Pagina 1 van 1

De zwarte droom

Geplaatst: 13 mei 2010 09:23
door Vivian
[Genre: Thriller/horror/angst]

Al een tijdje zit ik hier.
Mijn lichaam vriest bijna vast aan het bankje waar ik op ben gaan zitten, maar toch kan ik mezelf er niet toe aanzetten om op te stappen en naar huis te gaan.
Het oorspronkelijke doel was om een eindje te wandelen, maar toen zag ik iets dat tot op heden nog steeds mijn onverdeelde aandacht heeft.
Een jongen, zoals je nog nooit hebt gezien.
Lang, zwart, golvend haar tot over zijn schouders. Een melkwit velletje, maar dat misstaat hem niet. Hoe groot hij is kan ik je niet vertellen. Hij zit namelijk al een aantal uren geknield aan het meer. Wat hij precies doet kan ik niet zien, maar het ziet er vertederend uit. Hij is geconcentreerd, gaat compleet op in wat hij ook maar aan het doen is.
Het zou jammer zijn als ik deze concentratie zou verbreken door heen te lopen en iets te zeggen, en dus zeg ik maar niets en blijf ik zitten waar ik zit.
Ik weet niet eens waarom hij me zo mateloos kan boeien, maar ik kan mijn ogen niet van hem afhouden.
Af en toe hoor ik hem lachen. Het is een lach waar ik kippenvel van krijg, over mijn hele lichaam. Het klinkt zacht en lief.
Dan ineens staat hij op en kijkt om zich heen, alsof hij op zoek is naar iemand.
Hij zoekt het hele meer af, en kijkt ook naar de plek waar ik zit.
Ineens schaam ik me, probeer mezelf te verstoppen.
Waarom wil ik me verstoppen?
Dan zie ik dat hij langzaam op me af komt lopen. Zijn donkerbruine ogen doemen op vanuit de duisternis en boren zich recht in die van mij. Hij is groter dan je je ooit voor kunt stellen. twee meter, drie meter, vier meter misschien wel. Dan loopt hij door me heen en omhelst een meisje met lange blonde haren.
Ze verdwijnen samen in de nacht.

Badend in het zweet word ik wakker.
Het duurt even voor ik besef dat ik in een warm bed lig. Dat komt waarschijnlijk door het ijskoude bankje waarvan ik zonet nog dacht dat het echt bestond.
Ik kijk om me heen en mijn oog valt op de wekker.
3:00.
Ik slaak een diepe zucht en probeer de slaap weer te vatten, maar het beeld van de onbekende jongen staat op mijn netvlies gebrand.
Eigenlijk wil ik mijn ogen niet meer sluiten. Dit is al de zoveelste nacht waarin ik dezelfde droom beleef, en ik kan maar niet bevatten waarom.
Rusteloos en klaarwakker stap ik uit bed voor een beker warme melk.
Hoe lang zal deze vreemdeling mij nog blijven achtervolgen?

Beneden in de keuken hoor ik zacht het gezoem van de koelkast. Het is alsof hij me roept de melk te pakken, en onwillekeurig moet ik glimlachen.
Ik open de deur van de koelkast en knijp mijn ogen samen door het licht wat zich ineens in de keuken bevindt.
Daarna warm ik de melk op en ga aan tafel zitten.
Er is maar één ding veranderd aan mijn dromen, en dat is dat ze me nu ook bezighouden als ik wakker ben.
Het eindigt telkens hetzelfde.
Hij draait zich om, ik voel me plots enorm vernederd, en dan verdwijnt hij in de nacht aan de arm van een wulpse blondine.
Meteen op dat moment schrik ik wakker en kan vervolgens de slaap niet meer vatten.
Terwijl ik aan deze tafel zit en probeer mijn droom te analyseren voel ik een hoofdpijn opkomen.
Ik drink mijn melk en besef dat ik morgen om 9 uur op school moet zijn.
Dan strompel ik de trap op en probeer nog een paar uurtjes te slapen.
Nu maar hopen dat de vreemdeling mij zo lang met rust kan laten ...

School.
Het is weer een chaos in de gangen. Meer dan de helft schijnt zijn of haar kluissleutel vergeten te zijn, en de andere helft heeft haast om in het juiste klaslokaal te komen.
Mijn beste vriendin Amy en ik lopen als één van de weinigen rustig door de gangen.
Eerste uur Engels, makkie.
'Eigenlijk zit ik erover na te denken om dit jaar op vakantie te gaan zonder mijn ouders,' hoor ik Amy zeggen.
'Leuk, waar wil je naartoe?' is mijn antwoord.
'Ach, weet ik nog niet. Maar ik wil weleens feestvieren, snap je?'
Ik lach.
'Ja, dat snap ik. Ga je alleen of neem je nog iemand mee?'
'JIJ kan mee als je dat wilt!' kirt ze vrolijk.
Ik blijf plots staan en kijk haar verbouwereerd aan.
'Echt? Zou je dat willen?'
Ze kijkt me aan met een blik waar het ongeloof vanaf druipt.
'Is de paus Katholiek?'
Dan lachen we samen en stromen met een enorme menigte het lokaal binnen.

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 13 mei 2010 10:12
door Vivian
Het is weer nacht, en weer zit ik bijna te bevriezen op het bankje.
Ik kijk wederom naar een gedaante die aan het meer zit. Het lijkt of hij praat tegen iets dat veel kleiner is dan hijzelf. Weer lacht hij, en veroorzaakt daarmee kippenvel op mijn armen.
Hij staat op, en weer voel ik een gevoel van schaamte omhoog rijzen.
Hij is immens groot, groter dan het grootste dat je ooit gezien hebt. Ik verrek bijna mijn nekspieren als ik omhoog kijk in een poging zijn gezicht te zien.
Dan hoor ik een onschuldige meisjeslach weerklinken vanachter een boom. De jongen lacht ook, en groeit nog een paar meter.
Hoewel het belachelijk is dat hij zo groot is, lijkt het tegelijkertijd ook heel logisch.
Een wit licht valt plots om hem heen, alsof hij een engel is.
Dan kijkt hij me recht aan. Het gelach dat ik hoor vanachter de boom wordt luider en luider.
Ik vraag me af of ik misschien naar hem toe moet lopen, moet vragen wat hij hier doet en wie er zo staat te lachen.
En dan ... dan is alles ineens voorbij.

4:40.
Weer wakker geschrokken.
Ik loop naar de badkamer en bekijk mijn eigen bezweette gezicht.
Wie is die jongen toch?
Hij moet bestaan, dat kan niet anders.
Iedere nacht weer keert hij terug naar mijn dromen. Hij achtervolgt me, en laat me maar niet met rust.
Ik snap er helemaal niks van. Niemand weet over mijn dromen, ik heb het niemand durven vertellen. Ze zullen denken dat ik gek ben, dat ik nodig in therapie moet.
Maar ik ben niet gek. Ik moet ontdekken wie die jongen is ...

Vandaag ben ik vrij.
Aan de ene kant is dat een goed iets, ik kan namelijk uitslapen.
Aan de andere kant is dat een hel, want slapen is dromen. Dromen over een onbekende jongen met lang zwart haar die metershoog boven mij uittorent.
Ik besluit niet lusteloos in bed te blijven liggen, maar iets actiefs te gaan doen.
Fris, fruitig en aangekleed loop ik naar beneden, geef mijn moeder een kus en pak de telefoon.
Ik draai het nummer van Amy.
'Goedemorgen Floor!' hoor ik aan de andere kant van de lijn.
'Goedemorgen Amy, heb je zin om iets leuks te doen vandaag? Ik word helemaal gek als ik een hele dag in huis moet rondhangen.'
Ik voel dat mijn moeder beschuldigend naar me kijkt, maar ik doe net alsof ik het niet doorheb.
'Natuurlijk heb ik zin om iets leuks te doen, wat had je in gedachten?'
We maken plannen, en na een paar ideeën besproken te hebben besluiten we dat we gaan picknicken in het bos.

We zitten op een mooie plek.
Overal om ons heen zijn bosjes te zien met kleine rode besjes. In hoge bomen hoor ik het gekwetter van vogels, en de zon schijnt fel op mijn huid. Het is lekker warm, en ik ben blij dat ik een zomerjurk heb aangetrokken.
Ineens stormt de droom waar ik last van heb mijn hoofd in, en ik besef dat ik het toch met iemand moet bespreken. Al was het alleen maar omdat ik anders helemaal gek word.
'Amy, ik moet iets met je bespreken...' begin ik voorzichtig.
'Wat is er dan?' vraagt ze me, ietwat bezorgd.
Mijn blik verraad hoe ik me voel, maar haar reactie maakt het er niet makkelijker op. Het is toch nogal persoonlijk ...
'Ik ... heb de laatste tijd rare dromen ...' zeg ik ongemakkelijk.
'Wat voor dromen? Nachtmerries?'
'Nee, het is niet echt een nachtmerrie. Het is wel steeds dezelfde droom.'
'Wat voor droom is het dan?'
Ze klinkt ongeduldig.
Ik haal diep adem en begin te vertellen over de jongen, zijn onvoorstelbare grootte, en het blonde meisje waarmee hij iedere nacht verdwijnt, behalve afgelopen nacht.
Als ik klaar ben met vertellen is het even stil.
Ik kijk haar schattend aan, en dan begint ze ineens te lachen. Ze proest het uit.
'Maffe muts!' giert ze, nog steeds van het lachen.
Had ze nou maar niet zo'n aanstekelijke lach, maar die heeft ze wel.
Ongewild lach ik met haar mee, maar na een paar minuten lig ook ik schuddebuikend op de grond.
'Ja, nou ...' hik ik onbeholpen.
Amy veegt de tranen uit haar gezicht en kijkt me geamuseerd aan.
'Dus, hoe heet je prins op het witte paard? Paco?'
We lachen de hele middag, en vermaken ons door namen te verzinnen voor mijn ongewenste gast.
Aan het einde van de middag voel ik me een stuk beter, en ben ik minder bang voor mijn droom.

