Pagina 1 van 1

Ayila

Geplaatst: 05 apr 2010 12:07
door Matsuei
Ok, Hier komt mijn verhaal stukje bij beetje. Ik heb al aardig wat maar wil niet alles in 1 keer posten.


Mijn naam is Ayila. Ik ben anders. Niet zoals jij of enig ander. Nee Ik ben echt anders.
Ik ben geboren om te leven, oud te worden en kinderen te krijgen. Maar toen op een dag gebeurde er iets, een prachtige vrouw kwam op mijn pad. Ik wist niet wat ik moest doen of hoe ik moest reageren. De persoon die ik liefhad, mijn lieve vriend, was niet ver weg. Maar toch ondanks dat hij zo dichtbij was vergat ik hem totaal. Deze onbekende mooie vrouw was alles wat ik wou, ze was alles waar ik om gaf op dat kritieke moment. Ze kwam heel dichtbij, ik voelde pijn, niks, en na de pijn en de niks voelde ik me weer levend, sterker en net zo mooi als haar.
Ik werd Ayila, de vampier. Zelfs als sommige mensen denken dat vampiers hun hart verloren hebben, of een zwarte hebben, weet ik zeker dat het mijne nog gevoelens heeft, en alles lief heeft dat leeft. Ik zal de man die ik liefhad, altijd hebben beschermd en altijd lief hebben gehad. Maar helaas, ik gaf zoveel om hem, ik kon mij niet inhouden en beet. Ik wou hem niet het leven geven dat ik had gekregen, en ik heb hem vermoord. Zijn gedachten zijn bloed gaven mij kracht en gaven mij leven.

Ik was dagen bedroefd om de dood van de persoon die ik liefhad. Ik heb geschreeuwd, gemoord, gehuild en mijn maker tot waanzin gedreven tot ik niet meer kon en de tranen niet meer wouden stromen. Met het verstrijken van de weken, kreeg ik weer een beetje van mijn liefde voor het leven terug. Ik werd gelukkiger en paste me aan, aan het leven dat ik had gekregen.
Mijn maker leerde me wat ze wist, ze vertelde me over anderen van onze soort. Over wat sommigen hadden bereikt en wat voor krachten we konden ontwikkelen. Ze leerde me dat het niet nodig was om mensen te vermoorden, en dat we ze ook in hun slaap konden bijten zodat ze er niks van zouden merken. Overdag sliepen we, maakten we voorbereidingen voor de nacht, of bedachten we wat we zouden doen als we een knappe man tegen zouden komen. We hadden geen behoefte aan meer gezelschap en de enkele keer dat we het kregen waren we vriendelijk hielden we kleine feestjes of deden we wat we normaal ook deden.

Met het verstrijken van de jaren, ontwikkelde ik de gave om de emoties van mensen te voelen. Ik had geleerd om gedachten te lezen en om via het bloed van een persoon te proeven of deze slecht of goed was. Op een nacht echter kwam ik een man tegen, ik kon zijn gedachten niet lezen, ik kon zijn emoties niet voelen en ik had hem nog nooit zien slapen. Ik besloot om hierover niets tegen mijn maker te zeggen, ik wist niet of ze zou denken dat ik zwakker werd of dat ze zou denken dat het misschien een jager of heks was.
Nachtenlang volgde ik hem, als ik hem kwijt raakte en begon te zoeken vond ik hem terug en dacht ik altijd even dat hij naar mij keek. Ik wist niet meer of ik hem achtervolgde of dat hij mij achtervolgde. Ik begon de man aardig te vinden en maakte me minder druk om hem tot ik op een zeker moment een schreeuw hoorde, een vrouw, een man, steeds meer mensen schreeuwden, riepen en renden in paniek alle kanten op.
Toen een jager, hij zag mij schoot en miste. Niet wetende wat ik moest doen begon ik te rennen, steeds sneller maar de jager bleef steeds dichtbij, of waren het er meer. Zouden ze nooit moe worden? Zou hij ook een vampier zijn? Nee dat kon niet, hij rook naar mens en ik kon zijn hart horen. Ik liep een doodlopende straat in, ik kon nergens heen. Moest ik het dak op, zou ik het halen tot de rioolput en hopen dat hij me niet achterna kwam of moest ik in de aanval. In de 10 seconden dat ik alle mogelijkheden aan me voorbij liet gaan bedacht ik dat ik nergens heen kon. Het enige dat ik kon doen was wachten op de staak, de zon of op een andere manier die voor de 2e keer mijn dood zou betekenen.
Net toen de jager begon te praten zag ik hem, of liever gezegd, ik voelde hem, hij stond direct achter me, zij dat alles goed zou komen. Hij rende, sprong en beet, de jager kreeg geen tijd om te richten, geen tijd om te zien wat er gebeurde. Het was over maar die ene knappe man, die man die mij gered had was verdwenen. Ik gunde me geen tijd om over hem na te denken.
Ik moest vluchten! Rennen! Terug naar ons huis hopen dat mijn maker thuis zou zijn. En niet net als mij achterna gezeten was door een jager of erger.
Toen ik bijna thuis was, zag ik haar. Ze rende en kwam op me af, ze leek geschrokken. Ze vroeg me wat er gebeurd was en ik vertelde haar het verhaal. Toen ik uitgepraat was vroeg ze me naar de man, en ik bedacht dat ik hem verder niet meer gezien had. Toen ik haar vertelde dat ik hem vaker had gezien en hem een tijd gevolgd had en aan haar vroeg hoe het kon komen dat ik zijn gedachten niet kon lezen en zijn emoties niet kon voelen twijfelde ze. Ik vroeg haar of ze iets wist wat ik niet wist. Het enige wat ze zei was dat ze het zelf ook niet wist.

