Lila..
Geplaatst: 26 feb 2010 18:28
Ik ben bezig met een verhaal te schrijven. Ik weet nog niet of ik verder ga met schrijven. Ik hoop dat jullie het leuk vinden!
LET OP!! Titel verandert.
Lila..
Proloog
De kamer is leeg op twee mensen na. Er klinkt een harde gil. Een rode vlek verschijnt langzaam op de wang van een meisje van een jaar of zes. Jammerend drukt ze zichzelf in de hoek. Een grote man met diepe zwarte ogen, zoals je die nooit ziet, reikt hoog boven haar uit. Op zijn gezicht verschijnt een gemene lach. Zijn ogen glinsteren onheilspellend in het maanlicht. Het is volle maan, een mooie nacht. Niets wijst er op dat daar in de hoek van de kamer straks geen echt meisje meer ligt. Er klinkt een harde knal. De man schrikt zichtbaar. Hij kijkt het meisje nog een tel recht in de ogen, voordat deze wegdraaien, en verdwijnt. De kamer is leeg op een hoopje mens na.
NRC Handelsblad 28 September 2009
Duivendrecht - 28 September - Toen Adriaan en Marie de Jong 28 augustus terugkwamen van hun vakantie uit Frankrijk kregen zij de schrik van hun leven. In eerste instantie was er niks te merken aan het huis. Maar toen Adriaan de Jong vervolgens zijn net ingekochte wijn voorraad in de kelder wou gaan zetten werd hij gealarmeerd door een vieze stank. In de hoek van de kelder lag een hoopje dat ooit een meisje van een jaar of zes was geweest. Politie onderzoek wees uit dat ze gestorven was op 15 augustus, een dag nadat de familie op vakantie was gegaan. Waarschijnlijk is ze om het leven gekomen door een kogel in haar hoofd. De buurman die de planten van de familie water zou geven heeft niks gehoord, geroken of gezien. Naar eigen zeggen was hij op 15 augustus niet thuis en is hij in de weken daarna de planten compleet vergeten. Opvallend was wel dat er nergens sporen van inbraak te zien waren. Van de dader is nog niets vernomen. Er is ook nog niet bekend wie het meisje was.
Voor vervolg zie pagina 6.
Er klinkt het geluid van een scheurende krant. De snippers dwarrelen naar beneden. Een schuldgevoel bekruipt de man met de diepe zwarte ogen, zoals je die nooit ziet. Even later klinkt het geluid van een ronkende auto en rijdt de rode sportauto op hoge snelheid de straat uit. De man kan zijn concentratie nauwelijks op de weg houden.
Als hij na een lange rit uit zijn auto stapt en voor de redactie van het NRC Handelsblad staat twijfelt hij. Is het wel zo slim om dit te doen? De actie zou zo ongeveer gelijk kunnen staan aan het tekenen van zijn doodvonnis. Hij staat nog een paar minuten voor het gebouw, maar stapt toch weer in zijn auto. Hij rijdt vervolgens het hele eind weer naar huis. Dit is de laatste keer dat de rode sportauto nog van zijn vaste parkeerplaats is afgekomen. Op die ene keer na dan. Op die ene keer na die hij niet meer zou kunnen na vertellen, en de auto evenmin.
Hoofdstuk 1
Een vrouw kijkt naar haar man die met hun kleine meisje speelt. Er verschijnt langzaam een glimlach op haar gezicht. Dit is een van die momenten waarop ze zo gelukkig is. Zo een moment waar ze jaren lang van heeft gedroomd. De man heeft diepe zwart ogen, zoals je die nooit ziet. Die ogen zijn de ogen waar de vrouw jaren geleden voor viel. Ze weet nog goed dat ze er minuten lang in kon staren, dat al haar gedachten dan even wegstroomden. Dan was de rest van de wereld even verdwenen, niets was meer belangrijk. Alleen zij twee. Na een paar jaar waren ze niet meer alleen in die bijzondere momenten. Toen was het alleen zij twee en de baby in haar buik. Die baby is opgegroeid tot het kindje waar de man nu mee aan het spelen is. Ze hadden haar Lila genoemd. Een mooie zachte naam, de mooiste naam. Het was het idee van de man geweest. Een perfecte naam voor het stralende meisje. Hun oogappeltje. Het vreemde was dat Lila niet de donkere ogen van de man had gekregen, noch de bruine van de vrouw. Maar ze had hele lichte blauwe ogen, ze waren bijna grijs. De mooist kleur grijs die de vrouw in haar hele leven had gezien.
Ze sluit haar ogen en geniet van het zonnetje terwijl de man Lila meeneemt naar de zandbak en wat vormpjes uit het schuurtje pakt.
