Weerwolf Aldus
Geplaatst: 15 sep 2010 17:11
Dit verhaal schreef ik toen ik 8 was. Ik heb geprobeerd om alles te verbeteren, maar als je nog fouten vind, je mag ze houden
Dit word niet meer afgemaakt.
Hoofdstuk I: Een Vriendin
“Aldus, heb je, je boeken al uitgehaald?” Vroeg mam.
“Ja , ma! Dat heb ik nog maar gezegd!” Zei Aldus.
De Familie van Aldus (Aldus Van Eeckberge), de Familie Van Eeckberge, was bezig aan het verhuizen. In hun oude stad waren ze niet meer welkom. Dat kwam door het geheim van Aldus. Zijn ouders weten ervan. Daarom doen ze elke dag de sloten van de deuren goed dicht.
Behalve die van Aldus en de voordeur. Dan kon Aldus makkelijk naar het bos. Maar toen de buren het wisten, dreigden ze naar de politie te gaan als ze niet verhuisden. Dus verhuisden ze maar. Toen iedereen klaar was, alles klaar was, kwam Elke opeens. Elke is het buurmeisje. Ze maakt graag vrienden. Dan is ze nooit alleen. Maar soms wil ze juist alleen zijn. Ze komt de nieuwe buren een taart brengen waar ‘welkom’ in slagroom gegraveerd staat. De moeder van Aldus, Natalie, nam de taart aan en zij zeer vriendelijk “Dank u zeer!” Maar om even niet van het onderwerp af te gaan, de buren dreigden en Aldus zijn familie moest dus verhuizen.
Gelukkig was dit huis vlakbij een bos. Dan kon Aldus daar naar toegaan. Want zijn soort gaat meestal een ‘huis’ in bossen zoeken. Aldus is een vriendelijke jongen van 9 jaar. Het toeval gaat dat Elke ook vriendelijk is en 9 jaar is. Aldus wil haar persoonlijk bedanken en gaat naar Elke haar huis toe en belt aan.
“Hoi!” Zegt Aldus, “Mag ik uw dochter spreken?”
“Waarom, jongeheer?” Vraagt haar moeder achterdochtig.
“Wel, ze heeft mijn familie een taart gegeven met ‘welkom’ erop. Ik zou haar persoonlijk willen bedanken.”
“O, ja! Elke is een zeer vriendelijk meisje! Te vriendelijk als je het mij vraagt …”
“Te vriendelijk?”
“Ja, ze geeft iedereen steeds een nieuwe kans. Zo gaf ze de stoutste jongen van haar klas maar liefst 9 kansen. Dan heb ik ingegrepen.”
“O, ja, dat is wel TE vriendelijk! Zei hij met een klemtoon op te, “Wilt u haar roepen?”
“Maar natuurlijk, ogenblikje.”
Ze ging weg, de hal in, en riep: “ELKE! ER IS IEMAND VOOR JE!”
“Goed, ik kom!” Hoorde ik iemand terugroepen.
Even later stapte een mooi, blond meisje de trap af.
“Hoi!” Zegt ze, “Wie bent u als ik vragen mag?”
“Je moeder heeft gelijk! Jij bent wel erg vriendelijk en beleefd! Euh … Je hebt te maken met je buurman Aldus, Alias : Ald.”
“O, vond u de taart lekker?” Vroeg ze.
“Ja, daarom ben ik hier. Ik wou je persoonlijk bedanken, lieve Elke.”
“Maar dat hoeft helemaal niet hoor!” Zegt ze blozend.
“Maar natuurlijk wel!”
“Maar nee hoor, ik doe het wel vaker. Deze had ik gewoon voor het plezier gebakken, maar toen ik hoorde dat we nieuwe buren kregen, had ik er vlug ‘Welkom’ met slagroom erop gespoten en heb hem vlug gebracht.”
“Bedankt!” Zei ik toen nog. Ik was het al vergeten.
“Wat zie jij graag?” Vroeg ze
“Ik? Euh … O , ja, ik lees graag, hou van rustige muziek, en speel graag met lego
“Weet je, binnen 4 dagen is er van 8 uur avonds tot 6 uur ochtend een heel groot festival waar je meer dat 100.000 boeken kan kopen en zien! Kom jij dan? Ik wel!”
JA! Dacht ik. Maar wacht eens, het is dan volle maan! Dan …
“Euh … Ik weet niet … Ik moet dan al ergens naartoe.”
“Echt?” Vroeg ze met een teleurstellende blijk.
Ik knikte.
“Nou, wat jammer! Ik zou je wel nog eens willen zien!”
“Je zal me wel nog zien! We zijn tenslotte buren.”
“Elke, eten!” Riep iemand.
“O, dat is mama. Ik moet gaan eten. DAAAAAAG!”
“tot straks!”
Nou, nu heb ik genoeg tijd om de buurt te verkennen! Dacht ik.
Hmm … Dat bos! Ik zal vlug een geschikte plaats vinden om te overnachten als ik weer transformeer!
Hij liep het bos in en liep verder, verder en verder. Toen zag hij een grot. Ja! Dacht hij. Een grot! Een huis! Die grot was perfect voor een huis! RING RING RING RING RING RING. “Mijn horloge!” Zei ik ongerust, “Ik moet binnen een kwartier thuis zijn!”
Ik liep snel naar huis. Na z’n 14 minuten was ik thuis.
“Ha, hier ben je!” Zei mijn vader, “Heb je al een plekje gevonden?”
“Ja, midden in het bos! Het zat er vol rotsen. En een paar rotsen hadden een grot gemaakt.”
