Ik heb lijden en ziek worden van verliedheid verandert in ziek worden van pijn. en gedachte de rug toe keren in probeerde. Ik ben verder nogal slecht in punten en komma's!
hier een volgend stukje wat een vraag zal beantwoorden.
Op school aangekomen zag ik mijn clubje bij de fietsenstalling rondhangen. Maar goed dat de bel zo ging want ik had totaal geen zin in oninteressante gesprekken over het weekend van mijn vriendinnen. Melanie daarentegen dacht dat ze wel even boven op mij kon springen zodat ik met fiets en al op een paar andere fietsen zou landen, bravo Mel, kluns. Ik was eindelijk over mijn pijn heen toen de bel ging. Examens!
‘Psst, weet jij het antwoord op vraag drie?’ Mel porde onopvallend in mijn zij. Mijn blik gleed even langs de docent, maar die richtte zijn aandacht op koffie en de ochtendkrant. Ik kalkte het antwoord snel op een briefje en schoof het naar Mel toe. Ze glimlachte even kort en schreef het snel over, geschiedenis was een saai vak wat me totaal niet boeide toevallig kon ik alle teksten goed opslaan waardoor ik er heel goed in was. Toen ik klaar was met de vragen werd mijn gedachte weer omgezet. Ik voelde vlinders in mijn buik krioelen ik moest nu lijden ik mocht niet aan hem denken, maar het gaf me zo’n kick elke keer als ik aan hem dacht, dat ik samen met hem zou zijn voelde ik me gelukkiger. Ik wilde niet toegeven dat ik iets voor hem voelde, en wat voelde ik? een heleboel, pijn, verdriet, maar ook geluk en fijne kriebels elke keer als ik aan hem dacht of hem zag. Ik was blij toen Mel eindelijk klaar was zodat we briefjes naar elkaar konden sturen, een tijdje later gingen we over op fluisteren.
‘Jeroen heeft me gevraagd!’ Mel straalde, ze droomde nu al jaren om naar het eindbal te gaan met hem, hij had haar op een klassieke manier gevraagd met een witte roos.
‘Zo romantisch, net een huwelijksaanzoek!’ Beaamde ze nog even fijntjes. Ik perste mijn lippen over elkaar en keek zodanig boos voor me uit. Mel haalde haar schouders op en begon wat te rommelen. Ze haalde er een roze lolly uit en peuterde aan het papiertje, met haar scherpe nagels speelde ze het klaar om het plakkerige papiertje van de lolly af te trekken, het prulletje propte ze in haar tas en de lolly stopte zin in haar mond.
‘Als je met Jeroen wil zoenen moet je vooral aan die lolly zuigen!’ Merkte ik bits op. Mel was duidelijk beledigd en stond klaar om iets terug te zeggen, de bel ging. Zuchtend legde iedereen zijn pen neer en begon zijn tas in te pakken. Ik hees mijn tas over mijn schouder en rekte me uit. Mel die nog steeds beledigd was bleef niet wachten maar beende zo het lokaal uit. ik strompelde achter haar aan. Ze liep regelrecht naar haar kluisje, boos ramde ze de sleutel in het slot, ik leunde met mijn rug tegen een paar andere kluisjes op. ik zuchtte.
‘Oké, sorry ik ben gewoon jaloers, omdat jij wel een date hebt en ik niet.’ Mel hield op met het luidruchtig boeken sorteren en bleef met een boek in haar hand staan.
‘Excuses aanvaard.’ Ze grijnsde en haalde de lolly uit haar mond.
‘Eigenlijk heb je wel gelijk, ik zou ook geen lolly willen zoenen,’ Mel mikte op de prullenbak, de lolly kwam met een sierlijke boog in een lege beker cola terecht. Mel stopte wat boeken in haar tas en sloeg haar kluisje dicht. We liepen naar de kantine waar de rest van mijn vriendinnen zat, druk pratend over het eindbal. En de grote vraag, wie werd gevraagd door hem? toen ze het over hem hadden maakte mijn hart een paar luchtkoprollen en begon het onrustige gekrioel in mijn buik, ik had meteen geen trek meer, ik liet mijn appel in de prullenbak glijden, opgewonden kreten bij elke keer dat ze hem door de kantine zagen vliegen. Ik probeerde niet naar hem te kijken, en niet aan hem te denken. Ik balde mijn vuisten mijn knokkels werden meteen spierwit. Mijn kaken klapte ik stevig op elkaar en mijn ogen kneep ik dicht, dit was de enige manier om aan iets anders te kunnen denken. Ik zat al een tijdje zo toen Mel vroeg of ik moest poepen. Die vraag negeerde ik maar ik deed wel mijn ogen weer open en mijn kaken van elkaar. Ik wilde naar huis en niks meer over hem horen, tot ik hem was vergeten. Ik kon ook gaan slapen, net als doornroosje wat misschien wel een goed idee zou zijn! En over honderd jaar zou hij me wakker kussen en leefde we nog lang en gelukkig. Het was maar een droom. Een zinloze droom die nergens toe leidde, ik wilde ergens anders aan denken en niet meer aan Matthias. Ik moest toegeven, hij beheerste mijn gedacht continu, en daar wilde ik graag vanaf.
In de muffe huiskamer maakte ik mijn huiswerk en leerde alvast voor mijn proefwerken van morgen. Het begon al naar eten te ruiken, wat me misselijk maakte, ik sloeg mijn boeken dicht en leunde tegen de rug van de stoel aan met mijn ogen dicht, mijn stille moment werd al gauw verstoord door mijn moeder die een aantal pannen liet kletteren. Met mijn vingers liet ik door mijn krullen glijden en ik probeerde opnieuw te genieten van stilte. Bam! Weer niet gelukt de voordeur sloeg keihard dicht, Ruben kwam luidruchtig binnen en liet zijn voetbaltasneer komen op marmeren vloer. Ik zuchtte en ging weer recht op zitten. Ruben was negentien, en ik vond het hoogtijd voor hem om een eigen huis te zoeken. Hij rommelde wat in de kast en trok een zak chips open, kauwend en krakend liep hij door naar de woonkamer waar hij zich op de bank liet neervallen, ik schoof mijn stoel naar achter en kwam naast hem zitten, ik trok de afstandsbediening ui zijn hand en begon te zappen, nieuws, sport, soaps. Ik pakte een handvol chips stak die in mijn mond en begon hardnekkig te kauwen. na een halfuurtje was de zak bijna leeg, Ruben at de laatste kruimels op. mam zette een grote pan stoofvlees op tafel.
‘We gaan eten, ik hoop dat jullie nog honger hebben?’ Ze knipoogde naar mij. Ik sprong van de bank en drukte de tv uit, ik ging aan tafel zitten en schepte aardappels op, daarbij ook nog wat sperziebonen en vlees. Ik begon met het in stukjes hakken van mijn aardappel en ze daarna te verzuipen in de saus van het vlees. Aan tafel was de sfeer ijzig stil. Ik keek naar Ruben en toen naar mam, het viel me nu pas op dat ze laatste dagen geen woord met elkaar gewisseld hadden, luidruchtig legde ik mijn bestek neer. Ruben keek op van zijn bord.
‘Is er iets gebeurd?’ Geen antwoord.
‘Hebben jullie ruzie?’ Weer geen antwoord. Ik pakte mijn vork en prikte in een sperzieboon, ik doopte hem in het vlees en stak hem in mijn mond, ik hoorde enkel en alleen het smekken van Ruben.