De nacht erna bleven we binnen tot alle vampierjagers weer weg zouden zijn. We speelden spelletjes, en voeden ons aan de ratten en het vee dat bij ons huis rond liep. De 2e nacht na mijn kleine avontuur gingen we samen op pad, gewoon omdat we zeker wouden zijn dat het veilig was, toen dat bleek gingen we ieder onze eigen weg. Toen het weer licht begon te worden haastte ik mij naar huis, ik was verder dan geplant en moest me haasten om niet door het zonlicht geraakt te worden. Bijna bij ons huis voelde ik dat er iets aparts was, er was naast mijn maker nog iemand binnen.
Mijn eerste gedachte, mijn eerste hoop was dat het misschien die knappe man zou zijn. Die gedachte zette ik echter snel opzij. Het werd licht, waarschijnlijk was hij zich aan het voorbereiden om naar zijn werk te gaan of aan zijn ontbijt begonnen. Toen ik binnenkwam stond ik echter voor een verrassing, het was hem, hij was hier. Had hij me gevolgd, was hij een jager en had hij gewacht op het juiste moment.
Toen ik mijn maker zag besloot ik dat het geen jager kon zijn. Ze begon te vertellen over de tijd dat ze net een vampier was. Dat haar maker 2 dagen na haar ontwaking was verdwenen en dat een andere vampier haar vond. Haar dingen leerde en haar weer liet genieten van het leven dat ze had gekregen. Ze vertelde dat de vampier die ik had achtervolgd en die nu in onze woonkamer zat, Voyden heette. Hij was de vampier geweest die haar had opgevangen en hij had haar die avond verteld dat hij dacht weer liefde in zijn leven te kennen.
Hij had haar gevraagd of ik het ooit over hem gehad had en of het kon zijn dat ook ik liefde kende. Als het had gekund had mijn hart dat moment sneller geklopt. Ik wist niet wat ik van hem moest denken, ik voelde dat het goed was, dat ik hem kon vertellen dat ook ik liefde voelde. Reacties kunnen echter totaal anders zijn dan we willen en ik heb hem die avond alleen bedankt voor zijn hulp voor het redden van mijn leven en ben toen naar mijn kist gegaan.

De hele dag heb ik wakker gelegen de hele nacht heb ik gedacht aan hem, aan ons en aan de toekomst die misschien mogelijk was. Vragen over liefde, over of vampiers kunnen liefhebben en over wat er verder zou kunnen spelen. Vragen over eeuwigheid, over hoe oud hij zou kunnen zijn en over hoe oud ik ook al weer was. Vragen die ik, geen van allen kon beantwoorden. Ik kon alleen maar hopen dat mijn verstand en gevoel mij niet in de steek lieten. Voyden bleef bij ons, hij vertelde me over zichzelf, over wie hij was, hoe oud hij was en dat hij mij al weken volgde, al van voordat ik hem de eerste keer zag. Hij vertelde dat de jager waarvan ik dacht dat hij dood was, dat niet was. Hij bood zijn excuses aan voor het feit dat de jager achter mij aan gekomen was en hij bood zijn excuses aan dat de vampier die de jager had gelokt door hem ontwaakt was. Sommige nachten waren we zo veel aan het praten of hadden we samen zoveel plezier dat we vergaten te eten. Soms sliepen we niet en steeds vaker als we wel sliepen deelde we een kist, soms die van hem, soms die van mij. Het werd alleen steeds mooier en steeds prachtiger. We vonden het wel goed en gingen als we op zoek waren naar eten, naar bloed, vaak met mijn maker mee. Maar zodra Voyden en ik alleen wouden zijn accepteerde mijn maker dat en ging zelf verder de nacht in. Op een nacht toen Voyden, heel even een moment alleen wou zijn vroeg ze aan mij wat ik van hem dacht. Ze vertelde dat de liefde van Voyden eeuwig zoniet langer kon duren. Ze vertelde over de tijd dat ze zelf nog een man had en dat hij door jagers was gedood. Hoe gelukkig ze samen waren geweest en hoe gelukkig ze nu voor mij was dat ik ook een liefde had gevonden. Ze vertelde dat ze er over dacht ons te verlaten en op zoek te gaan naar iemand, een vampier, een die ze al lange tijd niet had gezien. Toen ik haar meer over deze vampier vroeg zij ze dat ze mij niets kon vertellen mij niet kon vertellen wie het was en dat als ze het toch deed dit mij en misschien zelfs Voyden in gevaar kon brengen. Nadat ze mij had gewaarschuwd niet meer over deze vampier te vragen kwam Voyden binnen.

