt meende dat ik niet dood mocht gaan. We zaten een tijdje in stilte tot hij zei ‘Wel hier is wat we gaan doen. Jij en ik gaan zo naar beneden, we gaan wat koffie halen voor jouw. Dan breng ik je naar huis en wees zeker dat ik zorg dat je familie vanaf nu elke stap volgt die je zet.’ ‘Ik heb geen familie.’ Zei ik koud. ‘En ik ga zeker niet naar huis.’ Fluisterde ik. ‘Je zult toch moeten.’ Zei hij licht geïrriteerd. ‘Nee.’ Zei ik stijf. ‘Thuis is hel. Het leven is onleefbaar & thuis is onmogelijk.’ Riep ik. ‘Uhm, okay.’ Zei hij. ‘Wel dan zal je naar mijn thuis moeten komen.’vertelde hij me opgewekt. En voor de eerste keer zins een lange tijd voelde ik iets anders dan teleurstelling. Wat was het ook al weer ? Verrassing. ‘Wat?’ zei ik op een geschokte toon. ‘Je hebt me wel gehoord.’ Zei hij blij. ‘Maar laten we eerst naar beneden gaan.’ Vervolgde hij ernstig. Hij liet me zachtjes los en we liepen naar beneden. ‘ik ben Alex by the way.’ Vertelde hij me. ‘Alex William Gaskarth.’ Een glimlach vond een weg naar zijn gezicht. Hij bleef verwachtingsvol naar mij kijken. En toen wist ik waar hij op wachtte. ‘Ik ben Cassadee.’ Zei ik hem. ‘Cassadee Pope.’ Vervolgde ik zacht. ‘Wel leuk je te ontmoeten Cassadee Pope.’ Zei hij blij. ‘Mhm.’ Mompelde ik. De lucht was donker blauw nu. Ik keek naar mijn horloge en ik zag dat het al 8:00 Pm was. Als het zomer was geweest zou er nu nog licht zijn geweest. Maar het is winter half december een week voor kerst. Ik bibberde, en ik sloeg mijn armen om me heen om het warmer te krijgen. Ik had geen trui of zelfs geen jas bij. Ik dacht dat ik het niet nodig had. Ik hoorde mijn tanden klapperen. Ik had het echt ijskoud. Ik bibberde eventjes tot ik merkte dat Alex zonder woorden zijn trui aan mij gaf. Hij keek me aan met een blik van probeer-niet-te-weigeren. Dat was ik ook niet van plan. Ik pakte de trui uit zijn handen & deed de trui aan. De trui bleef eventjes zitten bij mijn kapotte polsen. Alex snakte naar adem. Ik trok snel de trui naar beneden. ‘Wat heb je met je zelf gedaan ?’ vroeg hij meer in zich zelf dan aan mij. Ik besloot er niet op in te gaan en gewoon verder lopen. ‘Wel miss Pope. Het ziet er naar uit dat we over veel dingen zullen gaan moeten praten.’ Zei hij me. Normaal zou ik zeggen dat hij moest zwijgen en me alleen moest laten. Praten is niet echt mijn ding, maar iets zei me dat dit niet ‘normaal’ was. ‘Inderdaad mr. Gaskarth.’ Antwoordde ik terug. Ik kende Alex pas 5 seconden, en hij wekt al nieuwe emoties bij me op. Raar.
Moet ik verder gaan ?