A College Dream
Geplaatst: 19 aug 2010 14:58
Hierbij wil ik dan het verhaal van DarkSideXx en mij posten. even een inleiding: Ik schrijf Axel in de ik-persoon, DarkSideXx schrijft Roxanne in de ik-persoon. het zijn 2 studenten die bij elkaar in een appartement wonen.
Hoofdstuk 1: A New Day
Axel:
De kou kwam als een golf mijn kamer binnen en ik trok mijn dekbed nog een stukje op. Ik hoorde de regen op het veels te kleine balkon kletteren. Het einde van een mooie zomer, dacht ik bij mezelf. Ik staarde naar het plafon en herkende de lamp weer. Net terug van vakantie met mijn broer, lekker een weekje in Zuid-Spanje. We hebben uren lang op het strand gelegen en gepraat over hoe het leven ons verging. Ik studeerde en had een krap leven qua geld betreft. Mijn broer daarintegen was al gelukkig getrouwd. Of het gelukkig was in de zin dat hij blij was met het huwelijk of dat hij blij was dat hij getrouwd was bleef voor mij onduidelijk. Mijn moeder vondt dat je maar zo snel mogelijk moest trouwen, kinderen krijgen en hard werken. Een leven opbouwen, zoals ze dat noemde. In mijn examenjaar van de HAVO overleed ze plotseling aan een hartstilstand, niemand zag het aankomen. Ik zag mijn kans en wilde studeren. Mijn moeder en ik konden het niet zo goed vinden. Wij hadden overduidelijk andere plannen over de toekomst. “Het is verdomme mijn leven!” had ik haar wel eens toegeschreeuwt terwijl ik boos de trap op liep. Ik was nooit lang boos maar bleef altijd maar op mijn kamer te zitten in de hoop dat ze dachten dat ik wel boos was. Ik wist dat het niet werkte, maar een mens blijft hopen. Tenminste, ik deed dat wel. Voor mijn gevoel was het uren dat ik nep boos op mijn bed zat maar als ik dan weer op de klok keek was die maar vijf minuten verder gekropen. Mijn pa kwam dan altijd mijn kamer binnen en vertelde mij rustig dat ik niet zo moest doen, want dat had allemaal geen zin. Mijn vader is mijn alles, bedacht ik en glimlachte. Ik draaide een kwartslag en keek nu recht in mijn boekenkast. De bovenste plank stond vol met dvd’s van CSI, NCIS, Bones en natuurlijk Wire in the Blood. Er zijn maar weinig mensen die de serie kennen maar ik, was toch overduidelijk een fan. Een plank daaronder, mijn studieboeken. Weinig interessants, bedacht ik me en probeerde weer in slaap te vallen. Schaapjes tellen werkte nooit bij mij. Ik begon hoopvol maar er was altijd een schaapje die niet kwam. Ik lag ongemakkelijk en draaide een paar keer voordat ik weer in slaap viel.
