Pijn
Geplaatst: 18 sep 2009 19:42
(Het begin kan lijken op een oud verhaal van mij)
Aline baalde. Liep ze hier nog een beetje door een uitgestorven school! Verdwalen, in een school hoe krijg je het voor elkaar? Dacht ze bij zichzelf. Ze liep door de verlaten gangen. Het was een week geleden dat ze voor het eerst op deze school kwam. Niemand had haar gevraagd er bij te komen zitten dus zat ze altijd alleen. In de klas, in de pauzes, tijdens tussenuren. Altijd zat ze alleen. Ze vond het eigenlijk wel jammer. Het enige voordeel was dat ze nu gewoon aan het werk kon en goede cijfers halen, verder waren er geen voordelen. Vandaag was ze, na schooltijd, op het idee gekomen de school een beetje te gaan verkennen. Dat bleek nu niet zo’n goed idee. Ze had het gevoel dat ze steeds rondjes liep.
Het angstige gevoel dat iemand naar haar keek bekroop haar. Ze draaide zich snel om. Aan het eind van de gang stond een man van ongeveer dertig jaar oud.
‘Wat doe jij hier nog?’ Zei hij met verbazing en argwaan in zijn stem.
Aline herkende de man. Ook dat nog…haar mentor!
‘Ik eh,’ begon Aline, ‘ben verdwaald.’
Ze hoopte dat het niet al te stom klonk. Aan het lachen van de man te zien wel.
‘Kom maar mee,’ zei hij hartelijk. ‘Ik zal je de weg wel even wijzen!’
‘Oké, bedankt’, zei Aline. Ze liep achter hem aan.
‘Aline heet je toch?’ vroeg haar mentor.
‘Ja’, zei Aline, ‘en uw naam is meneer eh…?’
‘Verijn’, zei hij, ‘maar je mag wel gewoon Stan zeggen hoor! Behalve in de lessen natuurlijk.’ Hij knipoogde. Aline lachte.
‘Mooi!’ zei hij, ‘je kunt weer lachen! Hoe bevalt het je hier op school zover? Ik zie je eigenlijk altijd alleen zitten.’
Aline boog haar hoofd. ‘Misschien willen ze me er wel niet bij hebben.’
‘Zeggen ze dat?’ vroeg hij.
‘Nee’, zei ze, ‘maar ze vragen ook niet of ik er bij kom zitten dus…’
‘Ja, ja’, zei hij.
‘Waarschijnlijk vinden ze me toch niet aardig,’ zei ze.
Verijn draaide zich naar haar toe. ‘Waarom zou je dat denken? Je bent zo’n mooie meid!’
Aline haalde haar schouders op. ‘Ik weet het niet.’ Ze voelde zich heel ongemakkelijk. Waarom slijmde hij zo? Ze keek hem vragend aan.
Er speelde een lachje om zijn mond. ‘Kom, ik zal je de weg wijzen.’
Toen hij zich omdraaide slaakte ze zachtjes een zucht van verlichting. Blijkbaar hoorde hij het want hij keek even over zijn schouder. Aline voelde dat ze knalrood werd.
‘Gezond kleurtje,’ zei hij toen hij het zag,’ heb je het warm?’
‘Ja,’ loog ze. Ze baalde er steeds meer van dat ze verdwaald was. Ze schaamde zich dood.
‘Nou hier zijn de kapstokken. Hangt daar je jas?’ vroeg hij.
Aline knikte en pakte haar jas.
‘Dank u wel,’ zei ze.
Het is al goed.’ Zei hij. En vergeet het niet, je bent een leuke meid dus niet zo slecht over jezelf denken!’
Aline glimlachte en liep richting de deur. Bij haar fiets gekomen zuchtte ze diep. Waar was ze nu eigenlijk zo bang voor? Wat kon er nou in vredesnaam gebeuren. Ze stapte op de fiets en reed weg. Voordat ze de weg op reed keek ze nog even om. Ze zag Verijn voor het raam staan. Hij glimlachte naar haar. Ze lachte terug en zwaaide. Toen fietste ze weg.
‘Hoi mam! Riep Aline, ik ben thuis!’ Haar moeder kwam uit de keuken.
‘Hallo meid! Hoe was het op school?’