Ik val in slaap. Dat voel ik, want mijn lichaam reageert minder snel op wat ik ervan verwacht. Ik val in een diepe duisternis die prettig aanvoelt. Ik slaap.
Dansen, dat wil ik. En op het moment dat ik eraan denk dans ik. Dan pakt iemand mijn hand vast en ik voel een adem in mijn gezicht. Ik kijk op en zie dat ik aan het dansen ben met een vogel. Wellicht de vogel die ik vanmiddag hoorde kwetteren in het park.
Ik moet ontzettend lachen, maar daar is de vogel niet blij mee.
Hij kijkt me dreigend aan, en wordt dan ineens opgeslokt in de duisternis.
Ik sta alleen, en dat bevalt me niet.
Dan verandert de droom.
Ik sta in een doolhof. Een stem die me vaag bekend voorkomt vertelt me dat zich in het midden van de doolhof een prijs bevindt, een prijs die alleen bestemd is voor mij. Ik ren de doolhof in en ga op zoek. Overal zie ik lichtjes, mooie lichtjes. Ik voel dat ik ze moet volgen. Maar dan ineens besef ik dat ik niet weet waar ik heen moet, en word ik overspoeld door paniek. Blinde paniek.
Ik moet hier weg! Maar mijn voeten reageren niet.
Ik probeer te schreeuwen maar ook mijn stem laat het afweten.
'Je hoeft niet bang te zijn, je hoeft alleen maar je prijs te halen!' spreekt een dromerige stem in mijn oor.
Maar ik wil niet meer.
Ik wil nu wakker worden, nu!
En tot mijn grote verbazing lukt dat.
Als ik mezelf een beetje rustig heb gekregen en mezelf ervan overtuigd heb dat ik nog steeds in mijn bed lig, ben ik trots op mezelf.
Het is de eerste keer sinds zeker twee maanden dat ik niet over de jongen heb gedroomd.
Met een gelukzalige glimlach op mijn gezicht val ik weer in slaap.

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 13 mei 2010 10:50
door Vivian
En zo komt het begin van een nieuwe dag.
Ik ben blij, uitgelaten en heb enorm veel zin in mijn weekend, iets wat versterkt wordt als ik bedenk dat het zaterdagochtend is.
Ik stap uit bed, spring onder de douche, kleed me aan en ga naar beneden om te ontbijten.
Ik ga aan tafel, smeer een boterham en bestudeer mijn moeder die een krant zit te lezen.
'Staat er nog iets boeiends in?' vraag ik terloops met mijn mond vol granen en hagelslag.
'Eet eerst je mond leeg, Floor. Je weet dat ik daar een hekel aan heb. Nee, er is hier vlakbij een winkel overvallen gisteren, geen gewonden. Verder niets.'
Ik trek een gezicht naar mijn moeder voor haar opmerking, en knik vervolgens als reactie op het nieuwsbericht.
'Ik wilde vandaag eigenlijk wel even de stad in. Terrasje pakken of zo.' hoor ik mijn moeder zeggen.
'Moet ik mee?' vraag ik, niet bijster enthousiast.
'Nee, ik ga wel alleen.' bromt mijn moeder vanachter haar krant, en plots voel ik me schuldig.

Amy belt me, of ze langs mag komen.
'Natuurlijk mag je langskomen, doe niet zo raar! Hoe laat ben je hier ongeveer?'
'Halfuurtje?'
'Is prima! Tot zo!'
'Tot zo!'
Ze is perfect op tijd en ik doe de voordeur open.
Ze stapt naar binnen, hangt haar jas aan de kapstok en volgt me dan naar de kamer.
'Heb je nog over je Paco gedroomd?' is het eerste wat ze me vraagt als ik haar een glas cola heb gegeven.
'Nee, niet eens!' vertel ik vol trots.
'Maar ik droomde daarentegen wel dat ik stond te dansen met een vogel.'
Ik hoor zelf hoe belachelijk dat klinkt, en lig nog eerder in een deuk dan zij.
Als we een beetje zijn bijgekomen begint Amy over de vakantie.
'Je wilde wel mee op die vakantie, toch? Ik heb wat ideetjes.'
'Nou, gooi het eens op tafel!' zeg ik vrolijk.
'We moeten sowieso naar een warm land, met zon en zee en strand, en natuurlijk een heleboel jongens!'
Dat ben ik wel met haar eens.
'Wat dacht je van Spanje?'

Tegen de tijd dat Amy weer vertrekt zijn we het eens over de bestemming (Spanje), welke kleren we meenemen of voor die tijd nog gaan kopen, welke jongens we star voorbij lopen en met welke jongens we gaan zoenen, en dat we de hoogste factor zonnebrand mee moeten nemen.
Met een glimlach van oor tot oor laat ik mezelf op de bank vallen, en ben me al helemaal aan het verheugen op de vakantie. Samen met mijn beste vriendin in een bikini op het strand van een ver warm land, jongens spotten.
Alleen jammer dat het nog 7 weken duurt voor de zomervakantie begint.
Ik besluit naar mijn kamer te gaan en te leren voor de toetsweek die er binnenkort aankomt. Als ik dan toch op vakantie ga kan ik er net zo goed voor zorgen dat ik extra blij ben omdat ik mijn diploma heb gehaald!

Het is 12 uur 's nachts als mijn moeder onderaan de trap mijn naam roept.
'Floor! Ik ga naar bed, hoor! Het is al hartstikke laat!'
'Is goed, mam!' schreeuw ik naar beneden, en besluit dat ik ook maar beter kan gaan slapen. Ik sla mijn schoolboeken dicht, doe het licht uit en ga in bed liggen.
Het duurt niet lang voor de slaap me te pakken krijgt.

Het inmiddels vertrouwde meer doemt weer op vanuit het niets. Ik kijk weer naar de jongen, maar deze keer voel ik me anders. Ik ben verliefd, en iedere vezel in mijn lijf schreeuwt dat ik naar de jongen toe moet gaan. Ik moet iets zeggen, iets interessants, maar ik weet niet wat. Dan begin ik te lachen. Het klinkt niet als mijn lach, maar de jongen reageert er wel op. Hij is alleen maar groter geworden, nog groter dan hij al was. Maar deze keer schrik ik er niet van. Ik wil maar één ding, en dat is in zijn armen kruipen. Hij geeft me een gevoel van veiligheid, geborgenheid. Alsof er niks met me kan gebeuren.
Dan komt hij naar me toelopen en kijkt me wederom aan. Ik hoor mezelf weer lachen, en vraag me af waarom het zo onnatuurlijk klinkt.
'Je bent teruggekomen, speciaal voor mij ...' hoor ik de jongen zeggen.
Zijn stem klinkt metaalachtig en heel ver weg, alsof hij de woorden niet hardop uitspreekt, maar alleen maar denkt.
Ik knik, en ben me bewust van het feit dat ik hem nogal slaafs aankijk.
Het kan me niet eens schelen, dit is wat ik altijd gewild heb.
Dan zoent hij me op mijn wang, en pakt mijn hand vast. We lopen samen de duisternis in, maar op de een of andere manier lijkt het minder donker dan voorheen.
Ik kijk naar mijn handen en zie dat ze een stuk kleiner zijn dan ik me kan herinneren.
Op dat moment doemt er vanuit het niets een spiegel op.
Ik kijk erin en gil, ik gil zoals ik nog nooit gegild heb.
En dan schrik ik wakker.
Zonder precies te weten hoe besef ik me dat ik niet mezelf was in de droom en kan ik ook gelijk verklaren waarom de jongen eindelijk iets tegen me zei.
Ik was mezelf niet, ik was het blonde meisje.