Ongewild dwalen de gedachten van de vrouw af naar haar ouders. Toen ze de man voor het eerst ontmoetten waren ze op het eerste gezicht enthousiast over hem. Tenminste dat leek zo. Ze hadden hem nog geen eens een paar uur gezien, maar hadden al meteen een duidelijke mening over hem. Hij was niet de geschikte man voor haar, hij zou niet goed voor haar kunnen zorgen. Bovendien was hij onvoorspelbaar en onbetrouwbaar. Hij heeft inderdaad soms van die momenten waarop het lijkt alsof hij even buiten zichzelf treedt. Maar dit gebeurt zo weinig dat de vrouw er nauwelijks aandacht aan besteedt. Toen ze een paar maanden later aan haar ouders vertelde dat ze bij hem ging wonen kregen ze ruzie, na de verhuizing hebben ze nog nauwelijks een woord met elkaar gewisseld. Haar moeder heeft nog een paar keer gebeld. Maar daar is het ook bij gebleven. De vrouw krijgt tranen in haar ogen als ze er aan denkt. Snel veegt ze die weg. Net op de momenten dat ze zich gelukkig voelt moet ze er altijd aan denken. Ze begrijpt niet dat haar ouders Lila niet willen zien. Ze denkt aan de man. Ook als is hij dan Lila’s vader, ze blijft toch haar dochter. Hun kleindochter. Weten ze eigenlijk dat het meisje Lila heet?
De vrouw opent haar ogen en kijkt vertederd naar hun kleine Lila. Ze voelt een arm die over haar schouder wordt gelegd en leunt tegen de man aan. Lila maakt zandtaartjes in de zandbak terwijl ze steeds viezer wordt.
‘Wil je een kopje thee, schat?’, vraagt de man.
‘Graag’
Ze kijkt naar de ondergaande zon. Dit heeft ze altijd zo romantisch gevonden. Ze neemt een slok van haar thee en gaat weer dicht tegen de man aan zitten. Samen kijken ze naar Lila, hun kleine oogappel. Ging dit moment maar nooit voorbij. De man denkt precies hetzelfde. Hij is nog nooit zo gelukkig geweest. Hij weet nog niet dat dit geluk niet voor eeuwig is. Ooit is hij al dat geluk kwijt en ziet hij het niet meer zitten, dan rijdt de rode sportauto voor de laatste keer zijn vaste parkeerplaats af.
En wat vinden jullie, moet ik verder schrijven?
LET OP!! Titel verandert.
Lila..
Proloog
De kamer is leeg op twee mensen na. Er klinkt een harde gil. Een rode vlek verschijnt langzaam op de wang van een meisje van een jaar of zes. Jammerend drukt ze zichzelf in de hoek. Een grote man met diepe zwarte ogen, zoals je die nooit ziet, reikt hoog boven haar uit. Op zijn gezicht verschijnt een gemene lach. Zijn ogen glinsteren onheilspellend in het maanlicht. Het is volle maan, een mooie nacht. Niets wijst er op dat daar in de hoek van de kamer straks geen echt meisje meer ligt. Er klinkt een harde knal. De man schrikt zichtbaar. Hij kijkt het meisje nog een tel recht in de ogen, voordat deze wegdraaien, en verdwijnt. De kamer is leeg op een hoopje mens na.
NRC Handelsblad 28 September 2009
Duivendrecht - 28 September - Toen Adriaan en Marie de Jong 28 augustus terugkwamen van hun vakantie uit Frankrijk kregen zij de schrik van hun leven. In eerste instantie was er niks te merken aan het huis. Maar toen Adriaan de Jong vervolgens zijn net ingekochte wijn voorraad in de kelder wou gaan zetten werd hij gealarmeerd door een vieze stank. In de hoek van de kelder lag een hoopje dat ooit een meisje van een jaar of zes was geweest. Politie onderzoek wees uit dat ze gestorven was op 15 augustus, een dag nadat de familie op vakantie was gegaan. Waarschijnlijk is ze om het leven gekomen door een kogel in haar hoofd. De buurman die de planten van de familie water zou geven heeft niks gehoord, geroken of gezien. Naar eigen zeggen was hij op 15 augustus niet thuis en is hij in de weken daarna de planten compleet vergeten. Opvallend was wel dat er nergens sporen van inbraak te zien waren. Van de dader is nog niets vernomen. Er is ook nog niet bekend wie het meisje was.
Voor vervolg zie pagina 6.
Er klinkt het geluid van een scheurende krant. De snippers dwarrelen naar beneden. Een schuldgevoel bekruipt de man met de diepe zwarte ogen, zoals je die nooit ziet. Even later klinkt het geluid van een ronkende auto en rijdt de rode sportauto op hoge snelheid de straat uit. De man kan zijn concentratie nauwelijks op de weg houden.