‘Leuk hoor.’ zei Aline. Gelukkig merkte haar moeder niet dat ze zo laat was.
‘Zin in een kopje thee? Vroeg haar moeder.
Aline knikte instemmend en samen gingen ze aan de keukentafel zitten waar de thee al klaar stond. Aline moest inwendig wel een beetje lachen om haar moeder. Elke dag weer kwam de vraag of ze thee wilde, maar het antwoord was al voor haar bedacht. Wat ze ook zeggen zou, de thee stond toch al klaar. Ze zaten een beetje te kletsen over van alles en nog wat toen ineens de telefoon ging. Haar moeder nam op.
Aline wachtte geduldig aan de tafel tot haar moeder klaar was.
‘Ja, dat is goed,’ hoorde ze haar moeder zeggen. ‘Oké. Dag hoor…tot morgenavond.’
‘Dat was meneer Verijn’, zei haar moeder toen ze weer Aline kwam zitten. ‘Hij komt morgenavond op ouderbezoek.’
‘Waarom dat?’ vroeg Aline.
‘Als kennismaking.’ Haar moeder glimlachte. ‘Of mogen leraren niet langskomen?’
‘Jawel hoor!’ Aline stond glimlachend op. ‘Bedankt voor de thee mam. Ik ben even boven hoor.’
Haar moeder knikte haar toe en ze ging naar boven. Boven gekomen ging ze achter haar computer zitten. Nadat ze de computer opgestart had zette ze MSN aan.
Hé een mail van Simon, zag ze in haar inbox. Dat was een jongen die ze had leren kennen via een chatsite. Ze mocht helemaal niet chatten, maar ze had dat toch al een paar keer stiekem gedaan. Dat maakte het extra leuk! Ze las het mailtje.
Heej Aline,
Hoe is het met jou? Met mij goed. Vind je het nog leuk dat mailen zo? Apart hé, dat je eigenlijk helemaal niet weet met wie je mailt. Toch vind ik het altijd wel gezellig. Misschien kunnen we ooit een keer in het echt afspreken…Groetjes, Simon.
Aline voelde zich opgelaten. Afspreken? Met Simon? Aan de ene kant vond ze het wel spannend. Toch leek het haar niet zo verstandig. Ze klikte het mailtje weg. Ze zou hier later wel op reageren. Ze ging even rondkijken op de chat. Daar was niet heel veel te beleven. Dan toch maar een reactie naar Simon schrijven.
Hé Simon,
Ja met mij gaat het ook goed hoor. Ja ik vind het ook nog steeds leuk. Ja dat is misschien wel wat apart maar wel grappig toch? Ik weet niet hoor van dat ontmoeten. Straks krijg ik vette problemen met mijn ouders. Maar ja…zo is het ook nog leuk toch? Beetje leuke dag gehad vandaag? Ik had vandaag zoiets stoms hé! Ik liep zo door die nieuwe school (ik had je toch verteld dat ik naar een nieuwe school was hé?) nou…ik dacht na de lessen, even de school verkennen. Wat denk je? Dik verdwaald daar hee! Naja toen stond ik daar dus zo…staat daar ineens mijn mentor. Maar ik had hem niet gezien dus ik schrok me echt vet dood. Die kerel kan ook echt vet eng kijken! Maar ja, hij heeft me toen de weg weer gewezen en toen ben ik naar huis gegaan. Hij komt morgen op kennismakingsgesprek met mijn moeder. Heb echt geen zin als ik daar bij moet zitten. Vet saai! Maar ja. Heel lang verhaal geworden haha. Ik hoor wel weer van je! Groetjes, Aline.
Aline ging even spelletjes doen op het internet. Eigenlijk had ze ook nog wat huiswerk maar daar had ze nu geen zin in. Steeds keek ze even of ze al een mailtje terug had van Simon. Na een klein tijdje, wat voor haar een eeuwigheid leek, had ze een mailtje terug. Ze ging hem gauw lezen.