Hij zij dat hij het met mij ergens over wou hebben. We liepen een hele tijd tot vlak aan de rand van het bos. Hij floot bijna onhoorbaar voor het gewone oor. Tot mijn schrik kwam er een wolf. Hij was groot en hij kwam op zo een manier op ons af dat iedere jager zou zijn weggerend, hoewel hij de wolf waarschijnlijk niet voor zou zijn gebleven. Door mijn angst voor wat er zou gebeuren deed ik een stap of misschien wel 2 achteruit. Voyden zag het en knielde neer. De wolf liep, zo te zien helemaal kalm en mak als een lammetje, met zijn oren naar achter en de staart kwispelend naar hem toe. Voyden legde mij uit dat de manier waarop wij over wolven denken ongeveer hetzelfde is als de manier waarop de mensen over ons denken. Raar genoeg dacht ik te horen dat de wolf sprak maar Voyden hoorde niks en ik dacht dat ik het me verbeeld had.
Voyden begon te vertellen over hoe hij de wolf vond als klein pup.
“Zijn moeder was gedood door een boer en 1 van zijn broertjes was al overleden aan honger of dorst. Ondanks dat zijn andere 2 zusjes erg zwak waren heb ik toch geprobeerd om ze te helpen. De 2 waren te bang om het eten dat ik ze aanbood aan te pakken. Ze verscholen zich steeds. Ook als ik het eten wat ik meebracht voor ze neerlegde en weer weg ging pakten ze het niet. Uiteindelijk waren ze te zwak om zelfs nog voor aan de kant te gaan en heb ik besloten ze niet meer te laten lijden door ze dood te maken. De kleinste pakte het voedsel wel. Hij deed het dan wel als ik weg was maar hij at in ieder geval wel iets. Het kleintje groeide hard dankzij de steeds grotere hoeveelheid voedsel die hij at en hij raakte gewend aan me. Na een paar weken toen hij ouder werd begon hij uit mijn hand te eten. Naarmate hij groeide werd hij te groot voor het kleine hol. Hij begon me te volgen maar als ik te ver van het hol ging liep hij toch steeds weer terug. Ik besloot om hem een naam te geven en dacht eraan om een vampier met de kracht van het dierenoor te vragen of hij de wolf kon vragen wat hij een leuke naam vond. Toevel wou dat ik een paar dagen later bij toeval zo een vampier tegenkwam. De man zij dat het ventje graag Wolf wilde heten en zo kwam het dat ik hem Wolf als naam heb gegeven. Ik trainde hem en leerde hem te gehoorzamen en te jagen. “
“Maar Voyden hoe kon je een wolf leren jagen? Wij zijn zelf toch geen wolven. En jagen anders dat wolfen doen.”
“Iedere vampier heeft krachten die bij onze familie horen Ayila. Zelfs als je dat nog niet weet. Ook diegene die niet geboren zijn in dit leven met bepaalde krachten kunnen ze wel aanleren. Mijn maker zag mijn liefde voor dieren, hoe ik ze observeerde en hoe ik gaf om de zwakkere en gewonde dieren. Ze heeft toen een anishifter gevraagd mij te helpen en te leren hoe ik in een dier kon veranderen. Een anishifter is een vampier die op ieder gewenst moment in een dier naar keuze kan veranderen.
Een vampier die deze kracht niet in zijn bloed heeft kan het wel leren en soms net zo sterk worden als had hij het wel gehad, maar dit duurt veelal veel langer. De meeste anishifters bezitten ook het dierenoor. Dit is een kracht die iets meer vampiers hebben. Het dierenoor laat een vampier horen wat een dier zegt. Op deze manier kunnen vampiers met dieren communiceren. Soms is deze kracht zo sterk dat de vampier niet eens meer hardop hoeft te praten. Zelf heb ik het dierenoor nooit kunnen bevatten. Ondanks dat ik het veranderen snel geleerd heb. “
Toen hij dat laatste zij dacht ik weer dat ik Wolf hoorde praten. Heel zachtjes zij hij dat het duidelijk was dat Voyden de kracht van het Dierenoor niet beheerste omdat hij anders wel had begrepen dat hij de naam Wolf niets vond.
“Voy weet je zeker dat Wolf zijn naam leuk vind?” Vroeg ik en Wolf draaide zijn kop naar me toe.
“Nee Ayila maar dat kan ik ook niet zeker weten. Ik heb het dierenoor niet. Wel kan ik me herinneren dat Wolf gromde toen ik hem voor het eerst zo noemde. Maar ik zou niet weten hoe ik hem anders moet noemen.”
“Rodin zo wil ik heten” hoorde ik heel zacht en vaag in mijn hoofd.
“Voy wat vind je van Rodin. Lijkt dat je niets?”
Wolf liep naar me toe, ging zitten en keek me aan.
“Dat snap ik niet Ila. Waarom wil je Wolf een andere naam geven?”
“Ik heb het gevoel dat dat beter bij hem past. Het is net of ik hem heel zachtjes in mijn gedachten hoor praten.”
Voyden was erg verbaasd. Een vampier zo jong als ik zou niet moeten kunnen praten met dieren of hun gedachten niet moeten kunnen horen tenzij ik erg sterk zou zijn in mijn kracht en als mens zijnde ook al bepaalde dingen had gekund zoals gedachten van anderen horen als ze heel erg emotioneel zijn. Ik kan me dit niet herinneren, of misschien deed ik het onbewust.

