Pagina 1 van 1

Wake Up To A Fantasy.

Geplaatst: 30 aug 2009 17:42
door Jesskuu
Afbeelding
Copyright Jackie.
  • Wake Up To A Fantasy
Smoking is not permitted except in the designated areas. Please consult your guide map or ask a cast member for location. Please hold on to the handrails and stay clear from the doors until the monorail stops completely and the doors open. Ladies and gentlemen, welcome.
Copyright Disney

Re: Wake Up To A Fantasy.

Geplaatst: 31 aug 2009 08:36
door Jesskuu
Do You Believe In Magic?
Langzaam dendert de trein verder over de rails en het landschap verandert om de zoveel minuten. Verveeld leun ik met mijn elleboog tegen het raam aan en kijk gehypnotiseerd naar het om de zoveel minuten veranderedd landschap. Telkens als ik bijna weet waar we zijn door een bekende omgeving, verandert het weer zodat ik opnieuw moet beginnen met het herkennen van de omgeving.
De eerste twee uur in de trein heb ik naar muziek geluisterd om de verveling te voorkomen. Disneyland muziek om preciezer te zijn, want daar ben ik naar op weg. Tenminste, dat hoop ik. Mijn ouders wilden maar niet vertellen op wat voor een soort trein ze me hadden gezet, ze deden er echt heel erg geheimzinnig over. Er mocht ook niemand met me mee, dus ik zit hier in een lege coupe in een trein vol vreemdelingen. Geen idee waarom ze me op een trein vol vreemdelingen zouden zetten eigenlijk. Alleen als ik ergens naartoe ging waar ik het echt geweldig vond zouden ze zoiets doen. Plots gaat mijn telefoon en ik neem op, een beetje verbaasd dat ik zulke goede verbinding heb in een bewegende trein.
“Met Jessie?” Gelijk hoor ik dat ik met mijn moeder aan de telefoon hang. Ze schreeuwt haast door haar mobieltje. Ze kan nog steeds niet echt geloven dat ik haar kan horen als ze normaal door zo’n ding praat. Als automatisch houd ik de telefoon een centimeter of tien van mijn oor af.
“Ja, mam?”
“…”
“Ja, het gaat goed. Maar waar ga ik nu eigenlijk naartoe?”
“…”
“Dat méén je niet! Dat is like, zo gaaf! Dank je!” net als mijn moeder wilt antwoorden, wordt de verbinding verbroken en ik bemerk dat we door een tunnel rijden. Ik zal mijn moeder later wel sms’en dat ik door een tunnel ging, al zou ze dat zelf ook wel kunnen bedenken. Voordat ik me kan opwinden over het feit dat mijn moeder me vertelde dat ik echt naar Disneyland ga, met een of andere vage thema eraan verbonden of zo, wordt de deur opengemaakt.
Een meneer met een blauw pak loopt binnen. Door zijn hoed herken ik hem gelijk als de conducteur en ik glimlach vriendelijk naar hem, waarna ik mijn kaartje in mijn tas zoek. Als ik erachter kom dat je voor deze treinreis geen kaartje nodig hebt en dat hem wil zeggen, is hij alweer verdwenen. Verbaasd blijf ik even zo zitten en sta dan op om mijn coupedeur weer dicht te doen. Op de een of andere vage manier krijg ik het idee dat er een andere ademhaling in de coupe is en een beetje bangig ga ik weer op mijn plek zitten. Ik kijk weer naar buiten en kijk dan even schichtig om me heen. Ik vind het maar een rare rit, maar het is het waard. Het is het waard.
“Mijn kind...”
“Whaa!” Ik schrik zo erg dat ik bijna op de bank spring en ik kijk geschrokken naar het oude vrouwtje dat tegenover me zit. Hoe komt zij nu weer hier? Ik had toch de coupedeur dicht gedaan? Ze heeft oude vodden aan en lang, grijs haar dat in de klit zit. Haar felblauwe ogen kijken me grijnzend aan vanachter een rond brilletje, dat op haar kleine wipneus staat. Dit treinritje werd met de minuut raarder. Net als dat we nog steeds in de tunnel rijden. Een lange tunnel, dat zeg ik je.
“Je hoeft niet te schrikken, ik doe je geen kwaad.” De glimlach op haar gezicht maakt me dat ik het toch niet helemaal vertrouw. Het is zo’n… gemene glimlach, zo eentje die de heks van Sneeuwwitje ook op haar gezicht had toen ze Sneeuwwitje de appel wilde geven. Ook missen er een paar tanden en sommigen staan zo schots en scheef, dat ik verwacht dat die dadelijk ook over de grond gaan rollen. Toch ontspan ik een beetje en ga weer normaal zitten, waarna ik haar aanstaar. Even gaat mijn blik naar de deur en dan weer naar haar.
“Hoe?” vraag ik verbaasd terwijl ik een boek uit mijn tas pak. Een boek over Disneyland, want het zal best handig zijn om er wat over te weten als ik er eenmaal ben. Ik kijk het vrouwtje weer verbaasd aan.
“Dat doet er niet toe liefje, het doet er toe waar je naartoe gaat.” Haar glimlach wordt nog breder en ik glimlach eventjes. Het is vast maar een of andere publiciteitsstunt van Disney, om je al een beetje in de Disney sfeer te halen. Ik ga wat gemakkelijker zitten en kijk even naar de tunnel, waarna ik het vrouwtje weer aankijk. Maar, ze is alweer verdwenen. Ik loop naar de stoel tegenover mij en probeer een of ander knopje te vinden, waardoor ze waarschijnlijk gekomen en gegaan is, maar ik vind helemaal niets. Wat is dit voor een raar ritje?
Ik draai me om, ga zitten en richt me op mijn boek als plots de lichten beginnen te flikkeren. Systeem oververhit misschien? Heb ik zonder dat ik het weet op teveel dingen gedrukt waardoor het nu helemaal fout gaat? De trein maakte rare geluiden en ik word helemaal in elkaar geschud. Mijn boek vliegt uit mijn handen en schuift met de bewegingen mee over de vloer van de coupe. Qua treinreizen had ik toch heel wat meer van Disney verwacht, wat is hier aan de hand? Dit kan toch niet alleen maar komen van drukken op onzichtbare knopjes?
Please fasten your seatbelts.” Welke riemen? Dit is een trein, geen vliegtuig. Als ik wil opstaan om te kijken wat er in de andere coupes gebeurd, kan ik niet weg. De riemen. Ik kijk naar beneden en zie dat er een strakke leren riem om mijn heen gebonden zit, verbonden aan de stoelen. Wat is dit voor een treinreis? Ik vind dit echt niet leuk meer.
Ladies and gentlemen, we’re experiencing some problems with the brakes. We’re doing our bests to fix this problem. Please remain seated until this problem is fixed completely, thank you.” Blijven zitten? Goh, ik wilde net op staan hoor, echt. Dat gaat ook hartstikke makkelijk als je aan je stoel vastgebonden zit! Tot mijn verbazing begint ook nog een vrolijk liedje door de speakers galmen. Als ik naar buiten kijk zie ik dat we ons nog steeds in de tunnel bevinden, maar toch bemerk ik dat we ook harder gaan. Ik doe mijn best om de riemen af te doen, maar hoe erg ik er ook aan trek, het wil niet baten.
Oké, ik verveelde me misschien aan het begin van de reis, maar dat betekent nou ook niet dat het zo spannend moet worden! Hopend dat ik dadelijk wakker word in mijn warme, zachte bed en nog moet vertrekken naar Disneyland sluit ik mijn ogen. De trein maakt nog meer vaart en het lijkt wel alsof er geen eind aan komt. Plots voel ik een rare kriebel in mijn buik en het gevoel alsof ik zweef komt opdagen. Het is net als mijn eerste ritje ooit in een achtbaan. De speakers kraken en vaagjes hoor ik een stem lachend zeggen: “You can fly, you can fly.