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 14 mei 2010 10:17
door Blossom
Eerste gedachte: wat heb je een mooie schrijfstijl! Ik vind hem origineel, hij is rustig en trekt me het verhaal in.
Ook vind ik je onderwerp origineel, een droom die meer betekenis lijkt te hebben dan een ‘normale’ droom. Tot nu toe is het allemaal mysterieus en roept het verhaal daarom veel vragen bij me op, maar ik neem aan dat het de bedoeling is dat alles nog niet duidelijk is :)

Op een gegeven moment staat er bijvoorbeeld in je verhaal “Het is de eerste keer sinds zeker twee maanden dat ik niet over de jongen heb gedroomd. Met een gelukzalige glimlach op mijn gezicht val ik weer in slaap”. Ik vraag me af wat ze nu precies voor die jongen voelt, is ze nu bang voor hem of verliefd op hem? Of allebei? Want als ze verliefd op hem is vind ik het een beetje vreemd dat ze het naar vindt om over hem te dromen. (mijn mening hoor ;) of ik begrijp het verhaal gewoon nog niet helemaal)

Nog een klein detail: “Ik ben blij, uitgelaten en heb enorm veel zin in mijn weekend, iets wat nog erger wordt als ik bedenk dat het zaterdagochtend is.” Ik zou zelf voor een ander woord kiezen dan “nog erger” omdat meer iets negatiefs uitstraalt dan iets positiefs. Zelf zou ik zeggen “iets wat versterkt wordt als ik bedenk dat het zaterdagochtend is”, of iets in die trant. Kijk maar of je het naast je neerlegt of dat je er iets mee kan.

In ieder geval, ik vind je verhaal erg pakkend, leuk en interessant om te lezen :)

~Blossom

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 15 mei 2010 10:50
door Vivian
Ik heb het bijgewerkt, bedankt voor de tip ^^
En tof dat je mijn verhaal leest! :D
-------------------------------------------------------------

Terwijl ik in het donker na lig te denken over mijn droom doemt het gezicht van de jongen steeds weer op uit het niets.
Hij kijkt naar me, wendt zijn blik niet af, maar hij zegt niets.
Ik merk aan mezelf dat hij me fascineert, maar tegelijkertijd ben ik ook bang voor hem. En voor het gevoel dat hij me geeft als ik over hem droom.
Wat me nog de meeste angst aanjaagt is het feit dat ik me zo vernederd voel als hij naar me kijkt. Waarom is dat?
Pas als de eerste zonnestralen zich een weg banen door mijn kamer, sta ik op en kleed me aan. Er moet immers nog genoeg gebeuren voor de laatste week.

'Jongens! Mag ik heel even de aandacht!?'
De stem van meneer Zuidema schalt door de klas, maar niemand luistert.
Pas als hij met een liniaal op zijn bureau slaat is de hele klas even stil.
'Fijn!' mompelt hij nors.
'Over twee weken hebben jullie vakantie.'
Wederom is de hele klas gevuld met geluid en gejuich, en meneer Zuidema lijkt alsof hij ieder moment kan veranderen in een duiveltje.
'KOPPEN DICHT!'
De hele klas is meteen weer stil. Als een suffe leraar met dof, grijs haar en een brilletje zo tekeer staat te gaan, is er niemand die het waagt zijn mond nog open te trekken.
'Ongelofelijk, stelletje apen ... Afijn; zoals ik al zei is dit schooljaar voorbij over twee weken. Ik hoop dat velen van jullie dan hun diploma hebben gehaald, maar als jullie tijdens het examen net zulk idioot gedrag vertonen, lijkt die kans me erg klein!'
Hij trekt zijn blouse recht, en vervolgt zijn verhaal.
'Ik hoop dat jullie deze woorden ter harte nemen. Het is belangrijk om deze school te verlaten met een diploma. Tegen de mensen die al hun werkzaamheden al voltooid hebben wil ik zeggen; veel succes! Tegen de mensen die nog even hard aan het werk moeten, zeg ik; bedenk goed wat er op het spel staat!'
Dan veegt hij zijn haar uit zijn gezicht, en verlaat het lokaal.
'Wat een oude zeiksnor!' hoor ik naast me, en onwillekeurig moet ik lachen.

Ik loop de kantjes er vanaf op school. De droom laat me niet met rust en geeft me het gevoel alsof ik duizend kilo last met me mee moet dragen. Amy vraagt zich al een paar dagen af wat er nou met me aan de hand is, maar ik krijg het niet over mijn lippen.
'Examenstress!' grap ik, als ze voor de zoveelste keer vraagt waar ik last van heb.
Ze kijkt me wantrouwend aan.
'Ik geloof er niks van.'
'Daar kan ik niks aan doen!'
'Maak je je zorgen over je droom?'
'Nee, en ik heb ook geen zin om verder te praten.'
Dan draai ik me om en loop weg, een verbouwereerde Amy achterlatend.
Ze komt niet achter me aan, maar daar ben ik alleen maar blij om.

Oké, toegegeven.
Vanavond ben ik bang om te gaan slapen. Ik wil niet meer. Hoewel ik het in alle toonaarden probeer te ontkennen merk ik dat de droom langzaamaan mijn hele leven aan het beïnvloeden is. Het houdt me bezig wanneer ik op school ben, wanneer ik met mensen praat, wanneer ik simpelweg boodschappen aan het doen ben en natuurlijk wanneer ik 's avonds in bed lig.
En toch ...
Hoewel het me angst aanjaagt ben ik ook enorm nieuwsgierig wie die jongen is, en wat het dan precies met mij te maken heeft.
Ik ben aan het veranderen, maar niet op een goede manier.
Nog nadenkend over al deze zaken voel ik dat de slaap me overmeestert, en zak ik weg.

'Waar ben je?'
'Hier!'
'Maar waarom kan ik je dan niet zien?'
'Omdat je me niet wilt zien.'
'Dat is raar, ik zoek je toch?'
'Klopt, en toch wil je het niet. Waar ben je bang voor?'
'Bang dat je me afwijst. Straks ben ik niet mooi genoeg voor je.'
'Wat een onzin, je bent prachtig. Probeer me te zien.'
'Nee.'
'Wat nee?'
'Je hebt gelijk, ik wil het niet.'
Een gesprek, tussen de jongen en het blonde meisje. Hij verstopt zich voor haar. Zij zegt dat ze hem niet kan zien, maar ik zie hem duidelijk. Hij staat achter een boom, en giechelt zachtjes.
'Kom naar me toe, dan laat ik je iets moois zien.'
Langzaam schuifelt het blonde meisje in de richting van de boom.
'Waar ben je?'
'Daar, achter die boom.'
Ze komt dichterbij, en ineens voel ik de aandrang om te schreeuwen, haar te waarschuwen om vooral niet naar de boom te lopen.
Ik open mijn mond, maar er komt geen geluid uit. Ik kan niet meer praten!
Dan wil ik haar waarschuwen op een andere manier.
Ik probeer mijn ene voet voor de andere te zetten, als ze me niet kan horen hou ik haar wel lijfelijk tegen. Maar mijn lichaam weigert.
Lijdzaam kijk ik toe hoe het meisje steeds dichterbij de boom komt waarachter het gevaar schuilt. Ik weet niet eens waarom ik zo zeker weet dat ze er niet naartoe moet gaan, maar het gevoel is zo sterk dat ik het niet kan negeren.
'Blijf hier! Loop niet heen!' wil ik schreeuwen, maar mijn stem laat het nog steeds afweten.
Ze is er al bijna, en ik zie de jongen grijnzen.
Ik hoor een oorverdovende gil die door merg en been gaat wanneer ze, net als de jongen, achter de boom verdwijnt.
En dan ... schrik ik wakker.

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 15 mei 2010 10:54
door Flubby
Woow, jij beschrijft alles zo'n beetje tot in de detail. Ik vind vooral het begin van het nieuwe stuk erg mooi, hoe ze die jongen telkens weer voor zich ziet.

En het einde, die gil, een goede cliffhanger ^^ Je bschrijft namelijk niet wat er allemaal gaat gebeuren, maar eerder wat er op dat moment gebeurd en dat maakt het spannend (:

Xoxo.
Melinda

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 15 mei 2010 11:00
door Vivian
Bedankt voor je reactie, Flubby. ^^
Hij staat bij liefde, maar eigenlijk moet hij verplaatst worden.
Ik ben heel andere dingen van plan met dit verhaal.
In Progress, zeg maar :P

-----------------------------------------------------------

Als een klein kind, zo voel ik me nu.
Ik ben zo bang geworden dat er prikkels door mijn neus schieten en er tranen vormen in mijn ogen.
Wat is er in godsnaam gebeurd met dat meisje?
En dan word ik boos op mezelf.
'Doe toch niet zo stom, mens! Het is maar een droom! Je doet net alsof je een helderziende bent die last heeft van visioenen of zo! Word rustig!'
En dat werkt. Tenminste ...

De volgende dag op school is het niet meer alleen Amy die zich zorgen om me maakt.
Verscheidene leraren komen naar me toe om te vragen waarom ik wallen onder mijn ogen heb en waarom ik er zo onverzorgd uitzie.
'Ik heb tot diep in de nacht gestudeerd,' wimpel ik een leraar af die me net heeft tegengehouden op de gang.
'Weet je zeker dat er verder niets speelt?'
'Heel zeker.'
Hij kijkt bezorgd.
'Ik moet weer leren, meneer. Anders haal ik straks mijn diploma niet.'
En dan loop ik weg.
Gezien de smoes die ik verzonnen heb moet ik nu wel leren. Zuchtend haal ik mijn schoolwerk uit mijn tas, maar de moed zakt me in de schoenen als ik zie wat ik allemaal nog moet doen in een paar dagen tijd.
In plaats van op te geven pak ik een pen en ga hard aan de slag.
Ik laat de droom niet ook mijn toekomst verpesten.