He Aline. Nee je moet ook geen problemen krijgen natuurlijk. Dan houden we t toch eerst even zo? Ja ik heb ook wel een leuke dag gehad hoor. Niet zo heel veel gedaan eigenlijk. Vervelend dat je verdwaald was! Maar mooi dat die man er was om je de weg te wijzen. Nee zou ik ook niet leuk vinden als ik daar bij moest zitten. Maar heeft die vent niet ooit dan iemand wat aangedaan of zo? Als hij zo eng kijkt. Je weet maar nooit…Haha nee… zal je niet bang maken. Nou ik hoor gauw wel weer van je. Ik zal achter de computer weg, ik moet zo eten. Groetjes, Simon.
Aline keek op de klok. Vijf voor zes. Ze moest ook zo eten. Terwijl ze dat dacht riep haar moeder. ‘Ik kom er aan!’ Riep ze terug. Ze drukte het beeldscherm uit en liep naar beneden.
‘Hoi pap’, zei ze tegen haar vader toen ze aan tafel ging zitten.
‘Hallo’, zei haar vader, ‘hoe was je dag?’
‘Ja goed hoor.’ Zei Aline. Ze hield zich wijselijk stil over het verdwalen in school. Hij zou haar wel uit lachen als ze het zou vertellen.
‘Hoe laat komt meneer Verijn morgen eigenlijk?’ vroeg ze aan haar moeder.
‘Na het eten’, zei haar moeder, ‘om half acht.’
‘Oké’, zei Aline, ‘en moet ik er bij zitten dan?’
‘Ik weet het niet’, zei haar moeder. Misschien kan je dat wel op school aan hem vragen.’
Aline knikte. Dat kon ze wel even doen.
Haar moeder vertelde aan haar vader dat meneer Verijn de volgende dag op bezoek zou komen.
‘Ik kan er helaas niet bij zijn,’ zei haar vader, ‘ik vertrek morgen naar London met het werk.’
Haar vader was reisagent.
‘Oh,’ zei haar moeder, ‘dat is wel jammer.’
Haar vader knikte. Voor Aline maakte het allemaal niet zoveel uit. Ze had er sowieso geen zin in. Londen leek haar ook wel wat.
‘Kan ik niet mee naar Londen?’ vroeg Aline lachend.
‘Vind je het zo erg dat die leraar komt?’ lachte haar moeder.
‘Nee hoor,’ zei ze, ‘het was maar een grapje.’
‘Dan is het goed’, zei haar moeder.
Aline baalde. Liep ze hier nog een beetje door een uitgestorven school! Verdwalen, in een school hoe krijg je het voor elkaar? Dacht ze bij zichzelf. Ze liep door de verlaten gangen. Het was een week geleden dat ze voor het eerst op deze school kwam. Niemand had haar gevraagd er bij te komen zitten dus zat ze altijd alleen. In de klas, in de pauzes, tijdens tussenuren. Altijd zat ze alleen. Ze vond het eigenlijk wel jammer. Het enige voordeel was dat ze nu gewoon aan het werk kon en goede cijfers halen, verder waren er geen voordelen. Vandaag was ze, na schooltijd, op het idee gekomen de school een beetje te gaan verkennen. Dat bleek nu niet zo’n goed idee. Ze had het gevoel dat ze steeds rondjes liep.
Het angstige gevoel dat iemand naar haar keek bekroop haar. Ze draaide zich snel om. Aan het eind van de gang stond een man van ongeveer dertig jaar oud.
‘Wat doe jij hier nog?’ Zei hij met verbazing en argwaan in zijn stem.
Aline herkende de man. Ook dat nog…haar mentor!
‘Ik eh,’ begon Aline, ‘ben verdwaald.’
Ze hoopte dat het niet al te stom klonk. Aan het lachen van de man te zien wel.
‘Kom maar mee,’ zei hij hartelijk. ‘Ik zal je de weg wel even wijzen!’
‘Oké, bedankt’, zei Aline. Ze liep achter hem aan.
‘Aline heet je toch?’ vroeg haar mentor.
‘Ja’, zei Aline, ‘en uw naam is meneer eh…?’
‘Verijn’, zei hij, ‘maar je mag wel gewoon Stan zeggen hoor! Behalve in de lessen natuurlijk.’ Hij knipoogde. Aline lachte.
‘Mooi!’ zei hij, ‘je kunt weer lachen! Hoe bevalt het je hier op school zover? Ik zie je eigenlijk altijd alleen zitten.’
Aline boog haar hoofd. ‘Misschien willen ze me er wel niet bij hebben.’