Re: Wake Up To A Fantasy.

Geplaatst: 31 aug 2009 18:28
door Patrick
Jesskuu schreef:
Do You Believe In Magic?
Langzaam dendert de trein verder over de rails en het landschap verandert om de zoveel minuten. Verveeld leun ik met mijn elleboog tegen het raam aan en kijk gehypnotiseerd naar het om de zoveel minuten veranderend landschap. Telkens als ik bijna weet waar we zijn door een bekende omgeving, verandert het weer zodat ik opnieuw moet beginnen met het herkennen van de omgeving.
In dat stukje zag ik een paar grammatica foutjes.

Voor de rest vind ik het in een leuke stijl geschreven en je maakt me echt benieuwd naar wat gaat gebeuren. Na een volgend stukje zal ik inhoudelijk er beter op in kunnen gaan :D

Schrijf maar snel verder :D

Re: Wake Up To A Fantasy.

Geplaatst: 31 aug 2009 19:00
door Jesskuu
Woesh, thank you! En ja, nu je het zo laat zien snap ik het wel weer. Die rot veranderingen ook [a]. Ik heb het aangepast!
Het volgende stukje..
En ja, mijn Frans is ook slecht hoor [a]. Aangepast! [/bang om met verandert te werken xD]

------------------

Lost Or Broken Fairytales.
De trein valt verder naar beneden en ik schreeuw mijn longen uit mijn lijf. Ik weet niet wat er gebeurd, behalve dat we van een immens hoge hoogte vallen. Als ik naar buiten kijk ziet alles er nog hetzelfde uit, maar het vallende gevoel blijft. Plots komt de trein tot stilstand en ik knal keihard naar voren. Mijn riem is weer verdwenen en verdwaasd kijk ik op. Tientallen mensen staan om mij heen, maar door de klap verlies ik bijna mijn bewustzijn. Het beeld draait en misschien zijn die tientallen mensen maar twee mensen, geen idee.
Ladies and gentlemen, thank you for your patience. We will continue our ride as soon as possible, thank you.