Het grote moment is daar.
Het is tijd voor de toetsweek en ik ben hartstikke zenuwachtig.
Wonder boven wonder heb ik alles op tijd afgekregen, en mag dus legaal meedoen aan de examens.
'Hoe denk je dat je het gaat doen?' is een zin die je op dit punt wel duizend keer per dag voorbij hoort komen.
Voor de rest zie je zwetende leerlingen die koortsachtig feitjes in hun hoofd proberen te stampen, leerlingen die duidelijk slaapgebrek hebben aangezien hun wallen nog voor hun eigenaars de lokalen binnenkomen, en groepjes mensen die tegelijk met hun hand voor de mond naar de toiletten rennen.
'Laten we beginnen! Volg mij maar.'
Een streng uitziende examinator beent voor ons uit naar de gymzaal waar in totaal wel 200 stoelen en tafels staan.
'Ga maar zitten!'
Wel vijf minuten lang hoor je het geschraap van stoelen en het gemompel van mensen.
'Iedereen klaar? Mooi. Vanaf nu hebben jullie twee uur de tijd. Succes!'
Ik begin koortsachtig te schrijven, en denk ineens weer aan mijn vakantie.
Het moet lukken!

Na anderhalf uur ben ik klaar.
Ik loop zacht de gymzaal uit omdat ik andere mensen niet wil storen.
Na ongeveer 20 minuten komt Amy bij me zitten.
'Hoe deed je het?' vraagt ze aan me.
'Wel redelijk, denk ik.'
Ik kijk haar expres niet aan. Na het hele akkefietje van een paar dagen geleden hebben we niet echt meer gepraat.
'Luister, Floor. Het spijt me, oké? Ik maak me gewoon zorgen om je, dat is alles.'
'Het is wel goed.'
'Zeker weten?'
'Ja, zeker weten.'
Dan geef ik haar een knuffel en glimlach.
'Nog zin in onze vakantie?' vraag ik met lichtjes in mijn ogen.
En dan begint ze te stralen.

Ik hoor gelach, gelach in de duisternis.
Ik weet van wie het gelach is, ik kan hem alleen niet zien.
'Waar ben je!?' schreeuw ik uitdagend, maar er komt alleen maar gebrom uit mijn mond.
Het gelach houdt aan en komt dichterbij.
En dan zie ik hem.
Het shirt dat hij draagt is besmeurt met bloed, en hij lacht maniakaal wanneer hij mij ernaar ziet kijken.
Mijn angst maakt hem groter, en hij begint weer te groeien. Onmenselijk te groeien, meters en meters hoog. Hij torent uit boven de bomen en ik kan hem amper nog zien.
Dan spreekt hij me aan.
'Jij bent de volgende, let maar op mijn woorden.'

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 15 mei 2010 17:04
door Blossom
Ik vind je verhaal nog steeds leuk, maar mijn interesse in de droom begint af te vlakken. Naar mijn mening blijf je iets te lang hangen op de droom, zonder dat er daadwerkelijk iets gebeurt in haar dagelijks leven door de droom (of ik ben gewoon ongeduldig, dat kan ook :P).

Je bent enthousiast bezig :D maar pas op dat je daardoor niet af en toe woordjes vergeet.

Nog één puntje, die examens. Op een gegeven moment noem je het 'toetsweek' en zit je hoofdpersoon in een 'lokaal' met 200 mensen. Meestal worden examens gedaan in een gymzaal omdat het anders gewoon niet past. Maar hé, dat soort dingen vergeet je als je helemaal in het verhaal zit :)

Ik ben nieuwsgierig naar je volgende stukje.

~Blossom

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 15 mei 2010 19:07
door Vivian
Ik denk dat je inderdaad iets te ongeduldig bent :P
Heel langzaamaan laat ik wat dingen veranderen, tot het punt dat je er echt niet langer omheen kan. Wat betreft de examens heb je gelijk, maar dat staat niet centraal in het verhaal :P Desalniettemin zal ik er in vervolg op letten ^^

-----------------------------------------------------------------------------
'Het is maar een droom, het is maar een droom,' huil ik zachtjes terwijl ik mijn armen om mijn benen heb geslagen.
Ik wil bij mijn moeder in bed kruipen, zo bang ben ik. De laatste keer dat ik bij mama wilde slapen was ik bang voor een monster onder mijn bed!
Wat is dit voor ongein?
Boos veeg ik de tranen van mijn gezicht. Het is klaar nu. Ik laat me niet meer bang maken.
Maar ik kan ook niet meer slapen.

Ik heb geen telefoontje gekregen en dat houdt in dat ik mijn diploma gehaald heb!
Het is nu een week geleden dat we alle examens hebben afgelegd, en hebben sindsdien in de stress gezeten of we het gehaald hebben of niet. Amy heeft ook geen telefoontje gekregen, dus de vakantie wordt top!
Komende maandag vertrekken we, dat is over drie dagen.
Ik heb er enorm veel zin in, misschien kan ik dan eindelijk tot rust komen en de droom even compleet van me afzetten.
Hij zal me vast niet lastigvallen als ik op vakantie ben, toch?

'Blijf bij me vandaan!' schreeuw ik hulpeloos, terwijl de jongen dreigend op me af komt lopen. Hij is niet knap meer. Zijn huid lijkt verbrand, zijn ogen zijn melkwit en hij grijnst puntige tanden bloot. Zijn lange zwarte haar valt in grote plukken op de grond.
Ineens staat hij voor me. Zo dichtbij dat ik de rimpeltjes op zijn gezicht kan tellen.
'Laat me met rust, ga weg!' zeg ik, in een poging hem te verjagen.
Dan voel ik nagels over mijn arm krassen. Bloed, overal bloed.
De jongen kijkt naar me en houdt zijn hoofd schuin, alsof hij een kind is dat gefascineerd naar een televisieprogramma kijkt.
Dan wordt het donker en schrik ik wakker.
Het eerste waar ik me van bewust word is een geweldige pijn. Het is mijn arm.
Ik kijk ernaar en zie een druppel bloed langzaam naar beneden lopen.
Dan zie ik vier krassen op mijn arm vormen, precies op de plek waar de jongen mij in de droom gekrabd heeft.
En dat is het punt waarop ik volledig doordraai.
Mijn hart klopt in mijn keel en ik begin opnieuw te huilen.
Misschien heb ik het onbewust zelf gedaan, dit bestaat niet.
'Laat me verdomme met rust!' schreeuw ik door mijn kamer.
Dan hoor ik gestommel op de gang en een tel later opent mama mijn slaapkamerdeur.
'Wat is er aan de hand, Floor? Ik hoorde je schreeuwen.'
In het donker zie ik dat ze me verschrikt aankijkt.
'Er is niets, mam. Ik had een nachtmerrie, ga maar weer slapen.'
Ik probeer het zo geruststellend mogelijk te brengen terwijl ik onopvallend mijn arm onder de dekens verstop.

Zo snel als de krassen zich vormden op mijn arm, zo snel zijn ze nu ook verdwenen.
Na een paar minuten stopte het al met bloeden, en de volgende ochtend was er al bijna niets meer van te zien.
Nu zijn ze helemaal verdwenen, er is niets meer van over.
Ik ben er blij om aan de ene kant, maar aan de andere kant wordt het mysterie hier alleen maar groter van.
Het is eng omdat ik het niet kan stoppen. Er is geen middeltje waarmee je een droom kan stoppen, je kan een droom niet aangeven bij de politie wegens stalking. Je zult het er maar mee moeten doen, hoe beangstigend het ook is.
Ik wil er verder niet aan denken en pak de koffer die onder mijn bed ligt.
Morgen in alle vroegte vertrekken Amy en ik voor onze vakantie, en ik moet nog pakken.
Halverwege de dag belt ze me op om te vragen hoe alles verloopt.
Ik vertel dat ik aan het pakken ben, maar laat het verhaal van de krassen achterwege.
Waarom zou ik mensen ongerust maken?
Enthousiast vertelt ze over een jurkje dat ze op het laatste moment nog heeft gekocht, en ik reageer vrolijk.
We moeten niet alles laten verpesten door een klein detail.

Mama onderaan de trap.
'Floor! Er is post voor je, ik leg het op de trap!'
'Is goed, mam! Dank je wel!'
Ik pak de laatste kleren in en loop dan naar beneden voor mijn post.
Het is een envelop, alleen mijn naam staat erop, verder niets.
Ik herken het handschrift niet, dat maakt me nieuwsgierig.
Boven aangekomen scheur ik de envelop open om te zien wat de inhoud is.
Een foto, van de jongen zoals hij was toen ik vannacht over hem droomde.
De melkwitte ogen staren onverbiddelijk in die van mij, en de glimlach die hij op zijn gezicht heeft in duizend keer enger dan ik me voorgesteld had.
Mijn hart klopt zo verwoed in mijn keel dat ik bang ben dat het eruit zal springen.
Bij het zien van de foto begint mijn arm weer te tintelen ...