“RRRRRRRR” klonk er door mijn kamer. Mijn arm vloog door de lucht en raakte iets op mijn nachtkastje. Raak, dacht ik bij mezelf en hoorde iets op de grond vallen. Helaas, de wekker ging door. Op de tast zocht ik het nachtkastje af en vond mijn wekker. Ik drukte op het knopje en de rust in kamer Axel was wedergekeerd. Langzaam kwam ik tot leven en gooide het dekbed van me af. Oeh, dat is koud, dacht ik en greep weer naar het dekbed. Ik zat inmiddels rechtop in bed met het dekbed om me heen gewikkeld. Het licht in de gang floepte aan. Dat was Rox, mijn huisgenoot en tevens beste vriendin. Ik ken haar nu een jaar, allebij tweedejaars studenten. Ik gooide mijn benen uit bed en stond meteen in iets nats. “Verdomme, het heeft naar binnen geregent” mompelde ik en iets achterin mijn hoofd vond dat dat helemaal niet kon, maar het was te vroeg om daar naar de luisteren. Ik zocht de muur af naar een lichtknopje en vond die uiteindelijk. Ik knipte het licht aan en keek naar de grond. “Nee, het heeft niet naar binnen geregent” mompelde ik en raapte de fles water van de grond. Droogt wel weer op. Ik stond op en liep richting de deur. Ik moest drie keer aan de kruk trekken voordat de deur zich eindelijk overgaf. “De deur klemt” gooide ik de gang in. “Ik hoorde het ja” kwam er uit de badkamer. “Goedemorgen Rox” zei ik terwijl ik richting de kamer liep. “Morgen, Ax” kreeg ik terug. “Kan ik zo douche?” vroeg ik terwijl ik in mijn boxer op de bank neer plofte. “Ik wilde net gaan” en hoorde de badkamer deur op slot gaan. Ik zette de kleine beeldbuis tv aan. “Negenentwintig doden bij bomaanslag Ba...” ik zette hem meteen weer uit. Al dat geweld tegenwoordig. Ik stond op en liep naar de keuken. Haalde 2 pannentjes uit het kastje en zette ze op het vuur. Deed een klontje boter in de pannentjes en brak er een eitje in. Ondertussen pakte ik wat brood voor mezelf en wat Cola Light uit de koelkast. Een paar minuten later zat ik aan tafel een broodje ei te eten. Roxie kwam weer binnen lopen. “Ik heb een eitje voor je gebakken, staat nog op het fornuis.” Begon ik trots. De reactie was enthausiast: “Oh, lekker! Je bent een schat, maar dat wist je al he?” Ik knikte.
Met een handdoek om mijn middel kwam ik de badkamer weer uit en liep de kamer in. Op de tafel lag een briefje: Hey, ik ben al naar school. Zou jij op de terugweg even wat eten voor vanavond willen kopen? Roxxx. Natuurlijk ging ik eten halen! Ik liep mijn kamer in haalde een licht blauwe kapotte spijkerbroek uit de kast en een zwart overhemd. Ik liep naar de badkamer en begon met wax mijn haar ruig alle kanten op te zetten. Daarna met haarlak eroverheen om er voor te zorgen dat het de rest van de dag bleef zitten. Ik rende het appartement uit en begon aan mijn 6 verdiepingen afdaling in het gebouw. Eenmaal beneden liep ik rustig door de garage en zag van verre mijn baby-blauwe pick-up truck al staan. Tenminste, hij was ooit baby-blauw. Rex heet mijn pick-up. Een roestige Ford f-100 uit 1956. (zie onderaan) ik had altijd de droom om daar een mooie pick-up van te maken, maar dat lukte nooit zo goed. Hij reed nog amper en het licht was amateuristisch aan de motorkap en achterklep geplakt. Als het donker was moest ik uitstappen en elk lampje zelf aanklikken. Ik had ook geen sleutel meer maar startte de motor door 2 draden tegen elkaar te houden. Soms verveelde ik me zo dat ik ging tellen hoelang het duurde voordat hij startte. Als het warm was duurde het soms maar 8 seconde, maar in de winter duurde het soms wel 25 seconde. Met een hoop gekraak opende ik de deur en stapte in. Deze keer duurde het 18 seconden voordat het grote monster tot leven kwam. Met een zwarte rookwolk achter mij reed ik de garage uit. Ik reed over landweggetjes want over de snelweg ging ik maar niet met dit ding. De laatste keer dat ik over de snelweg ging was ik blij dat ik de 80 haalde toen plotseling de motorkap er vanaf vloog. Ik stopte zo snel ik kon en probeerde mijn motorkap te redden van de verdoemenis van de grote vrachtwagen die eraan kwam. Het was me gelukt en sindsdien ging ik nooit harder dan 60 kilometer per uur. Ik reed over een landweggetje en er zaten allemaal kuilen in de weg. Bij elke kuil hoorde ik vanalles rammelen en de achterbumper die met een kabaal op het wegdek terecht kwam.
Ik reed het parkeerterrein op en zocht een plaatsje voor Rex. Ik parkeerde hem tussen een grote BMW en een cabrio Mercedes in. Met een hoop gekraak vloog de deur weer open en ik stapte uit. Ik liep over de parkeerplaats het grote gebouw in. Het was een oud klassiek gebouw met grote zuilen en grote ramen. Ik liep door de klapdeuren de drukke gang van de school in. Mijn schooljaar was weer begonnen.
