Pagina 1 van 1
Luca
Geplaatst: 26 mei 2010 17:02
door Jeetje
Ik ga nog een poging wagen met dit verhaal... hier en daar wat aanpassingen tov de vorige versie dus die mag weg, maar geloof dat ie dat al is

titel is tijdelijk!
__________________________________________________________________________
Hoofdstuk 1
De hete lucht boven het asfalt deed de weg golven als de zee. Het was de zoveelste warme dag dit jaar, de thermostaat bij de schuur had een temperatuur van 28 graden in de schaduw aangegeven. Luca reed in de oude pick-up van zijn vader over de verlaten landweg en de zon weerkaatste fel op de brede motorkap. Uit de krakende radio kwam muziek, iets van ZZ Top, de enige muziek van zijn vader die hij nog wel kon waarderen. De boxen hadden moeite met de hoge tonen en ondanks dat het geluid hard genoeg stond om af en toe over te slaan, kwam het niet over het gebrul van de 3,6 liter in-line zescilindermotor uit.
Tussen de wijs- en middelvinger van Luca’s om het stuur gesloten linkerhand ritselde een briefje. In blokletters, geschreven met een zacht potlood, stond er 35 Millroad, het adres van de boerderij waar hij wilde solliciteren. Het bedrijf had koeien, schapen en kippen, volgens de advertentie in de dorpskrant tenminste, en zocht een scholier die zich tijdens de vakantiedagen nuttig zou kunnen maken. Luca had de advertentie aan zijn vader voorgelegd, omdat de naam hem bekend voor kwam maar hij niet precies kon plaatsen waar de boerderij gelokaliseerd was. Zijn vader had gezegd dat het niet ver was, twee, misschien drie afslagen. Tot zover had hij gelijk, maar hij had er niet bijgezegd dat er in dit gebied tussen elke afslag zo’n tien minuten reistijd lag. Luca was inmiddels al bijna een halfuur onderweg, en het laatste kwartier had hij geen auto of ander teken van leven meer kunnen ontdekken. Geen huizen, alleen een rechte weg die zich eindeloos voor hem uitstrekte. Het asfalt was bedekt met en ongerepte laag rood zand, waarin de banden van de pick-up lange, eenzame sporen trokken. Het had hem een vreemd gevoel gegeven. De weg voor hem was een eenbaansweg, als er ooit markeringen opgestaan hadden waren die door weer en wind verdwenen. Alsof het niet nodig was dat er een tweede baan werd aangelegd omdat er toch nooit iemand terugkwam.
Na een kilometer of zeven niets dan doodse stilte, dorre bomen en planten en veel rood zand, zag Luca in de verte een afslag. Hij wierp een blik op het papiertje tussen zijn vingers en constateerde dat het zeer amateuristische plattegrondje daarop hem inderdaad linksaf stuurde, de afslag op. Vanaf daar hoefde hij alleen nog rechtdoor, de weg liep dood tegen de boerderij. Eindpunt, laatste halte. Hij glimlachte om die gedachte. Achttien jaar en nog van die fantastische ideeën.
Hij legde het briefje naast zich op de voorbank, tikte op het stuur mee met de maat van de muziek en trapte het gaspedaal van zijn vaders Ford F100 verder in. Meeneuriënd met een willekeurig refrein wierp hij een blik in zijn achteruitkijkspiegel. Hij constateerde dat de weg nog altijd verlaten was, maar sloeg toch in een vorm van automatisme de richtingaanwijzer aan. Het gebrul van de motor nam af toen hij remde en de afslag opdraaide. De weg die zich nu voor hem uitstrekte was er nog erger aan toe dan de vorige. Hij was onverhard en hobbelig en de banden van de Ford lieten een spoor van rode stofwolken achter in de warme zomerlucht. De veren en bank in de pick-up kraakten en Luca minderde voor de veiligheid van de auto en zichzelf nog wat vaart. Zijn vader zou het hem niet in dank afnemen als de auto het begaf tijdens zijn ritje: hij was maanden bezig geweest een behoorlijke F100 te vinden, en het was voor iedereen in huis een opluchting geweest toen het hem eindelijk gelukt was. Luca had niets tegen de auto, ook al stamde het ding alweer uit 1973, maar wel op de vreemde blauwe-groene lak die hij afzichtelijk vond.
Luca wierp nog een blik op zijn briefje. De potloodlijnen die een vereenvoudigde versie van zijn route vormden, waren uitgeveegd door het wrijven tussen zijn vingers. Hij wilde net kijken of zijn wijsvinger onder de zwarte vlekken zat door het potlood toen de auto op een diepe kuil stuitte en hem zodanig lanceerde dat hij met zijn hoofd tegen het dak stootte. Hij kneep zijn ogen dicht en staakte zijn geneurie middenin het laatste couplet. Fijn, dat kon er ook nog wel bij. Het gebrek aan airconditioning was met dit weer blijkbaar nog niet erg genoeg.
Re: Luca
Geplaatst: 10 jun 2010 18:31
door Jeetje
Nog een stukje!
_________________________________________________________________________
Luca veegde zijn donkerbruine haar uit zijn gezicht en tuurde met samengeknepen ogen in de verte. Volgens wat er over was van zijn routebeschrijving moest hij er bijna zijn en inderdaad, een meter of tweehonderd verder zag hij de contouren van een huis opdoemen, met erachter de omtrek van een viertal schuren. Gelukkig maar, dit gehobbeld konden zowel hij als de auto waarschijnlijk niet lang meer verdragen.
Zijn opluchting om het feit dat hij niet ver meer hoefde te reizen was echter al snel weer verdwenen naarmate hij de gebouwen naderde. Hoe dichterbij hij kwam, hoe duidelijker het werd dat hij niet te maken had met een high-tech veebedrijf zoals hij ze bij de stad wel eens gezien had. Hier stond alleen een huis en vier gebouwen van hout, die stuk voor stuk net een andere kant op uit het lood stonden. De daken waren stoffig en krom, de planken van de buitenmuren leken te smeken om een goede lik verf en het onkruid langs de zijmuren stond minimaal tot op kniehoogte. Luca slikte en probeerde het gevoel van teleurstelling wat opzette in zijn borst te negeren. Wist hij wel zeker dat hij goed zat? Hij keek nog eenmaal naar het adres op zijn blaadje en liet zijn blik naar het naderende bord langs de hobbelige weg glijden. Het stond scheef en er stond met hanepoterige letters Welkome to Millroad Farm, 35 Millroad. Welcome was met een k gespeld in plaatst van met een k en de r in Millroad stond tot twee keer toe verkeerd om. Luca’s poging zijn teleurstelling te onderdrukken faalde terstond en zijn gevoel van onbehagen nam toe. Het leek hem tegenwoordig toch wel essentieel dat iemand met een eigen bedrijf wist hoe het alfabet in elkaar zat.
Hij weerstond de neiging de pick-up om te keren en terug naar huis te rijden en draaide in plaats daarvan het erf op. Hij constateerde dat het woonhuis er al net zo erg aan toe was als de schuren. De muren waren overwoekerd met onkruid, op de scheve kozijnen zat nog twee keer zo weinig verf als op de andere gebouwen en zo ongeveer alles aan het huis stond scheef. Dat het dak er nog op zat was een wonder; de bovenlijn liep net zo hobbelig als de weg die hem ernaartoe had geleid. Al met al zag het er niet erg bewoond of in ieder geval onderhouden meer uit.
Steentjes knisperden onder de banden van de auto en de Ford piepte schril en klaaglijk toen Luca hem tegenover het vervallen huis stilzette. Hij zette de motor uit en bleef even zitten, en liet zijn blik over het terrein gaan. Het was stil, het welbekende geluid van roofvogels in de lucht ontbrak en het enige wat hij hoorde was het geruis van dor onkruid bij lichte zuchtjes wind. Luca zuchtte, trok de sleutels uit het contact en draaide het raam dicht voor hij naar buiten stapte. Hij was hier nu toch, hij kon beter even kijken waar hij mee te maken had. Het zou zonde zijn als hij op zijn vrije dag voor niets dat hele eind gereden had.
Hij keek om zich heen toen hij de deur achter zich dichtgooide, en constateerde toen dat het mogelijk was dat het altijd nog erger kon dan de vervallen staat van het huis. Zelfs zijn vaders Ford, waarvan het slot een onheilspellend geluid maakte toen hij het omdraaide, was nog een jonkie in vergelijking met de totaal verwaarloosde Chevelle aan de andere kant van het erf. Aan de beschadigde, zilveren plaatjes op de zijkanten te zien was het ooit een Malibu Classic geweest, maar nu was het een roesthoop die niet op wielen maar op een viertal blokken steunde. De voorruit lag eruit en over motorkap liepen vreemde, lange krassen die bovendien verroest waren, wat overigens ook voor de rest van de auto gold. De champagnekleurige bekleding was opengereten zodat de vulling eruit puilde en de grille was totaal verdwenen.
Met een schuine blik op de auto liep Luca er met een grote boog omheen naar het grote woonhuis. Het zag er alles behalve uitnodigend uit, en ergens verbaasde het hem niet dat hij nergens iemand kon ontdekken. Als hij niet beter wist zou hij denken dat de hele farm al ten minste een jaar of tien onbewoond was. Hij keek even om zich heen, wierp een blik op de schuur en schraapte zijn keel.
Re: Luca
Geplaatst: 14 jun 2010 17:33
door Jeetje
‘Hallo?’ riep hij, en alhoewel het minder krachtig klonk dan zijn bedoeling was, sneed het zo hard door de stilte dat een eenzame krekel terstond stopte met tjirpen. Opnieuw wierp Luca een blik om zich heen, op zoek naar enig teken van leven. Nog steeds niets. Het was een boerderij, er moest toch wel ergens iemand zijn om de boel in de gaten te houden? Hij gokte erop dat hij de meeste kans maakte bij het huis en besloot daar maar naartoe te lopen. De grond was droog, het zand onder zijn voeten dwarrelde op en kleurde zijn schoenen roestbruin. Verderop leek de krekel zich veilig te wanen en naast het geruis van uitgedroogd onkruid klonk weer getjirp op.
Luca streek een pluk haar uit zijn ogen en keek door een smerig, stoffig raam het huis in. Daar zag hij, naast een hoop troep en ouderwetse, withouten meubelen, niemand. Wat moest hij doen? Hij weigerde om weer weg te gaan, hij had niet voor niets dat hele eind over die verschrikkelijke wegen gereden. Misschien kon hij het beste aankloppen en hopen dat er iemand zou reageren.
Hij bleef even twijfelend voor de veranda staan, maar liep toen toch de trap op. Zand en stof dwarrelden van de treden en het hout kraakte onheilspellend onder zijn voeten. Bij de deur aangekomen hief zijn hand op en aarzelde, maar klopte toen toch. Hij liet zijn weer hand zakken en wachtte even, maar er gebeurde niets. Luca slikte en klopte toen nog maar een keer, harder dit maal, en tot zijn verbazing draaide de gewoon deur open. Hij trok zijn wenkbrauwen op. Niet op slot, dus. Zou het erg onbeleefd zijn om gewoon naar binnen te gaan? Slecht op zijn gemak streek hij een pluk haar uit zijn ogen, wat volgens zijn moeder een tic was die hij al had sinds hij twaalf was, en stak langzaam zijn hand uit naar de deurknop. Voorzichtig, alsof hij bang was dat het ding hem zou bijten, pakte hij hem vast, en vanbinnen probeerde hij zichzelf uit te lachen omdat hij zo moeilijk deed, wat niet makkelijk ging.
‘Hallo? Is er iemand?’ probeerde hij nog een keer toen hij de deur behoedzaam verder opendeed. Hij zette een paar stappen naar voren, de veranda kraakte onder zijn voeten, en hij stak zijn hoofd naar binnen. Hij zag een groezelige hal met afgebladderd behang; aan het einde van de gang hingen een paar jachtgeweren boven de deur. Het rook er muf, naar oud papier in een ruimte die al te lang dicht gezeten had. Ondanks de lucht overwoog hij net een stap naar binnen te zetten toen hij een stem hoorde.
‘Wat denk jij dat je aan het doen bent?’ Luca’s hart sloeg een slag over en met een ruk draaide hij zich om.
Onderaan de veranda stond een man. Hij had een verroeste riek in zijn hand en droeg een smerige tuinbroek van spijkerstof, zonder iets eronder. Hij was wat aan de zware kant, zijn huid was gebruind door de zon en vuil en wat witte, krullende borstharen piepten langs de tuinbroek tevoorschijn. Op zijn geelgrijze haar stond een pet met schotse ruiten, er hing een pijp uit zijn mond en de huid van zijn kwabbige gezicht was grauw. Hetgeen wat Luca echter nog meer verontrustte dan de schijnbaar ongezonde toestand waarin de man verkeerde, waren de punten van de riek, die een vreemde, roodbruine kleur hadden die met geen mogelijkheid op een boerderij thuishoorde.
Luca slikte en liet vlug zijn hand van de deurknop glijden.
‘Eh…Ik zag een advertentie van Millroad Farm -deze boerderij- in onze krant staan…’ Hij keek de man aan, maar die gaf geen enkele reactie waaruit bleek of hij wel of niet wist waar hij het over had. Stiekem hoopte hij dat hij toch verkeerd bleek te zitten, maar uit beleefdheid voegde hij er aan toe: ‘… dat er een scholier nodig was… voor… eh, de vakanties…’ Zijn stem stierf weg toen de boer nog steeds niet reageerde. Hij keek Luca aan alsof hij hem het liefste aan zijn riek wilde spietsen en Luca kreeg steeds meer spijt dat hij niet gewoon was omgekeerd toen hij de groezelige gebouwen had gezien.
Re: Luca
Geplaatst: 22 dec 2010 01:14
door Jeetje
Nog een poging
_________________________________________________________________________________________
Echter, nadat de boer hem een tijdje zowel moordlustig als peilend had bekeken, kwam hij langzaam in beweging. Hij kauwde even op zijn pijp, pakte zijn riek over in zijn andere hand en prikte hem zo hard in de grond dat Luca ineen kromp. De pijp wisselde van mondhoek en de man steunde met één arm op de riek.
‘Hoe oud ben je, jongen?’ vroeg hij. Zijn stem was rauw en hij sprak met een Texaans accent. Luca herstelde zich van zijn verbazing dat er geluid uit de boer gekomen was en streek zijn haar uit zijn gezicht.
‘Zeventien, meneer,’ zei hij. De boer liet zijn ogen over hem heen glijden en bekeek hem keurend. Even was het stil en Luca vroeg zich net af of hij nu iets moest zeggen, toen de man iets zei wat klonk als: ‘Ben je snel bang?’ Luca keek hem verbaasd aan, veronderstellend dat hij verkeerd verstaan had.
‘Wat zei u?’ De boer liet zijn pijp weer naar de andere mondhoek overgaan zonder zijn blik van Luca af te wenden.
‘Of je snel bang bent,’ zei hij, net zo onduidelijk als daarnet. Luca slikte.
‘Nou… nee, niet echt, geloof ik,’ antwoordde hij. De man sloeg hem nog even gade. Toen knikte hij langzaam.
‘Mooi,’ zei hij zo zacht dat Luca moeite moest doen hem te verstaan. ‘Aan bangeriken hebben we niets hier.’ Hij pakte de riek en trok hem met een ruk uit de grond. Luca keek, enigszins overrompeld, hoe hij zich langzaam omdraaide en de andere kant op begon te lopen.
‘Nee…’ hoorde hij hem mompelen. ‘Niets hebben we daaraan, hier… helemaal niets.’ Luca overwoog hem achterna te gaan, maar bleef staan. Waarvoor zou hij eigenlijk bang moeten zijn op een boerderij met koeien en kippen? Die boer was sowieso een vreemde vogel, maar zoiets zou hij toch niet zomaar zeggen? Aan de andere kant, hij had eeuwen gezocht naar een baan als deze. Hij had op iets betere omstandigheden gehoopt, maar toch…
Luca knipperde met zijn ogen om wakker te worden uit zijn gedachten.
‘Meneer!’ riep hij. Hij sprong met twee treden tegelijk van de veranda en liep haastig achter de boer aan. Die draaide zich om en keek hem aan, maar leek hem niet echt te zien, alsof hij dwars door hem heenkeek en nog in gedachten verzonken was. Luca voelde zich zo ongemakkelijk onder de wazige blik dat hij zijn ogen afwendde en naar de Chevelle achter de boer keek.
‘Eh…’ begon hij, maar vervolgens realiseerde hij zich dat hij geen flauw idee had wat hij moest zeggen.
‘Wat? Wat is er, jongen?’ zei de boer licht geërgerd toen Luca met een mond vol tanden bleef staan. Hij keek ongemakkelijk om zich heen, en mompelde toen: ‘Nou… de baan…’ De boer maakte een vreemde beweging met zijn hoofd, alsof hij Luca’s opmerking daarmee wegwuifde in plaats van met zijn hand, en zei: ‘O ja… ja, die heb je. Morgen beginnen.’ Luca staarde hem aan en keek hoe hij zijn vuile pet op zijn hoofd heen en weer schoof.
‘Zorg dat je er om acht uur bent. En waag het niet te laat te komen.’
Re: Luca
Geplaatst: 05 jan 2011 17:21
door xIMISSYOU
Ik ontdek dit verhaal nu pas ;o waarom hebben ze niets aan bangeriken? Er hangt een mysterieuze sfeer rond de boerderij, wat de lezers meteen nieuwsgierig maakt. Mooi geschreven! Je schrijfstijl blijft leuk lezen! Ik heb er verder niets op aan te merken, alleen dat ik benieuwd ben naar meer

