Besmeurd
Geplaatst: 27 mar 2010 22:45
Hoe ver kan je iemand krijgen om zijn eigen beste vriend te vermoorden?
‘’Nathan Brosnen was geen verkeerde jongen.
Zeker weten van niet.’’
Het lange gras kietelde zijn schenen terwijl hij door het veld liep. Nathan’s hele gezicht was gespannen net als zijn hele houding. In zijn lichaam zoveel haatgevoelens dat het zijn buik pijn deed en zijn hoofd onophoudend liet bonken. Zijn armen en benen trilde van woede.
‘’Hij gaat eraan’’ verteld hij zichzelf steeds weer, verbitterd. ‘’Dat kleine rotzakje krijgt er van langs. Ik heb verdomd lang genoeg gewacht! Hij gaat spijt krijgen dat hij ooit bevriend met mij is geweest.’’
‘’Een zeer uitbundige vriendelijk jongen, zoals ik al wilde vertellen. Erg goed bevriend met- eh, hoe heet die jongen ook alweer? Ach ja! Ik weet het weer! Spencer Vance was het niet? Ja, ik weet het zeker. Zeer betrouwbare en loyale jongen. Alleen een beetje aan de verlegen kant. Maar gelukkig had hij een vriend als Nathan die voor hem op zou komen als hij niet uit zijn woorden zou komen.’’
Hij stond nu voor zijn huis. Het huis van die vuile rat. Die smerige verrader. Dat misselijkmakende kakkerlak dat nodig verdelgt moest worden. Hij kwam om het huis eens goed te reinigen. Schoon maken. En goed ook. Hij zou zijn bloed over de grond vegen. Hij zou Spencer’s moeder nog een dienst bewijzen ook.
Dat hysterische wijf had altijd geklaagd dat hij een sloddervos was? Nu was het eindelijk de tijd om haar ongelijk te bewijzen. Nathan wist dat ze nu aan het werk was, en er stond haar een aangename verassing te wachten.
Hij klopte vervolgens op de deur, met een beangstigende grijns op zijn gezicht.
‘’Karen Ashton is een hele leuke meid! Ze had mij laatst geholpen met de voorbereidingen op mijn kleinzoons verjaardag! Zo sociaal en pienter!’’
‘’O- hoi Nate.’’ Spencer glimlachte schaapachtig naar de jongen tegenover hem. Verast om hem zo te zien staan. Zeker nadat zijn voormalige vriend hem zes weken lang standvastig had genegeerd.
De jongen tegenover hem glimlachte niet terug. Na een onplezierige stilte schraapt de kortere jongen vervolgens zijn keel en deed een stap opzij. ‘’Ik ben blij dat je gekomen bent, zodat we, je weet wel- over dat ene kunnen praten. Kom maar binnen.’’
Pas toen verscheen er een klein glimlach op Nathan’s gezicht. Ten minste, geen oprechte. Maar Spencer was te geconcentreerd op zijn voeten om dat te hebben gezien.
Terwijl Nathan de gang binnen liep deed Spencer de voordeur met een holle klik dicht.
‘’Nathan Brosnen was geen verkeerde jongen.
Zeker weten van niet.’’
Het lange gras kietelde zijn schenen terwijl hij door het veld liep. Nathan’s hele gezicht was gespannen net als zijn hele houding. In zijn lichaam zoveel haatgevoelens dat het zijn buik pijn deed en zijn hoofd onophoudend liet bonken. Zijn armen en benen trilde van woede.
‘’Hij gaat eraan’’ verteld hij zichzelf steeds weer, verbitterd. ‘’Dat kleine rotzakje krijgt er van langs. Ik heb verdomd lang genoeg gewacht! Hij gaat spijt krijgen dat hij ooit bevriend met mij is geweest.’’
‘’Een zeer uitbundige vriendelijk jongen, zoals ik al wilde vertellen. Erg goed bevriend met- eh, hoe heet die jongen ook alweer? Ach ja! Ik weet het weer! Spencer Vance was het niet? Ja, ik weet het zeker. Zeer betrouwbare en loyale jongen. Alleen een beetje aan de verlegen kant. Maar gelukkig had hij een vriend als Nathan die voor hem op zou komen als hij niet uit zijn woorden zou komen.’’
Hij stond nu voor zijn huis. Het huis van die vuile rat. Die smerige verrader. Dat misselijkmakende kakkerlak dat nodig verdelgt moest worden. Hij kwam om het huis eens goed te reinigen. Schoon maken. En goed ook. Hij zou zijn bloed over de grond vegen. Hij zou Spencer’s moeder nog een dienst bewijzen ook.
Dat hysterische wijf had altijd geklaagd dat hij een sloddervos was? Nu was het eindelijk de tijd om haar ongelijk te bewijzen. Nathan wist dat ze nu aan het werk was, en er stond haar een aangename verassing te wachten.
Hij klopte vervolgens op de deur, met een beangstigende grijns op zijn gezicht.
‘’Karen Ashton is een hele leuke meid! Ze had mij laatst geholpen met de voorbereidingen op mijn kleinzoons verjaardag! Zo sociaal en pienter!’’
‘’O- hoi Nate.’’ Spencer glimlachte schaapachtig naar de jongen tegenover hem. Verast om hem zo te zien staan. Zeker nadat zijn voormalige vriend hem zes weken lang standvastig had genegeerd.
De jongen tegenover hem glimlachte niet terug. Na een onplezierige stilte schraapt de kortere jongen vervolgens zijn keel en deed een stap opzij. ‘’Ik ben blij dat je gekomen bent, zodat we, je weet wel- over dat ene kunnen praten. Kom maar binnen.’’
Pas toen verscheen er een klein glimlach op Nathan’s gezicht. Ten minste, geen oprechte. Maar Spencer was te geconcentreerd op zijn voeten om dat te hebben gezien.
Terwijl Nathan de gang binnen liep deed Spencer de voordeur met een holle klik dicht.