Als hij na een lange rit uit zijn auto stapt en voor de redactie van het NRC Handelsblad staat twijfelt hij. Is het wel zo slim om dit te doen? De actie zou zo ongeveer gelijk kunnen staan aan het tekenen van zijn doodvonnis. Hij staat nog een paar minuten voor het gebouw, maar stapt toch weer in zijn auto. Hij rijdt vervolgens het hele eind weer naar huis. Dit is de laatste keer dat de rode sportauto nog van zijn vaste parkeerplaats is afgekomen. Op die ene keer na dan. Op die ene keer na die hij niet meer zou kunnen na vertellen, en de auto evenmin.
Hoofdstuk 1
Een vrouw kijkt naar haar man die met hun kleine meisje speelt. Er verschijnt langzaam een glimlach op haar gezicht. Dit is een van die momenten waarop ze zo gelukkig is. Zo een moment waar ze jaren lang van heeft gedroomd. De man heeft diepe zwart ogen, zoals je die nooit ziet. Die ogen zijn de ogen waar de vrouw jaren geleden voor viel. Ze weet nog goed dat ze er minuten lang in kon staren, dat al haar gedachten dan even wegstroomden. Dan was de rest van de wereld even verdwenen, niets was meer belangrijk. Alleen zij twee. Na een paar jaar waren ze niet meer alleen in die bijzondere momenten. Toen was het alleen zij twee en de baby in haar buik. Die baby is opgegroeid tot het kindje waar de man nu mee aan het spelen is. Ze hadden haar Lila genoemd. Een mooie zachte naam, de mooiste naam. Het was het idee van de man geweest. Een perfecte naam voor het stralende meisje. Hun oogappeltje. Het vreemde was dat Lila niet de donkere ogen van de man had gekregen, noch de bruine van de vrouw. Maar ze had hele lichte blauwe ogen, ze waren bijna grijs. De mooist kleur grijs die de vrouw in haar hele leven had gezien.
Ze sluit haar ogen en geniet van het zonnetje terwijl de man Lila meeneemt naar de zandbak en wat vormpjes uit het schuurtje pakt.
Ongewild dwalen de gedachten van de vrouw af naar haar ouders. Toen ze de man voor het eerst ontmoetten waren ze op het eerste gezicht enthousiast over hem. Tenminste dat leek zo. Ze hadden hem nog geen eens een paar uur gezien, maar hadden al meteen een duidelijke mening over hem. Hij was niet de geschikte man voor haar, hij zou niet goed voor haar kunnen zorgen. Bovendien was hij onvoorspelbaar en onbetrouwbaar. Hij heeft inderdaad soms van die momenten waarop het lijkt alsof hij even buiten zichzelf treedt. Maar dit gebeurt zo weinig dat de vrouw er nauwelijks aandacht aan besteedt. Toen ze een paar maanden later aan haar ouders vertelde dat ze bij hem ging wonen kregen ze ruzie, na de verhuizing hebben ze nog nauwelijks een woord met elkaar gewisseld. Haar moeder heeft nog een paar keer gebeld. Maar daar is het ook bij gebleven. De vrouw krijgt tranen in haar ogen als ze er aan denkt. Snel veegt ze die weg. Net op de momenten dat ze zich gelukkig voelt moet ze er altijd aan denken. Ze begrijpt niet dat haar ouders Lila niet willen zien. Ze denkt aan de man. Ook als is hij dan Lila’s vader, ze blijft toch haar dochter. Hun kleindochter. Weten ze eigenlijk dat het meisje Lila heet?
De vrouw opent haar ogen en kijkt vertederd naar hun kleine Lila. Ze voelt een arm die over haar schouder wordt gelegd en leunt tegen de man aan. Lila maakt zandtaartjes in de zandbak terwijl ze steeds viezer wordt.
‘Wil je een kopje thee, schat?’, vraagt de man.
‘Graag’
Ze kijkt naar de ondergaande zon. Dit heeft ze altijd zo romantisch gevonden. Ze neemt een slok van haar thee en gaat weer dicht tegen de man aan zitten. Samen kijken ze naar Lila, hun kleine oogappel. Ging dit moment maar nooit voorbij. De man denkt precies hetzelfde. Hij is nog nooit zo gelukkig geweest. Hij weet nog niet dat dit geluk niet voor eeuwig is. Ooit is hij al dat geluk kwijt en ziet hij het niet meer zitten, dan rijdt de rode sportauto voor de laatste keer zijn vaste parkeerplaats af.
En wat vinden jullie, moet ik verder schrijven?