Re: Luca
Geplaatst: 05 jan 2011 18:56
door Frelunior
Leuk verhaal, toen ik het gelezen had dacht ik: wow, heb ik dit allemaal al gelezen? Oftewel, ik heb je verhaal gelezen en het was op geen moment saai.
Ik vond echter in het derde stukje nogal wat grammaticafoutjes:
Bij de deur aangekomen hief zijn hand op
Hier ben je tussen hief en zijn het woord hij vergeten te plaatsen.
Hij liet zijn weer hand zakken
De woorden weer en hand moeten worden omgewisseld.
tot zijn verbazing draaide de gewoon deur open
Ik denk dat je bedoeld 'tot zijn verbazing draaide de deur gewoon open'. Als dat correct is moet je de woorden gewoon en deur omwisselen.
En dan op het laatst vond ik nog:
groezelige gebouwen
Dat griezelige gebouwen hoort te zijn.
Opmerkelijk was dat de foutjes vlak achter elkaar kwamen. Ik denk dat je dit stukje te snel hebt geschreven. Dit is op zich niet erg, maar het zou handig zijn als je de volgende keer het verhaal nog eens overleest, om deze foutjes te ontdekken en te verbeteren.
Maar ik vind het verhaal erg amuserent en ik ben benieuwd hoe het verder gaat.
Re: Luca
Geplaatst: 01 feb 2011 11:06
door Jeetje
Thanks voor jullie reacties! Heb de foutjes er gelijk uitgehaald, maar ik heb een onwijze blinde vlek voor mijn eigen teksten dus kans is dat je er zo nu en dan een paar tegen komt

Sorry dat ik jullie zo lang heb laten wachten, hier een nieuw stukje!
_________________________________________________________________
Die avond, thuis na een lange rit terug, was Luca nog steeds stomverbaasd over wat er gebeurd was. Hij was ver boven de maximumsnelheid naar huis gereden, met gemengde gevoelens die tot vervelens toe in zijn hoofd bleven hangen. Aan de ene kant was hij wel blij met het feit dat hij deze baan gekregen, had, maar aan de andere kant bleef hij zich afvragen waarom de boer ten eerste niet naar zijn C.V. of enig ander aspect van zijn leven had gevraagd en ten tweede waarom hij juist alleen had gevraagd of hij snel bang was. Halverwege zijn terugreis had hij tevens bedacht dat de man zich niet eens voorgesteld had, en was als reactie daarop nog harder gaan rijden.
Toen hij eenmaal thuis was, was hij weer enigszins gekalmeerd. Hij had de Ford op de oprit gezet en de krant die daar nog steeds lag voor zijn vader meegenomen. In de woonkamer zat zijn vader op de bank, zijn moeder was in de keuken met het eten bezig.
‘Ik ben thuis!’ riep Luca toen hij de hal binnenkwam en de houten voordeur achter zich dichttrok. Er klonken twee ‘hallo’s’ op als reactie en Luca hing zijn spijkerjas aan de kapstok. Hij rook de lucht van gestoofde koteletjes, zijn moeders specialiteit, en likte zijn lippen af. Zijn moeder kon koken als de beste.
‘Hé Luuk,’ zei zijn moeder toen hij de keuken binnen liep. ‘En, vertel, hoe was het? Heb je een baan?’ Luca gooide de krant naar zijn vader, die een bedankje mompelde, en legde de autosleutels op het prullenplankje.
‘Nou, ik heb de baan, dat wel,’ zei hij terwijl hij naast zijn moeder ging staan en een blik op het overvolle houten aanrecht wierp. ‘Wat eten we?’ Zijn moeder draaide het vlees in de pan om en om.
‘Koteletjes met gepofte aardappeltjes en witte koolsalade,’ zei ze. ‘En wat goed, van die baan. Je moet wel erg in de smaak gevallen zijn als ze je meteen gekozen hebben.’ Luca wierp een korte blik op de koteletjes, wat een hoop gerommel van zijn maag tot gevolg had, en liep naar de zijkamer.
‘Nou, volgens mij was ik de enige,’ riep hij naar de keuken en hij tikte tegen het glas van Charlie’s terrarium. De leguaan draaide zijn kop om en keek hem met zijn starende ogen aan.
‘De enige? Dat lijkt me toch sterk.’ hoorde hij zijn moeder zeggen terwijl hij de klep van het terrarium optilde. Hij haalde zijn schouders op.
‘Eigenlijk kan ik dat best wel begrijpen,’ mompelde hij. Hij tilde Charlie van zijn tak en zette de warme leguaan op zijn arm.
‘Wat zei je?’ klonk het vanuit de keuken. Luca legde Charlie’s poten goed langs zijn arm en liep met de leguaan terug naar de keuken.
‘Ik zei dat ik dat wel kan begrijpen.’
‘Hoezo?’
‘Tja, het was… ik weet het niet… een beetje een rare bende,’ mompelde hij. De krant van zijn vader ritselde op de achtergrond en zijn moeder wierp een schuinde blik op Charlie.
‘Een rare bende? Het is toch gewoon een boerderij? En niet met Charlie bij de pannen, Luca. Ga maar bij je vader zitten.’ Luca legde een afgezakte leguanenpoot op zijn arm en liep naar de bank.
‘Dat is dan van de laatste tijd,’ zei zijn vader. ‘Ik ben er vroeger wel eens langsgereden, toen ik de Dodge nog had. Toen zag het er keurig uit.’ Luca liet zich naast hem op de bank zakken en stak vragend zijn arm met Charlie naar hem uit, maar zijn vader bedankte en hij haalde zijn arm weer binnenboord.
‘Dat is dan vast heel lang geleden,’ zei hij. ‘Het is nu een vervallen bende. En die boer, dat is ook een beetje een rare snuiter.’ Zijn vader keek op van zijn krant en keek peinzend voor zich uit.
‘Die boer, ja… die was altijd all een beetje apart. Morton heet hij geloof ik.’
‘Dat zou best kunnen, maar hij heeft zich niet eens aan me voorgesteld.’
‘Nee? Dat is echt iets voor hem. In andere steden zouden ze hem de dorpsgek noemen. Hij zei altijd dat er monsters op zijn ranch liepen.’
Re: Luca
Geplaatst: 18 mei 2011 17:44
door Requiem
Jeetje schreef:Luca had niets tegen de auto, ook al stamde het ding alweer uit 1973, maar wel op de vreemde blauwe-groene lak die hij afzichtelijk vond.
'Blauwe-groene' is volgens mij 'blauw-groene'. Klinkt in ieder geval logischer.
Jeetje schreef:Welcome was met een k gespeld in plaatst van met een k en de r in Millroad stond tot twee keer toe verkeerd om.
De tweede 'k' hoort volgens mij een 'c' te zijn. xD
Jeetje schreef:De voorruit lag eruit en over motorkap liepen vreemde, lange krassen die bovendien verroest waren, wat overigens ook voor de rest van de auto gold.
Voor 'motorkap' moet nog het woordje 'de'.
Jeetje schreef:Als hij niet beter wist zou hij denken dat de hele farm al ten minste een jaar of tien onbewoond was.
'Ten' en 'minste' kan aan elkaar.
Jeetje schreef:Hij liet zijn weer hand zakken en wachtte even, maar er gebeurde niets. Luca slikte en klopte toen nog maar een keer, harder dit maal, en tot zijn verbazing draaide de gewoon deur open.
'Dit' en 'maal' kan aan elkaar.
Jeetje schreef:Op zijn geelgrijze haar stond een pet met schotse ruiten, er hing een pijp uit zijn mond en de huid van zijn kwabbige gezicht was grauw.
'schotse' moet hier met een hoofdletter, want het is een aardrijkskundige naam.
Jeetje schreef:Die avond, thuis na een lange rit terug, was Luca nog steeds stomverbaasd over wat er gebeurd was. Hij was ver boven de maximumsnelheid naar huis gereden, met gemengde gevoelens die tot vervelens toe in zijn hoofd bleven hangen.
- De komma tussen 'avond' en 'thuis' moet verplaatst worden naar de plek tussen 'thuis' en 'na'.
- 'vervelens' moet volgens mij 'vervelend' zijn maar dat weet ik niet zeker.
Jeetje schreef:‘De enige? Dat lijkt me toch sterk.’ hoorde hij zijn moeder zeggen terwijl hij de klep van het terrarium optilde. Hij haalde zijn schouders op.
De punt na 'sterk' moet in dit geval een komma zijn, gewone typfout denk ik. (;
Jeetje schreef:De krant van zijn vader ritselde op de achtergrond en zijn moeder wierp een schuinde blik op Charlie.
'schuinde' is 'schuine'.
Jeetje schreef:‘Die boer, ja… die was altijd all een beetje apart. Morton heet hij geloof ik.’
'all' is 'al'.
Verder zeg je dat je de dingen die Frelunior had opgemerkt had verbeterd, maar het is niet gewijzigd, dus misschien niet verstuurd?