Re: Ayila

Geplaatst: 10 apr 2010 21:55
door Matsuei
Voyden begon me in de weken die volgde meer uit te leggen over het anishiften en het dierenoor en begon me voorzichtiger wijs meer te leren over de verschillende vaardigheden van de diverse vampier families, ook wel clans genoemd. Hij begon mij vragen te stellen over of ik ooit ongewone dingen had gedaan of gevoeld. En waar mijn interesses naar uit gingen. Voyden leerde me de simpelere dingen en vaardigheden van zijn clan de Toreador. Hij vertelde dat hij dacht dat ik tot die clan behoorde omdat ik er nauwelijks moeite mee had, maar zeker wist hij het niet. Hij dacht dat hij misschien de ouderen van zijn clan kon vragen of zij het wisten. Hij liet me ook steeds meer rare oefeningen doen, nu ja ik vond ze raar. Als ik vroeg waarom hij me dit liet doen ontweek hij de vraag of gaf hij een flauw antwoord. We gingen dan bijvoorbeeld ergens heen en bleven staan. Voyden zei me dan om goed om me heen te kijken en te omschrijven wat ik zag.

De man en vrouw stonden in een middelgroot veld. De maan stond hoog en door de heldere wolkenloze lucht waren er veel sterren te zien. Ze liepen op blote voeten en konden het gras onder hun voeten als zachte haartjes voelen. De omgevallen boom was overdekt met mos en leek als een pijl te wijzen naar een opening links schuin het bos in. Een ree keek voorzichtig rechts om een bomenrij heen en stapte stapje voor stapje verder de open plek op. De man voorzichtig nauwelijks geluid makend en ging op een grote steen zitten die iets verder achter hun lag. De steen was niet hoger dan je knieën en was eerder iets breder dan lang. Net breed genoeg om met zijn tweeën naast elkaar te zitten. De vrouw liep eveneens voorzichtig om de ree niet af te schrikken naar de man en ging naast hem zitten. Ze keek naar de bomenrij en de lucht en begon zich af te vragen wat ze precies moest zien, ze zaten hier nu voor de zoveelste keer en nog liet hij haar keer op keer deze oefening doen. De zachte warme bries liet de boombladeren heel voorzichtig fluisteren. En met dat ze de weg van de wind volgde met haar ogen zag ze ineens dat er een boom met kop en schouders boven de rest uitstak. Ze leek de blaadjes allemaal afzonderlijk te zien en zag hoe er enkele door de bries werden meegevoerd om iets verder op de grond te vallen. Ze zag dat de omgevallen boom dood en dor een beschut plekje bood voor een kleine struik waarvan de blaadjes net over de stam heen kwamen. Hoe de bast van deze boom op de zijtakken al helemaal losliet en op de dikke stam een kale plek die aangaf dat de bast daar al verdwenen was. Ze begon te omschrijven zoals gevraagd en toen ze dacht dat ze alles had gehad vielen haar weer nieuwe dingen op.
“De ree tilt haar pootjes hoog op en zet ze heel doelbewust maar zacht neer. Haar jong volgt haar heel voorzichtig. Het pad links bevat twee uitgesleten sporen. Wellicht van wagens die naar de stad gaan en als je luistert kun je de bel in de kerktoren horen slaan. Aan de overkant is het gras opzij gebogen waar de reeën door wegvluchten als ze onraad ruiken. En rechts kun je achter de bomenrij een oud vervallen schuurtje zien staan overdekt met klimop en varens. Het gras beweegt gestaag. En word steeds lager tot ze vlak voor de bomenrij overgaat in mos.”
“Snap je nu wat ik bedoel Ayila. Zien is niet alleen maar het globale om je heen kijken. Echt zien is alle details in je opnemen. Het gaat verder dan daar staan bomen en er ligt een dode boom.”
“Voy, ik snap niet waar deze les voor is. Maar hij bevalt me wel. Alles lijkt zo… zo anders. Zo helderder en groter. Zo mooi maar toch ook wel angstaanjagend. Sommige dingen vind ik wel een beetje eng hoor. Het is net of het veel lichter is geworden. Alsof de zon plots schijnt.”
Voyden begon uit te leggen. “Dat komt omdat je nu kijkt op een manier anders dan je gewent bent. Omdat je alles duidelijker wilt zien passen je ogen zich nog verder aan. Omdat je een vampier bent is dit verder mogelijk dan bij ene mens. Tot nu toe heb je nog gedacht dat je niets kon zien omdat het donker, nacht en niet verlicht is. Echter was deze gedachte een menselijke gedachte. Niet een die een vampier past. Je zult nu sneller en steeds vaker automatisch met je vampier ogen kijken. En niet meer met je gewone mensen ogen. Maar het is een vaardigheid die je moet oefenen en leren. Niet een die je met de tijd meekrijgt of zodra je gemaakt bent. Je hebt nu twee dingen geleerd. De ene heb ik je net verteld. Weet je zelf wat de tweede is, ik weet dat ik nu belerend overkom. Maar het is een belangrijke les.”
“Ik denk dat ik het wel weet ja. Rust in mijn kont brengen. Meer de tijd nemen voor dingen en niet denken dat alles vanzelf gaat.”Zei Ayila lachend.