Langzaam kom ik weer een beetje bij van mijn harde val in de trein en bemerk dat ik op een zacht bed lig. Was het dan toch allemaal maar een droom? Ik had wel vaker last van deze nachtmerries. Dan leken ze zo echt en dan viel je ergens doorheen of overheen. En op het moment dat je dan wakker wordt, heb je het gevoel alsof je ook nog eens echt gevallen bent.
Net op het moment dat ik mijn ogen wil opendoen voel ik een nat doekje dat over mijn hoofd gehaald wordt. Verward open ik mijn ogen en kijk recht in de ogen van een jonge vrouw. Als ze ziet dat ik mijn ogen open gemaakt heb, legt ze het doekje weer in de kom en loopt ze opgewonden naar de deur.
“Meiden, ze is wakker!” Zegt ze met een wel heel herkenbare stem en plots lopen er een paar andere jonge vrouwen mijn kant op. Verkleed als… Disney figuren. Ben ik in Disneyland beland? Voorzichtig probeer ik overeind te komen en tot mijn verbazing gaat dit redelijk goed. Een andere deur gaat open en er komt een man met een lange paarse puntmuts naar buiten gestrompeld. Merlijn? Oké, wat is hier aan de hand?
“O, je bent wakker. Welkom in ons dorpje.” Zegt hij met een glimlach en ik kijk hem nogal vaagjes aan, welk dorpje? “Kan je me niet verstaan? Tu parle Français?”
“Nee, nee… ik versta u wel. Ik herinner me alleen niet meer hoe ik hier gekomen ben…” zeg ik en ik ga verward op de rand van het bed zitten. De meiden houden op met hun geroezemoes en worden weer naar buiten begeleid door Merlijn. Hij loopt naar me toe, pakt het doekje en geeft het me aan. Gelijk gooi ik het doekje op mijn gezicht, waardoor Merlijn even moet grinniken.
“Dat komt later wel. Mijn naam is Merlijn.” Ik haal het doekje weer van mijn gezicht af en vouw het op, waarna ik het aan hem geef. Hij glimlacht en legt het doekje weer neer, “En wat is jouw naam?”
“Jessie.” Zijn ogen worden voor een seconde wat groter en dan loopt hij naar de boekenkast toe. Hij gaat met zijn vinger over verschillende boeken heen, waarna hij stopt bij een groot roodgekleurd boek. Hij bladert er snel doorheen en ik haal mijn schouders op, waarna ik even de kamer doorkijk. Grote, stenen, grijze muren met een houtenfundering. Oude boekenkasten, een bureau, twee bijzettafeltjes en een bed waarop ik nu zit. Voorzichtig ga ik staan en zie dat Merlijn het boek heeft neergelegd en bedenkelijk voor zich uitkijkt. De houten vloer kraakt als ik naar hem toeloop, maar hij merkt me niet op.
“Pardon, Merlijn?” vraag ik, maar hij blijft bedenkelijk voor zich uit kijken. Het rode boek ligt dichtgeklapt op de tafel, maar de titel trekt me aan: ‘Verloren of Gebroken Sprookjes’, “Hé, wat is dit voor een boek?”
“Niet aankomen!” zegt Merlijn gelijk en hij springt haast op het boek. Hij drukt het tegen zich aan en nogal geschrokken kijk ik hem aan. Zijn blik ontspant zich weer en hij zucht eventjes, “Dat is… ook voor later. Nu zal ik je voorstellen aan wat bewoners en die zullen je het dorp laten zien.” Ik knik beduusd en hij legt het boek weer in de boekenkast, waarna hij naar de deur loopt en hem opent. “Kom.” Snel ga ik hem achterna. Zo te zien zijn we nu in Merlijns kasteel, maar ik kan me niet herinneren dat die ook in Disneyland stond. Wat bedoelde Merlijn eigenlijk met dorpje? Ik bedoel, het is toch gewoon een park?
Pas als ik buiten kom, begrijp ik een beetje wat er gebeurd. Ik ben niet in Disneyland. Volgens mij ben ik ook niet eens meer gewoon in onze wereld. De wereld die ik hier zie is prachtig, maar ook een beetje verwarrend. Het dorpje ligt aan een de ene kant aan een groot bos met daarachter een grote oceaan en aan de andere kant ligt een vallei met bomen en wat meertjes. De zon schijnt fel, maar zijn gloed is niet te warm. Het dorpje zelf is pittoresk, maar je ziet wel de invloeden uit de verschillende sprookjes zoals, Aladdin, Peter Pan en Doornroosje. De giebelende meiden staan net buiten de deur en lopen gelijk naar me toe als ze me zien. Ik glimlach scheefjes, niet echt wetend wat ik er nu allemaal van moet denken.
“Ik ben Belle.” Zegt het meisje dat mijn hoofd afdepte en ik schud haar hand. Daarvan herkende ik haar stem dus.
“Mijn naam is Sneeuwwitje.” En ik schud haar hand ook. Zo gaan we heel het rijtje af. Doornroosje, Assepoester, Jasmine en Ariel. Blijkbaar zijn ze allemaal heel geïnteresseerd naar mijn kleding, want een meisje in een broek hebben ze nog nooit gezien. Tenminste, dat vertellen ze me.
“Kom, je moet er als een prinses uit gaan zien, want dat ben je toch, neem ik aan?” Zegt Doornroosje en ze neemt mijn hand vast.
Verbaasd kijk ik Doornroosje aan, “Ik… een prinses?”
“Meiden…” zegt Merlijn streng en vervolgens loopt hij weer naar binnen. Sneeuwwitje kucht eventjes en ik kijk Doornroosje afwachtend aan. Ze bijt even op haar onderlip, laat mijn hand los en haakt dan haar arm in de mijne, “Kom, ik zal een jurk voor je maken.”
“Nee, dan moet ze bij mij zijn.” Zegt Sneeuwwitje gelijk en ze pakt mijn hand vast. Ook de andere meiden haken erop in en ik besluit ze het maar uit te laten discussiëren. Doornroosje en Sneeuwwitje hebben mijn armen inmiddels alweer losgelaten en ik kijk even rond. De prinsen zitten allemaal aan een tafeltje bij het plaatselijke restaurant en als ze mij zien kijken, zwaaien ze even. Ik groet even terug, niet echt wetend wat ik moet doen. Plots komt er iets wits langs me gestormd en het maakt dat ik even een paar pirouettes maak. Ik beland uiteindelijk op de grond en kijk op. Verhip, het witte konijn van Alice in Wonderland staat recht voor mijn neus. Helemaal in een haast hopt hij van zijn ene been op de andere en kijkt me nieuwsgierig aan, “Het spijt me zeer, jonkvrouw. Ik ben te laat ziet u, te laat voor een erg belangrijke datum!”
“Het geeft niets, maar voor welke datum bent u te laat?” vraag ik en ik sta op, waarna ik mijn broek even afklop. Het konijn kijkt me geschrokken aan, springt eventjes en rent dan weer weg. Dit moet niet gekker worden. Het verbaasd me al dat Alice niet achter hem aanrent, dan zou het sprookje helemaal compleet zijn. En wat had dat boek van Merlijn te betekenen? Bestaan er verloren of gebroken sprookjes?
“Jessie?” hoor ik Belle vragen en ik draai me om. De meiden staan nu allemaal op een rij, klaar om volgens mij iets te ondernemen. Ik knik eventjes en Ariel stapt naar voren, “We gaan naar Andalasia.”

Re: Wake Up To A Fantasy.

Geplaatst: 31 aug 2009 19:07
door Patrick
Wow, als dat toch mogelijk was :D Dat zou de droom van menig kind zijn: even met hun favo-sprookjes held te kunnen spelen/praten...

Ik zag in het stukje dat je Tu parlais Francais had staan. Dit moet natuurlijk: Tu parle Français? zijn.
Wat jij zegt is Praatte jij Frans? Wat ik zeg is Praat jij Frans? Denk ook aan het ç.

Voor de rest ik vond het een heel leuk stukje, heb het met plezier gelezen. Ga maar verder :D

Re: Wake Up To A Fantasy.

