Het treinstation
Geplaatst: 17 mar 2010 16:48
Weer een stukje over mensen kijken.
Dit is mijn favoriete plaats om mensen te kijken. Het is er altijd behoorlijk druk en je komt er allerhande typetjes tegen. Hoe groter het station, hoe leuker.
Het grootste station bij mij in de buurt is nou ook weer niet zó groot, maar groot genoeg om leuke dingen tegen te komen. Het is deels overdekt; als je binnenkomt, kom je eerst in een hele grote hal. De muren zitten volgeplakt met reclameposters, in het midden staan van die gele borden met treinen en vertrek- en aankomsttijden, mensen rennen van hot naar her -afijn, je kent het wel. Het leuke van deze ruimte is, dat het het er lekker hol is. Je ziet mensen niet alleen, je hoort ze ook. Een vrouw op hoge hakken hoor je bijvoorbeeld al op meters afstand aankomen. -tik-tak-tik-tak-tik-tak op de stenen vloer. Voor een stadsmens als ik fijne vertrouwde geluiden.
Wat je ook veel hoort, zijn stemmen van jongeren die het leuk vinden om daar 'rond te hangen'. Waar die term vandaan komt weet ik trouwens niet, 'rondhangen'. Ze hangen niet, ze leunen tegen een muur. Of ze zitten op de grond, terwijl ze muziek zo hard mogelijk afspelen uit hun mobieltjes, mp3-spelers of Ipods. Iets wat ik nooit zou doen, op de grond zitten op een station. De reden begrijpen zij ook, zij maken de grond zelf grotendeels smerig, als je het mij vraagt. Zelfs een varken zit nog niet in z'n eigen rotzooi.
Zij noch ik hebben daar echt iets nuttigs te doen, maar er is een verschil: ik kijk naar andere mensen, zij worden graag bekeken. (Het is natuurlijk helemaal niet leuk om 'rond te hangen' als niemand dat ziet, niet waar?)
Als je een van de vele trappen opzij opgaat, kom je op een perron. Hier vind je de meest bezienswaardige mensen. De mensen die haast hebben. Iedereen kent ze. Je slentert wat over het perron en opeens zie je een man in een net pak, zijn stropdas wapperend over zijn schouder, nog net op tijd een trein in sprinten. Hij heeft waarschijnlijk ook een koffertje bij zich, die hij dan met een beetje geluk op het perron laat staan.
Hoe moeilijk kan het soms zijn om op tijd te komen? Trouwens, zo'n ramp is het nou ook weer niet als je de trein mist. Over vijf minuten komt er weer één. Goed, toegegeven, soms duurt het wat langer. Maar dat maakt ook niet uit, want daar hebben we de mobiele telefoon toch voor uitgevonden? Nee, niet voor smsen, voor foto's, voor filmpjes, voor muziek of voor bluetooth, maar om even te kunnen bellen als je te laat bent en er is geen telefoon in de buurt. Dat is ook meestal het geval, want telefooncellen zijn op stations al nergens meer te bekennen.
Sommige telaatkomers (daar is dat leuke woord weer) zien dat de deuren van de trein al dichtgaan voordat ze bij de trein zijn aangekomen. Ze proberen dan hun handen tussen de deuren te steken om hem weer open te krijgen. Nu, betreft het een ouderwetse trein, dan is het party-time voor conducteurs.
Je moet natuurlijk niet zo'n halve zachte lightrail nemen, waarbij de deuren nog weer open gaan ook als zo'n halve zool z'n hand er tussen steekt. Je moet zo'n ouderwetse trein hebben, waarvan de voorkant een gezicht lijkt waarin de ogen heel dicht bij elkaar staan. Zo'n trein die nog helemaal vol zit met graffiti. Het leuke is namelijk dat de deuren daar dichtgaan en vervolgens ook dicht blijven. Met of zonder hand ertussen.
Stel je nou eens voor dat er zo'n zenuwlijder van een zakenman om een uur of vijf 's middags (dan gaat hij als het goed is weer naar huis, dus wat voor deadline kan er wezen?) denkt dat hij nog net die ouderwetse trein in kan springen als hij even met zijn hand die deuren weer terug duwt. Vast. Muurvast. Natuurlijk rijdt de trein dan nog niet weg...
Ik hoop dat er, als zich ooit zoiets voordoet, een dikke, vadsige conducteur op z'n dooie gemak aan komt sloffen (liefst met een pijp, maar dat mag tegenwoordig niet meer), een poosje naar de cijfervreter in het nette pak kijkt, en dan langzaam met een sarcastische ondertoon vraagt: "Doet 't pijn?"
