Blinde Woede
Geplaatst: 10 sep 2009 21:41
# Proloog – Het Begin.
Kolonel Charles Seyton was totaal uitgeput toen hij de top van de berg bereikte. Zijn kleren waren gescheurd en vuil van de modder door de lange tocht langs de steile bergwanden. Het zweet gutste van zijn rode gezicht en zijn handen zagen er grauw en pijnlijk uit door de klim.
Het had acht uur geduurd om hierboven te komen en toen hij dacht aan de reden waarom hij zijn leven gewaagd had, waarom hij zich zo’n doodvermoeiende en zware taak op zijn hals had gehaald, wist hij dat het niet tevergeefs was.
Voorzichtig trok hij zich op aan het bruine gesteente; het allerlaatste wat hij nog moest doen, voordat hij zich op het grote stuk grond voor zich kon vestigen, de tent op kon zetten en kon gaan slapen. Eenmaal boven liet hij zich in het lange gras vallen om even op adem te komen. De zon prikte in zijn ogen, maar de man trok zich er niets van aan. Hij had wel onder slechtere weersomstandigheden gewerkt.
Een geluid rechts van zijn oor deed hem opkijken. Er was echter niets te zien. Seyton haalde diep adem, zich voorbereidend op de opdracht die hij nu moest voltooien.
Hij had gewild dat het wezen nog zou slapen, hij had gewild dat het nog ver van hem verwijderd was, zodat hij in zijn tent kon rusten. Het mocht alleen niet baten. Het gevaar was dichtbij. Zo dichtbij dat hij haar voelde, dat hij haar rook en dat hij haar hoorde, zonder te zien waar zij was…
Kolonel Charles Seyton was totaal uitgeput toen hij de top van de berg bereikte. Zijn kleren waren gescheurd en vuil van de modder door de lange tocht langs de steile bergwanden. Het zweet gutste van zijn rode gezicht en zijn handen zagen er grauw en pijnlijk uit door de klim.
Het had acht uur geduurd om hierboven te komen en toen hij dacht aan de reden waarom hij zijn leven gewaagd had, waarom hij zich zo’n doodvermoeiende en zware taak op zijn hals had gehaald, wist hij dat het niet tevergeefs was.
Voorzichtig trok hij zich op aan het bruine gesteente; het allerlaatste wat hij nog moest doen, voordat hij zich op het grote stuk grond voor zich kon vestigen, de tent op kon zetten en kon gaan slapen. Eenmaal boven liet hij zich in het lange gras vallen om even op adem te komen. De zon prikte in zijn ogen, maar de man trok zich er niets van aan. Hij had wel onder slechtere weersomstandigheden gewerkt.
Een geluid rechts van zijn oor deed hem opkijken. Er was echter niets te zien. Seyton haalde diep adem, zich voorbereidend op de opdracht die hij nu moest voltooien.
Hij had gewild dat het wezen nog zou slapen, hij had gewild dat het nog ver van hem verwijderd was, zodat hij in zijn tent kon rusten. Het mocht alleen niet baten. Het gevaar was dichtbij. Zo dichtbij dat hij haar voelde, dat hij haar rook en dat hij haar hoorde, zonder te zien waar zij was…