Rex:

Reacties zijn welkom, volgende hoofdstuk wordt geschreven door DarkSideXx
Hoofdstuk 1: A New Day
Axel:
De kou kwam als een golf mijn kamer binnen en ik trok mijn dekbed nog een stukje op. Ik hoorde de regen op het veels te kleine balkon kletteren. Het einde van een mooie zomer, dacht ik bij mezelf. Ik staarde naar het plafon en herkende de lamp weer. Net terug van vakantie met mijn broer, lekker een weekje in Zuid-Spanje. We hebben uren lang op het strand gelegen en gepraat over hoe het leven ons verging. Ik studeerde en had een krap leven qua geld betreft. Mijn broer daarintegen was al gelukkig getrouwd. Of het gelukkig was in de zin dat hij blij was met het huwelijk of dat hij blij was dat hij getrouwd was bleef voor mij onduidelijk. Mijn moeder vondt dat je maar zo snel mogelijk moest trouwen, kinderen krijgen en hard werken. Een leven opbouwen, zoals ze dat noemde. In mijn examenjaar van de HAVO overleed ze plotseling aan een hartstilstand, niemand zag het aankomen. Ik zag mijn kans en wilde studeren. Mijn moeder en ik konden het niet zo goed vinden. Wij hadden overduidelijk andere plannen over de toekomst. “Het is verdomme mijn leven!” had ik haar wel eens toegeschreeuwt terwijl ik boos de trap op liep. Ik was nooit lang boos maar bleef altijd maar op mijn kamer te zitten in de hoop dat ze dachten dat ik wel boos was. Ik wist dat het niet werkte, maar een mens blijft hopen. Tenminste, ik deed dat wel. Voor mijn gevoel was het uren dat ik nep boos op mijn bed zat maar als ik dan weer op de klok keek was die maar vijf minuten verder gekropen. Mijn pa kwam dan altijd mijn kamer binnen en vertelde mij rustig dat ik niet zo moest doen, want dat had allemaal geen zin. Mijn vader is mijn alles, bedacht ik en glimlachte. Ik draaide een kwartslag en keek nu recht in mijn boekenkast. De bovenste plank stond vol met dvd’s van CSI, NCIS, Bones en natuurlijk Wire in the Blood. Er zijn maar weinig mensen die de serie kennen maar ik, was toch overduidelijk een fan. Een plank daaronder, mijn studieboeken. Weinig interessants, bedacht ik me en probeerde weer in slaap te vallen. Schaapjes tellen werkte nooit bij mij. Ik begon hoopvol maar er was altijd een schaapje die niet kwam. Ik lag ongemakkelijk en draaide een paar keer voordat ik weer in slaap viel.
“RRRRRRRR” klonk er door mijn kamer. Mijn arm vloog door de lucht en raakte iets op mijn nachtkastje. Raak, dacht ik bij mezelf en hoorde iets op de grond vallen. Helaas, de wekker ging door. Op de tast zocht ik het nachtkastje af en vond mijn wekker. Ik drukte op het knopje en de rust in kamer Axel was wedergekeerd. Langzaam kwam ik tot leven en gooide het dekbed van me af. Oeh, dat is koud, dacht ik en greep weer naar het dekbed. Ik zat inmiddels rechtop in bed met het dekbed om me heen gewikkeld. Het licht in de gang floepte aan. Dat was Rox, mijn huisgenoot en tevens beste vriendin. Ik ken haar nu een jaar, allebij tweedejaars studenten. Ik gooide mijn benen uit bed en stond meteen in iets nats. “Verdomme, het heeft naar binnen geregent” mompelde ik en iets achterin mijn hoofd vond dat dat helemaal niet kon, maar het was te vroeg om daar naar de luisteren. Ik zocht de muur af naar een lichtknopje en vond die uiteindelijk. Ik knipte het licht aan en keek naar de grond. “Nee, het heeft niet naar binnen geregent” mompelde ik en raapte de fles water van de grond. Droogt wel weer op. Ik stond op en liep richting de deur. Ik moest drie keer aan de kruk trekken voordat de deur zich eindelijk overgaf. “De deur klemt” gooide ik de gang in. “Ik hoorde het ja” kwam er uit de badkamer. “Goedemorgen Rox” zei ik terwijl ik richting de kamer liep. “Morgen, Ax” kreeg ik terug. “Kan ik zo douche?” vroeg ik terwijl ik in mijn boxer op de bank neer plofte. “Ik wilde net gaan” en hoorde de badkamer deur op slot gaan. Ik zette de kleine beeldbuis tv aan. “Negenentwintig doden bij bomaanslag Ba...” ik zette hem meteen weer uit. Al dat geweld tegenwoordig. Ik stond op en liep naar de keuken. Haalde 2 pannentjes uit het kastje en zette ze op het vuur. Deed een klontje boter in de pannentjes en brak er een eitje in. Ondertussen pakte ik wat brood voor mezelf en wat Cola Light uit de koelkast. Een paar minuten later zat ik aan tafel een broodje ei te eten. Roxie kwam weer binnen lopen. “Ik heb een eitje voor je gebakken, staat nog op het fornuis.” Begon ik trots. De reactie was enthausiast: “Oh, lekker! Je bent een schat, maar dat wist je al he?” Ik knikte.