‘Zeggen ze dat?’ vroeg hij.
‘Nee’, zei ze, ‘maar ze vragen ook niet of ik er bij kom zitten dus…’
‘Ja, ja’, zei hij.
‘Waarschijnlijk vinden ze me toch niet aardig,’ zei ze.
Verijn draaide zich naar haar toe. ‘Waarom zou je dat denken? Je bent zo’n mooie meid!’
Aline haalde haar schouders op. ‘Ik weet het niet.’ Ze voelde zich heel ongemakkelijk. Waarom slijmde hij zo? Ze keek hem vragend aan.
Er speelde een lachje om zijn mond. ‘Kom, ik zal je de weg wijzen.’
Toen hij zich omdraaide slaakte ze zachtjes een zucht van verlichting. Blijkbaar hoorde hij het want hij keek even over zijn schouder. Aline voelde dat ze knalrood werd.
‘Gezond kleurtje,’ zei hij toen hij het zag,’ heb je het warm?’
‘Ja,’ loog ze. Ze baalde er steeds meer van dat ze verdwaald was. Ze schaamde zich dood.
‘Nou hier zijn de kapstokken. Hangt daar je jas?’ vroeg hij.
Aline knikte en pakte haar jas.
‘Dank u wel,’ zei ze.
Het is al goed.’ Zei hij. En vergeet het niet, je bent een leuke meid dus niet zo slecht over jezelf denken!’
Aline glimlachte en liep richting de deur. Bij haar fiets gekomen zuchtte ze diep. Waar was ze nu eigenlijk zo bang voor? Wat kon er nou in vredesnaam gebeuren. Ze stapte op de fiets en reed weg. Voordat ze de weg op reed keek ze nog even om. Ze zag Verijn voor het raam staan. Hij glimlachte naar haar. Ze lachte terug en zwaaide. Toen fietste ze weg.
‘Hoi mam! Riep Aline, ik ben thuis!’ Haar moeder kwam uit de keuken.
‘Hallo meid! Hoe was het op school?’
‘Leuk hoor.’ zei Aline. Gelukkig merkte haar moeder niet dat ze zo laat was.
‘Zin in een kopje thee? Vroeg haar moeder.
Aline knikte instemmend en samen gingen ze aan de keukentafel zitten waar de thee al klaar stond. Aline moest inwendig wel een beetje lachen om haar moeder. Elke dag weer kwam de vraag of ze thee wilde, maar het antwoord was al voor haar bedacht. Wat ze ook zeggen zou, de thee stond toch al klaar. Ze zaten een beetje te kletsen over van alles en nog wat toen ineens de telefoon ging. Haar moeder nam op.
Aline wachtte geduldig aan de tafel tot haar moeder klaar was.
‘Ja, dat is goed,’ hoorde ze haar moeder zeggen. ‘Oké. Dag hoor…tot morgenavond.’
‘Dat was meneer Verijn’, zei haar moeder toen ze weer Aline kwam zitten. ‘Hij komt morgenavond op ouderbezoek.’
‘Waarom dat?’ vroeg Aline.
‘Als kennismaking.’ Haar moeder glimlachte. ‘Of mogen leraren niet langskomen?’
‘Jawel hoor!’ Aline stond glimlachend op. ‘Bedankt voor de thee mam. Ik ben even boven hoor.’
Haar moeder knikte haar toe en ze ging naar boven. Boven gekomen ging ze achter haar computer zitten. Nadat ze de computer opgestart had zette ze MSN aan.
Hé een mail van Simon, zag ze in haar inbox. Dat was een jongen die ze had leren kennen via een chatsite. Ze mocht helemaal niet chatten, maar ze had dat toch al een paar keer stiekem gedaan. Dat maakte het extra leuk! Ze las het mailtje.
Heej Aline,
Hoe is het met jou? Met mij goed. Vind je het nog leuk dat mailen zo? Apart hé, dat je eigenlijk helemaal niet weet met wie je mailt. Toch vind ik het altijd wel gezellig. Misschien kunnen we ooit een keer in het echt afspreken…Groetjes, Simon.
