Het Virus(Hoofdstuk 1)
Geplaatst: 27 dec 2009 16:04
Ik hoorde geschreeuw. Ik schiet uit bed en kijk uit mijn raam. De bomen werpen schaduwen over het kleine weggetje dat naar het dorp gaat. Ik logeer bij mijn oom en tante. Ze zijn heel aardig, maar wonen op een boerderij ver van de bewoonde wereld. En ik heb het gevoel dat er iets ergs gaat gebeuren. Dat geschreeuw…Het klonk echt eng!
,,Welterusten, Claire!” roept mijn oom. Ik wens hem ook welterusten en ga weer liggen.
Dan hoor ik een gil. Ik kan er niet tegen! Dit is een slechte eigenschap van me. Nieuwsgierigheid.
Een paar minuten later sta ik in een spijkerbroek en een sweater, gympen en een zaklamp. Ik kijk uit mijn raam. De zenuwen kriebelen omhoog als ik hem openschuif. Ik zit op de 2e verdieping, dus zo hoog is het niet. Bibberig hou ik de regenpijp vast en klauter ik naar beneden. Als ik bij de bomen ben klik ik mijn zaklamp aan en kijk rond. Er drupt iets…Ik kijk naar boven. Aan de takken hangt een lijk. Hij is als een marshmallow aan de takken geprikt. Zijn bloed drupt op mijn wang. Ik gil en deins naar achter. Ik moet hier wèg! Ik neem één stap naar voren en meteen klinkt er een schreeuw achter me. Ik draai me met een ruk om en kijk recht in het gezicht van een…wat is het!? Bleke huid, vegen van het bloed en scherpe tanden. Het wezen draait zijn nek naar rechts en ik hoor ‘knak’. Ik geef hem een trap en probeer weg te rennen. Het wezen trekt aan mijn benen en sleept me mee. De tranen stromen over mijn wangen.
,,Nee! HELP!”gil ik. Ik klamp me vast aan een wortel van een boom. Het wezen maakt een gillend geluid en ik ruk me los. Ik wil weg!
,,Blijf van me af!” brul ik en pak mijn gymp. Ik mep hem er mee. Het wezen valt naar achteren maar is nog niet dood. Dood? Moet hij dood? Ja! Ik twijfel niet en pak zijn keel vast. Ik blijf er in knijpen tot hij niet meer beweegt. Wat heb ik gedaan? Opeens hoor ik weer een gil. Rennen, Claire.
Even later sta ik voor het huis. Wat kan ik doen? Aanbellen of meteen naar boven. Nee, ze moeten het weten. Ik bel aan.
,,C-claire? Wat doe je hier? Je hoort in bed te liggen!” roept mijn oom. Ik kijk naar boven. Hij hangt bijna uit het raam. Dan verdwijnt hij en rukt de deur open.
,,Je begrijpt het niet. Ik hoorde wat en ik ging naar buiten en toen was er een lijk en bloed en ik…een monster! Hij vermoorde me bijna maar mijn schoen..En hij…Ik…”. Ik kwam niet uit mijn woorden en wreef over mijn wang. Ik keek naar mijn hand. Bloed.
Ik gil en kijk mijn oom smekend aan. Hij begrijpt er niks van.
,,Je gaat nu naar bed toe en ik niks meer van die onzin horen.” Zegt hij.
Ik bijt op mijn lip en ren naar boven. Shit, ik heb mijn schoen daar gelaten. En dat is mijn enige paar! Ik moet terug.
Hoofdstuk 2 komt er aan...!!
,,Welterusten, Claire!” roept mijn oom. Ik wens hem ook welterusten en ga weer liggen.
Dan hoor ik een gil. Ik kan er niet tegen! Dit is een slechte eigenschap van me. Nieuwsgierigheid.
Een paar minuten later sta ik in een spijkerbroek en een sweater, gympen en een zaklamp. Ik kijk uit mijn raam. De zenuwen kriebelen omhoog als ik hem openschuif. Ik zit op de 2e verdieping, dus zo hoog is het niet. Bibberig hou ik de regenpijp vast en klauter ik naar beneden. Als ik bij de bomen ben klik ik mijn zaklamp aan en kijk rond. Er drupt iets…Ik kijk naar boven. Aan de takken hangt een lijk. Hij is als een marshmallow aan de takken geprikt. Zijn bloed drupt op mijn wang. Ik gil en deins naar achter. Ik moet hier wèg! Ik neem één stap naar voren en meteen klinkt er een schreeuw achter me. Ik draai me met een ruk om en kijk recht in het gezicht van een…wat is het!? Bleke huid, vegen van het bloed en scherpe tanden. Het wezen draait zijn nek naar rechts en ik hoor ‘knak’. Ik geef hem een trap en probeer weg te rennen. Het wezen trekt aan mijn benen en sleept me mee. De tranen stromen over mijn wangen.
,,Nee! HELP!”gil ik. Ik klamp me vast aan een wortel van een boom. Het wezen maakt een gillend geluid en ik ruk me los. Ik wil weg!
,,Blijf van me af!” brul ik en pak mijn gymp. Ik mep hem er mee. Het wezen valt naar achteren maar is nog niet dood. Dood? Moet hij dood? Ja! Ik twijfel niet en pak zijn keel vast. Ik blijf er in knijpen tot hij niet meer beweegt. Wat heb ik gedaan? Opeens hoor ik weer een gil. Rennen, Claire.
Even later sta ik voor het huis. Wat kan ik doen? Aanbellen of meteen naar boven. Nee, ze moeten het weten. Ik bel aan.
,,C-claire? Wat doe je hier? Je hoort in bed te liggen!” roept mijn oom. Ik kijk naar boven. Hij hangt bijna uit het raam. Dan verdwijnt hij en rukt de deur open.
,,Je begrijpt het niet. Ik hoorde wat en ik ging naar buiten en toen was er een lijk en bloed en ik…een monster! Hij vermoorde me bijna maar mijn schoen..En hij…Ik…”. Ik kwam niet uit mijn woorden en wreef over mijn wang. Ik keek naar mijn hand. Bloed.
Ik gil en kijk mijn oom smekend aan. Hij begrijpt er niks van.
,,Je gaat nu naar bed toe en ik niks meer van die onzin horen.” Zegt hij.
Ik bijt op mijn lip en ren naar boven. Shit, ik heb mijn schoen daar gelaten. En dat is mijn enige paar! Ik moet terug.
Hoofdstuk 2 komt er aan...!!