Gewoon even een opmerking.
Het is wel een heel goed verhaal, je schrijfstijl vind ik prettig. En ik vind het niet echt erg dat er geen alinea's worden gebruikt want ik lees het makkelijk door.
Re: Luca
Geplaatst: 07 jun 2011 20:41
door Jeetje
Hé Requiem! Wat slecht zeg, ik zie je reactie nu pas. Tot mijn schaamte heb ik dit verhaal hier een beetje laten slingeren, maar ik heb net een film zitten kijken en nu is mijn obsessie voor het onderwerp van dit verhaal gelijk weer helemaal aangewakkerd, dus ik besloot eens te kijken waar ik dit topic had gelaten. Bedankt voor het eruit halen van de fouten, en als antwoord op je andere vraag: meestal voer ik de verbeteringen en tips die jullie geven door in mijn document, maar omdat het forum bij mij nogal verspringt bij berichten bewerken, duurt het een eeuwigheid ze daar ook in door te voeren en doe ik dat meestal niet
Nou, ik weet niet of er na die eeuwigheid dat ik niet bij heb gepost (schaam schaam) nog mensen zij die willen lezen, maar ik post een stukje en mocht dat het geval zijn, dan hoor ik het wel
________________________________________________________________________________
‘Monsters?’
‘Ja, er was wel eens een kip dood, geloof ik. Waarschijnlijk gewoon coyotes, maar hij maakte altijd van een mug een olifant.’ Hij keek om toen zijn vrouw de pannen op de eettafel zette.
‘Eten,’ zei ze. ‘Jij ook, Luca.’ Luca knikte en zijn vader, Doug, legde de krant naast zich neer. Ietwat steunend kwam hij overeind en Luca keek even naar hem. De uitstekende kookkwaliteiten van Luca’s moeder hadden er ook voor gezorgd dat hij altijd enigszins aan de gezette kant was geweest: zijn gezicht was rond en zijn shirt spande strak om zijn buik. Omdat zijn wangen de afgelopen jaren boller waren geworden, leek zijn grote, donkere snor kleiner en minder overheersend in zijn gezicht. Luca’s moeder daarentegen, Caroline, had nooit met overgewicht te kampen gehad. Ze liep graag hard en had thuis een fitnessapparaat staan waar ze veelvuldig gebruik van maakte. Vroeger had ze, net als Luca, fanatiek paardgereden. Verder had ze een lange bos donkerbruin, krullend haar en helderblauwe ogen in een gezicht dat altijd gebruind was, ongeacht het seizoen.
‘Geen reptielen aan de eettafel,’ zei Caroline toen Luca zich met Charlie op zijn schouder op een eetstoel liet zakken. ‘Zet hem maar in zijn bak.’ Luca stond weer op, tilde de leguaan van zijn schouder en zette hem op zijn hoofd. Een lange nagel kriebelde in zijn oor en hij kneep een oog dicht toen een klauw grip tocht tegen zijn slaap.
‘Mag hij voor het raam?’ vroeg hij terwijl hij Charlie op de gok een stuk salade voorhield, wat niet aangenomen werd.
‘Nee, je weet dat de buren het niet prettig vinden als hij ze nakijkt. En je houd je koolsalade aan de verkeerde kant. Hij lust het niet eens, maar als je het voor zijn staart houd kan je lang wachten tot hij het aanpakt.’
Hoofdstuk 2
Toen Luca die avond in het gezelschap van zijn honden Toby en Jesse het huis verliet, vertrok hij zoals gewoonlijk naar zijn beste vriend Don. Don woonde niet al te ver van hem vandaan, en iedere avond gingen hij en zijn hond Chester met Luca mee om een stuk te lopen en te praten. Dit keer wilde Luca zijn verhaal kwijt over de Millroad Farm, en het verhaal van zijn vader.
Luca was laat vandaag: de zon begon al richting de bergen in de verte te kruipen en wierp een haast roze gloed op de onbewolkte hemel. Op zich kwam dat goed uit, want nu waren er nog minder mensen dan normaal op straat en des te minder kans was er dat hij zich bij voorbijgangers moest verontschuldigen omdat Toby en Jesse om hen gingen draaien. Niet dat de mensen het erg vonden, iedereen kende iedereen in deze omgeving en zo ongeveer driekwart van het dorp wist de namen van zijn honden.
Zodra hij een beetje uit de buurt van de andere huizen was, knipte Luca de lijnen los. Jesse, een kruising tussen een wolfhond en een husky, was als eerste weg, en Toby kwam achter haar aan in de stofwolk die ze achter liet. Toby was een dobermann, met puntige, rechtopstaande oren en een lange gladde staart. Luca had hem als pup met Damian uit het asiel gehaald, omdat niemand hem had willen hebben. Volgens de eigenaar van het asiel was zijn ‘aaibaarheidsfactor’ niet hoog genoeg geweest en was tevens volstrekt nutteloos als waakhond: geen enkele hond begroette bezoek zo enthousiast als hij. Luca had al zijn spaargeld (en dat van Damian) in de hond gestoken en zijn moeder was niet zo blij geweest: ze hadden Jesse al gehad, die als zwerfhond graatmager door de wijk gestruind had, en toentertijd ook Rooney nog, een hoogbejaarde labrador. Rooney was inmiddels alweer drie jaar dood, Jesse was vijf en Toby bijna vier.
Luca keek hoe zijn honden rennend en spelend een rode stofwolk achterlieten, een aantal meter voor hem uit. Het pad voor hem liep langs de maïsvelden van Dons vader en hij hoorde het ruisen van de bladeren in zachte, warme wind. Hij floot kort en schel, streek zijn haar uit zijn ogen en sloeg het pad naar Dons huis in. De honden volgden hem, maar staakten hun bezigheden verder geen minuut. Als ze eenmaal echt doorhadden waar hij heen ging, hoefde hij niet eens moeite meer doen ze mee te krijgen: ze vonden het altijd leuk om met Dons hond uit te gaan.
Het huis van Don doemde in de verte op en Luca versnelde zijn pas iets. Don was enig kind en woonde met zijn ouders in een typisch Amerikaans wit houten huis op palen met een grote veranda. Zijn vader was ex-sherrif, die na zijn pensioen grond had gekocht om mais te verbouwen en zijn sheriffhoed had hij aan zijn zoon gegeven. Don droeg de hoed bijna altijd, afgewisseld met zijn bruine en zwarte cowboyhoeden.
Luca liep op zijn gemak de veranda naar Dons voordeur op. Het hout kraakte gemoedelijk, een welkom dat Luca al jaren lang iedere dag hoorde. Hij klopte op de deur en wierp een blik achterom. De honden waren aan het ravotten in een leeg veld, wat in andere jaren gevuld was met maïsplanten.
‘Ik ga wel, het is Luca,’ klonk het vanuit het huis. Er klonken voetstappen op de gang, gemorrel aan de deur. De deur ging open en Don verscheen achter de hordeur.
‘Hé,’ zei Don terwijl hij de hordeur open trok en Luca grijnsde om het krakende geluid waar dat mee gepaard ging. .
‘Avond,’ zei hij. Don vloot op zijn vingers en zijn wit-zwarte Schotse Collie kwam aandraven, aangekondigd door het getik van nagels op de vloer.
‘Je bent laat vanavond,’ zei Don terwijl hij de halsband van zijn hond Chester om de nek gespte en de riem van een haak pakte. Luca schoof Jesse en Toby met zijn voet opzij toen die zich voor de hordeur verdrongen om Chester te bekijken en stapte achteruit toen Don de deur opendeed.
‘Ja, ik moest weg, vanmiddag,’ zei hij. Chester stoof langs zijn voeten heen naar buiten en rende, gevolgd door een uitgelaten Toby en Jesse de veranda af. Don en hij volgden op een iets rustiger tempo.
Re: Luca
Geplaatst: 08 jun 2011 20:38
door Requiem
Een lange nagel kriebelde in zijn oor en hij kneep een oog dicht toen een klauw grip tocht tegen zijn slaap.
Een lange nagel kriebelde in zijn oor en hij kneep een oog dicht toen een klauw grip
zocht tegen zijn slaap.
En je houd je koolsalade aan de verkeerde kant.
En je
houdt je koolsalade aan de verkeerde kant.
Hij lust het niet eens, maar als je het voor zijn staart houd kan je lang wachten tot hij het aanpakt.’
Hij lust het niet eens, maar als je het voor zijn staart
houdt kan je lang wachten tot hij het aanpakt.'
Dit keer wilde Luca zijn verhaal kwijt over de Millroad Farm, en het verhaal van zijn vader.
Dit keer wilde Luca zijn verhaal kwijt over Millroad Farm, en het verhaal van zijn vader.
Zou de hier weglaten, omdat het nogal raar leest.
en Toby kwam achter haar aan in de stofwolk die ze achter liet.
en Toby kwam achter haar aan in de stofwolk die ze
achterliet.
Don was enig kind en woonde met zijn ouders in een typisch Amerikaans wit houten huis op palen met een grote veranda.
Don was enig kind en woonde met zijn ouders in een typisch Amerikaans wit
, houten huis op palen met een grote veranda.
‘Hé,’ zei Don terwijl hij de hordeur open trok en Luca grijnsde om het krakende geluid waar dat mee gepaard ging. .
Punt teveel.
Leuk stuk, again. Snel verder schrijven, en geeft niet hoor. Heb genoeg andere dingen te doen nog. ^^
Re: Luca
Geplaatst: 09 jun 2011 12:37
door Jeetje
Thanks Requiem!

Ben ff met mn konijnenhok bezig dus post dit stukje even zonder het na te lezen, dus alvast excuses voor de fouten die er zeker in voor zullen komen
_______________________________________________________________________________
‘Waar ben je geweest?’ vroeg Don terwijl hij hoge strohalm langs de kant van de weg plukte en tussen zijn tanden stak. Luca had altijd gevonden dat Don een aantal tientallen jaren te laat was geboren. Hij had een perfecte cowboy kunnen zijn, met zijn hoeden, versleten laarzen met schuine hakken en spijkerbroeken. Het enige wat ontbrak was een paard: Don had een ontzettende hekel aan alle beesten met hoeven.
‘Solliciteren,’ reageerde Luca op Dons vraag. Don trok zijn wenkbrauwen op en keek hem aan.
‘O? Dat had je helemaal niet verteld,’ zei hij. Luca sloeg een zwerm vliegjes voor zijn ogen weg.
‘Klopt, het was ook nogal onverwachts. Er stond een advertentie in de krant en ik heb maar gelijk gereageerd, voor het geval er veel animo voor was.’
‘En?’
‘Wat ‘en‘?’
‘Is het gelukt? Was er veel animo?’
‘Nee, helemaal niet.’
‘Saai baantje zeker. Staalplaten maken in die fabriek in de stad of zo? Het halve dorp werkt daar.’
‘Nee, het is op een boerderij.’
‘Een boerderij en dan geen animo? Luuk, in welk gehucht ben je nou weer beland?’
‘Millroad Farm. Een gehucht dus, ja.’ Don was stil. Bedenkelijk kauwde hij op zijn spriet, terwijl hij met een lichte frons op zijn gezicht naar de rennende honden keek. Luca hoorde het geluid van rennende poten en enthousiast gehijg over het regelmatig tjirpen van de krekels heen.
‘Ja, dat is wel een rare bende ja,’ mompelde Don. ‘Ze hadden iedere keer dode beesten.’
‘Dode beesten?’
‘Ja, kippen en koeien en zo.’ Don keek hem aan. ‘Het heeft in de krant gestaan, hoor.’
‘Wanneer dan?’
‘Vorig jaar juli geloof ik. Ja, daar heb jij natuurlijk niets van meegekregen, dat was je vakantie met Caitlyn.’
Luca gaf hem een stomp, Don sprong opzij en schaterde.
‘Hou op man, het was een geintje,’ lachte Don terwijl hij over zijn arm wreef. Luca schudde zijn hoofd.
‘Te makkelijk,’ zei hij. Don knikte en drukte zijn hoed vaster op zijn hoofd.
‘Ik weet het,’ reageerde hij. ‘Maar in ieder geval, dode kippen en koeien. Coyotes, waarschijnlijk.’
‘Coyotes pakken geen koeien, Don.’
‘Jawel. Wel als ze honger hebben en met meer zijn. Dan zouden ze nog een olifant aanvallen.’ Luca floot op zijn vingers toen het drietal honden een maïsveld in verdween en schudde zijn hoofd.
‘Het zal wel,’ zei hij terwijl de honden weer tussen de maïsplanten vandaan stoven en rondjes om Don en hem heen renden. Don trok zijn wenkbrauwen op en keek hem aan.
‘Wat wil je nou, Luuk? Wat moeten het anders zijn, monsters of zo?’ vroeg hij met een vlaag van irritatie in zijn stem.
‘Volgens die boer wel, ja,’ reageerde Luca. Don plukte zijn spriet uit zijn mond en gooide hem op de grond.
‘Die boer is labiel, man,’ zei hij. ‘Zeg, waar discussiëren we eigenlijk over? Dit is echt belachelijk.’ Luca zuchtte en plukte een nieuwe strohalm.
‘Je hebt gelijk,’ mompelde hij en hij stak de strohalm uit naar Don. ‘Laat maar zitten.’
Re: Luca
Geplaatst: 09 jun 2011 13:00
door Requiem
‘Waar ben je geweest?’ vroeg Don terwijl hij hoge strohalm langs de kant van de weg plukte en tussen zijn tanden stak.
'Waar ben je geweest?' vroeg Don terwijl hij
een hoge strohalm langs de kant van de weg plukte en tussen zijn tanden stak.
Eén foutje opgemerkt, valt best mee.

Je schrijfstijl is echt leuk. ^^
Re: Luca
Geplaatst: 09 jun 2011 19:45
door Xatham
Ik vond al een tijdje dat ik eens een van je verhalen moest lezen, alleen om nu nog, na vijf pagina's aan je drama-verhaal te beginnen, vond ik iets te overdreven

Merle is de expert op het gebied van spellingsfoutjes, maar ook ik heb nog een paar schoonheidsfoutjes weten te vinden:
Het asfalt was bedekt met en ongerepte laag rood zand, waarin de banden van de pick-up lange, eenzame sporen trokken.
Het wordje 'en' voor 'ongerepte' moet waarschijnlijk 'een' zijn.
Gelukkig maar, dit gehobbeld konden zowel hij als de auto waarschijnlijk niet lang meer verdragen.
'Gehobbeld' moet 'gehobbel' zijn, zonder die d.
Welcome was met een k gespeld in plaatst van met een k
Twee foutjes hier. Er staat 'in plaatst van', moet dat niet 'in plaats van' zijn, zonder t achter plaats? En dan gaat het om een k in plaats van een k? De tweede k moet denk ik een c zijn?
De voorruit lag eruit en over motorkap liepen vreemde, lange krassen die bovendien verroest waren, wat overigens ook voor de rest van de auto gold.
Hieruit zou je kunnen concluderen dat de krassen verroest waren en dat is denk ik niet het geval?
Verder vond ik het een prachtig verhaal. Je bent goed in het geven van details. Veel meer heb ik niet te zeggen. Of jawel... Schrijf snel verder!

