Oké, hier komt dan mijn verhaal. Hopelijk vinden jullie het wat! In Word is het allemaal netjes met tab gedaan, maar dat valt hier helaas weg.
__________________________________________________________________________
De ongeluksamulet
‘Isis! Isis, opstaan of je komt te laat op school!’
Nukkig werd de deken verder over een slaperig hoofd met bruine, licht krullende lokken getrokken. Isis wilde niet opstaan, nog niet, niet voor school. De brunette was al langere tijd wakker, maar de fut om uit bed te komen had ze niet. Met reden; op school werd ze namelijk gepest. Het leek als een soort vloek te zijn waar Isis elke dag onder leed.
Er gebeurden vaak “ongelukjes”, deze werden veroorzaakt door klasgenootjes. Zo kwam het geregeld voor dat haar boeken nat waren, want dan had haar drinken “gelekt”, of de brunette “struikelde” van de trap af. Praten hielp niet, dat had Isis al vaak genoeg geprobeerd, en een docent erbij halen haalde ook weinig uit. Dan deden haar klasgenootjes namelijk ineens heel onschuldig en boden ze excuses aan. Enkel om de brunette dan later nog harder aan te pakken.
Ineens ging de slaapkamerdeur van Isis met een zwieper open.
‘Jongedame, ik ben niet van plan om je elke ochtend uit bed te sleuren. Je moet er zelf voor zorgen dat je op tijd uit bed komt. Kom eruit, nu,’ zei Isis haar moeder op strenge toon. Ze stapte naar het bed van haar dochter toe en trok de deken van de brunette af.
‘Hup, opschieten! Het is al bijna acht uur en ik breng je niet naar school. Als je te laat komt, is dat je eigen schuld.’ Na een korte blik op haar dochter te hebben geworpen, maakte moeders een rechtsomkeert en verliet de kamer.
Zuchtend kwam Isis overeind. Het moest dan maar. Even wierp ze een blik op de klok aan de muur, drie voor acht. Verdomme, nu moest ze zich nog gaan haasten ook. Het was namelijk niet haar bedoeling geweest om zó laat pas uit bed te komen. School was namelijk toch al gauw zo’n vijfentwintig minuten fietsen en met tegenwind duurde het nog langer.
Snel trok de brunette haar slaapshirt uit, plukte ondergoed uit haar ladekast en trok een willekeurige spijkerbroek en T-shirt uit de klerenkast om aan te trekken. Vluchtig haalde Isis nog een borstel door haar haren heen en denderde vervolgens de trap af. Onderaan stonden haar schoenen, waar ze eerst bijna haar nek over brak, om ze dan pas aan te trekken.
Tijd om te ontbijten of brood klaarmaken voor mee naar school was er niet, dus hees Isis zich maar gelijk in haar jas. Ze zou wel wat te eten halen in de kantine op school. Nog snel strikte de brunette haar veters, voordat ze erop zou stappen, pakte haar tas van onder de kapstok en opende de voordeur.
‘Ik ga! Tot vanmiddag,’ riep Isis over haar schouder.
Er klonk van boven iets gemoffeld terug wat leek op “tot vanmiddag”, waarna de brunette naar buiten stapte en de deur achter zich dichttrok. Direct begon zij te balen; het regende. Geen miezer of een beetje gedruppel. Nee, echte Hollandse stortregen. Dat werd dus zeiknat op school aankomen, tenzij ze met de bus zou gaan. Met een beetje geluk zou Isis die nog net kunnen halen. Vluchtig ging ze haar zakken na, maar ze vond geen strippenkaart. Balen, want ze was er zeker van dat ook in haar portemonnee geen strippenkaart zou zitten.
Al half doorweekt viste Isis dan maar haar fiets uit de schuur, stapte op en begon richting school te fietsen. Ook dat nog, tegenwind. Een stevige noordwestenwind vanaf zee. Nu zou de brunette zeker te laat komen. Moeizaam trapte ze door. Nu was het nog hopen dat het verkeer meezat, maar ook dat was haar niet gegund.
Elk stoplicht dat Isis tegenkwam stond voor haar op rood en het leek per stoplicht een eeuwigheid te duren voordat het groen werd. Op andere plekken gaven auto’s haar geen voorrang en sneden haar het liefst nog even af. Beleefdheid in het verkeer was ver te zoeken. Het werd helemaal mooi toen een auto vol gas, volgens de brunette expres, door een plas heen reed, waardoor een golf van water over Isis heen sloeg. Zo werd ook het laatste stukje broek wat nog droog was zeiknat.