Voyden en Ayila stonden op en liepen richting de stad. Het was tijd om te eten. En het zou niet lang meer duren voor de zon op kwam. Halverwege de jacht gingen ze ieder hun eigen weg en Ayila was eerder terug bij het huis dan Voyden. Enisa zat nog te lezen en keek op uit haar boek wat ze opzij legde toen ze zag dat Ayila thuis was.
“Enisa, welke clan ben jij van? Voy denkt dat ik een Toreador ben maar hij zegt ook dat een vampier automatisch de kenmerken en krachten van zijn makers clan overneemt”.
“Och Ayila ik weet zelf niet eens welke clan ik toebehoor. Ik weet alleen maar dat mijn maker vertrok. 2 dagen nadat hij me dit leven had geschonken. Ik heb geen speciale vaardigheden behalve de kracht en snelheid die ik gedurende de jaren heb opgedaan zoals elke vampier.”
“Sorry, ik wou je niet.. ik bedoelde niet.. och he… hoe komt het toch dat ik nooit weet wat ik moet zeggen als ik je pijn doe”.
“Ayila, meisje. Onthoud 1 ding. Jij doet me geen pijn. Jij brengt me alleen maar vreugde door je leergierigheid en vriendelijk karakter. Als ik zie hoe Voyden je helpt en je dingen leert ben ik blij voor je dat jij geluk kent. Het was mijn maker die me pijn heeft gedaan. Zoveel pijn dat ik jaren voordat Voyden me vond niet wist wat ik was of zelfs maar kon herinneren wie ik was”.
“Maar heeft hij dan bij jou nooit uit kunnen vinden van welke clan je bent Enisa?”
“Nee Ayila, hij deed zijn best en hij wou me leren. Ik was er gewoon nog niet klaar voor. Ik wou nog niet weten welke clan ik van ben en wat voor krachten ik zou kunnen leren. Maar genoeg het is tijd dat we weer de kist in duiken. Voyden zal zo ook wel weer thuis komen. Truste”
Toen Enisa op bed lag bleef ik nadenken over wat ze zei. Ze wou niet weten welke clan ze van is. Waarom niet? Wat kon er zo verkeerd zijn aan te weten welke clan je van bent? Ik kon niet anders dan het me blijven afvragen en ik dacht nog steeds toen Voyden binnen kwam. Dit keer had hij Rodin meegenomen. Deze ging heerlijk uitgebreid liggen slapen op de mat voor de deur.
“Voy wat heb je met hem gedaan dat hij zo snel in slaap valt. Hij zegt me niet eens hallo.”
Voyden glimlachte en zei “Tja.. ik denk dat ik hem iets te hard heb laten rennen. Ik begin aardig de slag te pakken te krijgen van het wolf zijn als ik met hem op pad ga. Toch zouden we eens moeten proberen of het ook in jouw gebied ligt. Je begint hem echt steeds beter te horen. Het zou me niet verbazen als je er aanleg voor hebt. Weet je dat!”
“Ja Voy, ik weet het! Je hebt het me al vaker gezegd maar we zouden daarvoor moeten vertrekken opzoek naar iemand die me kan leren. Maar ik wil Enisa nog niet verlaten. Ik heb nog zoveel van haar te leren. Ik zie haar als mijn moeder. Hoe kun je je moeder achterlaten. Niet wetend of je haar weer terug ziet.”
“Dan blijven we. Maar er zal een tijd komen dat je krachten zich onbewust zullen laten zien. En dan zul je echt op zoek moeten naar een leraar. Ik zal dan bij je zijn maar ik kan het je niet leren. Maar die tijd komt nog. Laten we eerst maar eens beginnen aan onze dagrust.”
Ons leven ging verder zoals het tot nu toe gedaan had. We leefden ’s nachts. Ik leerde meer en meer. Mijn dierenoor werd sterker en ik begon ook andere dieren te verstaan. Ik begon ze doordat ik ze kon verstaan ook makkelijker te vinden. Ze vertelden me waar ze zaten en een heel enkele keer kwamen ze naar me toe. Uilen hielden ons in de gaten en de kraaien waarschuwde ons als er mensen aankwamen. Al met al begon ik aardig gewend te raken om met ze te praten. Rodin ging vaak met ons mee en liet me soms weer nieuwe dingen of veranderingen zien in het bos. Steeds vaker hoorde ik hem al zeggen dat ie onderweg was van steeds grotere afstanden. Mijn ogen schenen standaard het scherpe zicht te hebben en daardoor leken mijn oren ook steeds meer te horen. Alsof ineens al mijn zintuigen gevoeliger waren geworden. Door deze veranderingen en bezigheden was ik soms heel erg in mezelf gekeerd en miste ik heel belangrijke dingen aan Enisa. Of misschien kwam het omdat ik gewoon dacht dat ze ons rust wou gunnen en zoveel mogelijk met rust liet. Diep van binnen wist ik dat er iets was. Maar toch kwam het als een schok toen ik op een avond wakker werd en Enisa niet meer in de buurt voelde.
Voyden zat aan de tafel een brief te lezen die hij aan me gaf toen ik naast hem ging zitten. “ze laat ons het huis en de grond na.” Zei hij. “Gewoon voor als ze niet meer terug zou komen. Ze is naar de raad. Er staat ook een bericht in voor jou. Lees maar, het staat bijna onderaan”
Als een razende ging ik door het begin van de brief maar mijn ogen bleven rusten toen ze het bericht lazen wat Voyden bedoelde. Ik ben er klaar voor. En ik barste in lachen uit toen tot me doordrong wat ze bedoelde. Ze wou eindelijk weten wie ze was geworden. En bij welke familie ze hoorde.

Re: Ayila

Geplaatst: 19 apr 2010 13:52
door marly
Hallo Matsuei,

Onlangs heb jij je met dit verhaal aangemeld bij het Tipex-Team. Bij deze zal ik je een reactie geven op je verhaal. Daarbij probeer ik zoveel mogelijk rekening te houden met de punten waarop jij feedback wilde.