Re: Luca
Geplaatst: 09 jun 2011 21:08
door Jeetje
Tof, nog een lezer! Thanks Xatham voor je reactie en het eruit vissen van de fouten

doe er nog een stukje bij voor vandaag!
________________________________________________________________________________
De volgende ochtend stond Luca na een onrustige nachtrust om tien voor acht op het erf van de Millroad Farm. De lucht was zwaar en drukkend en afgelopen nacht hadden de warmte en waarschijnlijk de zenuwen hem een lange tijd uit zijn slaap gehouden. Ondanks dat was nu hij klaarwakker en hij voelde nu al dat het een warme dag zou worden.
Luca stond midden op het erf en keek om zich heen, op zoek naar enig teken van leven, maar het terrein was net zo verlaten als gisteren. Hij hoopte van harte dat hij niet weer een hele zoektocht hoefde af te leggen om iemand te vinden. Misschien kon hij beter even wachten, hij was immers te vroeg. De boer verwachtte hem pas om acht uur.
Hij keek op zijn horloge, waarop te zien was dat hij inmiddels nog maar zeven minuten te vroeg was. Om de tijd te doden draaide hij een paar rondjes om zijn eigen as om de omgeving in zich op te nemen. Opnieuw viel zijn blik op de oude Chevelle. De auto beangstigde hem aan de ene kant een beetje, maar intrigeerde hem ook. De ronde koplampen waren gebarsten en leken nu op een soort vreemde ogen die naar hem keken. De half ontbrekende gril was als een mond, of een bek, beter gezegd, opengesperd in kreet, of misschien wel geopend om hem te verorberen.
Luca veegde zijn haar uit zijn ogen en liep behoedzaam naar de auto toe. Hij bleef op een meter afstand staan, overwegend dichterbij te komen of deze afstand te bewaren. Hij liet zijn ogen over de deuren glijden, over de plekken roest op de beige lak en de vreemde krassen op de motorkap. Hij kneep zijn ogen een beetje samen en hield zijn hoofd schuin, zodat de lichtval van de zon op de neus van de auto zijn zicht niet zou beletten. Hij stak zijn hand uit naar de krassen en liet zijn vingertop eroverheen glijden. Ze waren diep. Hij voelde de scherpe randen in het staal langs de krassen in zijn vingertop snijden. Kaarsrecht, vier naast elkaar, alleen begonnen de middelste twee wat hoger. Zijn blik gleed naar de binnenkant van de auto, naar de lichte bekleding. Er zaten lange halen in, hetzelfde patroon als op de motorkap. Hij zette een stap dichter naar de auto toe en tuurde naar binnen. Door het kapotte zijraam zag hij nog niets, vreemde afdrukken in de bekleding. Het was een lange lijn van gaten die in een soort langgerekte, omgekeerde U-vorm liep.
Om de geruïneerde auto beter te kunnen bekijken stak Luca behoedzaam zijn hoofd een stukje door het kapotte raam naar binnen. Zijn vingers tintelden en vroegen om in de gaten gedrukt te worden, om het patroon dat het leer doorboord had te voelen. Hij maakte aanstalten om zijn hand naar binnen te steken, toen hij achter zich hoorde: ‘Hé, rotjong! Blijf bij mijn auto uit de buurt!’ Hij wilde zich omdraaiden, geschrokken van de harde stem, maar stootte zijn hoofd tegen het dak van de auto toen hij overeind wilde komen. Het gaf een metaalachtige bonk en hij voelde de tranen in zijn ogen schieten, maar de rennende voetstappen die hij hoorde weerhielden hem ervan aan zijn hoofd te voelen. Hij draaide zich om en zag de boer aan komen rennen. Hij had zijn riek op Luca gericht en er schitterde een soort maniakale woede in zijn ogen.
‘Wat voer jij hier uit, jong?’ riep hij en Luca zag dat hij dezelfde tuinbroek als gisteren droeg. ‘Dit is privé-terrein, dus als de sodemieter van mijn erf af!’ Luca was even bang dat hij hem aan de riek zou spietsen, maar de boer stopte vlak voor zijn neus.
‘Sorry,’ zei Luca snel. ‘Ik was te vroeg en ik was even naar uw auto aan het kijken.’ De boer keek hem aan, zijn mond hing open en hij hijgde, zijn gezicht glom van het zweet. De uitdrukking op zijn gezicht werd minder vijandig, maar de riek liet hij niet zakken.
‘Te vroeg? Waar heb je het over, jong?’ snauwde hij. Luca veegde nerveus zijn haar uit zijn ogen.
‘Nou, eh… u heeft me aangenomen, gisteren…’ begon hij. De man keek hem aan, zijn pet was scheefgezakt en aan één kant kwam zijn viezige haar eronder vandaan. Luca zag geen enkele herkenning in zijn ogen, geen sprankje herinnering.
Re: Luca
Geplaatst: 09 jun 2011 21:15
door Xatham
De ronde koplampen waren gebarsten en leken nu op een soort vreemde ogen die naar hem keken.
Door het woordje 'nu' zou je kunnen denken dat het gisteren nog niet zo was. Ik zou een iets andere woorkeuze nemen.
Door het kapotte zijraam zag hij nog niets, vreemde afdrukken in de bekleding.
Dit staat ook een beetje vreemd. Hij zag nog niets... vreemde afdrukken in de bekleding. Misschien moet 'niets', 'iets' zijn maar dan loopt de zijn nog wat vreemd voor mijn gevoel.
Verder vond ik het weer een leuk verhaal. Vooral dat einde is spannend, maar ik verwacht dat de man hem uiteindelijk wel weer herkend of zo. Hoe dan ook, schrijf snel verder!

Re: Luca
Geplaatst: 10 jun 2011 10:39
door Requiem
De half ontbrekende gril was als een mond, of een bek, beter gezegd, opengesperd in kreet, of misschien wel geopend om hem te verorberen.
De half ontbrekende gril was als een mond, of
beter gezegd als een bek, open gesperd in
een kreet, of misschien wel geopend om hem te verorberen.
Ik zou de woordkeuze iets veranderen, maar het is niet perse fout. Alleen leest het een beetje raar.
Alweer een fout, nog steeds leuk, en snel verder. ;D
Re: Luca
Geplaatst: 10 jun 2011 11:51
door Jeetje
Thanks

bedankt voor het lezen en reageren weer!
________________________________________________________________________________
‘O ja, dat zal dan wel,’ zei de boer. Hij duwde zijn pet recht en zijn hand liet een donkere, vuile streep achter op zijn gezicht. Luca’s hoofd bonkte door de klap die hij tegen het dak van de Chevelle had gemaakt. De auto leek te smeken om bekeken te worden, probeerde zijn ogen naar haar beschadigde motorkap te trekken, maar Luca bleef hardnekkig naar de boer kijken. Die krabde nadenkend aan zijn achterhoofd en kauwde op iets, waarvan Luca niest wist wat het was.
‘Ja, ja,’ mompelde hij. ‘Ga Donovan maar helpen met de Jersey’s.’ Luca knikte al automatisch, zich tegelijkertijd bedenkend dat hij geen idee had wat hij met die opdracht aanmoest. Jersey’s waren koeien, dat wist hij wel. Tenminste, normaal gesproken, want hij had het vermoeden dat hij hier vanalles kon verwachten. Een groter nadeel was echter dat hij geen idee had wie Donovan was, wat hij met de koeien moest doen en waar hij ze vandaan moest halen.
‘Eh… meneer?’ vroeg hij snel toen de boer zich om wilde draaien. ‘Waar staan ze?’
‘Waar staan wat?’
‘Nou… de Jersey’s.’ De boer keek hem aan alsof hij hem in de maling nam.
‘Heb je ze allemaal op een rijtje, jongen? Waar denk je dat ze staan?’
‘Eh, ik-’
‘In de stal natuurlijk. Achterste schuur. Hup, ze hebben niet de hele dag de tijd.’ Hij draaide zich om en mompelde wat in zichzelf. Luca staarde hem na, even niet wetend wat te doen. Toen de boer aan de andere kant van het erf was en geen aanstalten leek te maken hem verdere informatie te verschaffen, wendde hij zijn blik af. Hij draaide zich om en keek om zich heen. Hij zag een aantal schuren, een stuk of vier, vijf. Er waren grote en kleine, sommige met een paddock ervoor. De meeste zagen er niet zo goed uit. Degene het meest links van hem had geen deur, maar slordig aan elkaar getimmerde planken die nogal scheef de halve deuropening bedekten. De andere schuren liepen in een halve cirkel om hem heen, en hadden dus allemaal een gelijke afstand tot waar hij stond. ‘De achterste’ was dus niet echt een beschrijving waar hij iets mee opschoot.
Luca zuchtte. Hij draaide zich om, ontweek de Chevrolet en liep terug naar de Ford. Hij trok zijn rugtas van de voorbank en pakte zijn pet. Hij zette hem achterstevoren op zijn hoofd en gooide de deur dicht. De scharnieren kraakten en de ijzerachtige knal waarmee de deur sloot had een blikkerige ondertoon. Hij wierp zijn rugtas over zijn schouder, stak zijn andere hand in zijn zak en begon op goed geluk naar de meest rechtse schuur te lopen. De schuur met die gammele deur bewaarde hij maar voor het laatst.
Het dorre gras kraakte onder zijn voeten terwijl hij er doorheen liep. Het geluid maakte dat de weinige krekels die zich lieten horen af en toe stilvielen, en dan hun rustgevende gezang weer hervatten. Tussen het gras lagen verroeste blikjes, tangen, gereedschappen en benzineblikken. Toen zijn voet één van de blikken raakte, gaf dat een geluid wat scheller was dan het dichtslaan van de autodeur en alle krekels hielden tegelijkertijd hun mond. Luca liep door, wierp een blik achterom en zocht naar een grasspriet die hij in zijn mond zou kunnen stoppen. Al het gras was dor en geel.
De eerste, rechter schuur waar Luca in keek was leeg. Althans, leeg in de zin van dieren. De deur stond op een kier en het was donker binnen, omdat de ramen dichtgesmeerd waren met iets wat op dikke verf leek. Binnen zag hij vage omtrekken van gereedschappen, rieken, scheppen en kasten met allerlei prullaria die hij in het donker niet goed kon onderscheiden. Achterin meende hij een jachtgeweer te zien, en hij vroeg zich af waarvoor de boer zoveel geweren nodig had. Het rook vreemd in de schuur, naar een onprettig mengsel van leer, roest en koper. Luca stak zijn hand om de deurpost en liet hem over de muur glijden, op zoek naar een lichtknop. Hij voelde niets, al raakte zijn hand na een tijd verstrikt in een grote kluwen spinnenwebben. Vlug trok hij zijn hand terug en schudde ermee. De kleverige webben hadden zich om zijn vingers gewikkeld en hij moest een pluk dood gras plukken om ze van zijn handen te kunnen halen.
In de tweede schuur vond hij kippen. Het waren er een heleboel, en ze maakten een herrie van jewelste. Het stonk er enigszins, maar de lucht van kippenmest werkte hem minder op zijn zenuwen dan de muffe lucht in de eerste schuur. De kippen keken naar hem toen hij binnen stapte, ze draaiden hun koppen met hun typerende schokkerige bewegingen zijn kant op en bewogen ze omhoog en omlaag om hem goed te kunnen zien. Hij zag tientallen glimmende ogen knipperen, scheve koppen en rozige poten. Het gekakel ging gewoon door, regelmatig en soms met lange uithalen. De haan, een groot beest met een vuurode kam op zijn kop, strekte zijn nek en krijste luid. Luca liep voorzichtig weer achteruit, achterom kijkend om te zien of hij niet op een verdwaalde hen ging staan, en sloot de deur langzaam achter zich, zodat hij het op tijd zou zien als er een kip haar hoofd door de deuropening stak. Zonder kleerscheuren kwam hij weer buiten, en enigszins moedeloos geworden en minder kwiek dan voorheen begaf hij zich naar de derde schuur. Hij wist dit keer echter al voor hij de deur open duwde dat hij goedzat: de geur van koeienmest drong nog eerder zijn neusgaten binnen dan de geur van de kippen had gedaan. Hij ontweek een vlaai die pal voor de deur lag en wierp nog een laatste blik om zich heen. De boer was nergens meer te bekennen.
Re: Luca
Geplaatst: 10 jun 2011 12:30
door Requiem
De eerste, rechter schuur waar Luca in keek was leeg.
De eerste,
rechterschuur waar Luca in keek was leeg.
De kippen keken naar hem toen hij binnen stapte, ze draaiden hun koppen met hun typerende schokkerige bewegingen zijn kant op en bewogen ze omhoog en omlaag om hem goed te kunnen zien.
binnenstapte
De haan, een groot beest met een vuurode kam op zijn kop, strekte zijn nek en krijste luid.
vuurrode
Yay, en nu wil ik weten wie Donovan is. Hup, hup!

Re: Luca
Geplaatst: 10 jun 2011 13:47
door Xatham
en hij moest een pluk dood gras plukken om ze van zijn handen te kunnen halen.
Ik vind het persoonlijk niet zo mooi dat je de woorden 'pluk' en 'plukken' vlak achter elkaar gebruikt, maar dat is mijn mening.
Ik wil ook weten wie Donovan is. Schrijf snel verder!

Re: Luca
Geplaatst: 11 jun 2011 11:49
door Jeetje
Gaaf dat jullie blijven lezen!