Eindelijk op school aangekomen, was de brunette zo goed als volledig verzopen. Alles plakte tegen haar lichaam aan, wat het lopen er niet prettiger op maakte. Soppend in haar schoenen en met een schurende broek, stapte Isis het schoolgebouw binnen. Daar werd ze direct opgewacht door de man van de administratie.
‘Overduidelijk te laat, juffertje. Kom maar mee, dan noteren wij dat even in het boek.’ De man wenkte Isis, die – zo mogelijk – nog meer begon te balen van haar dag. Druipend volgde ze de man maar. Waarom moesten ze op school zo strikt zijn? Hij kon toch ook wel zien dat ze echt niet voor haar lol te laat was.
‘Wat is je naam,’ vroeg de man zodra ze bij het kantoortje waren.
‘Isis. Isis van den Bergen, klas 3Vc,’ dreunde de brunette op. Je zou toch denken dat zo’n man het een keer zou moeten onthouden na zoveel keer.
‘Isis..,’ mijmerde de man. ‘Ah, hier.’ Hij vinkte wat aan in een boek en schreef vervolgens een “te laat kaart” uit.
‘Dat is al je vijfde keer in twee weken tijd. Dat wordt morgen om half acht verschijnen,’ zei de man, voordat hij Isis het kaartje overhandigde.
Ook dat nog. De wolk in de brunette haar hoofd werd nog donkerder.
‘Ik zal er zijn,’ verzuchte ze.
Ze nam het kaartje aan en sopte weg richting de kapstokken. Zoals gewoonlijk hingen deze overvol, maar het kon Isis nu niks schelen. Ze hing haar druipende jas er ergens overheen en sjokte verder naar haar kluisje. Na deze van het slot te hebben gehaald, haalde de brunette enkele boeken uit haar tas om in haar kluisje te proppen. Zoals te verwachten was, waren ook de boeken inmiddels doorweekt. De tas was wederom niet zo waterdicht gebleken als de verkoper beweerd had.
Met een boos gebaar gooide Isis haar kluisje weer dicht en deed hem op slot. Even keek ze op haar horloge. De les was nu al een halfuur bezig. Het zou geen nut meer hebben om nu nog de les in te komen. Dan maar wat doen aan haar eigen natte probleem. De brunette verfrommelde het “te laat kaartje”, mikte het in een prullenbak op de gang en liep naar de toiletten.
Zo tijdens de lessen waren de toiletten vrijwel leeg, dus daar zou Isis even tot zichzelf kunnen komen. Echter was rust haar kennelijk niet gegund, want direct na binnenkomst sneerde een stem door de lucht die de brunette wellicht het meeste haatte van allemaal.
‘Ach kijk, arme Is-is is helemaal verzopen. Weet je, het is de bedoeling om je kleren uit te trekken voordat je gaat douchen. Of heb je in je broek geplast en probeer je het zo te verbergen.’ Een lachsalvo volgde op de opmerkingen en Isis wierp de meiden een vuile blik toe.
‘Nee, Kim. Ik ben niet wezen douchen. Mocht je het niet gemerkt hebben. Het regent buiten. Niet iedereen wordt door pappie naar school gereden.’
De blondine, Kim, keek Isis op een hatelijke manier aan en glimlachte op een manier alsof zij vond dat zij superieur was.
‘Misschien moet je toch maar eens wel een douche nemen dan. Je stank vult namelijk elke dag het lokaal. Zoiets heet luchtvervuiling, weet je. Je verpest hoogstpersoonlijk het milieu. Niet zo best van je.’ Weer gelach van de twee volgers van Kim; Marieke en Pricilla.
‘Wat kom je hier trouwens doen, Is-is? Je weet toch dat je niet meer te helpen bent? Dus wat denk je dat een papieren handdoekje nog voor je doet,’ merkte Kim vals op.
‘Cosmetische ingreep zou haar nog niet eens redden,’ viel Marieke de blondine bij. Schaterend liep het drietal langs Isis heen.
‘Pas maar op dat de spiegels niet breken,’ fluisterde Kim Isis nog toe in het voorbijgaan, waarna het drietal de toiletten verliet.