Ik zal proberen om per alinea feedback te geven. Daarbij zal ik wel grammaticafouten aanhalen zodat je ziet hoe het anders kan.
Nee Ik ben echt anders.
Hier mis ik een komma en is 'ik' met een kleine letter. 'Nee, ik ben echt anders.'
Deze onbekende mooie vrouw was
Wederom een komma vergeten. 'Deze onbekende, mooie vrouw was'
Ik wou hem niet het leven geven dat ik had gekregen, en ik heb hem vermoord.
Hier gebruik je een komma en daarna het woordje 'en'. Dit is echter niet nodig. Dit doe je vaker. De komma is overbodig omdat het woordje 'en' hetzelfde effect heeft als een komma.

In alinea twee en drie kwam ik de volgende dingen tegen.
Wat ik vaker tegen kom is dat je zegt 'wou' of 'wouden'. Volgens mij moet dit 'wilde' of 'wilden' zijn. het kan zijn dat 'wou' gewoon mag maar dat durf ik niet met zekerheid te zeggen.
Op een nacht echter kwam ik een man tegen, ik kon zijn gedachten niet lezen, ik kon zijn emoties niet voelen en ik had hem nog nooit zien slapen.
Deze zin loopt volgens mij niet helemaal lekker. Het woordje 'echter' staat voor mij op een verkeerde plaats. Ik zou hem of helemaal weglaten, of aan het begin van de zin zetten. In de context met jou verhaal zou ik hem helemaal weg laten.
Toen een jager, hij zag mij schoot en miste.
Deze zin is niet echt logisch. Ik mis er iets in. Ik zou hem een klein beetje ombouwen. Bijvoorbeeld; 'Toen zag een jager mij. Hij schoot en miste me.' Dat leest iets gemakkelijker.

In alinea drie noem je een paar keer een getal. Bijvoorbeeld tien seconden of voor de tweede keer. Dit schrijf je steeds in getallen, dus 10 en 2de. Het is mooier om de getallen volledig uit te schrijven wanneer dit mogelijk is. Dit staat netter en leest gemakkelijker.

In alinea vier schrijf je het volgende.
ik was verder dan geplant
Dit moet 'gepland' zijn. Geplant is meer van het plantjes planten in de tuin.

Toch wil ik nog even een zin laten zien waar een komma geplaatst had moeten worden.
De hele dag heb ik wakker gelegen de hele nacht heb ik gedacht aan hem, aan ons en aan de toekomst die misschien mogelijk was.
Na gelegen moet een komma geplaatst worden. De zin zal er dan als volgt uit zien.
'De hele dag heb ik wakker gelegen, de hele nacht heb ik gedacht aan hem, aan ons en aan de toekomst die misschien mogelijk was.'
Met het plaatsen van komma's geef je de lezer even een korte adem pauze.

Verder raad ik je aan om je verhaal in kortere gedeelten te posten. Deze post was behoorlijk lang en dit kan lezers afschrikken.
Echter heb je je verhaal wel zo geschreven dat het de lezer vasthoudt en haast dwingt om verder te lezen. Een mooie schrijfstijl vind ik.

Ik hoop dat je hier wat aan hebt. Mocht je nog vragen hebben dan mag je me altijd een pb sturen.

Veel succes met dit verhaal.

Met vriendelijke groet,

Marly

Re: Ayila

Geplaatst: 19 apr 2010 15:05
door S.A.M.
Hier gebruik je een komma en daarna het woordje 'en'. Dit is echter niet nodig. Dit doe je vaker. De komma is overbodig omdat het woordje 'en' hetzelfde effect heeft als een komma.
Hier moet ik als Neerlandicus toch even op reageren. 'En' en een komma hebben zeker niet dezelfde functie. Het voegwoord 'en' koppelt zinnen van gelijke belangrijkheid (zogenaamde hoofdzinnen). Het woordje 'en' wordt zonder komma gebruikt als de twee hoofdzinnen een logische samenhang hebben. (Ik stap op de fiets en ga naar school.)
Als er toch een komma staat voor 'en' betekent het dat de hoofdzinnen door de schrijver niet als een logisch gevolg op elkaar reageren. (Ik stapte op de fiets, en ik voelde me ellendig.) Tenzij fietsen altijd een persoon depressief maakt, zijn deze zinnen geen logsiche eenheid en daarom is de komma gerechtvaardigd.