“Goed, neem maar enkele spullen mee naar je nieuwe ‘huis’”

Dit word niet meer afgemaakt.
Hoofdstuk I: Een Vriendin
“Aldus, heb je, je boeken al uitgehaald?” Vroeg mam.
“Ja , ma! Dat heb ik nog maar gezegd!” Zei Aldus.
De Familie van Aldus (Aldus Van Eeckberge), de Familie Van Eeckberge, was bezig aan het verhuizen. In hun oude stad waren ze niet meer welkom. Dat kwam door het geheim van Aldus. Zijn ouders weten ervan. Daarom doen ze elke dag de sloten van de deuren goed dicht.
Behalve die van Aldus en de voordeur. Dan kon Aldus makkelijk naar het bos. Maar toen de buren het wisten, dreigden ze naar de politie te gaan als ze niet verhuisden. Dus verhuisden ze maar. Toen iedereen klaar was, alles klaar was, kwam Elke opeens. Elke is het buurmeisje. Ze maakt graag vrienden. Dan is ze nooit alleen. Maar soms wil ze juist alleen zijn. Ze komt de nieuwe buren een taart brengen waar ‘welkom’ in slagroom gegraveerd staat. De moeder van Aldus, Natalie, nam de taart aan en zij zeer vriendelijk “Dank u zeer!” Maar om even niet van het onderwerp af te gaan, de buren dreigden en Aldus zijn familie moest dus verhuizen.
Gelukkig was dit huis vlakbij een bos. Dan kon Aldus daar naar toegaan. Want zijn soort gaat meestal een ‘huis’ in bossen zoeken. Aldus is een vriendelijke jongen van 9 jaar. Het toeval gaat dat Elke ook vriendelijk is en 9 jaar is. Aldus wil haar persoonlijk bedanken en gaat naar Elke haar huis toe en belt aan.
“Hoi!” Zegt Aldus, “Mag ik uw dochter spreken?”
“Waarom, jongeheer?” Vraagt haar moeder achterdochtig.
“Wel, ze heeft mijn familie een taart gegeven met ‘welkom’ erop. Ik zou haar persoonlijk willen bedanken.”
“O, ja! Elke is een zeer vriendelijk meisje! Te vriendelijk als je het mij vraagt …”
“Te vriendelijk?”
“Ja, ze geeft iedereen steeds een nieuwe kans. Zo gaf ze de stoutste jongen van haar klas maar liefst 9 kansen. Dan heb ik ingegrepen.”
“O, ja, dat is wel TE vriendelijk! Zei hij met een klemtoon op te, “Wilt u haar roepen?”
“Maar natuurlijk, ogenblikje.”
Ze ging weg, de hal in, en riep: “ELKE! ER IS IEMAND VOOR JE!”
“Goed, ik kom!” Hoorde ik iemand terugroepen.
Even later stapte een mooi, blond meisje de trap af.
“Hoi!” Zegt ze, “Wie bent u als ik vragen mag?”
“Je moeder heeft gelijk! Jij bent wel erg vriendelijk en beleefd! Euh … Je hebt te maken met je buurman Aldus, Alias : Ald.”
“O, vond u de taart lekker?” Vroeg ze.
“Ja, daarom ben ik hier. Ik wou je persoonlijk bedanken, lieve Elke.”
“Maar dat hoeft helemaal niet hoor!” Zegt ze blozend.
“Maar natuurlijk wel!”
“Maar nee hoor, ik doe het wel vaker. Deze had ik gewoon voor het plezier gebakken, maar toen ik hoorde dat we nieuwe buren kregen, had ik er vlug ‘Welkom’ met slagroom erop gespoten en heb hem vlug gebracht.”
“Bedankt!” Zei ik toen nog. Ik was het al vergeten.
“Wat zie jij graag?” Vroeg ze
“Ik? Euh … O , ja, ik lees graag, hou van rustige muziek, en speel graag met lego
“Weet je, binnen 4 dagen is er van 8 uur avonds tot 6 uur ochtend een heel groot festival waar je meer dat 100.000 boeken kan kopen en zien! Kom jij dan? Ik wel!”
JA! Dacht ik. Maar wacht eens, het is dan volle maan! Dan …
“Euh … Ik weet niet … Ik moet dan al ergens naartoe.”
“Echt?” Vroeg ze met een teleurstellende blijk.
Ik knikte.
“Nou, wat jammer! Ik zou je wel nog eens willen zien!”
“Je zal me wel nog zien! We zijn tenslotte buren.”
“Elke, eten!” Riep iemand.
“O, dat is mama. Ik moet gaan eten. DAAAAAAG!”
“tot straks!”
Nou, nu heb ik genoeg tijd om de buurt te verkennen! Dacht ik.
Hmm … Dat bos! Ik zal vlug een geschikte plaats vinden om te overnachten als ik weer transformeer!
Hij liep het bos in en liep verder, verder en verder. Toen zag hij een grot. Ja! Dacht hij. Een grot! Een huis! Die grot was perfect voor een huis! RING RING RING RING RING RING. “Mijn horloge!” Zei ik ongerust, “Ik moet binnen een kwartier thuis zijn!”
Ik liep snel naar huis. Na z’n 14 minuten was ik thuis.
“Ha, hier ben je!” Zei mijn vader, “Heb je al een plekje gevonden?”
“Ja, midden in het bos! Het zat er vol rotsen. En een paar rotsen hadden een grot gemaakt.”
“Goed, neem maar enkele spullen mee naar je nieuwe ‘huis’”