Geplaatst: 01 sep 2009 11:33
door Jesskuu
So, To Be One Of Us.
"Andalasia? Van Giselle uit de film Enchanted?” vraag ik en de meiden knikken opgewonden.
“Ken je het? Ben je soms een kennis van Giselle? Dat zou je rare kledingstijl kunnen verklaren, wordt vast een nieuw hype. En wat is een film?” vraagt Jasmine opgewonden en ze gebaart dat ik naast haar moet lopen. Even kijk ik naar haar ‘broek’ en ze wuift die gedachte weg, “Mensen zien het meer als een soort jurkbroek.”
“Aha. Nee, ik ben geen kennis van Giselle…”
Belle komt gelijk naast me lopen, “Hoe ken je haar dan? Je bent duidelijk niet uit deze buurt.”
“Dat kan kloppen ja, ik heb namelijk geen idee waar ik eigenlijk ben beland.” Geef ik eerlijk toe en de meiden kijken me verbaasd aan. Dan grijnzen ze en Ariel neemt mijn arm van Jasmine over, “Dat komt later wel. Eerst maar even een jurk voor je uitzoeken. En em.. een film, wat is dat?”
“O, niets bijzonders. Ik dolde maar wat.” Verzin ik bij elkaar en de meiden giechelen even. Het lijkt me niet echt een goed idee om nu over de wereld te gaan praten waar ik eigenlijk vandaan kom zonder te weten waar ik eigenlijk ben beland. De meiden blijven maar doorpraten over mijn rare kledingstijl en we lopen zo een beetje door het dorp. Ik kijk meer naar de excentrieke gebouwen en de namen ervan, die me soms wel erg bekend voorkomen. Plots staan we voor een winkel waar op het raam in sierlijke letter ‘Andalasia’ staat geschreven. De meiden nemen me gelijk mee naar binnen en zorgen dat ik een pirouette maak, zodat Giselle kan zien hoe mijn lichaamsbouw is. Blijkbaar had ze me al verwacht en ik vraag me af hoe, maar dan zie ik een aantal muizen wegschieten. Assepoester. Die dieren ook.
“Ik weet iets geweldigs voor je.” Zegt Giselle met een brede glimlach en tot mijn verbazing zie ik Edward achterin de winkel staan. Hij zwaait even naar Giselle en ze gaat naar hem toe om hem een kus te geven. Wat is er gebeurd met Patrick? Of… is dit een van de gebroken sprookjes? Of is dit de normale versie en die versie die wij kennen een gebroken of verloren sprookje?
Ze loopt weer verder door de winkel terwijl ze een paar rekken bekijkt. Plots blijft ze staan en ze klapt opgewonden in haar handen, waarna ze een geweldig mooie jurk uit het rek haalt. Lichtblauw gekleurd met hier en daar zilver en wit. Ze geeft hem me aan en gebaart me naar een pashokje, waarna ze met me mee gaat. Ze doet het gordijntje dicht en gebaart dat ik verder moet lopen. Dit doe ik en ik kom in een hele grote klerenkast terecht, waar geweldig veel schoenen staan.
“Je kunt je kleren uitdoen.” Zegt Giselle alsof het de normaalste zaak van de wereld is en aangezien ze het ook zo opvat, doe ik maar wat ze zegt. Als ik in mijn onderbroek en BH sta, fluit ze eventjes, waarna ik plots iets warms tegen mijn rug voel. Ik draai me om en zie daar mijn jurk vliegen. Of ja, een paar vogels hebben de jurk vast. Giselle doet mijn armen omhoog en dan voel ik hoe de vogels de jurk om me heen laten vallen. Hij past precies en ik glimlach breed.
“Niets veranderd…” zegt Giselle met een glimlach en ik weet niet waar ze het over heeft. Ik ben hier toch niet eerder geweest? Of wel? Sommige dingen komen me wel bekend voor, maar dat komt gewoon door al die sprookjes die ik gezien heb. Denk ik, “Deze schoenen?” Giselle houdt een paar witte muiltjes voor me uit en ik glimlach, waarna ik mijn sokken uitdoe. Ze retourneert al mijn kleren in een grote kluis en doet deze op slot, waarna ze helpt mijn schoenen aan te doen. Ook die passen perfect en ik glimlach, Giselle ook.
“Het is echt geweldig, bedankt Giselle.” Bedank ik haar gemeend.
“We zijn nog niet klaar hoor.” Zegt ze met een grijns en ik kijk haar vragend aan. Ze gebaart dat ik moet plaatsnemen op de stoel, “Nu, ontspan je en sluit je ogen.” Ik vertrouw het nog steeds niet en ga zitten in de stoel, waarna ik haar aankijk, “Doe maar. Je kent me toch, ik doe je niets. Ik beloof het je.” Nog steeds twijfelend doe ik mijn ogen dicht en voel hoe er aan mijn haar geklierd wordt. Ook op mijn gezicht voel ik kwastjes langsgaan. Mijn haar en make-up werden vast gedaan. Zonder dat ik het zelf merk dommel ik weg naar een droomland. Of misschien wel naar de echte wereld, ik had toch een harde klap met mijn hoofd gehad.

“Jessie, liefje, wakker worden.” Ik voel hoe er zacht tegen me aangeduwd wordt en open moeizaam mijn ogen. Twee helderblauwe ogen staren me terug aan en ik schrik wakker. Wow, het was geen droom? Ik ben er nog steeds. Of is dit een van die dromen waarin je steeds denkt wakker te worden, maar dan nog steeds slaapt?
“Hallo, ik ben mevrouw Pot.” Zegt de vrouw en ik schud haar hand. Mevrouw Pot… wacht, van Belle en het Beest! Ik kijk haar aan en zie dat ze helemaal geen pot meer is, of misschien is geweest. Een klein jongetje staat achter haar.
Ik glimlach, “Jacobje.”
“Dat klopt!” zegt Jacob blij en hij schudt mijn hand. Ik grijns even, sta op en kijk mevrouw Pot aan. Ze gebaart me dat ik in de spiegel moet kijken en dit doe ik dus ook. Als mijn ogen mijn nieuwe ik zien, glimlach ik breed. Ik zie er net uit als een van die prinsessen uit sprookjes. Voorzichtig haal ik mijn hand door een plukje haar. Steil. Mijn altijd zo krullerige, pluizige en onhandelbaar haar is nu steil. En mooi opgestoken ook nog.
“Herinner je het je weer?” vraagt mevrouw Pot.
Ik kijk haar vragend aan. “Wat… wat bedoelt u?”
“Je bent…”
“Nee, nee, geen woord!” Merlijn komt weer binnengestapt, pakt mijn arm vast en neemt me weer de winkel uit. We laten een verbaasde mevrouw Pot achter. De prinsessen kijken me allemaal opgewonden aan en willen naar me toe, maar Merlijn gebaart dat ze moeten blijven staan. Dit doen ze, maar wel kijken ze me vragend aan. Ik haal mijn schouders op en laat me door Merlijn begeleiden naar het bos. Daar zet hij me neer op een steen en gebaart dat ik om moet draaien. Ik draai me om en zie dat er een kristalhelder meer ligt dat elk stukje zonlicht reflecteert wat dansende kleuren boven het meer geeft. Het is prachtig, maar dan herinner ik me weer wat mevrouw Pot zei. Nieuwsgierig kijk ik Merlijn aan.
“Waar had mevrouw Pot het over, Merlijn?”