Woedend balde de brunette haar handen tot vuisten. Haar knokkels werden wit door de kracht erachter. Stijf klemde ze haar kiezen op elkaar, zodat de spieren in haar wangen licht zichtbaar werden. Tranen branden in Isis haar ogen, maar ze zou ze niet laten stromen. Dat gunde ze die verwaande nesten niet.
Toch weer onzeker geworden door de kwetsende woorden, keek Isis naar haar spiegelbeeld. Een meisje, net puber, met hazelnootbruine ogen keek terug. Lange bruine lokken plakten tegen een iet wat rond gezicht aan. Een smalle neus vormde het scheidingspunt van haar gezicht, waaronder twee volle lippen sierden. Niet zo slecht. Ja oké, ze had her en der puistjes, maar ze was pas veertien. Dan mocht het toch? Het was immers natuur.
Waarom lieten zulke woorden dan toch hun littekens achter? Waarom bracht het Isis aan het twijfelen? Boos schudde de brunette haar hoofd. Genoeg. Genoeg voor vandaag. Ze zou niet meer naar de lessen gaan. Dus op school blijven had geen zin meer, maar naar huis kon ze ook niet, want moeders was thuis. Wat dan? Het bos! Ja, gewoon de hele dag in het bos doorbrengen. In rust genieten van de natuur en hopelijk alle gedachten op orde kunnen zetten.
Met iets herwonnen energie ging Isis de toiletten uit. Zonder acht te slaan op de man van de administratie pakte ze haar jas en marcheerde naar buiten. De regen voelde koud aan, maar nat was de brunette toch al dus dat beetje extra deerde haar niet. Ze haalde haar fiets uit de stalling en ging richting bos.
Eenmaal in het bos plofte Isis op het eerste, het beste bankje neer wat ze tegenkwam. Haar fiets had ze half in de bosjes gedeponeerd zonder geïnteresseerd te zijn of ze zo lekke banden kreeg. Haar interesse lag meer in hoe Kim een keertje flink terug te kunnen pakken. Met woorden haalde je weinig uit bij de blondine, daar was zij té zelfverzekerd voor. Nee, het moest anders. Iets in de vorm van een “ongelukje”.
‘Echt, als het kon.. Oh, al kreeg ik maar één kans om een keer wat terug te doen. Ik zou het aannemen en die trut eens flink toetakelen,’ riep Isis gefrustreerd uit.
‘Meen je dat,’ vroeg een vrouwenstem.
Geschrokken keek Isis op. Ze had gedacht toch echt daar alleen te zijn. Rechts van de brunette stond een vrouw gehuld in een zwarte mantel met een grote capuchon op. Vreemd genoeg leek de regen niet in de stof te kunnen doordringen, of de vrouw maar zelfs te raken. Wellicht een waterafstotende stof, verklaarde Isis voor zichzelf.
‘Meen je wat je net zei,’ vroeg de mysterieuze vrouw opnieuw.
De vrouw had een jong gezicht, net tegen de dertig wellicht, rode lippen en een vreemde kleur ogen. Ze leken wel rood. De haren gingen verscholen onder de kap, maar Isis meende enkele zwarte slierten te zien langs het gezicht.
‘N-nou.. ik zou haar wel graag eens terug willen pakken. En anderen ook, maar dat zal toch nooit kunnen,’ antwoordde de brunette aarzelend.
‘En wat als het wel zou kunnen?’
‘Dan zou ik dat doen.’
De rode lippen van de vrouw krulden op tot een zachte glimlach.
‘Ongeacht de gevolgen,’ vroeg ze.
‘Hoe bedoelt u dat,’ vroeg Isis verward. Ze probeerde te peilen of de vrouw wat stond te dollen met haar, maar ze kon geen hoogte krijgen van de bedoelingen.
‘Precies zoals ik het je vraag, meisje. Wil je wraak, ongeacht de gevolgen?’
‘Ik zou niet weten welke gevolgen ernstig zouden kunnen zijn. Dus, ja. Ik wil wraak ongeacht de gevolgen.’
De glimlach van de vrouw verbreedde zich.
‘Gebruik dan dit.’ Ze reikte met haar rechterhand in haar linkermouw, pakte iets en stak haar gesloten hand naar Isis uit.
Kalm vouwde de vrouw haar hand weer open en in haar handpalm lag een ketting. Het koord was van leer en de hanger was een zwart kristal, waarschijnlijk onyx, ingelegd in zilver. De vorm was als een ruit, maar dan met afgeronde hoeken, zodat het meer weg had van een zwarte traan. Op de drie onderste hoeken sierden nog roosjes. Paarszwarte roosjes met ieder drie bolletjes in het middel die rood waren. Het leken net drie rode, kleine bloedbolletjes.