En geloof me, zo'n conducteur bestáát.
Dit is mijn favoriete plaats om mensen te kijken. Het is er altijd behoorlijk druk en je komt er allerhande typetjes tegen. Hoe groter het station, hoe leuker.
Het grootste station bij mij in de buurt is nou ook weer niet zó groot, maar groot genoeg om leuke dingen tegen te komen. Het is deels overdekt; als je binnenkomt, kom je eerst in een hele grote hal. De muren zitten volgeplakt met reclameposters, in het midden staan van die gele borden met treinen en vertrek- en aankomsttijden, mensen rennen van hot naar her -afijn, je kent het wel. Het leuke van deze ruimte is, dat het het er lekker hol is. Je ziet mensen niet alleen, je hoort ze ook. Een vrouw op hoge hakken hoor je bijvoorbeeld al op meters afstand aankomen. -tik-tak-tik-tak-tik-tak op de stenen vloer. Voor een stadsmens als ik fijne vertrouwde geluiden.
Wat je ook veel hoort, zijn stemmen van jongeren die het leuk vinden om daar 'rond te hangen'. Waar die term vandaan komt weet ik trouwens niet, 'rondhangen'. Ze hangen niet, ze leunen tegen een muur. Of ze zitten op de grond, terwijl ze muziek zo hard mogelijk afspelen uit hun mobieltjes, mp3-spelers of Ipods. Iets wat ik nooit zou doen, op de grond zitten op een station. De reden begrijpen zij ook, zij maken de grond zelf grotendeels smerig, als je het mij vraagt. Zelfs een varken zit nog niet in z'n eigen rotzooi.
Zij noch ik hebben daar echt iets nuttigs te doen, maar er is een verschil: ik kijk naar andere mensen, zij worden graag bekeken. (Het is natuurlijk helemaal niet leuk om 'rond te hangen' als niemand dat ziet, niet waar?)
Als je een van de vele trappen opzij opgaat, kom je op een perron. Hier vind je de meest bezienswaardige mensen. De mensen die haast hebben. Iedereen kent ze. Je slentert wat over het perron en opeens zie je een man in een net pak, zijn stropdas wapperend over zijn schouder, nog net op tijd een trein in sprinten. Hij heeft waarschijnlijk ook een koffertje bij zich, die hij dan met een beetje geluk op het perron laat staan.
Hoe moeilijk kan het soms zijn om op tijd te komen? Trouwens, zo'n ramp is het nou ook weer niet als je de trein mist. Over vijf minuten komt er weer één. Goed, toegegeven, soms duurt het wat langer. Maar dat maakt ook niet uit, want daar hebben we de mobiele telefoon toch voor uitgevonden? Nee, niet voor smsen, voor foto's, voor filmpjes, voor muziek of voor bluetooth, maar om even te kunnen bellen als je te laat bent en er is geen telefoon in de buurt. Dat is ook meestal het geval, want telefooncellen zijn op stations al nergens meer te bekennen.
Sommige telaatkomers (daar is dat leuke woord weer) zien dat de deuren van de trein al dichtgaan voordat ze bij de trein zijn aangekomen. Ze proberen dan hun handen tussen de deuren te steken om hem weer open te krijgen. Nu, betreft het een ouderwetse trein, dan is het party-time voor conducteurs.
Je moet natuurlijk niet zo'n halve zachte lightrail nemen, waarbij de deuren nog weer open gaan ook als zo'n halve zool z'n hand er tussen steekt. Je moet zo'n ouderwetse trein hebben, waarvan de voorkant een gezicht lijkt waarin de ogen heel dicht bij elkaar staan. Zo'n trein die nog helemaal vol zit met graffiti. Het leuke is namelijk dat de deuren daar dichtgaan en vervolgens ook dicht blijven. Met of zonder hand ertussen.
Stel je nou eens voor dat er zo'n zenuwlijder van een zakenman om een uur of vijf 's middags (dan gaat hij als het goed is weer naar huis, dus wat voor deadline kan er wezen?) denkt dat hij nog net die ouderwetse trein in kan springen als hij even met zijn hand die deuren weer terug duwt. Vast. Muurvast. Natuurlijk rijdt de trein dan nog niet weg...
Ik hoop dat er, als zich ooit zoiets voordoet, een dikke, vadsige conducteur op z'n dooie gemak aan komt sloffen (liefst met een pijp, maar dat mag tegenwoordig niet meer), een poosje naar de cijfervreter in het nette pak kijkt, en dan langzaam met een sarcastische ondertoon vraagt: "Doet 't pijn?"
En geloof me, zo'n conducteur bestáát.