Over een paar stukjes wordt het wat spannender
_____________________________________________________________________________
Luca stak behoedzaam zijn hoofd om de deur. Hij zag een heleboel koeien die op het eerste gezicht allemaal exacte replica’s van elkaar leken. Ze waren allemaal beige, met een zwarte snuit en zwarte benen en een grote pluim aan hun staart. Een paar keken zijn kant op, met hun oren geïnteresseerd opgericht, terwijl kun kaken traag malende bewegingen maakten. Anderen aten onverstoorbaar verder van de grote hopen hooi die voor de hekken lagen uitgespreid. Veel koeien, maar geen Donovan.
Luca slikte even ging op zijn tenen staan.
‘Meneer Donovan?’ zei hij luid, maar niet te luid uit angst dat hij een paar koeien zou laten schrikken. Eén van de Jersey’s loeide, maar verder bleef het stil.
‘Meneer Donovan!’ probeerde Luca weer, harder dit keer. Nu zag hij achterin een hoofd tevoorschijn komen. Hij zag een glad, glimmend gezicht boven de rug van een koe zweven. Op het hoofd stond dezelfde soort pet met ruiten als die de boer droeg, maar dan in een wat minder smerige en rode versie.
‘Dat ben ik,’ zei het hoofd zonder ook maar een centimeter verder boven de koe uit te komen. ‘Wie ben jij?’ Luca trok de deur achter zich dicht en liep naar de man toe.
‘Ik…’ zei hij terwijl hij een vochtige, tastende neus ontweek. ‘Ik moest u zoeken van… meneer Morton, de boer. Hij heeft me aangenomen.’ Hij liep naar de stal toe en keek om te koe heen waarboven het hoofd uitstak. Het zat werkelijk ergens aan vast: achter de koe zat een man op een knie. Hij droeg een spijkerbroek en een rood, geruit bouwvakkerhemd. Hij hield een kalf vast wat nog geen paar weken oud moest zijn. Het was spichtig en donkerder dan de volwassen koeien en deed Luca haast aan een hert denken.
‘Oké, als jij het zegt,’ zei Donovan. Hij liet het kalf los en kwam overeind. Hij zette een paar stappen naar Luca toe, nam zijn pet af en stak zijn vrije hand uit.
‘Donovan,’ zei hij en Luca schudde zijn hand. ‘Zeg maar gewoon Alan.’ De man was zo kaal als een biljartbal en zijn gladde schedel glom in het licht dat door de ramen naar binnen viel.
‘Luca,’ zei Luca. ‘Aangenaam kennis te maken.’ Alan grijnsde scheef, liet Luca’s hand los en keek om om te zien waar het kalf gebleven was.
‘Goed gemanierd,’ zei hij en hij trok het kalf naar zich toe. ‘Je bent niet van hier, zeker? Je hebt een stadsaccent.’ Luca, die nog nooit van zijn leven te horen had gekregen dat hij ook maar enig accent had, keek naar het magere kalf.
‘Een beetje,’ antwoordde hij. ‘Ik ben hier drie jaar geleden heen verhuisd.’ Donovan knikte, sloeg zijn arm om de nek van het kalf en drupte er met zijn andere hand wat melk uit een zuigfles op.
‘Duidelijk te horen. Maar geen zorgen, het komt nog wel.’ Het kalf dronk gulzig uit de tuit van de fles en Alan glimlachte. Luca keek ernaar en liet zijn blik naar de grote koe naast Donovan en het kalfje glijden.
‘Kan hij niet bij zijn moeder drinken?’ vroeg hij. Alan keek op, volgde zijn blik even naar de grote koe en schudde zijn hoofd.
‘Dat is zijn moeder niet. Zijn moeder is dood. We hebben geprobeerd hem bij andere koeien te zetten, maar hij drinkt niet. We moeten het wel zo doen, hij is zo mager, als hij niets binnenkrijgt kan hij binnenkort onder de groene zoden.’ Luca knikte en keek hoe het kalf gulzig aan de fles lurkte. Af en toe zag hij een gladde, roze tong tevoorschijn piepen en druppels melk gleden langs de bruine snoet omlaag.
‘Kun jij even om die deur kijken waar mijn hond uithangt?’ vroeg Alan aan Luca. ‘De dames moeten zo naar buiten en daar kunnen we haar goed bij gebruiken.’ Luca, die aannam dat ‘de dames’ de koeien waren, liep naar de deur waarnaar Alan geknikt had en trok hem open. De deur was zwaar en hij moest een paar keer met zijn volle gewicht trekken om hem open te kunnen schuiven. Aan de schuur zat een paddock vast, en de deur daarvan bevond zich recht tegenover degene waar hij nu stond. Midden in de paddock lag een hond, een Border Collie, zwart wit en met een glanzende vacht. Het beest had een tak tussen zijn voorpoten geklemd en kauwde er uitbundig op. Luca stak zijn hoofd weer naar binnen.
‘Hij is hier,’ zei hij. ‘in de paddock.’ Alan liet het kalf los en kwam overeind.
‘Zij,’ zei hij terwijl hij zijn broek ophees. ‘Het is een zij. Ashley.’ Hij floot op zijn vingers en Luca stapte snel opzij om de hond naar binnen te laten. Ze draafde met gespitste oren langs hem heen, de tong uit de bek, en ging voor Alan op de grond zitten, haar kop opgericht om hem aan te kijken.
‘Ashley is mijn beste maatje.’ zei Alan en hij aaide de hond over haar kop. ‘Ze is drie en een rasechte Border. Zonder haar zouden we nooit alle koeien veilig naar het land krijgen, vooral vroeger niet.’ Hij wenkte en Luca liep naar hem toe. Hij stak zijn hand uit, liet Ashley eraan ruiken en aaide haar onder haar kop.
Re: Luca
Geplaatst: 11 jun 2011 13:00
door Xatham
Weer een fantastisch stukje. Ik kon maar een foutje ontdekken dit keer:
Hij liep naar de stal toe en keek om te koe heen waarboven het hoofd uitstak.
'te' moet 'de' zijn.
Gaaf dat jullie blijven lezen!
Geef me eens één goede reden waarom ik niet zou moeten blijven lezen? Snel verder!

Re: Luca
Geplaatst: 11 jun 2011 17:10
door Jeetje
Haha bedankt! Zal er nog een stukje bijdoen omdat het weekend is
____________________________________________________________________________________
‘Het zijn eigenlijk toch schapenhonden?’ vroeg hij. ‘Hoe heeft ze geleerd koeien te drijven?’ Alan keek haar zijn hond.
‘Hetzelfde als schapen. Ze zijn iets groter en zwaarder, maar ze doet het net zo makkelijk. Ze hoeft alleen te zorgen dat er geen losse exemplaren van de kudde afdwalen onderweg, de dames weten de weg zelf ook wel. Je hebt zelf ook honden, zeker?’
‘Ja. Hoe weet u dat?’
‘Omdat je haar onder haar kop aait. De meeste leken beginnen gelijk bovenop. Wat voor honden heb je?’
‘Een Dobermann en een kruising tussen een husky en een wolfhond.’
‘Een Ierse of een Saarlooswolf?’
‘Saarloos.’
‘Aparte combinatie. Lijkt het meer op een wolf of een husky?’
‘Allebei een beetje. Ze heeft wel echt een huskykop, met blauwe ogen enzo.’ Alan knikte en klopte Ashley op haar kop.
‘Fijne beesten, husky’s. Totaal ongeschikt voor ook maar enig werk op de ranch, maar leuke gezelschapshonden.’ Hij keek even om zich heen en krabde aan zijn arm.
‘Goed, de Jersey’s naar het land. Het gaat als volgt: we zetten de paddock open, dan de deur en de hekken in de stal van achteren naar voren. Wacht tot koe nummer één voorbij de stal van twee is voor je de deur opendoet, twee voorbij drie enzovoorts. Alles rustig aan, geen stampij maken, want als ze in paniek raken willen ze zo snel mogelijk naar buiten en er passen er maar vier tegelijk door die deur. Ashley staat buiten en die zorgt dat ze bij elkaar blijven. Als zij er een mist, maak jezelf groot en jaag de Jersey terug naar te groep. Oké?’ Luca knikte en liep achter Alan aan toen die naar de achterste koe liep. Hij gebaarde dat Luca bij de stal tegenover hem moest gaan staan en Ashley vertrok naar buiten.
‘Oké,’ zei Luca en hij trok aan de schuif van het hek. ‘Maar waar moeten ze naartoe?’ Alan trok tegenover hem de eerste stal open en een beige koe kwam haar stal uit. Ze ging glijdend en slippend de hoek om en liep daarna in een vlotte stap naar de deur.
‘Volg de groep maar,’ zei Alan.
Hoodstuk 3
De rest van de dag vloog voorbij. Ze waren zo druk bezig dat Luca geen enkele keer de tijd had om te kijken hoe laat het was. Ze brachten de koeien naar het land en staken daarna de handen uit mouwen om de stallen uit te mesten. Toen ze klaar waren met de stallen van de koeien aten Alan en hij in een halfuur hun brood op, zittend op een hek, en dat was de enige pauze die hij had. Maar hij vond het niet erg, hij vond het leuk werk en werkte liever hard dan dat hij uren niets te doen had. Ze maakten de kippenschuur schoon, schoren een aantal schapen die weer te dik in hun wol zaten en liepen af en aan met koeien uit de kudde om ze te kunnen melken. Alan was erg geïnteresseerd in Luca’s honden, vroeg hem er veel over, en vertelde ook veel over de zijne. Naast Ashley had hij thuis nog een Duitse herder, maar volgens Alan was dat een moeilijke, eenkennige hond die het liefste niet te ver van huis kwam. Overdag ging hij naar Alans dochter, die hem in haar grote tuin liet lopen en hem ook nog een paar keer per dag uitliet. Als hij ‘s avonds naar huis ging haalde Alan en hem weer op, en als hij ‘s morgens naar de boerderij ging bracht hij hem weer weg. Geen ideale oplossing, maar voorlopig was het even niet anders.
Toen om vijf uur de koeien weer veilig en wel in hun stallen stonden, mocht Luca weer naar huis. Alan bedankte hem en zei dat hij tevreden was over Luca, en dat hij tegen Morton zou zeggen dat hij goed werk verrichtte. Toen Luca over de hobbelige weg weer naar huis reed, realiseerde hij zich dat de boer zich de rest van de dag geen seconde op de boerderij had laten zien.
Tegen de tijd dat hij thuis kwam, was Luca doodop. Hij kostte hem veel moeite zijn moeders vragen over zijn eerste dag te beantwoorden, omdat de klusjes zijn energie vraten en lichamelijk erg zwaar voor hem waren. Zijn vader zei dat hij er na een tijdje aan zou wennen en dat het dan een stuk makkelijker zou gaan. Ondanks het feit dat Luca het werk absoluut niet vervelend vond, hoopte hij dat zijn vader gelijk zou krijgen. Er lag een dof gevoel op zijn hoofd, waardoor hij zijn aandacht nergens meer bij kon houden, en zijn armen voelden zwaar. Onder de douche had hij moeite zijn ogen open te houden en de gedachte aan het feit dat hij de volgende dag opnieuw op zes uur op zou moeten, maakte dat hij het liefste zo snel mogelijk naar bed ging.
Re: Luca
Geplaatst: 11 jun 2011 17:19
door Xatham
Weer een heel leuk stukje.
Klein vraagje. Ik ben misschien dom maar wat is een paddlock?
Aan het verhaal kan ik wel een beetje opmaken wat het is maar precies weet ik het eigenlijk niet en dat terwijl je het woord wel heel vaak gebruikt
Schijf snel verder!

Re: Luca
Geplaatst: 11 jun 2011 20:03
door Requiem
Stuk 1
Een paar keken zijn kant op, met hun oren geïnteresseerd opgericht, terwijl kun kaken traag malende bewegingen maakten.
terwijl hun kaken
Hij droeg een spijkerbroek en een rood, geruit bouwvakkerhemd.
bouwvakkershemd is het volgens mij... laatst nog die regels gehad bij Nederlands, over woorden samenvoegen, maar mijn gevoel zegt dat het bouwvakkershemd is..
Stuk 2
Alan keek haar zijn hond.[/quote]
naar zijn hond
‘Een Dobermann en een kruising tussen een husky en een wolfhond.’
en een wolfshond
Nog steeds leuk verhaal ^^
En @ Xatham; een paddock is een soort bak zeg maar, waar je paarden inrijdt en longeert en zo, maar dan liggen ze wel altijd buiten ;d google maar eens bij afbeeldingen xd, en in paddocks kan je ook andere dieren zoals in dit verhaal koeien proppen x]
Re: Luca
Geplaatst: 12 jun 2011 10:44
door Jeetje
Bedankt voor de reacties en de verbeteringen weer

! Paddock is inderdaad een soort klein buitenplaatje met een hek eromheen en meestal zand erin (of modder