‘Wat is het,’ vroeg Isis die het sieraad met argwaan bestudeerde.
‘Een ongeluksamulet. Als jij dit sieraad draagt en iemand verwenst, dan zal het zo gebeuren in de vorm van een ongeluk. Dat is toch wat je wilde?’
Het klonk de brunette nogal ongeloofwaardig in de oren. Een amulet waarmee je anderen iets kunt aandoen? Ze wist niet of dit wel te vertrouwen was. Sowieso, waarom zou een vreemde haar willen helpen? Sterker nog, waarom zou een vreemde haar zomaar een sieraad willen geven?
‘Waarom wilt u mij helpen,’ vroeg Isis voorzichtig, terwijl ze haar blik weer op het gezicht van de vrouw richtte.
‘Ik weet hoe het is om bespot te worden. Te worden verraden en om aan de kant geschoven te worden. Daarom wil ik je helpen.’ De woorden hadden triest geklonken en ook het gezicht van de vrouw had een droevige uitstraling gekregen.
Het gaf Isis een gevoel dat ze de vrouw kon vertrouwen. Al hoewel dat magische nog altijd wat vreemd klonk. Geen enkel weldenkend persoon zou zoiets toch geloven? Wellicht dat de vrouw aan spirituele zaken deed en er daarom zo over spreekt alsof het echt is. Daarbij, hoe verkeerd kon een sieraad nou zijn?
Even aarzelde de brunette nog, maar toen nam ze de ketting aan en deed hem om. De vrouw haar gezicht klaarde op en er speelde weer een klein glimlachje om haar mond.
‘Veel plezier ermee,’ wenste ze Isis toe en draaide zich weg om te gaan lopen.
‘Wacht, hoe heet u eigenlijk?’
Even keek de vrouw nog over haar schouder. Ditmaal had ze een mysterieuze blik in haar ogen, haast donker, kwaadwillend.
‘Noem mij maar Balbero,’ antwoordde ze en volgde het pad met verrassende geruisloze stappen.
Isis keek haar nog even na. De naam paste wel bij de vrouw. Een vreemde naam bij een vreemde vrouw. Kort schudde de brunette haar hoofd. Wat een dag. Van ongeluk naar ronduit bizar. Kort nam ze de hanger ter hand en keek ernaar. Een ongeluksamulet dus. Zo dreigend zag het er anders niet uit. Zou ze het moeten uitproberen? Eigenlijk wel. Wat had Isis immers te verliezen? Niks feitelijk. Terug naar school dan maar.
Terug op school aangekomen, had Isis besloten om niet gelijk de les in te stappen en dan maar wat te roepen. Nee, dat zou haar enkel nog meer belachelijk laten lijken. Rustig afwachten tot in de volgende les. Dat zou beter zijn. Dus liep de brunette alvast naar het volgende lokaal waar ze Engels zouden krijgen.
Het lokaal was leeg, maar de deur zat niet op slot. De uitlezen kans voor Isis om een gerieflijk plekje uit te zoeken. Ze liep naar de kant met de verwarmingen toe en voelde eerst of deze aanstonden. Wonderlijk genoeg was dat het geval en snel ging de brunette zitten en drukte zich tegen de verwarming aan.
De warmte trok gelijk door haar broek en handen heen en wegens het verschil in temperatuur leek het eerder te schroeien dan op te warmen. Kleine experimenten tijdens biologie hadden Isis echter geleerd dat dit niet meer was dan de illusie van het zintuig gevoel. Daarom bleef ze gewoon tegen de verwarming aangeplakt zitten. Zo zou ze wel snel warm worden en opdrogen.
Toen de bel ging als teken van wissel van de lessen, voelde Isis zich wat nerveus worden. Haar hartslag versnelde iets en het bekende spastische gevoel in haar onderbuik trad op. Dat gevoel werd erger naarmate er meer klasgenootjes het lokaal binnenkwamen lopen. Niemand zei was tegen Isis, niemand gaf ook maar erkenning van haar aanwezigheid. Niemand, tot Kim het lokaal betrad. Direct had zij de brunette in het vizier.