Re: Ayila

Geplaatst: 20 apr 2010 13:06
door Matsuei
Ze zaten aan een tafel. De jonge vrouw wist niet goed wat er gebeurde. Ze was mee uit gevraagd naar een bal door een zeer knappe man. Hij zorgde steeds dat het haar aan niets ontbrak maar nam zelf niets. Het enige wat hij deed was mensen te woord staan, naar haar kijken en allerlei vragen stellen. Ze hadden elkaar ontmoet op een regenachtige avond een week eerder, waarbij ze beiden onder dezelfde overkapping hadden staan wachten tot het droog zou worden. Het gesprek dat ze toen voerden ging over kleding en de huidige mode. Dit kwam omdat zij een opmerking maakte. Zijn kleding leek uit niet meer dan lappen te bestaan, alsof hij een zwerver was. Maar toch had hij er verder heel verzorgt uitgezien. Zijn lange blonde haar was gewassen geweest en had hij in een staart gebonden. Er zat geen vuil onder zijn nagels of op zijn gezicht. Zij had die avond een simpele blauwe jurk aangehad en eruit gezien als een verzopen kat. Toch had hij haar een compliment gemaakt, ondanks dat haar haren in slierten hingen door de regen, vond hij nog steeds dat haar donkere zwarte haar goed paste bij haar mooie blauwe ogen. Hij had haar gevraagd hoe hij zijn kledingstijl kon verbeteren, zodat ze wellicht geïnteresseerd zou zijn in hem. Nu zag hij er toch vele malen beter uit.
Zijn haar had hij dit keer los hangen en leek, omdat het nu niet meer geheel achter zijn rug hing, langer dan voorheen. Zijn ogen vielen door zijn kleding keuze mooier uit, ze waren helder blauw bijna wit. Hij had een losse blauwe bloes aan zoals het de adel betaamt en had een zwarte broek die tot net boven zijn schoenen hing. In tegenstrijd met de gebruikelijke kleding waarbij zijn broek tot net over zijn knieën zou hebben gevallen en strak aansloot op de sokken. Ze vond dit veel mooier dan de normale mode en had hem een compliment gegeven hierover. Aan de kapstok hing haar goede jas en ze was gekleed in haar duurste jurk. Ze had uit beleefdheid ja geantwoord toen hij haar mee uitvroeg op die regenachtige avond, verwachtend dat hij het zou vergeten. Ze had zich, toen hij toch aan de deur was gekomen, verontschuldigd en zich nog snel omgekleed, helemaal ontdaan van zijn knappe verschijning. Ze twijfelde of ze het toch simpel zou houden, omdat dat immers was waarom hij haar mee gevraagd had, maar besloot toch dat de rode jurk haar beter stond. Toen ze haar halflange jas had gepakt en naar buiten stapte, had hij haar sieraden aangeboden. Een mooie, met blauwe stenen ingelegde, ketting en bijpassende oorbellen. Ze vond dat ze deze juwelen niet aan kon nemen, maar op een klein beetje aandringen liet ze zich overhalen. Naar zijn zeggen pasten ze goed bij de kleur van haar ogen en haalden deze naar voren. Toen ze de juwelen aan wou nemen, gaf hij ze niet af en vroeg haar om zich om te keren. Ze liet hem de ketting omdoen en pakte de oorbellen aan om deze zelf in te doen. Hij had haar daarna bij de arm genomen en samen waren ze naar de gelegenheid gelopen. Zodoende zat ze zich hier nu af te vragen, hoe een man het ene moment nog in lappen gekleed was en het volgende eruitzag als een voornaam heer.

Re: Ayila

Geplaatst: 12 mei 2010 21:05
door Matsuei
“Lucgeri, mag ik je wat vragen?”
“Ja maar natuurlijk Racie.”
“Waarom was je tijdens onze vorige ontmoeting gekleed in lappen? Je bent nu zo” Ze twijfelde en leek naar woorden te zoeken “zo anders.”
“Ow maar dat heeft een heel simpele verklaring. Ik wil graag iedereen begrijpen. Dat kan alleen als ik me zo kleed en gedraag als de mensen die ik probeer te begrijpen. Ik ben van mening dat iedereen gelijk behandeld dient te worden. Of hij of zij nu weinig geld heeft of heel veel.”
Glimlachend keek ze hem aan. Ze mocht hem wel, al vanaf het begin dat ze hem ontmoet had onder die overkapping. Ze was onder de indruk geweest van hoe knap hij eruit zag. En hoe vriendelijk en helder zijn stem had geklonken. Ze keek nog eens goed rond. Het was duidelijk dat ze op een bal was van een schijnbaar belangrijke landheer. De man had heel even met Lucgeri gepraat en hem vriendschappelijk op de arm geklopt. Hij had zich aan haar voorgesteld maar haar verder genegeerd. Het viel haar op dat een aantal mannen een zelfde ring om hadden als Lucgeri en een enkele vrouw had een ketting om met een hanger die overeenkwam met het symbool dat op de ring stond. Aan de muur hingen een zwaard en schild, de 2 samen leken het symbool op de ring te vormen. Echter waren op de muur 2 grote zwarte vleugels geschilderd. Die het schild waar het zwaard inpaste leken te beschermen. Het waren vleugels die ze nog nooit gezien had en veren leken er niet in voor te komen. “Vind je het mooi of word je er bang van?” Racie keek op, “mijn excuses ik wou niet onbeleefd zijn. Ik moet bekennen dat ik het ergens angstig vind maar het is erg mooi gemaakt. Vooral hoe het schild en zwaard tussen de vleugels rusten. Mijn naam is Racie, hallo.”
“Lucgeri had je al voorgesteld maar je leek in gedachten, mijn naam is Viora. De vleugels dienen het zwaard en schild te beschermen. Zoals het zwaard en schild de vleugels ook dienen te beschermen. Het is al generaties in onze familie. Mijn man, de landheer is er erg trots op dat onze familie zo oud is. Hij loopt er altijd tegen iedereen over op te scheppen. Dus wat vind je van mijn broer?”
“Je broer?” Racie keek snel rond maar kon zo snel niet ontdekken wat Viora bedoelde. Deze schoot in de lach.
“Je was dus echt diep in gedachten. Lucgeri is mijn broer. Ik heb hem lang niet zien lachen, altijd bezig met wat de medemens bezig houdt. Of niet soms Ger.” Lucgeri knikte en verontschuldigde zich. Hier hoefde hij niet bij te zijn, het bewerken van Racie liet hij liever aan zijn zus over. Zij kreeg Racie wel zo ver dat ze bij hem zou blijven tot hij zijn plicht gedaan had. Hij zag er tegenop hij vond het maar niets wat de gewoontes en regels van zijn familie waren. In gedachten gingen zijn vingers over de ring die de duim aan zijn linkerhand sierde. De ring of ketting, met het generatie oude symbool, mochten alleen door familie leden gedragen worden. Hij kon zich nog net inhouden en de vervloekingen die hij zijn familie en zichzelf toewenste als hij alleen was kwamen niet op in zijn gedachten. Ze zouden het weten.