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 16 mei 2010 09:29
door Vivian
Op dit punt realiseer ik me dat ik niet meer kan slapen. Dat is waar hij telkens verschijnt.
Als ik van hem af wil, zal ik moeten stoppen met slapen. Maar dat is onmogelijk, dat weet ik.
Toch ga ik het proberen.
De afgelopen paar nachten heb ik amper een oog dichtgedaan, en er vormen wallen onder mijn ogen.
Als ik bij het huis van Amy ben aangekomen -we gaan immers op vakantie vandaag!- val ik bijna om van de slaap. Niet op letten, ik drink wel een kop koffie straks.
Amy doet de deur open met een glimlach van oor tot oor, maar als ze mij goed in zich op heeft genomen verdwijnt die glimlach als sneeuw voor de zon.
'Wat is er in godsnaam met jou aan de hand?' roept ze verschrikt uit.
'Ja joh! Laat de hele straat meegenieten! Zullen we even naar binnen gaan?'
'Ja ... Laten we dat maar doen.'
Amy gaat me voor naar de huiskamer.
Ze gaat op de bank zitten en slaat koppig haar armen over elkaar.
'Zo, we gaan niet eerder weg voordat jij me vertelt hebt wat er nou aan de hand is.'
Deze koppigheid ken ik. Er zit niets anders op, want ik weet dat ze het meent.
Ik zucht eens diep en ga dan naast haar zitten.
'Het is die droom, het wordt erger, realistischer. Ik weet niet hoe ik het moet stoppen. Het enige wat ik kan bedenken is dat ik niet meer moet slapen! Maar dat kan toch niet? Niemand kan me helpen. Ik ben gek aan het worden!'
Ik vertel haar niet over de krassen en de foto. Het is een vorm van angst. Als ik het uitspreek wordt het officieel, en ik weet niet of ik dat wel aankan.
'Je bent niet gek aan het worden!' zegt ze in een poging om me beter te laten voelen, maar haar blik verraad wat ze werkelijk denkt.
Ik slik even, maar zeg verder niets. Hier was ik al bang voor.
'We gaan gewoon een leuke tijd hebben in Spanje, oké?' zegt ze. Haar stem trilt een beetje.
'Ja, dat lijkt me een goed idee.'
Ik glimlach, maar ben helemaal niet blij.
Op dit punt kan die vakantie me gestolen worden.

We zijn er.
Na weken gefantaseerd te hebben over de vakantie zijn we dan eindelijk aangekomen.
De temperatuur slaat in als een bom en zorgt er gelijk voor dat zweetdruppeltjes zich vormen op mijn gezicht.
'Pff, wat is het warm!' hoor ik Amy naast me zeggen.
'Wat je zegt..' antwoord ik.
We slepen onze bagage naar het hotel en na de sleutel van de kamer in ontvangst te hebben genomen lopen we naar boven.
'Wauw ...' hoor ik Amy zeggen en ze fluit zachtjes.
'Wauw' is ook het enige juiste woord. De kamer is gigantisch. Er hangen mooie kleurrijke schilderijen aan de muur en er staat een heel scala aan planten en bloemen. In het midden van de kamer bevindt zich een kingsize bed met rood beddengoed. De ramen zijn gigantisch en we hebben een balkon. Natuurlijk mag ook de minibar niet ontbreken.
'Ik voel me een koningin!' roept Amy vrolijk uit terwijl ze zich op het bed laat vallen.
Ik grijns.
's Avonds gaan we de stad verkennen. We willen feesten en dansen totdat we erbij neervallen, dat hebben we immers afgesproken. We lopen arm in arm door een straat waar de ene feesttent de andere maar amper kan overstemmen. Keus genoeg. Uiteindelijk kiezen we voor een discotheek die er vrolijk uitziet.
'We gaan jongens scoren!' tettert Amy in mijn oor, en ik proest het uit.
We lopen naar binnen, bestellen een drankje en schieten dan de dansvloer op.
Het eerste drankje is nog niet eens op, maar we dansen alsof we stomdronken zijn.
'Het is onze vakantie, mogen we?' schreeuwt Amy naar een meisje die naar ons kijkt alsof we gestoord zijn.
Ze haalt haar schouders op en verdwijnt in de menigte.
'Stom wijf!' giechelt Amy.

Als we terug zijn op onze kamer valt Amy direct uitgeput in slaap. Ik niet. De belofte die ik gemaakt heb met mezelf ben ik niet van plan te negeren. Ik blijf wakker, hoe moeilijk het ook wordt.
Het gesnurk van Amy klinkt na een aantal seconden door de kamer, en het zorgt er niet voor dat ik me wakkerder ga voelen.
Ik stap van het bed af en ga in een stoel zitten. Als ik het mezelf zo ongemakkelijk maak lukt het vast wel.
Slapeloze uren gaan voorbij en uiteindelijk zit ik te knikkebollen. Net wanneer ik denk dat ik het niet langer volhoud wordt Amy wakker.
'Heb jij niet geslapen?' vraagt ze duf.
Ik schud mijn hoofd, maar zeg verder niks.
'Durfde je niet...?'
'Zullen we het over iets anders hebben? We kunnen vandaag wel gaan winkelen! Direct de vakantie goed inluiden. Wat zeg je ervan?'
Ze kijkt me onzeker aan, maar stemt dan in met mijn idee.
Ik wil het er niet steeds over hebben.

De zon schijnt fel op mijn huid en ik heb het gevoel alsof ik in brand sta.
'Misschien moeten we zo meteen ergens een drankje kopen of zo!' hijgt Amy. Ze ziet eruit alsof ze op het punt staat een toeval te krijgen.
'Ja, is goed.' giechel ik.
We laten ons vallen op twee stoelen op een terras.
'Even lekker ontspannen!' zucht Amy tevreden.
We bestellen twee glazen ijsthee en praten dan over het weer, de discotheek waar we gisteren waren en over wat we net gekocht hebben.
En dan, uit het niets, zonder dat ik me erop had kunnen voorbereiden verschijnt de jongen uit mijn droom. Hij staat daar en glimlacht naar me. Nog nooit eerder kreeg ik zo snel kippenvel.
'Jezus Christus!' roep ik uit.
Amy schrikt zo erg dat ze haar ijsthee op de grond laat vallen, maar dat interesseert me niet.
'Wat is er dan? Wat zie je?' vraagt ze paniekerig.
Maar als ik knipper met ogen en nog een keer kijk, is hij ineens verdwenen.
'Dit gebeurt niet, dit is niet waar ...' mompel ik tegen mezelf, er maar half van bewust dat iedereen naar me kijkt.
'Wat is er dan!?' sist Amy en ze kijkt me streng aan.
'Ik zag hem! Hij stond hier! Ik word echt gek, ik word echt gek!'
De paniek is duidelijk hoorbaar in mijn stem. Ik knijp mezelf om er zeker van te zijn dat ik niet droom, maar dat had ik beter niet kunnen doen. Het feit dat ik bij mijn volle verstand ben, niet slaap en toch geconfronteerd werd met mijn droom jaagt me een angst aan die ik nog nooit in mijn leven gevoeld heb. Ik heb het gevoel alsof er een woest beest schuilhoudt in mijn binnenste. Kleine schokken van blinde paniek beheersen mijn hele lichaam en leven. Ik moet hulp gaan zoeken.

'Ik ga je vermoorden, maar ... dat weet je toch al?'
Hij komt op me aflopen.
'Blijf daar. Blijf daar, zeg ik!'
'Je weet dat het gaat gebeuren. Je weet het al heel lang, of niet?'
'Verdomme, rot op! Laat me met rust!'
Hij komt dichterbij. Zijn stappen galmen door de stilte als kanonschoten.
Stap, stap, stap.
'Het einde nadert. Je voelt het en dat weet ik.'
'Niks nadert! Rot nou op! Klootzak dat je bent!'
'Je kunt er niks tegen doen. Ik heb je compleet in mijn macht, al veel en veel langer dan je dacht. Je kunt er niks tegen doen.'
Stap, stap, stap.
Dan voel ik hoe twee ijzersterke handen zich om mijn nek vouwen.
Zijn rotte warme adem voel ik op mijn gezicht.
Het lijkt een eeuwigheid te duren, maar de greep wordt steeds steviger.
'Ik kan niet meer ...'
'Ademen? Weet ik. Het is beter zo, geloof me.'
Hij is me aan het wurgen!
Ik sluit mijn handen om die van hem in een poging om hem te stoppen, maar hij gaat onverbiddelijk door.
'NEE!' schreeuw ik plotseling, en dan is hij weg.
Als ik wakker word heb ik blauwe plekken in mijn hals.

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 16 mei 2010 09:43
door Flubby
Omg, dit is echt een cliffhanger! Ik wil meer, meer, meer, schreeuwt het in mij (:

Je beschrijft echt alles in detail. Soms is het hier en daar onduidelijk, maar om het verhaal te begrijpen lees ik het gewoon twee keer en dan kom ik er achter dat ik gewoon een hele regel heb overgeslagen xD

Oké, ik wil weten wat die jongen van haar wil! Ik vind het spannend, leuk en het blijft de aandacht trekken, omdat je de spanning in het verhaal voelt!

Ik wil nu echt weten of hij haar echt gaat vermoorden!