Re: Wake Up To A Fantasy.

Geplaatst: 01 sep 2009 22:32
door Patrick
Ik vind he best wel hilarisch. Ook al kan dit dus eigenlijk helemaal niet, vi d ik het toch een leuk verhaal. Er zijn natuurlijk nog dingen die nobg beter kunnen, maar ik zal morgrn wat uitgebreider hier op in gaan!

Re: Wake Up To A Fantasy.

Geplaatst: 02 sep 2009 13:13
door Jesskuu
Haha, eerlijk gezegd vond ik die ook mijn slechtste hoofdstuk. Zeker omdat ik niet precies wist wat ik er nou mee moest x'D. Bedankt voor je reactie =D.
Now That You're One Of Us.
"Ik kan je het niet vertellen, Jessie. Je moet er zelf achterkomen.” Zegt hij enkel. Ik kijk weer naar het meer en het water is zo helder, dat ik verschillende vissen zie rondzwemmen. Twee beren staan aan de overkant van onze oever vissen te vangen en ik kijk Merlijn aan, die een achteloos gebaar maakt, “Brother Bear.”
“Brother Bear…” zeg ik hem na en ik kijk weer naar de beren. Nu pas zie ik dat het een grote beer is met een kleine beer. Dan herinner ik me weer dat Merlijn wist hoe de film heette in onze wereld en ik kijk hem vragend aan, “Hoe wist u…”
“Ik weet meer over jullie wereld dan je denkt, Jessie. Kom, ik leg het je uit.” Hij pakt mijn arm weer vast en neemt me weer mee het dorp in. De geplaveide keien maken het me moeilijk om te lopen op deze hoge hakken. Weer lopen we langs de prinsessen en weer willen ze opstaan, maar Merlijn maakt een simpel handgebaar en ze gaan zuchtend neerzitten. Even grinnik ik, want zo had ik me Merlijn helemaal voorgesteld, streng en rechtvaardig. Tot mijn verbazing komen we langs een groot verlaten huis. Merlijn ziet dat het huis mijn aandacht trekt en stopt eventjes.
De hekken zijn groot en hier en daar lopen spinnen over de ijzeren staven. Normaal zou ik helemaal uitflippen om een klein spinnetje, maar ik richt mijn aandacht er niet op. Het huis blijft mijn aandacht trekken. Het doet mij denken aan de Haunted Mansion of Phantom Manor in Disneyland. Al ben ik er nooit geweest, ik herken het huis uit duizenden. Als ik dicht bij het hek sta, komt er een koude rilling op me af die maakt dat ik naar achter stap. Een seconde komt er een gezicht tevoorschijn, maar verdwijnt dan weer. Snel pakt Merlijn mijn arm weer vast.
“Ze houden niet van bezoekers.” Verklaart hij simpel en ik kijk weer even achterom naar het huis. Alleen boven dit huis hangen wolken en dondert het, in de rest van het dorp is het goed weer. Nu ligt dit huis ook net buiten het dorp, dus merk je er in het dorp niet veel van. Ik kijk weer naar voren en zie dat we een bos inlopen. Merlijn loopt zo doelbewust dat ik mijn best moet doen om zijn pas bij te houden. Plots doemt er een groot kasteel op, die je niet ziet vanuit het dorp. Ademloos kijk ik ernaar en Merlijn klopt aan. Het is niet echt een sprookjeskasteel, de buitenkant is geplamuurd, maar niet opgeleukt met kriebels. Het heeft een beetje een koude uitstraling, maar als de deur opengaat zie ik dat de binnenkant totaal anders is. Buiten zo koud, binnen zo warm.
Voorzichtig stap ik Merlijn achterna naar binnen en kijk rond. De hal is rond en erg kolosaal, met een grote stoel in het midden. In de stoel zit een jongeman en hij kijkt me nieuwsgierig aan. Merlijn stapt naar voren en buigt lichtjes, waarna ik ook maar lichtjes buig. De man knikt even lichtjes en gebaart dat we door mogen lopen, waarna hij iemand de opdracht geeft ons te begeleiden naar waar we dan ook naartoe gaan. Terwijl de man ons voorloopt blijf ik rondkijken. Ik ben altijd al gefascineerd geweest door kastelen en dan helemaal kastelen die in sprookjes voorkomen.
“Jessie, we zijn er.” Hoor ik Merlijn zeggen en ik kijk naar de kamer waar Merlijn inloopt. Wow, zoveel boeken heb ik nog nooit gezien. Wacht eens, het kasteel, de jongeman, de man die met ons meeloopt, de bibliotheek. Ja, dit is het sprookje van Belle en het Beest.
Ik grijns breed en loop Merlijn achterna, die weer heel doelbewust op de boekenkasten afloopt. Ik draai me om en besluit op hem te wachten. Lumiere loopt alweer naar de deur om deze te sluiten en loopt dan naar mij toe, waarna hij een rondje om me heen loopt. Het is grappig als je nieuw bent in een dorp, vooral een dorp als deze. Ik buig lichtjes.
“Ik ben Jessie.”
Lumiere grijnst. “Je sais. Je suis Lumiere.”
“Je sais aussi.” Zeg ik met een grijns terug en hij kijkt verrast op. Vast niet gewend dat iemand in het Frans terugpraat. Nu moet ik zeggen dat mijn Franse vocabulaire ook niet zo verdomt groot is, maar deze simpele zinnetjes kan ik nog wel herinneren van mijn schooljaren. Schooljaren, mijn wereld. Hoe moet ik terugkomen? Ik draai me om, “Merlijn?”
“Ja, Jessie?” hoor ik van boven komen en tot mijn verbazing zie ik dat hij tussen de boeken doorzweeft. Even schud ik met mijn hoofd en doe dan alsof er niets speciaals gebeurd is. Hij is een tovenaar, dus dan is het logisch dat hij kan vliegen, “Hoe… kom ik weer terug naar huis?”
“À la maison? No, no! C’est…” begint Lumiere, maar plots landt Merlijn recht tussen hem en mij.
“Tranquille, Lumiere!” Lumiere knikt lichtjes en loopt dan naar de deur om daar te wachten totdat wij klaar zijn. Vragend kijk ik Merlijn aan en hij zucht, waarna hij mijn hand vastpakt. Plots zweven we beiden omhoog naar een wenteltrap, waar een boekenkast ingebouwd is. Hij zet me neer op een grote koffer en ik ga erop zitten, waarna hij zelf een stukje verder de wenteltrap opgaat, “Al deze boeken hier, zijn sprookjes. Sommigen zijn nooit tot leven geblazen, andere hebben de kans gehad, maar zijn mislukt om goede sprookjes te worden.” Hij loopt naar me toe, glimlacht even en haalt een boek uit de kast. Hij geeft het aan mij en verbaasd kijk ik ernaar. Dat meisje op de voorkant komt me bekend voor, maar die jongen… ook vaagjes, maar ik zie alleen zijn achterkant. Wacht eens, dat meisje ben ik. Verbaasd kijk ik Merlijn aan en hij knikt, “Zo ook het jouwe, Jessie.”
“Ik wil weten wat er gebeurd is.” Zeg ik en ik probeer het boek open te maken, maar dit lukt me met geen mogelijkheid. Merlijn neemt het boek over en opent hem. Snel pak ik het van hem over, maar het sluit onmiddellijk. Met geen enkele kans kan ik te weten komen wat erin staat, behalve als iemand het me voorleest, “Merlijn, kan je het me voorlezen?”
“Nee, en wat er gebeurd is kan je niet in het boek vinden. Dat moet je zelf uitzoeken.” Zegt hij enkel en hij gebaart dat ik het boek bij moet houden, “Neem het met je mee. Telkens als je terug wilt naar de echte wereld, moet je naar het boek kijken. Je hoort hier Jessie, je verhaal is een van de gebroken of verloren sprookjes. Je moet hier blijven om het weer goed te maken.”
Ik knik achteloos en staar naar het boek in mijn handen. Dan kijk ik Merlijn weer aan, “Weten mijn ouders dat ik hier ben?”
Merlijn gaat door zijn benen en knielt voor me neer, waarna hij me begrijpend aankijkt, “Ze hebben er zelf voor gekozen om jouw weer op de trein te zetten. Al vanaf jouw komst wisten ze dat jij anders was, een prinses. Ik ken je adoptie ouders heel erg goed en wist dat ze voor je konden zorgen, maar nu is het voor hun voorbij. Je moet nu de rest zelf doen.”