Aline voelde zich opgelaten. Afspreken? Met Simon? Aan de ene kant vond ze het wel spannend. Toch leek het haar niet zo verstandig. Ze klikte het mailtje weg. Ze zou hier later wel op reageren. Ze ging even rondkijken op de chat. Daar was niet heel veel te beleven. Dan toch maar een reactie naar Simon schrijven.
Hé Simon,
Ja met mij gaat het ook goed hoor. Ja ik vind het ook nog steeds leuk. Ja dat is misschien wel wat apart maar wel grappig toch? Ik weet niet hoor van dat ontmoeten. Straks krijg ik vette problemen met mijn ouders. Maar ja…zo is het ook nog leuk toch? Beetje leuke dag gehad vandaag? Ik had vandaag zoiets stoms hé! Ik liep zo door die nieuwe school (ik had je toch verteld dat ik naar een nieuwe school was hé?) nou…ik dacht na de lessen, even de school verkennen. Wat denk je? Dik verdwaald daar hee! Naja toen stond ik daar dus zo…staat daar ineens mijn mentor. Maar ik had hem niet gezien dus ik schrok me echt vet dood. Die kerel kan ook echt vet eng kijken! Maar ja, hij heeft me toen de weg weer gewezen en toen ben ik naar huis gegaan. Hij komt morgen op kennismakingsgesprek met mijn moeder. Heb echt geen zin als ik daar bij moet zitten. Vet saai! Maar ja. Heel lang verhaal geworden haha. Ik hoor wel weer van je! Groetjes, Aline.
Aline ging even spelletjes doen op het internet. Eigenlijk had ze ook nog wat huiswerk maar daar had ze nu geen zin in. Steeds keek ze even of ze al een mailtje terug had van Simon. Na een klein tijdje, wat voor haar een eeuwigheid leek, had ze een mailtje terug. Ze ging hem gauw lezen.
He Aline. Nee je moet ook geen problemen krijgen natuurlijk. Dan houden we t toch eerst even zo? Ja ik heb ook wel een leuke dag gehad hoor. Niet zo heel veel gedaan eigenlijk. Vervelend dat je verdwaald was! Maar mooi dat die man er was om je de weg te wijzen. Nee zou ik ook niet leuk vinden als ik daar bij moest zitten. Maar heeft die vent niet ooit dan iemand wat aangedaan of zo? Als hij zo eng kijkt. Je weet maar nooit…Haha nee… zal je niet bang maken. Nou ik hoor gauw wel weer van je. Ik zal achter de computer weg, ik moet zo eten. Groetjes, Simon.
Aline keek op de klok. Vijf voor zes. Ze moest ook zo eten. Terwijl ze dat dacht riep haar moeder. ‘Ik kom er aan!’ Riep ze terug. Ze drukte het beeldscherm uit en liep naar beneden.
‘Hoi pap’, zei ze tegen haar vader toen ze aan tafel ging zitten.
‘Hallo’, zei haar vader, ‘hoe was je dag?’
‘Ja goed hoor.’ Zei Aline. Ze hield zich wijselijk stil over het verdwalen in school. Hij zou haar wel uit lachen als ze het zou vertellen.
‘Hoe laat komt meneer Verijn morgen eigenlijk?’ vroeg ze aan haar moeder.
‘Na het eten’, zei haar moeder, ‘om half acht.’
‘Oké’, zei Aline, ‘en moet ik er bij zitten dan?’
‘Ik weet het niet’, zei haar moeder. Misschien kan je dat wel op school aan hem vragen.’
Aline knikte. Dat kon ze wel even doen.
Haar moeder vertelde aan haar vader dat meneer Verijn de volgende dag op bezoek zou komen.
‘Ik kan er helaas niet bij zijn,’ zei haar vader, ‘ik vertrek morgen naar London met het werk.’
Haar vader was reisagent.
‘Oh,’ zei haar moeder, ‘dat is wel jammer.’
Haar vader knikte. Voor Aline maakte het allemaal niet zoveel uit. Ze had er sowieso geen zin in. Londen leek haar ook wel wat.
‘Kan ik niet mee naar Londen?’ vroeg Aline lachend.
‘Vind je het zo erg dat die leraar komt?’ lachte haar moeder.
‘Nee hoor,’ zei ze, ‘het was maar een grapje.’
‘Dan is het goed’, zei haar moeder.