coupe brésilienne
Geplaatst: 13 nov 2010 13:45
Aah, lekker rustig; de kinderen met nonkel Fons in zee. Nu kunnen wij, moeders, eens lekker uitrusten. De zon, het krijsen van de meeuwen en schelle kinderstemmetjes als achtergrondgeluiden. Zalig… en straks nog een grote coupe bresilliene met extra karamelsaus, nu eens zonder het gemors en gezaag van ongeduldige kinderen.
Ach eigenlijk mag ik niet klagen, je houdt toch van je kinderen hè, hoe lastig ze soms ook mogen zijn of doen. Ze waren wel het schattigst als baby en wat later toen ze hun eerste woordjes brabbelden.
En toch, soms zó ondankbaar! Je doet er je best voor en dan is het nog niet goed. Ze zitten de hele tijd achter de computer en als ze dan gedaan hebben is het eten niet goed of nog niet klaar enzovoort. Je kent het wel, Els, jij bent tenslotte ook moeder.
Neem nu mijn jeugd, ik zat niet hele dagen achter de computer net als mijn broer – ook nog eens meester van de afstandsbediening, en o wee als je het zapte naar een romantische komedie of een leuke serie – ík had meestal genoeg met een goed boek, liefst een roman of een fantasy-boek. En mama kon niet zagen dat lezen slecht was, ja oké ik deed dan niet veel voor school als ik een boek las en ik had dan weinig beweging, maar geef toe, denk je daaraan als je jong bent? Nee, ik zag alleen de voordelen van lezen: je leert wel veel als je vaak en regelmatig leest, niet alleen heb je het makkelijker met spelling en versterkt het je taalgevoel, je komt ook allerlei zinnen tegen die eigenlijk wel logisch zijn, maar als je er dan dieper over nadenkt is het een wijze uitspraak. Ik herinner me er nog een, ik vond dat echt een goede; “Het leven dwingt ons al genoeg tot definitieve beslissingen, waren we maar zo verstanig om er niet nog een paar aan toe te voegen.” Komt uit een boek van John Irving, klippers van boeken zeg. Dat zie ik de jeugd van tegenwoordig echt niet meer lezen; als ze al een boek vastpakken is het dik tegen hun zin. Mijn ouders mochten meestal wel blij zijn met mij als dochter – ik was ook niet altijd een braaf engeltje hoor – maar ze hadden het te druk met elkaar te bespioneren. Ruzie maken, in elkaars papieren snuffelen - echt waar; zodra de een weg was ging de anderen naar de plek waar de een zijn of haar papieren voor de ander verborgen hield - de ander afjakkeren en noem maar op. Daarin hebben onze kinderen wel geluk hè. Ze pakken dan wel geen boek vast, maar hebben gelukkige ouders die niet overbezorgd zijn; niet te streng zijn en niet te veel vrijheid geven. Meestal toch. Nu begin ik te denken dat ik meer ben beginnen lezen - en anders in genre - toen de ruzies begonnen, alle echt ruzie was het niet, het was meer niks zeggen en elkaar negeren en dwarsbomen – ook viel het me op dat mijn schoolresultaten veel beter waren toen ze echt aan het ruziemaken waren. Zeggen: “Ik wacht met het vragen over dat en dat zodat jullie al slapen,” maar dat heeft alleen tot gevolg dat we wakker worden van het geschreeuw en slaan van deuren. Nu ja, ik zal maar stoppen met zagen, jij weet allang hoe de vork aan de steel zit. Eigenlijk ben ik wel dom geweest; hebben we eindelijk rust, zit ik me zorgen te maken over vroeger en druk te maken dat ze nu niks meer doen. Laten we naar het ijssalon gaan…ja typisch, je spreekt over eten of ijsjes en ze zijn daar. Eigenlijk hebben ze het wel verdiend, kom kinderen, Els en ik trakteren!
Ach eigenlijk mag ik niet klagen, je houdt toch van je kinderen hè, hoe lastig ze soms ook mogen zijn of doen. Ze waren wel het schattigst als baby en wat later toen ze hun eerste woordjes brabbelden.
En toch, soms zó ondankbaar! Je doet er je best voor en dan is het nog niet goed. Ze zitten de hele tijd achter de computer en als ze dan gedaan hebben is het eten niet goed of nog niet klaar enzovoort. Je kent het wel, Els, jij bent tenslotte ook moeder.
Neem nu mijn jeugd, ik zat niet hele dagen achter de computer net als mijn broer – ook nog eens meester van de afstandsbediening, en o wee als je het zapte naar een romantische komedie of een leuke serie – ík had meestal genoeg met een goed boek, liefst een roman of een fantasy-boek. En mama kon niet zagen dat lezen slecht was, ja oké ik deed dan niet veel voor school als ik een boek las en ik had dan weinig beweging, maar geef toe, denk je daaraan als je jong bent? Nee, ik zag alleen de voordelen van lezen: je leert wel veel als je vaak en regelmatig leest, niet alleen heb je het makkelijker met spelling en versterkt het je taalgevoel, je komt ook allerlei zinnen tegen die eigenlijk wel logisch zijn, maar als je er dan dieper over nadenkt is het een wijze uitspraak. Ik herinner me er nog een, ik vond dat echt een goede; “Het leven dwingt ons al genoeg tot definitieve beslissingen, waren we maar zo verstanig om er niet nog een paar aan toe te voegen.” Komt uit een boek van John Irving, klippers van boeken zeg. Dat zie ik de jeugd van tegenwoordig echt niet meer lezen; als ze al een boek vastpakken is het dik tegen hun zin. Mijn ouders mochten meestal wel blij zijn met mij als dochter – ik was ook niet altijd een braaf engeltje hoor – maar ze hadden het te druk met elkaar te bespioneren. Ruzie maken, in elkaars papieren snuffelen - echt waar; zodra de een weg was ging de anderen naar de plek waar de een zijn of haar papieren voor de ander verborgen hield - de ander afjakkeren en noem maar op. Daarin hebben onze kinderen wel geluk hè. Ze pakken dan wel geen boek vast, maar hebben gelukkige ouders die niet overbezorgd zijn; niet te streng zijn en niet te veel vrijheid geven. Meestal toch. Nu begin ik te denken dat ik meer ben beginnen lezen - en anders in genre - toen de ruzies begonnen, alle echt ruzie was het niet, het was meer niks zeggen en elkaar negeren en dwarsbomen – ook viel het me op dat mijn schoolresultaten veel beter waren toen ze echt aan het ruziemaken waren. Zeggen: “Ik wacht met het vragen over dat en dat zodat jullie al slapen,” maar dat heeft alleen tot gevolg dat we wakker worden van het geschreeuw en slaan van deuren. Nu ja, ik zal maar stoppen met zagen, jij weet allang hoe de vork aan de steel zit. Eigenlijk ben ik wel dom geweest; hebben we eindelijk rust, zit ik me zorgen te maken over vroeger en druk te maken dat ze nu niks meer doen. Laten we naar het ijssalon gaan…ja typisch, je spreekt over eten of ijsjes en ze zijn daar. Eigenlijk hebben ze het wel verdiend, kom kinderen, Els en ik trakteren!