‘Is-is, als je dan twee uur spijbelt, had die tijd dan op zijn minst benut om jezelf te fatsoeneren. Nu terg je gewoon onze ogen. Je bent net een verzopen gedrocht en wij moeten er maar tegenaan kijken,’ riep de blondine door de hele klas.
Er klonk gegniffel vanuit de hele klas, maar dat verstomde zodra de docent het lokaal binnenkwam.
‘Good afternoon everyone. Please, be seated, take out your books and read in silence page fourteen till page twenty,’ zei hij direct bij binnenkomst alvorens hij achter zijn bureau ging zitten.
Zwijgend pakte iedereen braaf zijn tekstboek en begon met lezen. Enkel Kim had nog niets gepakt. Ze stak haar hand op.
‘Meneer, mag ik naar de wc,’ vroeg ze.
‘Miss Kim, need I remind you that this is an English class. Therefore, if you have any questions, then please ask them in the language I’m teaching,’ sprak de docent streng.
‘Mister Park, may I please be excused to go to the bathroom,’ vroeg Kim op overdreven toon.
‘You may. Just this once. Next time, use your lunch break to go.’
Kim knikte braaf dat ze het had begrepen, maar ondertussen was van haar gezicht af te lezen dat ze niet van plan was om zich eraan te gaan houden.
Isis volgde met haar ogen hoe de blondine opstond en met een zelfvoldane blik richting de deur liep.
‘Ik hoop dat de spiegels een keer bij jou breken. Puur uit het principiële feit dat je er te vaak voorstaat met je dichtgeplamuurde hoofd,’ mompelde de brunette.
Terwijl ze dit zei, had ze de hanger van haar ketting vastgepakt en kneep er even in. Kort voelde Isis een tinteling in haar hand en met een frons bekeek ze de hanger. Het zwarte kristal leek iets uit te stralen, maar de brunette schreef dat toe aan de lichtval op het kristal en liet de amulet weer hangen.
Enkele minuten later klonk er een ijselijke kreet op de gang. Iedereen keek hierdoor geschrokken op en verwarde blikken keken elkaar aan.
‘Dat klonk als Kim,’ riep Marieke als eerste.
Gelijk wilde ze het lokaal uit sprinten, maar de docent hield haar tegen.
‘Rustig blijven en de rest ook. Ik ga wel even kijken, maar jullie moeten in het lokaal blijven.’
Meneer Park duwde Marieke iets opzij en verliet het klaslokaal. Niemand nam echter de woorden van Park in achting, want zodra hij de hoek om was, rende de halve klas er achteraan. Ook Isis was mee gegaan. Zij wilde namelijk bevestiging. Was de amulet echt? Tenminste, de werking ervan.
Het gegil, wat onderhand ook gemengd was met huilen, leek bij de toiletten vandaan te komen en iedereen dromde zich rondom de deur. Meneer Park probeerde iedereen tegen te houden, maar Marieke dook onder zijn arm door en stormde naar binnen. Gelijk gilde ze zo hard dat van schrik meneer Park zo de meisjes wc in stapte. Zijn ogen werden groot van ontzet door wat hij zag en onmiddellijk greep hij naar zijn mobieltje in zijn broekzak.
‘Niemand mag binnenkomen,’ riep hij tegen de nieuwsgierige, maar ook bange leerlingen die nog buiten stonden. Driftig toetste de docent het alarmnummer in, terwijl hij probeerde te bedenken wat nog te kunnen doen voor Kim die in paniek aan de andere kant zat.
Doordat meneer Park zo bezig was met zijn telefoontje, wist Isis zich naar voren te dringen en haar hoofd om het hoekje te steken. Vol verbazing keek ze naar het tafereel. Kim zat krijsend tegen de deur van een hokje aan in een grote plas bloed. Scherven spiegel staken in verscheidene lichaamsdelen van de blondine, maar de ergste was misschien wel die in haar rechteroog zat. Het gaf Kim een misvormd uiterlijk.
“Wil je wraak ongeacht de gevolgen?” De woorden van Balbero klonken na in Isis haar gedachten. Ja, dacht de brunette bij zichzelf, nu ze over de eerste schok heen was. Ze wilde wraak, ongeacht wat. Met een wat valse grijns op haar gezicht bleef Isis naar Kim kijken.
‘Wie is er nu het gedrocht,’ fluisterde Isis met een vreemd soort gevoel wat zich nestelde in haar lichaam. Een gevoel van voldoening.