Met een handdoek om mijn middel kwam ik de badkamer weer uit en liep de kamer in. Op de tafel lag een briefje: Hey, ik ben al naar school. Zou jij op de terugweg even wat eten voor vanavond willen kopen? Roxxx. Natuurlijk ging ik eten halen! Ik liep mijn kamer in haalde een licht blauwe kapotte spijkerbroek uit de kast en een zwart overhemd. Ik liep naar de badkamer en begon met wax mijn haar ruig alle kanten op te zetten. Daarna met haarlak eroverheen om er voor te zorgen dat het de rest van de dag bleef zitten. Ik rende het appartement uit en begon aan mijn 6 verdiepingen afdaling in het gebouw. Eenmaal beneden liep ik rustig door de garage en zag van verre mijn baby-blauwe pick-up truck al staan. Tenminste, hij was ooit baby-blauw. Rex heet mijn pick-up. Een roestige Ford f-100 uit 1956. (zie onderaan) ik had altijd de droom om daar een mooie pick-up van te maken, maar dat lukte nooit zo goed. Hij reed nog amper en het licht was amateuristisch aan de motorkap en achterklep geplakt. Als het donker was moest ik uitstappen en elk lampje zelf aanklikken. Ik had ook geen sleutel meer maar startte de motor door 2 draden tegen elkaar te houden. Soms verveelde ik me zo dat ik ging tellen hoelang het duurde voordat hij startte. Als het warm was duurde het soms maar 8 seconde, maar in de winter duurde het soms wel 25 seconde. Met een hoop gekraak opende ik de deur en stapte in. Deze keer duurde het 18 seconden voordat het grote monster tot leven kwam. Met een zwarte rookwolk achter mij reed ik de garage uit. Ik reed over landweggetjes want over de snelweg ging ik maar niet met dit ding. De laatste keer dat ik over de snelweg ging was ik blij dat ik de 80 haalde toen plotseling de motorkap er vanaf vloog. Ik stopte zo snel ik kon en probeerde mijn motorkap te redden van de verdoemenis van de grote vrachtwagen die eraan kwam. Het was me gelukt en sindsdien ging ik nooit harder dan 60 kilometer per uur. Ik reed over een landweggetje en er zaten allemaal kuilen in de weg. Bij elke kuil hoorde ik vanalles rammelen en de achterbumper die met een kabaal op het wegdek terecht kwam.
Ik reed het parkeerterrein op en zocht een plaatsje voor Rex. Ik parkeerde hem tussen een grote BMW en een cabrio Mercedes in. Met een hoop gekraak vloog de deur weer open en ik stapte uit. Ik liep over de parkeerplaats het grote gebouw in. Het was een oud klassiek gebouw met grote zuilen en grote ramen. Ik liep door de klapdeuren de drukke gang van de school in. Mijn schooljaar was weer begonnen.
Rex:

Reacties zijn welkom, volgende hoofdstuk wordt geschreven door DarkSideXx