Re: Wake Up To A Fantasy.

Geplaatst: 07 okt 2009 14:26
door Jesskuu
Hoofdstuk 5: Midnight Fairytales.

Bibberend van de kou zit ik hier buiten in het dorp op een bankje. Waar de rest is weet ik niet, vast al naar hun huisjes gegaan toen het donker werd. Merlijn liet me alleen achter in het kasteel, om me alleen te laten met mijn gedachtes. Het is best heftig als je erachter komt dat je ouders niet je echte ouders zijn. Ik wilde nog vragen wie mijn echte ouders zijn, maar om de een of andere reden kon ik het niet over mijn lippen krijgen. Een reden waarom ik het niet mag weten, denk ik zelf. Ik zou zelf moeten uitzoeken wie mijn ouders echt zijn en waar ik thuishoor. Maar dan nog had hij me kunnen vertellen waar ik kon gaan slapen, nu heb ik echt geen idee waar ik heen moet. Met een zucht kijk ik naar het blauwe boek. Ik en de jongen op de voorkant zien er gelukkig uit, dat kan ik wel zien, ook al staat de jongen met zijn rug naar me toe. De foto is met goud omlijst in sierlijke krullen. Het is echt een heel mooi boek, al is de titel zo vervaagd, dat ik niet goed kan lezen wat er staat. Het enige wat ik zeker weet is dat er mijn naam staat, zijn naam en mijn ouders namen, maar die zouden pas tevoorschijn komen als ik het antwoord vindt. En dat ga ik doen.
“En wie hebben we hier?” Ik moet het toegeven; het is een beetje raar om kapitein Jack Sparrow in het Nederlands te horen praten, maar toch weet ik gelijk dat hij het is. Nu natuurlijk iedereen veilig in zijn of haar huisje zit, heeft hij vrij spel in het dorp, “Een nieuwe prinses?” Hij tuit zijn lippen uitdagend, maar eigenlijk heb ik helemaal geen zin in dit soort gedoe. Wat ik nu eigenlijk wil is een warm bed zodat ik kan slapen. Het moment dat het ook echt donker werd, werd ik ook echt moe. Even gaap ik, “Ja, zeker een prinses.”
“Jessie is de naam.” Zeg ik dan maar en ik kijk hem aan.
Hij kijkt me verrassend aan en glimlacht dan breed, “Jack Sparrow. Kapitein.”
“Maar natuurlijk.” Ik pak het boek, sta op en loop weg, geen idee waar naartoe. Ik hoor Jack nog allemaal dingen roepen, maar ik schenk er verder geen aandacht aan. Het enige waar ik me op focus is op een leegstaand huisje te vinden waar ik kan slapen, want dat is mijn eerste zorg nu. En natuurlijk op waar ik loop. Dan herinner ik me het huis weer aan het eind van het dorp, maar ik herinner me ook dat Merlijn zei dat ze niet van bezoekers houden. Even blijf ik stilstaan aan de andere rand van het dorp en denk even goed na, waar kon ik heen?
De bomen gaan zachtjes heen en weer op het ritme van de wind en je hoort de krekels een symfonie spelen met hun achterpoten. Het gras ruikt heerlijk, alsof het pas gemaaid is, maar dat lijkt me sterk aangezien ze hier nog als vanouds leven. Geen mobieltjes gezien sinds ik hier kwam. Eerlijk gezegd heb ik mijn mobieltje ook nergens meer gezien, waar is die eigenlijk gebleven? Een beetje dommig begin ik om me heen te kijken, terwijl ik weet dat hij toch niet hier ligt.
“Hallo daar.” Hoor ik iemand zeggen en verbaasd kijk ik om me heen, maar ik zie niemand. Pas als ik naar de dichtstbijzijnde boom kijk, zie ik dat er een kat in ligt. De Kolderkat uit Alice in Wonderland, dit kon weinig goeds betekenen. Zijn gele ogen kijken me grijnzend aan en zijn lach maakt dat ik een stapje naar achter maak. Zijn vacht is paars met roze gestreept en oogt niet bepaald zacht. Voorzichtig ga ik op een steen zitten, “Zijn we iets kwijt?”
“Nee, hoor. Ik weet alleen niet waar ik heen moet.” Leg ik uit, maar ik weet het antwoord eigenlijk al.
De Kolderkat grijnst breed, “Waar wil je heen gaan?”
“Een huisje waarin ik kan...” even flitst het idee van het huisje van de Zeven Dwergen in mijn hoofd, maar ik schud snel mijn hoofd. Nee, daar kon ik vast niet terecht nu Sneeuwwitje er al slie… wacht eens, zij is vast naar het kasteel met haar prins! Even kijk ik de Kolderkat weer aan, die me breed glimlachend aankijkt, “Weet u misschien of Sneeuwwitje nog steeds bij de Zeven Dwergen slaapt?”