) oid waar beesten in buiten kunnen lopen
___________________________________________________________________________________
De rest van de avond was een waas. Toen hij de volgende ochtend wakker werd, kon hij zich niet eens meer herinneren dat hij onder de douche vandaan gestapt was om in zijn bed te kruipen en hoe dat hem gelukt was. Hij voelde zich iets beter dan gisteravond, maar had nog wel dat doffe gevoel in zijn hoofd en het koude water dat hij uit de kraan in zijn gezicht plensde hielp hem daar niet vanaf.
Toen hij in een soort slaaptoestand aan de tafel zat en een flink ontbijt naar binnen werkte, kwam zijn moeder beneden. Ze had haar badjas aan en ondanks het feit dat ze meestal een stuk later naar bed ging dan hij, zag ze er frisser uit dan de persoon die Luca net had gezien toen hij in de spiegel keek.
‘Goedemorgen, harde werker,’ zei zijn moeder en ze woelde door zijn haar toen ze langs hem liep. ‘Heb je er weer een beetje zin in?’ Luca kauwde op zijn sandwich en streek zijn haar weer glad toen ze met haar rug naar hem toestond.
‘Hm,’ deed hij en hij voelde dat ze even naar hem keek.
‘Niet?’ vroeg ze. Luca slikte zijn hap door en zag haar hoofd in een keukenkastje verdwijnen.
‘Jawel,’ zei hij. ‘Maar ik ben nog een beetje moe.’ Zijn moeder kwam weer tevoorschijn met een filter en een bus koffie en ze klapte het kastje dicht. Ze viste een oude filter uit het koffiezetapparaat en deed er een nieuwe in.
‘Dat komt vanzelf wel,’ zei ze terwijl ze de filter in de vuilnisbak liet vallen. ‘In het begin is het altijd even wennen.’ Luca knikte een beetje. Het koffieapparaat zoemde en borrelde en overstemde zijn gekauw.
‘Ik hoop het,’ mompelde hij met volle mond. ‘Het is wel vermoeiend. Gisteren hebben we de kippenschuur schoongemaakt. Toen we klaar waren zag het er weer helemaal netjes uit, maar hij zegt dat het na een week weer net zo smerig is als ervoor.’
‘Wie is ‘hij?’’
‘Hoe… o, sorry. Donovan, bedoel ik. Hij is bedrijfsleider of iets dergelijks, denk ik. Had ik dat niet verteld?’
‘Nee, je sliep al half toen je gisteren thuis kwam.’
‘Sorry.’
‘Geeft niet. Trouwens, heb je de honden al uitgelaten?’ Luca verslikte zich een slok melk en kneep even geërgerd zijn ogen dicht.
‘O, verd-’
‘Denk om je taal, jongeman.’
‘-shit. Straal vergeten.’ Hij wreef even door zijn ogen en liet zijn melk rondjes draaien in zijn beker.
‘Wat stom van me,’ zei hij. Zijn moeder kwam tegenover hem zitten met een stomende kop koffie en ze duwde haar haar uit haar gezicht voor ze een slok nam.
‘Het geeft niet, ik doe het wel. Je hebt het druk genoeg. Het zit niet in je ritme om ze ’s ochtends uit te laten,’ zei ze. Maar Luca kauwde baldadig op zijn stuk sandwich en schudde zijn hoofd.
‘Daar gaat het niet om. Het gaat erom dat ik het vergeet, dat is niet de bedoeling. Die honden zijn het belangrijkste, en als ik ze nu al vergeet-’
‘Je vergeet ze niet, je moet even aan je nieuwe ritme wennen. Bovendien is het maar goed ook, als ik je nu zou laten gaan kom je waarschijnlijk ergens in Mexico terecht met je slaaphoofd.’ Luca sloeg de laatste paar slokken melk achterover en veegde zijn mond af aan zijn mouw, het servet dat zijn moeder naar hem uitstak negerend.
‘Ik laat ze vanavond uit,’ zei hij terwijl hij zijn stoel naar achteren schoof en opstond. ‘Ook al vergaat de wereld.’ Zijn moeder glimlachte en sloot haar handen om haar kop.
‘Is goed, hoor. Werkze, en rij voorzichtig, hè. En poets je tanden nog even voor je gaat.’
‘Ja, mam. Tot vanavond.’
Luca besloot inderdaad voorzichtig te rijden, zoals zijn moeder gezegd had. Het mocht hem dan sterk lijken dat hij iemand tegenkwam op weg naar de Farm die hij zou kunnen aanrijden, maar als hij in slaap viel en iets anders ramde met de Ford zou zijn vader het hem niet in dank afnemen. Voor alle zekerheid had hij de jazz van zijn vader verwisseld voor rockmuziek en reed langzamer dan gewoonlijk, met een steevast voornemen ontzettend goed op zijn omgeving te letten. De route naar Millroad was echter dodelijk saai in dit tempo, vooral omdat er nog steeds niets te zien was naast dor landschap en uitgestorven wegen, en hij moest moeite doen zijn ogen open te houden. Wel had zijn voorzichtige rijstijl tot resultaat dat hij zonder brokstukken op de boerderij aankwam, maar helaas verkeerde hij tegen die tijd nog in dezelfde toestand als hij toen vanmorgen was opgestaan.
Op de Millroad Farm aangekomen, was zijn roes echter al snel verdwenen. Toen hij Millroad opdraaide en de boerderij in het oog kreeg, overviel een vreemd gevoel hem onmiddellijk. Het was raar, alsof iets een vreemd signaal uitzond naar al zijn ledematen en ze onder een bepaald soort spanning zette. Er was iets mis. Hij kon niet plaatsen waar het vandaan kwam, maar zeker dat het zo was.
Iets alerter door het gevoel trapte hij het gaspedaal behoedzaam verder in en boog zich naar het stuur toe. Met samengeknepen ogen tuurde hij in de verte. Op het terrein van de boerderij zag hij mensen, in een groepje. Dat was op zich al opvallend, want door zijn eigen ervaringen met de boerderij had hij niet het idee dat er vaak meer mensen kwamen dan Donovan en de boer. Toen hij dichterbij kwam kon hij ook een auto onderscheiden die hij niet kende. Het was een lange auto, zwart met witte portieren. Hij hoefde de ster op de deur niet eens te zien om te weten dat de auto van de plaatselijke sheriff was.
Re: Luca
Geplaatst: 12 jun 2011 11:07
door Requiem
Geen fouten, was ondanks dat er weinig gebeurde wel een leuk stukje. Snel meer, want het is nog steeds een geweldig verhaal ^^
Re: Luca
Geplaatst: 12 jun 2011 11:09
door Xatham
Weer een leuk stukje!

Ik heb geen foutjes kunnen ontdekken maar Merle kijkt altijd nog een stukje kritischer

Schrijf snel verder!
Edit: Merle was eerder en ze heeft ook geen fouten gevonden, vergeet wat ik zei

Re: Luca
Geplaatst: 12 jun 2011 18:41
door Jeetje
Dank jullie zeer

! Doe er weer een stukje bij, nu wat meer mysterie (hoop ik)
________________________________________________________________________________
Hoe dichter hij bij het terrein kwam, hoe meer Luca kon onderscheiden. Hij zag inderdaad de sheriff staan, die hij al snel herkende aan zijn hoed. Tegenover hem stond Donovan, samen met een jongere man die dezelfde soort hoed droeg als de sheriff. Morton stond een meter van het groepje af, in een houding die het midden hield tussen mistroostig en hopeloos, en staarde voor zich uit.
Luca draaide de Ford het erf op en reed langs de auto van de sheriff. Het voertuig was glimmend en goed onderhouden, en zag er vreemd uit tussen de verwaarloosde, oude gebouwen en de verroeste Chevrolet op blokken. De horizontale koplampen van de sheriff-Ford leken ook de auto zelf de uitdrukking te geven dat hij zich niet op zijn gemak voelde in deze omgeving, waarin hij zo buiten de boot viel.
Luca parkeerde zijn pick-up op veilige afstand van de kapotte Chevelle. De sheriff en Donovan keken zijn kant op toen hij de handrem met een krakend geluid aantrok, maar Morton bleef voor zich uit staren zonder ook maar enigszins te kennen te geven dat hij Luca aan had horen komen. Luca slikte, trok zijn sleutels uit het contact en duwde de deur open. Hij trok zijn tas van de voorbank en gooide de deur dicht.
‘’Morgen, Luca,’ zei Donovan. ‘Robert, dit is Luca, hij werkt sinds kort bij ons op de boerderij. Luca, sheriff Robert O’Neil.’ Luca gooide zijn tas over zijn schouder, veegde gauw zijn haar uit zijn ogen en schudde de hand van de sheriff.
‘Luca,’ zei Luca en hij keek de sheriff aan. Hij had een gebruind, gladgeschoren gezicht, mannelijk maar ook een beetje star, en zijn ogen waren grijs. Ze deden Luca denken aan koude, bodemloze putten, een gevoel dat niet verdween toen de sheriff naar hem glimlachte.
‘O’Neil,’ zei hij. Hij liet Luca’s hand los, iets waar Luca om de een of andere reden blij mee was. ‘En dat is hulpsheriff Smith.’ Luca keek even achterom naar de andere man met de hoed, die naar een van de schuren gelopen was, en knikte.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg hij vlug en hij richtte zijn blik op Donovan, naar wie hij nu al liever keek dan naar de kille ogen van de sheriff. Alan slaakte een zucht en deed zijn pet af. Hij streek even over zijn hoofd, zette de pet er toen weer op en kriebelde aan zijn kin.
‘We hadden eigenlijk gehoopt dat dit niet meer zou gebeuren,’ zei hij, en hij wierp een blik naar één van de schuren verderop. ‘Vooral niet nu jij hier net een dag werkt.’ Luca keek hem aan en slikte. Hij had geen flauw idee waar Donovan het over had, maar de manier waarop hij het zei en de blik in zijn ogen stelden hem alles behalve gerust.
‘Wat is er dan?’ vroeg hij. Hij keek even naar de schuur waar Donovan net naar gekeken had. Het ding zag er nog net zo vervallen uit als een paar dagen geleden en hij kon er niets vreemds aan ontdekken.
Toen hij zijn blik weer op Donovan richtte, merkte hij dat die hem observerend opnam. Zijn blik stond peinzend, en Luca drong niet aan omdat hij vermoedde dat hij nadacht en hij hem niet uit zijn concentratie wilde halen. Hij liet zijn blik naar de sheriff glijden, en voelde een vreemde golf in zijn maag toen hij merkte dat ook die hem gadesloeg. De koele uitdrukking op zijn gezicht verontrustte Luca echter een stuk meer dan die van Donovan, dus keek hij vlug de andere kant op. Wat zou er aan de hand zijn?
Vanuit zijn ooghoek zag hij dat Donovan kort naar de sheriff keek. Die knikte en Alan wendde zijn blik weer op Luca.
‘Er is iets gebeurd,’ zei hij. ‘Met de kippen.’
Re: Luca
Geplaatst: 12 jun 2011 18:47
door Requiem
Weer geen fouten. xD
Oeh, mysterieus. Weet je, ik denk dat die sheriff ook een of ander slecht monster is stiekem, met die ogen van hem. Lol. xD
Nou ja, snel meer (sorry, ben nogal melig, kan even niet serieus doen x])
Re: Luca
Geplaatst: 12 jun 2011 19:07
door Xatham
Lekker mysterieus inderdaad. Ik ben benieuwd naar het vervolg. Schrijf snel verder!

Re: Luca
Geplaatst: 12 jun 2011 19:36
door Komo
je beschrijvingswijze is prachtig filmisch! Voor mijn smaak soms iets te filmisch, maar dat komt ervan na zoveel literatuur te hebben moeten doorspitten voor school. Je kan het overduidelijk though (:
Re: Luca
Geplaatst: 14 jun 2011 08:52
door Jeetje
Dank jullie wel! Sorry heb haast, even snel een stukje erbij!
___________________
Hij hoefde niet eens te zeggen wat. De manier waarop hij het zei maakte al dat de haartjes op Luca’s onderarmen recht overeind gingen staan. Hij onderdrukte een rilling en slikte weer.
‘Wat dan?’ vroeg hij, een stuk minder zeker dat hij het nog wel wilde weten dan daarnet. Donovan wierp opnieuw een korte blik op de schuur en zei: ‘Dat weten we niet.’ Luca keek even van Alan naar Morton, die nog steeds als een zombie voor zich uitstaarde. Hij had nog geen woord gezegd, zelfs geen geluid gemaakt, en nog geen spier bewogen sinds Luca hem vanuit de Ford had zien staan.
‘Het is eerder gebeurd,’ klonk Donovans stem, en Luca wendde langzaam zijn blik van de boer af. ‘Maar dat is al een hele tijd geleden. Bijna een jaar hebben we geen ellende gehad. Daarvoor wel. Twee jaar lang, met tussenpozen.’ Hij slikte even. ‘Er zat regelmaat in, ook. Iedere negentwintig dagen, soms dertig. Doodeng.’ Hij schudde kort zijn hoofd, alsof hij probeerde iets van zich af te schudden.
‘Sorry jongen, ik wil je niet eng maken. Vervelend dat het net weer begint als jij hier bent komen werken,’ zei hij. Luca probeerde een kloppend geheel te maken van Alans verhaal en tegelijkertijd te bedenken wat hij moest zeggen, maar de sheriff was hem voor.
‘Ja,’ zei O’Neil, en zijn kille ogen prikten in Luca’s huid, zodat hij zich gedwongen voelde zijn blik te beantwoorden. ‘Dat is erg vervelend.’ Hij zei het op een vreemde manier en Luca kon niet precies plaatsen waar die vandaan kwam, maar diep vanbinnen had hij een vermoeden waar hij op doelde. En inderdaad.
‘Waar was jij vannacht tussen elf en twee?’ vroeg de sheriff prompt. Luca hoorde Donovan naast zich een vreemd geluidje maken.
‘Kom op Robert, die jongen heeft er heus niets mee te maken,’ zei Alan, en Luca was hem daar dankbaar voor. Maar de scheriff keek Donovan aan, met dezelfde koude blik.
‘Uiterlijk en leeftijd zegt niets meer, tegenwoordig,’ zei hij en hij keek even naar Luca. ‘Achter iedere onschuldig uitziende jongen met grote blauwe ogen kan een zieke geest verstopt zitten. Met die stedelingen weet je het nooit.’ Luca hees verontwaardigd zijn tas hoger op zijn schouder.
‘Zeg, mag ik misschien nog weten wat het is waarvan ik beschuldigd word?’ vroeg hij, maar het klonk minder scherp dan hij gehoopt had
‘Je wordt nergens van beschuldigd,’ zei Donovan enigszins gepikeerd. ‘De coyotes zijn gewoon in de buurt en door de droogte zijn alle prooidieren weggetrokken. Niets bijzonders, gewoon hongerige wilde beesten.’
‘Geen coyotes,’ klonk plotseling een vierde stem achter hen. Iedereen draaide zich verbaasd om naar Morton, verbaasd te horen dat hij nog kon praten. Het was totaal niet aan de boer te zien dat hij net iets gezegd had, want hij stond nog steeds in dezelfde houding en staarde stoïcijns voor zich uit. Luca zag dat Donovan en de sheriff even een blik wisselden en de sheriff schraapte zijn keel.
‘Wat zei je, Morton?’ vroeg hij en hij duwde zijn hoed even tegen de rand omhoog. Morton keek niet op of om, bewoog geen spier.
‘Geen coyotes,’ zei hij weer. Opnieuw bleef de rest even stil. Donovan keek even van Luca naar de sheriff, en maakte aanstalten iets te zeggen. Luca schrok toen Morton echter plotseling bewoog. Zijn lichaam bleef stil, alleen zijn ogen schoten opzij, en troffen Luca recht in zijn ogen.
‘Monsters,’ zei hij. Zijn stem was rauw en zacht, maar toch kon Luca hem goed verstaan. ‘Honden, uit de hel.’ Ondanks het feit dat die uitspraak Luca’s idee over de geestengesteldheid van Morton er niet beter op maakte, voelde hij zich toch even onbehaaglijk. Het was hem inmiddels al vrij duidelijk dat de boer niet de meest normale persoon uit de omgeving was, maar toch bleef het in zijn achterhoofd steken dat hij met een volwassen man te maken had en niet met een kleuter van vier die van alle kleine dingetjes een groot sprookjesachtig mysterie maakte.
‘Misschien is het geen goed idee je nieuwe werknemer al in zijn proeftijd met spookverhalen de tent uit te jagen, Morton,’ zei O’Neil naast Luca. Morton bleef Luca nog even aankijken, zonder te knipperen. Toen wendde hij zijn blik af en keek naar O’Neil. Zijn gezicht vertrok en een vreemde uitdrukking verwrong zijn gezicht, een soort afschuw die diepe groeven in zijn vuile gezicht trok.
‘’Spookverhalen’,’ zei hij, met een felheid en walging in zijn stem die een overmaat aan consumptie veroorzaakten. ‘De enige die jij voor de gek houdt, ben je zelf.’ Hij keek de sheriff nog even met een vies gezicht aan. Toen draaide hij zich zonder nog iets te zeggen om en liep weg, richting het woonhuis. Hij sleepte met zijn voeten en schudde zijn hoofd, en Luca meende hem spottend ‘Coyotes.’ te kunnen horen mompelen. Hij slikte en wendde zijn blik af, en keek even naar zijn voeten. Na een tijdje zocht hij voorzichtig het gezicht van de sheriff en zag dat die Morton peinzend gadesloeg. Donovan hees naast hem met veel uiterlijk vertoon zijn broek op en maakte een snuivend geluid.
‘Nou, dat was even ongemakkelijk,’ zei hij, en hij glimlachte naar Luca. ‘Sorry dat je dat moest zien, jongen. Soms denk ik wel eens dat oude Mort ze niet helemaal weer op een rijtje heeft.’ Luca besloot niet te zeggen dat hij wel zeker wist dat Morton ze helemaal niet meer op een rijtje had en hij knikte.
‘Geeft niet,’ zei hij. ‘Maar, mag ik vragen wat er dan allemaal aan de hand is?’ Hij probeerde zich niet te ergeren aan de zoveelste geheimzinnige blik die Donovan en de sheriff wisselden en bleef rustig staan zoals hij stond.
‘Misschien kun je dat het beste voor jezelf uitmaken,’ zei Donovan. ‘Wij weten ook niet zo goed wat we er van moeten denken. Kom maar mee.’ Zonder Luca te wenken draaide hij zich om. Hij liep naar de schuur, opnieuw zijn broek ophijsend. Luca keek even naar de sheriff, die op zijn plek bleef staan, maar wilde niet op diens toestemming wachten en liep dus gauw achter Donovan aan. Hij pakte zijn rugtas stevig beet en stapte door het hoge, dorre gras naar de kippenschuur. Donovan liep snel en Luca had moeite hem in te halen. Hij had het idee dat hij het bezoek aan de schuur graag zo snel mogelijk achter de rug wilde hebben.
Re: Luca
Geplaatst: 14 jun 2011 09:22
door Xatham
En toch heeft Morton gelijk! Dat denk ik tenminste
‘Sorry jongen, ik wil je niet eng maken.
Ik weet niet precies waneer je het woord 'eng' kunt gebruiken, maar ik denk dat in deze situatie 'bang' misschien beter staat. Ik weet niet hoor, want 'eng' heeft meer betekenissen dan waarvoor ik het gebruik.
Verder was het weer een leuk stukje. Schrijf snel verder!