Schrijf je snel meer? [a]

Xoxo.
Melinda

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 16 mei 2010 09:49
door Vivian
Haha, ik doe mijn best! :D
Ik weet niet of ik nog tijd heb voor een hoofdstuk vandaag, maar ik ga het wel proberen. ^^
Lukt dat niet, dan op z'n laatst morgen! :D
Ik vind het super dat je zo geïnteresseerd bent in mijn verhaal!
Heel erg bedankt, ook voor je reactie. ^^

-------------------------------------------------------------------------
'Wat is er in godsnaam met jou gebeurd?' roept Amy verschrikt uit.
Ik had een sjaal om mijn mijn hals gebonden, maar die draag ik nooit. Laat staan als ik op vakantie ben in een warm land.
Ze had de sjaal afgetrokken en de blauwe plekken gezien.
'Ik heb ... ruzie gehad ...' antwoord ik ontwijkend.
'Met wie dan!? We moeten aangifte doen!'
'We kunnen geen aangifte doen! Laat het nou maar gewoon zitten, oké?'
Ik merk aan mezelf dat ik steeds bozer word als we het erover moeten hebben, maar ook in het algemeen. Ik kan vrij veel hebben, maar nu word ik boos om ... tja, om alles eigenlijk. En het kan me niet eens schelen.
'Dit moet ophouden, Floor! Waarom kun je niet gewoon eerlijk tegen me zijn!? Ik ben je beste vriendin, verdomme!'
'Hou je er nou over op!?' schreeuw ik gefrustreerd.
'Nee, ik hou er niet over op! Er is wat met je aan de hand, Floor! En ontkennen heeft niet langer zin!' schreeuwt ze boos.
'Dan zoek je het maar uit! Als ontkennen geen zin heeft, loop ik wel weg van je! En laat me met rust!' tier ik buiten mezelf van woede. Ik verlaat de kamer en sla de deur met een klap dicht.

Ik sta te trillen op mijn benen en doe iets wat ik al in tijden niet meer gedaan heb.
Ik loop naar buiten en steek daar een sigaret op. Wat een ellende is dit. In mijn dromen word ik bedreigd en bijna vermoord door een doorgedraaide ... ja, wat eigenlijk? En overdag word ik lastiggevallen door mijn beste vriendin die niet snapt wat er met mij aan de hand is.
Ik slaak een diepe zucht en neemt een trek van de sigaret.
Dan word ik opeens benaderd door een oude vrouw. Aan haar handen fonkelen overdreven grote ringen en haar armen zijn onzichtbaar door de vele armbanden die ze draagt. Ze draagt grote oorbellen en haar bruine ogen zijn hysterisch opgemaakt.
'Hoe heet je, meisje?' vraagt ze me met een soort van gezag in haar stem.
'Ik? Floor, hoezo?' ik kijk haar argwanend aan.
'Meisje, je verkeert in groot gevaar.'
'Hoezo?'
Mijn mond wordt droog.
'Ogen, zo zwart als de nacht kijken naar je. Handen, zo sterk als ijzer omsluiten je. Een donkere gedaante neemt langzaam bezit van je. Het zal niet lang meer duren. Je bent getroffen door de duivel zelf.'
'Hoe bedoelt u?' vraag ik met een bevende stem. Maar de vrouw schudt haar hoofd en loopt dan bij me vandaan.
'Mevrouw, alstublieft! Ik heb hulp nodig! Ik weet waar u over spreekt! Kom terug!' schreeuw ik wanhopig, maar de vrouw wordt steeds kleiner. Uiteindelijk kan ik haar niet meer zien en zakt de moed me in de schoenen.

Ik trap de sigaret uit en loop naar binnen. Teruggaan naar Amy heeft op dit punt nog geen zin, dus besluit ik iets te gaan drinken in de bar. Zuchtend ga ik zitten en bestel iets te drinken. Iets sterks, mezelf verdrinken in alcohol is precies wat ik nu nodig heb.
Het lijkt alsof er al wel een uur verstreken is, maar wanneer ik op de klok kijk zie ik dat het in werkelijkheid maar vijf minuten zijn.
Ik ben al redelijk aangeschoten wanneer ik merk dat er iemand naast me kom zitten.
'Besloten dat je afgekoeld bent?' zeg ik kil, totdat ik erachter kom dat het niet Amy is die bij me is gekomen.
'Pardon?' hoor ik een zware stem naast me zeggen.
'Sorry, ik dacht dat je iemand anders was...' zeg ik afwezig en neem nog een slok.
'Dat kan gebeuren.' zegt hij geamuseerd.
Ik neem hem in me op. Hij heeft kort piekerig blond haar en helderblauwe ogen. Een brede mond met stralend witte tanden lacht naar me wanneer hij me ziet kijken.
Hij heeft charisma, dat is zeker waar. Een jongen waar Amy en ik in het verleden zeker weten mee gezoend zouden hebben. Onwillekeurig moet ik glimlachen.
'Kom jij ook je zorgen verdrinken?' vraagt hij aan me na een aantal minuten.
Ik haal mijn schouders op.
'Eigenlijk wil ik het er verder niet over hebben. Vertel me liever hoe je heet, hoe oud je bent, en waarom je bij me bent komen zitten.'

Een paar uur en vele drankjes later lig ik schuddebuikend van het lachen met de jongen, die Alex heet, over de bar heen.
Inmiddels weet ik dat hij twintig jaar oud is, dat hij spuugzat is van zijn vriendin en dat hij een ontzettend leuk gevoel voor humor heeft.
Het klikt, maar interesse tonen in een jongen is in dit stadium van mijn leven het domste dat ik zou kunnen doen.
Ik neem de laatste slok van mijn drankje en maak dan aanstalten om op te stappen.
'Ik moet echt terug naar boven, kijken hoe het gaat met mijn vriendin Amy.' zeg ik, nog half lachend.
'Ik hoop je ooit nog weer terug te zien.' zegt Alex en hij kijkt me vrolijk aan.
'Dat komt vast wel goed.'
'Zeker weten?'
'Zeker weten.'
Ik knipoog naar hem, ook al weet ik op het moment dat ik het doe dat het niet verstandig is. Als antwoord op mijn gebaar glimlacht hij even naar me.
Dan stap ik op, en loop ietwat zwalkend naar de lift.
Na nog een keer gezwaaid te hebben naar Alex stap ik in de lift en probeer ik de steen te negeren die zich vormt in mijn binnenste.

Ik klop zachtjes op de deur, want ineens binnenstormen lijkt me een beetje ongepast gezien de manier waarop ik ben vertrokken.
Geen reactie. Ik klop nog een keer. Weer geen reactie.
Voorzichtig open ik de deur om te kijken of alles wel goed gaat.
Dan zie ik dat Amy ligt te slapen. Haar gezicht is betraand en ze houdt een knuffelbeer vast. Een tafereel dat ervoor zorgt dat ik me zo mogelijk nog schuldiger ga voelen.
'Amy, word eens wakker ...' zeg ik zacht, maar ze reageert niet.
Ik schud haar zachtjes heen en weer en zie dan hoe ze langzaam ontwaakt.
'Floor, je bent terug!' brengt ze uit als ze overeind gaat zitten.
'Sorry dat ik zo snel ben weggelopen, ik was gewoon even heel emotioneel.'
'Emotioneel, ja ...'
'Het spijt me, oké?'
'Ik accepteer je excuses onder één voorwaarde.'
Ik voel het aankomen.
'Welke voorwaarde?'
'Je vertelt me nu wat er speelt, ik moet het weten, Floor. Alleen dan kan ik er rekening mee houden.'
Ik slik.
Weet ik dit wel zeker...?

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 17 mei 2010 14:24
door Vivian
'Vertel het maar, je hoeft je geen zorgen te maken. Dat weet je toch? Je kan altijd alles aan mij vertellen, hoe verschrikkelijk het ook is.'
Ik kijk in de vertrouwde ogen van mijn allerbeste vriendin. Al vanaf de kleuterklas zijn we onafscheidelijk. We speelden altijd samen, en toen een vervelend meisje uit groep twee het schepje afpakte waar ik mee aan het spelen was en Amy haar vervolgens een klap gaf zijn we de beste vriendinnen. We gingen altijd naar dezelfde scholen, en zaten hele middagen bij elkaar. Hinkelen, touwtjespringen, met barbies spelen. We verveelden ons nooit en we hadden altijd iets te vertellen aan elkaar.
Nu zijn we ouder en volwassener, maar onze band is nooit meer over gegaan.
De manier waarop ze nu naar me kijkt en tegen me praat is tekenend voor onze vriendschap. Maar niemand had ooit verwacht dat de problemen zo uit de hand zouden lopen. Fysiek mishandeld worden in een droom die ik niet kan stoppen is natuurlijk heel iets anders dan een schep die van me werd afgepakt toen ik jonger was.
Ik schraap mijn keel.
'Je hebt gelijk, ik heb een enorm probleem.'
'Vertel er maar over.'
'Ja ... Maar schrik alsjeblieft niet voor zover dat mogelijk is. Als ik door dit alles ook nog mijn beste vriendin kwijtraak ...'
'Je raakt me niet kwijt! Ben je gek!? Vertel nou maar, ik zal niet bij je vandaan lopen. Beloofd.'
Ik knik zachtjes, en begin dan te vertellen. Deze keer laat ik geen detail achterwege.
Ik vertel over de foto, de krassen op mijn arm, de dreigementen.
'En toen hij me probeerde te wurgen in mijn droom werd ik de volgende ochtend wakker met die blauwe plekken in mijn hals! Ik weet echt niet meer wat ik moet doen!'
Ik begin te huilen en Amy slaat een arm om me heen.
'Gisteren werd ik benaderd door een oude vrouw. Ze zag er een beetje raar uit, maar ze vertelde me zonder dat ze me ooit eerder had gezien dat ik bezeten was door een donkere kracht, en dat de duivel zelf me had getroffen.'
De tranen vertroebelen mijn zicht en ik zie maar half hoe Amy naar me kijkt.
'Het komt allemaal wel goed, Floor. Daar gaan we gewoon voor zorgen. Stil maar.'
Ze blijft me vasthouden. Ze houdt me zelfs net zo lang vast tot de lange gierende snikken overgaan in een nog ietwat onregelmatige ademhaling.
'We gaan op zoek naar die vrouw. Als ze je kan waarschuwen, kan ze je vast ook helpen.'
Dankbaar kijk ik haar aan en besef me ten volle dat ik gezegend ben met een vriendin zoals zij.