“Ze is er weg, maar de Zeven Dwergen nemen niemand meer in huis, als je daarop doelde. Nee, je kunt beter de weg vervolgen en je afvragen waar je gaat slapen, dan kom je vast wel iets tegen.” Hij grijnst en verdwijnt dan langzaam aan, om een witte grijns over te houden. Hij begint te lachen en verdwijnt dan helemaal. Verveeld schud ik mijn hoofd en loop verder, hier heb ik toch helemaal niets aan? Ik herinner me nog al te goed waar Alice uitkwam toen ze het advies van de Kolderkat opvolgde. Bij de Gekke Hoedenmaker, maar daar heb ik nu helemaal geen trek in, ik bedoel… ik zoek een slaapplek, geen theepartijtje. Ik kan toch niet hier in het bos gaan slapen? Dat is veel te gevaarlijk. Wie weet wat er allemaal ronddoolt in deze…
“Vetje!” O, daar hebben we het al, kapitein Haak. Snel duik ik in de bosjes en hoop dat ik aan de goede kant van de bosjes erin gedoken ben. Niet dat ze dadelijk plots achter me staan of zo. Voor de zekerheid kijk ik even achterom en kijk recht in de ogen van… kapitein Haak, “Goedenavond prinses.”
“Em… goedenavond?” probeer ik en Haak grijnst breed. Plots voel ik iemand aan mijn jurk trekken en zie dat het Vetje is. Hij is een stuk kleiner dan ik me herinner, of kapitein Haak is gewoon veel groter dan in de films. Ik glimlach lichtjes terug, “Er… mooie avond is het niet? Tijd om maar eens op te stappen.” Met deze poging probeer ik weg te lopen, maar ik voel hoe kapitein Haak me met zijn haak pakt. Fijn, daar gaat mijn mooie stof, nu moest ik morgen terug naar Andalasia. Niet dat ik dat zo erg vind, maar als dit nou elke avond gebeurde… ik bedoel, dan wordt iedereen gek van mij. Of ja, dan wordt Giselle vast gek van mij. Gosh, ik moet niet zoveel piekeren. Eerst Haak lozen.
“Jij gaat helemaal nergens heen.” Zegt Haak en hij draait me om, waarna ik tegen hem aan wordt gedrukt. Ik zet mijn handen tegen zijn borst en probeer mezelf weg te duwen, maar helaas is hij een stuk sterker dan dat ik ben. Als prinses ben ik zeker alleen maar een dame in nood. Een dame die zich niet alleen kan redden, “Ja, een echte prinses.” Hij begint te lachen en ik begin te gillen. Hopend dat iemand me kan horen. Haak grijnst gemeen, waarna ik voel dat ik een juten zak word gedaan. Ergens krijg ik een flashback naar een verhaal dat ik thuis een keer geschreven heb en probeer zoveel mogelijk mijn blote huid niet tegen de zak aan te krijgen. Het jeukt als een gekte, maar ik besluit me om me stil te houden. Ik hoor de mannen lachen en ik sla mijn armen over elkaar, ook al kunnen ze dat niet zien.
Even denk ik terug aan de woorden die de Kolderkat zei: ‘Je kunt beter de weg vervolgen en je afvragen waar je gaat slapen, dan kom je vast wel iets tegen.’. Een jutten zak is echt geen slaapplek zover ik het weet. Maar ik dook weg in de bosjes! Gosh, ik moet zijn advies wat meer letterlijk oppakken de volgende keer.
Plots voel ik dat ik op een of ander harde ondergrond word gezet. Het voelt bijna aan als hout en als ik voel dat we over het water dobberen, wordt dat gevoel bevestigd. Ergens hoop ik dat Peter Pan nog niet slaapt en nog zin heeft om Haak te pesten, maar mijn gevoel zegt dat hij altijd Haak wilt pesten. Ik heb dus niets te vrezen, Peter Pan komt vroeg of laat wel. Of… zit ie nu op Neverland? Oh my, ik hoop dat Neverland hier ook dichtbij is, al heb ik zo het idee dat ik een lange weg voor me heb terwijl ik op deze zee dobber. Met mijn boek tegen me aangeklemd hoop ik dat ik ergens waar het veilig is word geloosd.

Re: Wake Up To A Fantasy.

Geplaatst: 07 okt 2009 16:27
door Diversity
Ik las je verhaal net even en vind het echt leuk!
Het kan helemaal niet, maar dat maakt het net zo grappig.
Alle sprookjesmensjes bij elkaar enzo.. xD
Hoop dat er snel meer komt ^^

Re: Wake Up To A Fantasy.