Re: Luca
Geplaatst: 15 jun 2011 19:07
door Jeetje
Thanks Xatham! Kom om in de drukte maar zal nog snel een stukje posten
____________________
Luca versnelde zijn pas en ging op een drafje achter Donovan aan. Tegen de tijd dat hij hem inhaalde, was hij al voor de deur van de schuur blijven staan. De hulpsheriff kwam net naar buiten, en ook zijn gezicht stond alles behalve geruststellend.
‘Hoe zijn ze, Larry?’ vroeg Donovan. De hulpsheriff slaakte een diepe zucht. Hij trok de deur van de schuur achter zich dicht en nam even zijn hoed af.
‘Niet best, Alan. Niet best,’ zuchtte hij. Luca, die het nu wel erg lang vond duren en geen zin had ook nog een gesprek met de hulpsheriff te moeten aanhoren, liep langs Donovan heen naar de deur. Het eerste wat hem opviel, nog voordat hij de deur open gedaan had, was dat hij geen geluid uit de schuur hoorde komen. Als hij het zich goed herinnerde, hadden de kippen een dag tevoren een gekakel van jewelste voortgebracht. Nu hoorde hij echter niets, niet eens een eenzame kukeleku van de haan. De stilte gaf hem een raar, onprettig gevoel, wat zich nestelde in zijn maag en in een korte vlaag doortrok naar zijn knieën.
Luca slikte en stak zijn hand uit naar de deur. Hij wilde zich ergens op voorbereiden, maar hij faalde faliekant omdat hij geen idee had waarop hij zich zou moeten voorbereiden. Hij legde zijn hand op de hendel, ademde even diep in en duwde toen de deur open.
Het gekke was dat hij eerst helemaal niets zag. Het stuk van de schuur dat hij nu door de kier kon zien, was leeg. Hij zag een betonnen vloer met enkele veren en geen enkele kip, terwijl hij had kunnen zweren dat ook dit stuk eerder van de kippen had gewemeld. Langzaam duwde hij de deur verder open. Hij zag iets verschijnen in zijn gezichtsveld. Donkerrode spetters op de vloer. Een koud gevoel trok van het puntje van zijn tenen naar zijn vingertoppen. De dichtheid en oppervlakte van de spetters werd groter, steeds groter.
Luca bleef staan. Hij gaf de deur een duw zonder een stap verder te zetten, en met piepende scharnieren zwaaide hij langzaam verder open. Luca voelde zich misselijk worden. Daar, tegen de witte zijmuur en op te betonnen vloer, zag hij bloed. Hij wist het zeker. Veel bloed. De zijmuur was een luguber kunstwerk van bloedspatten, die bij de grond bijna een geheel vormden en verder richting het plafond meer losse druppels werden. En op de vloer lagen kippen, dode kippen. De kleuren van de veren waren onherkenbaar, gekleurd door het bloed. Hij zag doorgebeten kelen, opengehaalde buiken, losse ingewanden. Opnieuw voelde hij een vlaag van misselijkheid en hij probeerde diep adem te halen, maar een onprettige lucht drong zijn neus binnen, koperachtig, die hem op zijn zenuwen werkte. Vol afschuw liet hij zijn blik verder door het vertrek glijden. Al gauw zag hij waarom hij geen levende kip aan de met bloed bespatte kant van de schuur had gezien: ze zaten allemaal op een kluitje zo ver mogelijk van die muur vandaan, krampachtig in de andere hoek geperst. Ze stonden dicht tegen elkaar aan, zonder ook maar enig geluid te maken. Hij zag af een toe een hen haar spichtige kop boven het pak kippen uitsteken en schokkerig om zich heen kijken, om vervolgens gauw haar hoofd weer tussen het gewoel te verbergen. Het waren er niet veel, zeker een derde minder dan het aantal dat hij gisteren nog rustig had zien rondscharrelen.
Luca keek nog even naar het felle rood op de witte muur en draaide zich om. Hij ontmoette onmiddellijk Donovans blik, die met zijn armen over elkaar naar hem keek, en hij wist zeker dat hij hem een paar minuten lang had gadegeslagen. Luca deed zijn mond open, maar had geen idee wat te zeggen en schudde ontstelt zijn hoofd.
‘Ik…’ begon hij, maar zijn keel was droog en de lucht van dood en bloed hing nog in zijn neus. Donovan knikte, met een donkere uitdrukking op zijn gezicht.
‘Ik weet het,’ zei hij. ‘Barbaars, dat is het.’ Luca zocht nog steeds naar woorden, maar het leek alsof hij geen zinnen meer in zijn hoofd kon vormen. Hij zag dat de sheriff aan kwam lopen en Luca voelde zich enigszins kwaad worden, omdat de sheriff ook maar durfde te denken dat hij tot zoiets in staat was.
‘Zeg, dat heb ik echt niet gedaan, hoor,’ zei hij geschrokken toen O’Neil naast Donovan ging staan. De sheriff knikte en verschoof zijn hoed.
‘Ja,’ zei hij. ‘Dat zeggen ze allemaal.’ Luca fronste zijn wenkbrauwen boos, maar Donovan was hem voor.
‘Robert, laat die jongen met rust,’ zei hij, en Luca voelde dat Alan zijn hand op zijn schouder legde om hem op zijn plaats te houden. ‘Die jongen werkt hier net een dag. We hebben al vaker met deze ellende te kampen gehad, weet je nog? Toen lag die knul nog praktisch in de wieg.’ De sheriff haalde zijn schouders op
‘Misschien,’ zei hij alleen maar. Luca slikte. De warme, naar dood gras geurende buitenlucht leek die uit de schuur niet te kunnen verdrijven.
Donovan schraapte zijn keel.
‘Goed,’ zei hij na een korte stilte. ‘Als Larry klaar is met zijn ronde, willen Luca en ik graag aan de slag hier. Er moet nog het een en ander gebeuren, laten we maar zeggen.’ Luca wist wat hij bedoelde en vrijwel onmiddellijk voelde hij een sterke tegenzin in zich opkomen om opnieuw de schuur in te moeten. Hij wist echter dat er niets anders op zat en toen O’Neil knikte, voelde hij dat Donovan zijn schouder losliet.
‘Prima,’ zei de sheriff, al klonk het niet echt gemeend. ‘We houden je wel op de hoogte.’ Donovan bromde iets bevestigends. Sheriff O’Neil tikte tegen zijn hoed als groet, en Luca wist niet of het door dat gebaar zelf of door het feit dat de sheriff het niet naar hem deed kwam dat hij zich eraan ergerde. Hij keek O’Neil na terwijl hij zich omdraaide, de hulpsheriff riep alsof hij het tegen een hond had en zonder iets of iemand nog een blik waardig te keuren naar zijn auto liep. Luca zag dat hij even naar de F100 keek voor hij zijn eigen auto inging en de deur met een klap achter zich dicht trok. De hulpsheriff volgde al snel en het geluid van een startende motor klonk over het erf.
‘Nou,’ zei Donovan toen de auto wegreed en een spoor van rode stofwolken achter liet in de lucht. ‘-die zijn in ieder geval even weg.’ Hij schudde even met zijn schouders, ongemakkelijk.
‘Ik weet niet wat het is, maar ik krijg altijd de kriebels van die gasten. Vooral van die O’Neil. Ik weet niet hoe hij zo geworden is, maar ik zou moe van mezelf worden als ik was zoals hij.’ Hij keek even naar het zand, dat langzaam weer naar de grond dwarrelde. Toen duwde hij zijn pet recht en hees zijn broek op.
‘Goed,’ zei hij. ‘Laten we maar beginnen. Des te eerder hebben we het gehad.’ Luca knikte. Hij vermoedde dat de tegenzin van zijn gezicht af te lezen was.
Re: Luca
Geplaatst: 15 jun 2011 20:12
door Xatham
Prachtig stukje. Ik heb geen enkele fout kunnen ontdekken.
Als je het te druk hebt met andere dingen hoef je niet per se te posten hoor, ik heb een behoorlijke berg geduld.
Ben benieuwd naar het vervolg