Het is inmiddels een paar dagen geleden dat Amy en ik hebben gepraat. We zijn nu een week op vakantie en hebben nog een volle week te gaan, maar echt gezellig hebben we het nog niet gehad. De oude vrouw zoeken leek eerst een goed idee, maar nu slechts een sussende uitspraak. Het is onmogelijk. We hebben geen naam, geen adres. We hebben geen flauw idee waar we moeten beginnen met zoeken. Het enige dat we hebben is mijn haarscherpe beeld van de vrouw. Ik kan haar zo tevoorschijn halen uit de wirwar van mijn gedachten. Glashelder, alsof ik haar al jaren ken. Maar daar red ik het natuurlijk niet mee.
Bij iedere oude vrouw die we tegenkomen vraagt Amy me of het misschien die vrouw is, waarna ik haar weer moet wijzen op het feit dat ik waarschijnlijk op de vrouw zou springen mocht ik haar tegenkomen. Van Alex heb ik ook nog niks gehoord maar ook dat is geen verrassing. Ik ben immers redelijk snel bij hem weggelopen en we hebben geen telefoonnummers uitgewisseld. Ik heb Amy nog niet verteld over hem. Mede dankzij alle gebeurtenissen die weer op ons pad zijn gekomen. Het doet me goed te zien dat ze zich zo inzet voor mij. Ware vriendschap bestaat dus toch, en Amy is daar het levende bewijs van. Het verhaal van Alex komt later wel. Eerst moeten we op ontdekkingsreis.
De gedaante -ik noem het liever geen jongen meer- uit mijn droom is nog een paar keer op bezoek geweest. Hij staat nu enkel naar me te gluren met zijn melkwitte nietsziende ogen. Het jaagt me angst aan, maar ik ben allang blij dat hij me niet meer verwondt.
'Misschien moeten we vanavond weer eens op stap gaan, heb je daar zin in?' hoor ik Amy plotseling zeggen. We zijn wat gaan drinken in een leuk uitziend tentje.
'Ja, misschien moeten we dat inderdaad doen. Even wat anders doen dan zoeken en bang zijn.'
Op wonderbaarlijke wijze krijg ik het voor elkaar te glimlachen.

Die avond gaan we inderdaad op stap en we hebben alles ervoor uit de kast getrokken. We hebben ons opgemaakt, de mooiste kleren gepakt die we hebben en ons haar opgestoken.
'We zijn er helemaal klaar voor, al zeg ik het zelf!' roept Amy uit terwijl ze zichzelf bekijkt in de spiegel.
'Ja, we kunnen ermee door.' lach ik terwijl ik ook naar mezelf kijk.
'Laten we gaan feesten!' zegt Amy en ze knipoogt naar me. Daarna trekt ze me aan mijn arm mee naar buiten, op weg naar een feestje.
Wederom is er genoeg keus, maar omdat we geen zin hebben in lange wandelingen stappen we de eerste de beste tent binnen die we tegenkomen.
We zijn nog maar net gearriveerd als ik iemand op mijn schouder voel tikken.
Ik draai me om en ben aangenaam verrast als het lachende gezicht van Alex verschijnt.
'Ik had niet verwacht je nog te zien als ik eerlijk moet zijn, maar blijkbaar ben jij een meisje die zich aan haar beloftes houdt.'
'Dat ben ik zeker, ook al had ik niet verwacht je hier tegen te komen!' zeg ik, nog steeds verrast.
Wanneer Amy bij ons komt staan en mij met een veelbetekenende blik aankijkt stel ik Alex aan haar voor.
'Die avond dat wij ruzie hadden ben ik hem tegengekomen in de bar van het hotel.' leg ik uit, en dan verschijnt er een -voor mij- duidelijke glimlach op haar gezicht.
Ik schud mijn hoofd ten teken dat hij verder niets is van mij, maar dat gelooft Amy niet.
Lachend draai ik me om en begin een gesprek met Alex.
Allereerst informeer ik naar de ruzie met zijn vriendin.
'Dat hebben we weer uitgepraat, we besluiten het nog één kans te geven.' zegt hij, en hij lijkt opgelucht.
Precies het tegenovergestelde van hoe ik me nu voel. Dat valt me best een beetje tegen. Maar dan spreek ik mezelf streng toe. Ik mag niet verliefd worden, niet nu.
'En hoe gaat het verder met jou? Ik kreeg nou niet bepaald de indruk dat het echt goed ging met je.'
'Daar wil ik het nog steeds niet over hebben, eigenlijk. Zullen we iets te drinken gaan halen?'
Alex kijkt me even schattend aan maar loopt dan mee naar de bar.
Amy staat nog steeds te glunderen.
'Hou op!' sis ik haar toe. 'Hij is niks van me, echt niet. Ik ben hem gewoon tegengekomen, dat is alles.'
'Ja ja, en dat moet ik zeker geloven?' sist ze terug. 'Je bent verliefd, ik zie het aan alles.'
Op de één of andere manier kan ik me er niet toe zetten het te ontkennen, ook al voel ik me niet echt verliefd.
'Hou erover op.' zeg ik nogmaals als ik zie dat Alex drie drankjes in ontvangst neem van een nors uitziende barman.
'Wat een chagrijn, zeg!' zegt Alex verontwaardigd, en dan schiet ik in de lach.
'Ik zei toch dat je hem leuk vindt ...' fluistert Amy zachtjes terwijl ze haar tong uitsteekt.
Net als ik haar van repliek wil dienen voel ik dat ik wegzak in een duisternis.

'Je bent een vervelend meisje, weet je dat? Je verzet je met hand en tand, maar ik beloof je dat dat spelletje snel op zal houden. Ik ben het zat om achter je aan te rennen, het heeft lang genoeg geduurd.'
'Laat me met rust! Zoek iemand anders! Verdwijn helemaal voor mijn part! Maar ga WEG!'
Dan slaat hij me hard in mijn gezicht. De plek waar zijn hand -of misschien beter gezegd, klauw- terecht komt tintelt na en de huid voelt alsof het in brand staat.
De geur die mijn belager om zich heen draagt is verschrikkelijk.
Hij ruikt naar een mengeling van oud zweet, bloed en geroosterd vlees.
'Ik wil je iets laten zien.'
'Nee!'
'Wat zeg je..?'
'NEE!!'
Hij slaat me nog een keer. De pijn is ondragelijk.
Dan zie ik hoe een vieze hand met lange nagels mijn arm vastgrijpt en me meetrekt naar een soort schuilplaats.
'Kijk eens goed om je heen en vertel me wat je ziet. Je wilt toch niet dat ik je nog een keer pijn doe? Kijk!'
Het is een bevel en ik durf het niet te negeren.
Ik kijk, maar zie niets.
'Ik zie niet wat je bedoelt.
'Daar ...'
Hij wijst met een lange vinger naar een stuk duisternis verderop in de tunnel.
Ik weet dat hij me wat aan zal doen als ik niet heenloop, en dus gehoorzaam ik.
Mijn stappen galmen door de ruimte en het is alsof de dood me er staat op te wachten.
'Kijk maar goed...'
Ik durf niet, maar kijk toch. Daar ligt het lichaam van het blonde meisje. Ze is verschrikkelijk toegetakeld en schijnt nog te leven.
Ze hapt naar adem en kijkt me aan met ogen waarin de paniek haast voelbaar is.
Haar nagels zijn stuk voor stuk afgebroken of gescheurd. Er staan vreemde symbolen in haar huid gekerfd en haar kleren zijn doordrenkt van het bloed.
Ik doe een poging tot wegrennen. Ik kan dit meisje niet helpen en ik wil niet zo eindigen!
Maar de gedaante wacht me op en slaat me, keer op keer. Het is alsof hij op me in staat te beuken met een hamer, zoveel pijn doet het.
Ik voel een warm iets over mijn wang lopen en besef al vrij snel dat het bloed is.
Ik wil dat het stopt, het moet stoppen!
En dan begin ik plots te schudden, alsof hij me door elkaar rammelt.
Direct daarop gevolgd word ik me bewust van een geluid. Het klinkt als muziek.
En dan doe ik mijn ogen open.
Ik kijk in de ogen van een duidelijk geschokte Amy. Achter haar staat Alex, met dezelfde blik in zijn ogen, en ik besef wat er gebeurd moet zijn en wat er allang is gebeurd.
Mijn ergste droom is letterlijk werkelijkheid geworden.