Geplaatst: 11 okt 2009 14:02
door Jesskuu
Peter Pan's Flight.
Een paar minuten later voel ik dat ik op een andere vaste ondergrond wordt gezet. Waarschijnlijk het dek van het schip van kapitein Haak. Even later gaat de zak open en Haak kijkt me grijnzend aan. Gelijk sta ik op, om vervolgens een ontsnappingsplan te proberen op te zetten. De mannen lachen en ik zie dat ik echt op Haak zijn schip beland ben, de Jolly Roger, totaal omgeven door het water natuurlijk. Heel fijn, waar moet ik nu heen? Ik kan moeilijk gaan zwemmen met deze jurk. Als ‘plan’ besluit ik maar om Haak boos aan te kijken en om mijn boosheid extra kleur te geven sla ik mijn armen over elkaar. Haak komt langzaam dichterbij en de mannen houden me plots stevig vast aan mijn armen. De haak van kapitein Haak reikt naar mijn gezicht en voorzichtig plaats hij hem met de punt onder mijn kaak. Ik ben veel te bang om mijn kin weg te trekken van zijn haak, dadelijk haal ik mijn eigen keel nog open.
“Dus… een nieuwe prinses.” Zegt hij dan en hij draait om, om vervolgens naar een grote tafel te lopen. Hij neemt eraan plaats en de mannen lachen nog steeds. Ik draai verveeld met mijn ogen en probeer mezelf los te maken, maar de piraten versterken hun grijp alleen maar.
“Au!” breng ik uit en Haak kijkt op van de papieren. Hij maakt een gebaartje en de mannen laten me los. Ik kijk ze aan met een onacceptabele blik in mijn ogen en haal mijn handen over de pijnlijke plekken op mijn armen. Even kijk ik rond en zie net iets snel wegschieten, dus er verschijnt een kleine grijns op mijn gezicht. Plots klinkt er een luide klap uit de richting waar Haak zit en iedereen, inclusief mezelf, kijkt verbaasd naar de tafel. Haak zit erachter met in zijn hand een peul. Blijkbaar had hij daar hard mee op de tafel geslagen.
“Is er iets mis kapitein?” vraagt een van de piraten en de kapitein kijkt verveeld op. Met een knal van zijn pistool is die piraat ook weer het zwijgen opgelegd. Een snel aangebrand persoon, onze kapitein Haak.
“Natuurlijk is er iets mis, idioten!” schreeuwt hij terwijl hij aanvallend naar voren stampt. Als hij mij ziet schrikken, glimlacht hij charmant, maar ik kijk dwars door hem heen. Figuurlijk gezien dan. Dan kijkt hij de piraten weer boos aan, “Na al die jaren zijn we nog steeds niet achter Peter Pan zijn schuilplaats gekomen.” Het spijt me, maar ergens vind ik dat toch wel triest. Handig voor Peter, dat zeker, maar triest dat ze in al die jaren, hoeveel dat er dan ook zijn, nog steeds niets hebben gevonden. Ik bedoel, zo groot is het hier toch ook weer niet?
Even kijk ik rond met een grote glimlach, maar het maakt alleen dat ik mijn gedachten verander. Oke, het is hier best groot, maar dan nog. Kom op.
“Is er iets leuks, prinses?” vraagt Haak terwijl hij recht voor mijn gezicht gaat hangen. Snel haal ik de glimlach van mijn gezicht en schud mijn hoofd. Een beetje te hard, want ik word er een beetje duizelig van. Haak gromt lichtjes en loopt dan weer terug naar de tafel, waar hij in gedachten verzonken naar een of ander papiertje kijkt. Vast de plattegrond van heel het eiland. Dan kijkt hij weer op en glimlacht gemeen, “Jij weet vast wel…”
“O, Haak!” Ik schrik even van de stem, maar kijk dan naar boven. Daar, in de mast van de Jolly Roger, staat Peter Pan. Breed grijnzend kijk ik naar hem, maar als ik zie dat Haak naar me kijkt, kijk ik hem weer aan, alleen ditmaal zonder een grijns of glimlach. Ik trek een onschuldig gezicht en haal mijn schouders op. Haak gromt weer en wordt dan in de rug aangevallen door Peter. Snel maak ik me uit de voeten en ren naar het roer. Geen idee waarom, maar dat leek me het meest logische om te doen, “Tinkelbel!”
“Tinkel…?” maar dan voel ik korreltjes over me heen vallen en ik kijk naar boven, Tinkelbel. Het is feeënstof. Gelijk zweef ik al naar boven en ik probeer het zweven een beetje onder de knie te krijgen. Ik weet niet precies hoe je moet vliegen en kom erachter dat het nog niet mee valt. Ik zwaai vergeefs met mijn armen heen en weer en ik draai om, maar in een heel langzaam tempo. Dan het maar positief bekijken, het grootste probleem is geweken. Ik sta gelukkig niet meer op het dek middenin de piratenlinie.
Er klinken allemaal kleine belletjes en ik zie een heel leger van feeën aankomen. Ik glimlach breed en merk dat er eentje op mijn schouder landt. Ditmaal hoor ik geen kleine belletjes, maar ik hoor een kraakheldere stem instructies in mijn oor fluisteren. Ik knik en hij geeft me nog een flinke dosis feeënstof, waardoor het vliegen gemakkelijker gaat. Gelijk besluit ik om mijn opdracht te vervullen en ik vlieg naar Haak die met Peter vecht. Behendig pak ik zijn hoedje af en zet hem zelf op. Peter grijnst breed en kapitein Haak kijkt even verward om zich heen, waarna hij me ontdekt. Vliegend boven hem en zijn mannen.
“Aangenaam Haak, ik ben prinses Jessie. Geen prinses in nood meer.” Zeg ik met een grijns en ik neem mijn hoed af, waarna ik lichtjes buig. Ik zet zijn hoed weer op en vlieg dan naar de mast, om zijn hoed bovenop de mast te plaatsen. Dat is een heel stuk hoger dan het kraaiennest, dus ik wens de piraten veel plezier om de hoed weer terug te halen.
Plots pakt Peter mijn hand en we vliegen weg, met Tinkelbel die ons de weg leidt. De andere feeën lachen luid en vliegen gelijk weer naar het bos. Het is donkerder geworden dan een paar minuten geleden, volgens mij gebeurd dat heel erg snel hier. Tinkelbel duikt en Peter ook, waardoor ik meer word meegetrokken dan dat ik zelf duik. Peter laat mijn hand los en ik probeer zelf door de bomen te suizen, wat gemakkelijker gaat dan gedacht. Je moet niet nadenken, gewoon doen. Ik ontwijk de ene boom na de andere en volg het licht dat Tinkelbel afgeeft. Even later staan we bij de grote boom die als ingang dient voor het geheime huis onder de grond.
“Dank je, Peter.” Zeg ik gemeend als ik weer met beide benen op de grond sta en Peter kijkt me een beetje scheefjes aan.
“Em… wie ben je?” Ach ja, Peter zijn kort termijngeheugen. Hij knijpt zijn ogen tot spleetjes, alsof hij me wilt herinneren. Dan plots zie ik hem opklaren, “Het meisje dat ik gered heb van Haak!” snel maakt hij een diepe buiging, “Het was me een eer, prinses.” Hij heeft zeker wel manieren!
Ik giechel eventjes en maak dan zelf ook een buiging, “Jessie.”
“Peter Pan.” Zegt hij en hij kijkt rond, “Je lijkt verdwaald.”
“Klopt, ik heb geen idee waar ik vanavond…” ik gaap even, “moet slapen.”
Peter grijnst, “Dat is zo geregeld.”