Re: Ayila

Geplaatst: 20 mei 2010 13:44
door Matsuei
Ayila liep door de stad. Ze keek om zich heen naar de huisjes. Voor zichzelf omschreef ze hoe ze eruit zagen. Witte muren bij elkaar gehouden en ondersteund door zware houten balken. Een rieten dak met een kleine schoorsteen. De meeste huizen waren donker en de schoorstenen stil. Uit sommige schoorstenen kwam een beetje rook en dit steeg op naar de donkere bewolkte lucht. Ze vroeg zich af of het ging regenen. Haar gedachten gingen naar de straten en tuintjes. De tegels waren ongelijk en een hoop lagen scheef. Op sommige plekken ontbraken de straattegels en hier kwamen plukken gras omhoog met soms een paardenbloem. De zeer kleine tuintjes die bij de wat rijkere families hoorden waren gevuld met bloemen in vele kleuren. Rozenstruikjes stonden in bloei en de loofbomen waren groen van het blad. Verderop midden op het plein stond 1 enkele grote treurwilg. Deze was zo oud dat zijn bladerdak kwam tot voorbij de waterput. Overdag zou het voor kinderen een rustige plek om te spelen zijn en een welkome afwisseling bieden van de warmte. Onwillekeurig, misschien door het treurig aanzicht van de wilg, gingen haar gedachten naar Enisa. Ze miste haar. Bij de wilg gekomen bleef ze even staan. Zou ze Enisa ooit weer terugzien?

“Goedemorgen” Zei een vrolijke stem die Ayila uit haar gedachten op liet schrikken.
“Goedemorgen”zei ze tegen een vriendelijke jonge vrouw.
“Ik heb je hier nog nooit gezien. Ben je nieuw?”
“Ja we zijn op doortocht en gister aankomen. We overnachten bij familie. Maar ik kon niet meer stil liggen en besloot de omgeving in te gaan, en de stad te verkennen.” Ayila had niet gedacht die smoes ooit nodig te hebben, maar was toch blij dat ze een smoes hadden afgesproken. “Ah dan hoor jij vast bij die knappe donker harige man. Hij is op zoek naar je.”
“Och hemel, laat ik dan maar snel terug gaan. Ik wil hem niet ongerust maken.”
Weer terug bij het huis zag ze dat Voyden al zat te wachten. Hij leek niet ongerust of van zijn stuk en toen hij Ayila zag stond hij rustig op en liep kalm naar haar toe. Rodin lag tevreden slapend met zijn staart te kwispelen. Ze vond Voyden er altijd knap uitzien in zijn blauwe bloes en zwarte broek. Zijn haar nog donkerder dan de nacht had hij vannacht in een staart gebonden met 2 losse plukken die eigenwijs rond zijn gezicht hingen. Het begon zomer te worden dus de nachten werden warmer, maar als het winter was geweest had hij vast zijn zwarte cape omgehad. Die droeg hij graag en was nu keurig opgevouwen in het huis.
Het was een klein huisje, net iets groter dan de smalle huisjes in de stad, maar zeker niet veel. Net als de huizen in de stad waren de muren opgebouwd van witte steen. Bij elkaar gehouden door zware balken. Enige twee verschillen waren dat de balken van donker hout waren en het dak van rode steen was in plaats van riet. Er was net als bij de huizen in de stad een schoorsteen. Het huis had een relatief grote tuin die overliep in twee grote bijbehorende weilanden. De weiden waren groot genoeg om ieder tien misschien wel vijftien paarden te houden. Een aantal meters van het huis stond een grote houten schuur, welke deels door struiken en bomen van het oog ontrokken was. De bomen stonden in de bloei en lieten hun bloemblaadjes door de wind meevoeren naar een stroompje dat tussen het huis en de schuur doorliep. Het passeerde een stapel brandhout aan de kant van het huis en aan de andere kant bij de weilanden een kleine stapel planken. Het was het zelfde soort planken als van de omheining van de weiden, vanwaar de paarden net niet bij de stroom konden die tussen de beiden weiden op liep richting het bos. Naar de omheiningen kijkend zag ze dat de linker, op de plek waar de stapel planken lag, nog niet af was. Schijnbaar was de toenmalig eigenaar hier nog net aan toegekomen.

Re: Ayila

Geplaatst: 20 mei 2010 13:51
door Matsuei
Nogmaals wil ik mensen om tips en verbeter punten verzoeken. Ik reageer hier niet altijd op, dit is een vervelende eigenschap in mijn karakter, maar ik doe er wel degelijk iets mee. Althans dat probeer ik.

Tips en verbeter punten worden altijd gewaardeerd. :)

Alvast bedankt.