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 19 mei 2010 10:09
door Matsuei
Man wat een verhaal. En wat ben jij goed in het vasthouden van mensen.

Er zijn me 2 dingen opgevallen.
- Soms heb ik het idee dat ik woorden mis.
- En soms zet je voor het woordje en wel een komma en soms niet.

Echt mooi geschreven.

Re: De zwarte droom

Geplaatst: 19 mei 2010 16:29
door Vivian
Je hebt gelijk, dat komt omdat het verhaal pas ontstaat als ik het al aan het schrijven ben en dan gaat er wel eens iets mis ;)
Toch bedankt voor het compliment in je post ^^

----------------------------------------------------------------------------------

Amy heeft Alex afgepoeierd en me vervolgens meegesleept naar de hotelkamer.
Daar zit ik nu, moedeloos en met een koud washandje tegen mijn gezicht gedrukt.
Ik voel me leeg vanbinnen, heb geen idee wat ik er nog van moet denken.
Hoe heeft het allemaal zo uit de hand kunnen lopen?
Ik voel me zo ontzettend rot dat ik niet eens meer de moed op kan brengen om te vechten.
Vechten waartegen? Tegen iets dat zijn eigen gang gaat, dat vastbesloten is om mij pijn te doen.
'Jezus, Floor. We zagen het gebeuren! Je ging ineens onderuit. We zagen hoe je in elkaar werd geslagen door iets wat wij niet konden zien. Iedereen stopte met zijn bezigheden, ze keken allemaal naar je.'
'Bedankt voor die informatie ...' zeg ik met een bittere klank in mijn stem.
Als ik nu ergens geen behoefte aan heb is het wel om te horen hoe ik het middelpunt van de belangstelling was.
'Wat heb je tegen Alex gezegd?'
'Niets! Wat moest ik dan zeggen? Ik heb gezegd dat we weg moesten, en heb je vervolgens hierheen gebracht.'
'Daar hoor ik nooit meer iets van ...' zeg ik mistroostig.
Op dit punt kan ik me niet voorstellen dat ik ooit nieuwsgierig was naar de droom.
Misschien is het allemaal wel mijn eigen schuld, heb ik het onbewust zelf opgeroepen omdat ik benieuwd was wie die jongen is.
Nu wil ik alleen maar dat het stopt, en het is ontzettend frustrerend dat ik niet weet hoe dat moet.
'Het was echt doodeng..' hoor ik Amy zeggen met een klein stemmetje.
'Je werd helemaal door elkaar geschud, je kermde en kreunde van de pijn. We zagen het bloed uiteindelijk van je gezicht lopen.'
Ik zeg maar niets. Ik kan me voorstellen hoe eng het geweest moet zijn om ernaar te kijken, maar het beleven was duizenden keren zo eng.
'We hebben geprobeerd je wakker te maken, en vrij snel daarna ontwaakte je gelukkig.'
Op dit punt wil ik alleen maar met rust gelaten worden, al weet ik niet eens waarom.

De dag na het drama komt Amy bij me met een gedreven blik in haar ogen.
'Ik heb iets voor je waar je vast in geïnteresseerd bent!' roept ze uit.
'Wat is er dan?'
Ik sta op en probeer mijn hoofdpijn te negeren. De bult die er gisteren ontstaan is lijkt wel vijf keer zo groot en schijnt niet zo snel te verdwijnen als de krassen van een paar weken geleden.
'Kijk dan!' ze schuift een briefje onder mijn neus.

Misschien kan ik je helpen. Ik kan je in ieder geval de informatie geven die je nodig hebt. Interesse? Ontmoet me om 17:00 uur in de lobby van het hotel.

'Is dat briefje van ...-'
'-...De vrouw, ja! Althans, daar ga ik wel vanuit. Ik zou heengaan, wat heb je te verliezen?'
Ze heeft gelijk, wat heb ik te verliezen? Helemaal niets, en zeker op dit punt niet.
Bovendien ben ik al een tijdje op zoek naar de vrouw, en eenmaal terug in Nederland zou de kans om haar ooit nog te spreken natuurlijk compleet verleden tijd zijn.
Ik besluit heen te gaan, maar wel alleen.
Om 16:55 uur besluit ik naar beneden te lopen. Beter te vroeg dan te laat, misschien loopt ze weg als ze ziet dat ik niet op kom dagen, en dan is de kans op antwoorden verloren.
Amy wenst me veel succes en doet de deur achter me dicht.
Daar gaan we dan ...
Ik stap de lift uit en spoor de lobby af naar de oude vrouw, maar ze is nergens te bekennen. Ik besluit even te wachten want het is immers nog geen vijf uur.
Ik ga op een stoel zitten en neem de situatie goed in me op. Ik laat haar niet weer ontsnappen, zij is mijn enige aanknopingspunt.
Iedere seconde lijkt wel een eeuwigheid te duren, maar dan komt ze eindelijk aanlopen. Vandaag is ze helemaal in het zwart gehuld alsof ze haar best doet om niet op te vallen, maar deze poging is schromelijk mislukt. Bovendien vind ik het nogal onheilspellend dat ze zwart draagt, de kleur van de dood. Iets in mij is onrustig, ik weet alleen niet wat.
'Meelopen!' sist ze in het voorbij gaan en ik volg haar naar de lift.
'Gaan we naar boven?' vraag ik onzeker, niet zeker wetend of ik dat wel aandurf.
'Wil je dat je persoonlijkheid door het restaurant vliegt? Volg me.'
Ze heeft een punt en ik besef dat ik niet terug kan naar onwetendheid. Ik moet wel verder, ik moet weten hoe ik hier een einde aan kan maken.
Ze gaat een deur door en ik volg haar op de voet, vastberaden om geen seconde te missen van wat ze te zeggen heeft.
Ze gebaart achteloos naar een stoel en ik neem aan dat ze bedoelt dat ik moet gaan zitten. Ik neem plaats op een stoffige beige stoel en wacht af.
Na nog een beetje heen en weer te hebben gelopen gaat de vrouw tegenover me zitten. Ze doet wat omslagdoeken af en kijkt me dan strak aan.

Minuten verstrijken maar ze zegt niets en ik word ongeduldig.
'Nou, waarom ben ik hier?' vraag ik, misschien wat onbeleefd.
'Geduld is een schone zaak, meisje.' zegt de vrouw.
'Maar u heeft me opgeroepen. Ik moest hier komen. Wat wilde u dan met me bespreken?'
De vrouw schuift ongemakkelijk heen en weer en spreekt dan, hetzij gefrustreerd.
'Het is niet echt een gemakkelijk onderwerp. En ik was eigenlijk aan het bepalen of je het wel aan kan.'
Of ik het wel aan kan? Wat is dat nou weer voor een rare uitspraak?
Ik word mishandeld door een droom en dan vraagt ze zich af of ik het wel aan kan te horen hoe ik hem tegen kan houden en misschien zelfs bestrijden?
Ik kijk haar ongelovig aan.
'Het is niet niks, hoor. Vergis je niet. De taak zal verschrikkelijk moeilijk zijn en misschien zelfs onuitvoerbaar. Voor we het erover gaan hebben moet ik je eerst vertellen waar je mee te maken hebt. Waarschijnlijk verschijnt hij in jouw droom als een jongen.'
'Niet meer ...' zeg ik bitter.
'Zit je al in de tweede fase?' vraagt de vrouw verschrikt en ze zet grote ogen op.
'Hoe moet ik dat nou weten? Ik weet niet eens of het ding een naam heeft!' roep ik uit.
De vrouw veegt haar voorhoofd af met één van haar vele omslagdoeken en kijkt me dan bezorgd aan.
'Je moet het ding zo snel mogelijk bestrijden. De eerste fase is de jongen aan het meer. Je ziet hoe hij één van zijn slachtoffers verleidt en vervolgens meelokt naar zijn hol. Hij kan je nog niet aanraken. In de tweede fase zie je hoe hij langzaam begint te veranderen in zijn uiterlijk. Zijn lange zwarte haar valt uit, zijn ogen zijn slechts nog bollen van wit en zijn huid lijkt verbrand. En dan kan hij je plots wél aanraken. Hij slaat je, mishandelt je op iedere manier die je kunt bedenken en je krijgt overdag ook last van hem.'
Ik knik geschokt ten teken dat ik weet waar ze het over heeft.
'De derde fase is de laatste en ergste fase. Hij wordt net zo groot als in de eerste fase, maar behoudt zijn uiterlijke kenmerken uit de tweede fase. In deze fase neemt hij jou gevangen. Hij sluit je op en zorgt ervoor dat je niet meer wakker kunt worden. Je bent gevangen in je droom en er is geen uitweg. Alleen als je hem verslaat kun je terug naar de wereld die jij kent. Als je niet in staat bent hem te doden, zal hij jou doden.'
'Hoe weet u dit alles?' vraag ik zacht.
De vrouw lacht kort en scherp en kijkt me dan triest aan.
'Het was ooit mijn zoon.'