Re: Luca
Geplaatst: 28 aug 2011 12:57
door Jeetje
Het werkje in de schuur was nog erger dan Luca gevreesd had. Alan haalde grote emmers met water met drijvend sop op de oppervlakte, dat zowel schoon als chemisch rook. Hij pakte borstels en bezems met harde, stijve haren en trok een lange slang door van een kraantje bij het huis naar de schuur. Eerst moesten ze de kippen vangen, omdat Alan de hele schuur wilde uitspuiten en de kippen daarbij teveel in de weg zouden lopen. Ook al was er nog maar tweederde van de kippen over, het viel aardig tegen ze allemaal te moeten vangen. Luca rende een halfuur achter de luid kakelende haan en zijn hennen aan en duwde de kippen die hij te pakken kreeg in hokken waarin normaal katten en honden vervoerd werden.
‘Niet goed voor de stress, maar beter dat dan dat ze naar buiten glippen en ergens onder een truck terecht komen,’ had Alan gezegd terwijl hij een hen bij haar poten pakte en iin een kooi manoeuvreerde. Het halfuur werd drie kwartier, de drie kwartieren werden een uur, en uiteindelijk zaten alle kippen met een hoop lawaai in hun tijdelijke opvanghuizen. Alan en Luca droegen ze naar buiten en zetten ze in de schaduw van de schuur, met het zweet op hun voorhoofd en plakkende T-shirts.
‘Schroom niet je shirt uit te doen, jong,’ zei Alan wat later toen ze de emmers naar binnen hadden gedragen en hij zijn overhemd ergens over een hek mikte. ‘Met dit weer is alles geoorloofd.’ Hij pakte de gele slang op, die hij van het huis naar de schuur had gelegd, en draaide hem open. Even controleerde hij de stand van de spuitmond, nam toen een paar slokken van het water en gooide er wat van in zijn gezicht en zijn nek.
‘Met dit soort onmenselijke temperaturen zou je eigenlijk alleen de hele dag een siësta moeten houden,’ zei hij. ‘Net als die verdomde buitenlanders in de stad.’ Hij hees zijn broek op en wisselde de stand op de tuinslang.
‘Goed,’ zei hij. ‘Daar gaan we dan maar.’ Hij richtte de slang op de grillige, rode vlekken op de muur en liet de straal er tegenaan kletteren.
‘We doen het eerst een keer met de slang,’ riep hij boven het geluid van water uit naar Luca. ‘Dan schrobben we het met de borstels en het sop en dan doen we het nog een keer met de slang.’ Luca keek naar de muur en zag dat er niet veel van de rode spetters door het water verdwenen.
‘En als dat niet helpt?’ vroeg hij. Donovan draaide de spuitmond verder open, zodat het water harder tegen de muur sloeg.
‘Dan verven we eroverheen,’ zei hij. ‘Morgen. Maar laten we hopen dat het niet nodig is.’
Zoals Luca al vermoed had loste het water uit de slang niet veel van het probleem op, maar de borstels met sop deden dat wel. De hele dag zaten Luca en Alan zij aan zij op de grond, temidden van bergen sop en plassen water. Luca kreeg al gauw last van zijn knieën, die niet gewend waren aan deze houding op de harde, betonnen vloer waarop hij al een paar uur zat, maar het ergste vond hij wat zich onder zijn handen afspeelde. Zo dichtbij de rode vlekken had de lucht hem misselijk gemaakt en hij had moeten kokhalzen, en Donovan zei hem met een kalme stem rustig adem te halen en niet door zijn neus te ademen. Het sop en de borstels, en daarbij tot Luca’s spijt ook zijn handen, waren na een tijd roze geworden door het mengsel van bloed en wit zeepsop en hij probeerde telkens naar een plek net naast zijn handen te kijken. Iedere keer als zijn blik per ongeluk viel op de grote plukken roze schuim voor hem, voelde hij zijn maag weer protesteren.
Toen ze de vloer en de muur en dus de schade daarop niet meer konden zien door de bergen van roze sop, had Alan de slang weer tevoorschijn gehaald. Hij had zijn armen en handen en die van Luca afgespoten, maar alleen water gebruikt en daarmee de koperachtige lucht niet weg kunnen spoelen. Gelukkig was de schuur wel flink opgeknapt; niet alleen was het bloed voor het grootste deel onzichtbaar geworden, ook waren de muren witter nu ze ontdaan waren van het stof en vuil dat er voor de poetsbeurt aan gekleefd had.
‘Nou, het ziet er in ieder geval beter uit dan vanmorgen,’ zei Donovan toen ze aan het eind van de middag samen op een hek naar de schuur zaten te kijken. Luca nam een grote slok van zijn blikje cola en knikte. De cola was warm geworden en koelde hem niet af. Hij kreeg het alleen maar warmer. De zon was gedurende de dag fel geworden en brandde nu op zijn rug.
‘Je hebt het goed gedaan vandaag, jong,’ zei Donovan naast hem. ‘Veel waren al snel teruggekrabbeld als ze die schuur gezien hadden.’ Hij was even stil en nam een slok uit zijn flesje bier. Met de rug van zijn hand veegde hij langs zijn mond.
‘Laat je niet teveel op stang jagen door Morton,’ zei hij toen. ‘Morton ziet al gauw overal demonen en onaards leven. Een aantal jaren geleden vloog er ‘s avonds een keer een helikopter over. Meestal komen die hier niet, zie je… Morton hield bij hoog en laag vol dat hij een verdomde UFO had gezien. Tot op de dag van vandaag, trouwens.’ Hij lachte en Luca glimlachte mee. Het was niet oprecht, want hij kon zijn gedachten niet van alle vreemde dingen die hij had gezien en gehoord afzetten. Niet alleen de kippenschuur en de verhalen van Don en zijn vader, maar ook de kapotte Chevelle op het erf. De glimlach verdween dan ook al gauw van zijn gezicht toen hij daar weer aan dacht. Donovan lachte nog steeds, maar was prompt stil toen hij Luca’s gezicht zag en vroeg: ‘Wat is er, jongen? Ik heb je toch niet laten schrikken hè? Geloof je in UFO’s en al die ellende?’ Luca schudde zijn hoofd.
‘Nee,’ zei hij. ‘… maar…’ Even twijfelde of hij het zou vragen. Hij wist niet of dat was omdat hij bang was voor het antwoord of omdat Donovan het misschien een stomme vraag zou vinden. Waarschijnlijk een combinatie van beiden.
Toen slaakte een zucht. Hij keek naar Alan, aarzelde even en zei toen: ‘Ik vroeg me gewoon af…Wat is er met de auto gebeurd?’
Alan verstijfde. Hij had zijn blikje bier naar zijn lippen gebracht, maar zijn hand bleef stilhangen in de lucht. Hij staarde voor zich uit, zonder te bewegen, en even hoorde Luca alleen het geruis van dor gras en de tjilpende krekels. Toen liet Donovan zijn bier weer zakken en keek nietszienend in de verte.
Re: Luca
Geplaatst: 11 jan 2012 21:29
door Jeetje
‘De…’ begon hij, en hij maakte een korte, schokkerige beweging met het blikje. ‘De auto? Welke auto?’
Luca gebaarde achter zich.
‘De Chevelle,’ zei hij. ‘Op het erf.’ Donovan keek nog even voor zich uit. Toen knipperde hij zijn ogen en toverde een halve grijs tevoorschijn.
‘O, dat oude brik zonder wielen? Die is gewoon verroest,’ zei hij met gemaakte nonchalance in zijn stem. Luca hoorde dat hij niet de enige was die die verklaring niet afdoende vond; hij zag aan Donovans gezicht dat het ook voor hem een excuus was, een mogelijkheid.
Alan bracht zijn bier weer naar zijn lippen. Halverwege hield hij even stil, maar toen vervolgde zijn hand zijn weg. Zwijgend dronk hij de laatste slokken op. Daarna slaakte hij een lichte zucht en liet het blikje even tussen zijn vingers heen en weer draaien.
‘Gewoon verroest,’ mompelde hij nog een keer, in gedachten verzonken naar het blikje in zijn handen kijkend. Luca voelde zich ongemakkelijk onder de situatie, onder Donovans antwoord. Alan leek hem zo normaal, maar nu deed hij hem een beetje denken aan Morton en dat stelde hem niet echt op zijn gemak.
‘En die krassen dan? Die strepen?’ vroeg hij. ‘Dat is niet zomaar roest. Dat is een patroon.’ Donovan liet zijn ogen naar Luca glijden. Hij bleef het blikje tussen zijn handen heen en weer draaien, Luca hoorde het en hij werd er zenuwachtig van.
‘Coyotes,’ zei Donovan toen. Het gras ruiste in de wind en even had Luca het idee dat hij in de maling genomen werd, maar Alans gezicht stond serieus.
‘Coyotes?’ vroeg hij, niet zeker of Donovan met hem dolde of niet. ‘Op het erf? Bij een auto?’ Donovan bleef hem aankijken, met diezelfde peinzende, nadenkende blik in zijn ogen als toen hij Luca vanmorgen had gadegeslagen in de schuur. Toen grijnsde hij weer, als een boer met kiespijn. Hij kneep het blikje fijn en het kraakte. Het geluid klonk raar door de stille natuur.
‘Ja jong, coyotes,’ zei hij. ‘Daar hou ik het bij.’ Luca keek hem verward aan.
‘Hoe…’ begon hij, maar Alan kwam overeind van het hek. Hij bukte zich en tilde een van de emmers op bij het hengsel. Hij pakte zijn pet van een paal naast hem en keek Luca aan met een blik die hij niet thuis kon brengen.
‘Omdat ik bang ben dat ik anders niet langer kan doen of Mortons ideeën alleen maar waanideeën van een oude kluizenaar zijn,’ zei hij. Hij bleef staan, Luca zag een tweestrijd in zijn gezicht. Het leek of hij nog iets wilde zeggen, ergens mee worstelde, maar uiteindelijk leek hij zich te bedenken. Hij zette de pet op zijn hoofd en pakte ook de andere emmer op.
‘Coyotes,’ zei hij weer. ‘Meer kan ik er niet van maken.’ Hij draaide zich om en liep met de emmers in zijn handen weg, richting het erf. Luca bleef achter op het hek en staarde hem na, totaal van zijn stuk gebracht.
Re: Luca
Geplaatst: 12 jan 2012 23:47
door Jeetje
Luca was die avond later thuis dan de dag ervoor. Zijn ouders hadden al gegeten, maar een groot bord voor hem laten staan dat hij op kon warmen in de magnetron. Hij at, maar zijn gedachten waren telkens bij de kippen en de schuur en om de een of andere reden had hij moeite zijn hele bord weg te krijgen. Zijn moeder vroeg hoe zijn dag geweest was, maar hij vertelde haar en zijn vader niets over de slachtpartij op de ranch. Waarom wist hij niet, maar hij kon het gewoon niet opbrengen.
Toen de maaltijd, die als een steen op zijn maag lag, een beetje was weggezakt, vertrok Luca met honden en al naar Don. Al dan niet met zijn ouders, hij wilde wel met iemand praten over het gedoe met de kippen, en Don was de eerste persoon aan wie hij gedacht had. Hij legde de gebruikelijke weg af naar het houten huis van Dons ouders, maar voor het eerst sinds tijden hield hij zijn honden onderweg aan de lijn. Dit tot groot ongenoegen van beiden. In tegenstelling tot Toby bleef Jesse nog braaf naast hem lopen, maar ze hief wel af en toe haar kop op en dan keek ze keek met haar lichtblauwe ogen afwachtend en haast beschuldigend aan.
‘Sorry Jes,’ mompelde Luca toen de hond hem voor de zoveelste keer met haar doordingende blik aankeek en daarna een verlangende blik op het pad dat zich voor hen uitstrekte wierp. ‘Als je die kippen vanmorgen had gezien, zou je niet zo zeuren. Straks verlies ik jullie uit het oog en vind ik jullie ook ergens in stukjes terug.’ Hij trok aan de riem in een poging Toby bij zich te houden, maar de doberman zette onmiddellijk weer koers naar voren. Luca werd in een soort platvoetenpas achter hem aangesleept en hij had niet het idee dat zijn tegenhangen veel resultaat had of indruk op de hond maakte.
Een paar minuten voor hij bij Dons huis aankwam, had hij aardig pijn in zijn vingers gekregen en besloten Toby los te laten voor hij zijn arm uit de kom zou trekken. Jesse was nu echter diep beledigd omdat haar maatje niet meer aan de riem hoefde en zij wel en nu was zij degene die Luca naar ieder willekeurig aantrekkelijk luchtje en grassprietje meesleepte. Toby rende en sprong als een haas om hen heen en Luca moest hem constant terug groepen om hem niet uit het oog te verliezen. Hij was dan ook dolblij toen ze na een vermoeiende tocht met veel hindernissen bij Don aankwamen. Hij floot Toby naar zich toe, vroeg hem te gaan zitten en klikte die riem weer vast. Met de twee honden in zijn kielsog liep hij de trap naar Dons veranda op en klopte op de deur.
‘Ga eens zitten,’ zei hij tegen Toby toen die rondjes om hem en Jesse heen bleef lopen en hen zo insnoerde met zijn riem. Toby keek kort naar hem, met zijn tong uit zijn bek, en ging toen bovenop zijn voet zitten. Luca zuchtte en draaide de riem weer van zijn benen af, terwijl de lange, harde staart van Toby tegen zijn schenen tikte. Hij keek op toen de deur openging.
‘’Avond,’ zei Don, en hij keek hem aan. ‘Zo, wat zie jij eruit.’ Toby en Jesse schoten allebei tegelijk naar voren toen Chester zijn kop langs Dons benen heen wrong en Luca werd een halve meter mee naar voren getrokken.
‘Bedankt,’ zei hij. ‘Ga jij maar eens proberen met zo’n hyperactief monster te lopen na een dag werken.’ Don lachte aaide Toby over zijn kop.
‘Nee bedankt, ik heb er zelf al één en dat is al meer dan genoeg. Waarom heb je ze aangelijnd?’ Luca trok Toby naar zich toe toen die met een sprong die hij alleen kende van jonge kittens probeerde bovenop Chester te springen.
‘Vertel ik je zo,’ zei hij. Don knikte en duwde Chester weer naar binnen.
‘Oké. Ik pak even een trui en een riem, ik kom er zo aan.’
Een paar minuten later liep Luca met Don aan zijn zijde in de afkoelende avondlucht. Het was heerlijk buiten, de zon daalde in het oosten en de droge lucht vertelde dat het nog lang zou duren voor er weer enige vorm van neerslag zou vallen. De honden liepen los, afgezien van Jesse: zij was eigenwijzer en niet zo gehoorzaam als Toby en Luca had haar voor de zekerheid aan de lijn gehouden. Na een paar minuten trekken leek ze zich bij haar lot te hebben neergelegd en zocht nu als een goudzoeker de weg af, van links naar rechts, waarbij Luca en Don iedere keer goed op moesten passen niet over haar of de lijn te struikelen.
Luca had Don inmiddels verteld over de kippen, de sheriff en Morton met zijn monsters. Dons vader, ex-sheriff, kende sheriff Baker en Don had Luca om te beginnen gerustgesteld door hem te vertellen dat er ongeveer niemand was die hem mocht. Ook Bakers eigen hulpsheriff Smith behoorde tot de gelukkigen.
‘Toch vind ik het echt onbeschoft dat hij jou ervan beschuldigt,’ zei Don tegen Luca. ‘Ik vraag me af of hij dat wel zomaar mag zeggen.’
‘Vast wel. Hij lijkt me niet het type dat iets zou doen wat niet mag.”
‘Dan nog, alsof jij zoiets zou doen. Alsof sowieso iemand die op een boerderij werkt zoiets zou doen. Waarom zou je op een ranch gaan solliciteren als je een hekel aan dieren hebt? Nee, dat moet één of andere sadist zijn zonder sociaal leven die gefrustreerd is omdat hij geen vriendinnetje kan krijgen en geen vrienden heeft.’ Luca draaide zijn hoofd en keek hem aan.
‘Iemand? Denk jij dat het een iemand is?’ vroeg hij. Don stapte over de riem van Jesse heen toe ze hem indraaide en haalde zijn schouders op.
‘Waarschijnlijk wel,’ zei hij. ‘Coyotes moeten wel heel wanhopig zijn als ze zich in de een omgeving met mensen willen wagen. Morton zou ik niet zo op zijn woord geloven.’
‘Dat doe ik ook niet. Maar Morton woont daar. Als er iemand op zijn erf komt moet hij dat toch wel merken? De eerste keer dat ik me daar waagde spietste hij me zowat aan een riek.’
‘Ja, maar dat bedoel ik, die man is labiel. Iedereen kent hem en niemand neemt hem serieus. Dat zou jij ook niet doen als je hem beter kende.’ Luca trok een geërgerd gezicht en trok Jesse naar zich toe toen ze Don bijna tackelde.
‘Daar hoef ik hem niet beter voor te kennen, ik snap zo ook wel dat hij ze niet helemaal op een rijtje heeft,’ snauwde hij. Don hief ontwapend zijn handen op, de palmen naar boven.
‘Rustig, ik bedoel het niet lullig,’ zei hij. Luca zuchtte. Hij keek naar de ondergaande zon en streek met een hand door zijn haar.
‘Sorry, ik weet het. Maar het is gewoon vervelend, snap je. Vervelend voor die beesten en extra vervelend dat die Baker denkt dat ik er iets mee te maken heb.’
‘Hij kan je niets maken. Je hebt toch niets gedaan?’
‘Nee, dat is het ook niet. Maar gewoon het idee dat hij zo denkt.’
‘Joh, trek je niets aan van die vent. Het gebeurt vast niet nog een keer en als het wel gebeurt, kom ik je eens haarfijn een alibi verschaffen.’