Pagina 1 van 1

Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 25 nov 2010 20:55
door JodieJJ
Hallo mensen :D
Dit is het verhaal wat ik voor de nanowrimo wedstrijd voor dit jaar heb geschreven, het is nu volledig bij gewerkt, en klaar om te plaatsen ☺ Het verhaal is in opzichten al helemaal af, alleen de details enz.. moeten nog verbeterd worden.

Eerst wil ik jullie een klein beetje vertellen hoe deze wereld eruit ziet, omdat het anders misschien te verwarrend is.
Het verhaal speelt zich op aarde af, maar in een periode lang naar onze eigen tijd.
Er bestaan nog mensen, maar ze zijn sterk in de minderheid van andere wezens die zijn opgerezen.
De wereld is een soort van mengeling tussen, middeleeuwen tijd en extreem modern.
Mensen kennen hoge technologieën in dit verhaal. Vooral de steden worden door technologie in stand gehouden. Maar buiten de steden leven de mensen als horige uit de middeleeuwen, met vrijwel niets van technologie of vuurwapens. Er zijn ook veel minder steden dan wat we nu kennen, hierdoor zijn er weinig grote geasfalteerde wegen gemaakt, en is het meeste van het land nog ondoordringbaar wild.

Ik hoop dat ik jullie een beetje een beeld heb gegeven over deze wereld, zodat jullie me straks niet raar aankijken als ik de ene keer zwaard gevechten heb en een andere keer met vuurwapens werk, of er ineens hoge technologie in voorkomt terwijl je net van een soort Middeleeuwen heb gelezen ☺

Afbeelding

Een plaatje van de wereld hoe hij er nu ong.. uitziet ☺ zoals je ziet *-) afrika is een beetje uit elkaar gevallen. De lichtte lijnen geeft een beeld van hoe de wereld was ( nu dus,) maar het is zo niet heel duidelijk te zien.

Zo naar al die informatie zullen we maar beginnen hè ;)
---------------------------------------------------------------------------------------------------
Proloog
De profetie

Een man, oud en met de tijd gerijpt, keek in de dansende vlammen. Zijn witte haren, lang en warrig, vielen over zijn doorschijnende huid. De vlammen lieten diepe schaduwen over zijn ingevallen gezicht vallen. Jukbeenderen die te ver afstaken, grijze ogen die diep in hun kassen vielen. Zijn aangezicht was bijna afschrikkend, maar toch staarde alle gelige ogen in de kring naar deze oude filosoof. De wezens hadden zich om hem heen geplaatst, terwijl de vlammen in hun midden danste. Het waren nomaden van het woud, Nirvomen. Grijzige wezens, met spitse oren, en grote weidde ogen. Hun slanke lijven werden gesierd in zilveren strepen. In de schaduwen kon je ze voor mensen aanzien, maar zodra het licht op hun huid viel zag je de waarheid.
Ze zaten allemaal gespannen, je kon ze zien trillen in anticipatie. De oude man trok eindelijk zijn mond open. Een grauw raspend geluid klonk door de stilte. Dit is waarvoor ze allemaal hier kwamen, waarom ze zich allemaal in een kring om de man hadden geplaatst. Om hem te horen spreken.
‘Onze kalender telt duizend jaar,’ De oude man kuchte tussendoor, dat was het enige geluid wat naast zijn stem te horen was.
‘1000 jaar geleden begon onze wereld. Maar...’ De man hield seconde stil, het dramatische effect was meteen te zien.
‘De planten,’ zijn benige vingers gleden over de bladen van de planten. ‘Het water,’ Onbewust spitste alle wezens zich op de geluiden van het kabbelende beekje verderop.
‘Deze aarde,’ Zijn vingers streken vol affectie door de zwarte grond waar ze op zaten.
‘Bestaat al zoveel langer. 12.000 jaar voor onze jaartelling, werden deze gronden al bewoond. Al overheerst door wezens die nu zijn onderdrukt.’ De nomaden hun hersens begonnen op volle toeren te draaien.
‘Mensen,’ Je kon duidelijk horen hoe er naar adem werd gehapt. Vrouwen drukte hun kinderen dichter tegen zich aan terwijl de mannelijke krijgers sissende geluiden maakte. De oude man liet de nomaden kalmeren voor hij verder sprak.
‘Maar zelfs voor die 12.000 jaar. Bestond dit alles al.’ Zijn armen spreidde zich dramatisch weidt.
‘Onder een naam die jullie allemaal kennen. Het paradijs!’ Gele katten ogen spreidde zich vol ongeloof. Het paradijs dat was maar een legende! Een sprookje om kinderen hoop te geven. Het was allemaal verzonnen toch?
De man zijn vinger ging de lucht in, zijn ogen vernauwde zich.
‘Ik weet wat jullie denken.’ Sprak hij streng toe.
‘Jullie denken dat het paradijs niet meer is dan een legende, maar bedenk dit alle legendes ontstaan uit een klein beetje waarheid.’ Hij hield zijn vingertoppen dicht bij elkaar, het kleine beetje aangevend. ‘En het werd bevolkt door wezens van grote intelligentie.’ De filosoof pauzeerde weer, hij liet iedereen de informatie tot zich nemen.
Een diepen ademteug in zich nemend sprak hij verder.
‘Die wezens waren Elven.’ De reactie was erger dan toen het over mensen ging. Blazen, sissen, grauwende geluiden sneden door de nacht. Nomaden stonden grommend op, verklarend dat de man leugens vertelde, dat hij een bedrieger was. Elven, zij zijn de meest vreselijke wezens. Corrupt en alleen uit naar macht.
De wijze man wachtte rustig, zijn lippen omgekruld in een wetende glimlach. Toen het eindelijk rustiger werd praatte hij al kuchend weer verder.
‘Jullie hebben gelijk, de elven van nu zijn bedorven. Ze zouden nooit zoiets puurs als het paradijs kunnen leiden, maar hun voorouders konden het wel.’ De aandacht werd weer naar de wijze gericht, de woede ebde weg in de vlammen.
‘Deze oude elven wisten dat hun lot gedoemd was. Daarom lieten ze een ding achter. Een profetie. De profetie over het paradijs zonder tijd. Een land gelegen tussen de rivieren van het begin, verscholen voor het verderf van deze wereld. En alleen de uitverkorenen kan het lot van het paradijs bepalen.’ De nomaden kropen dichter bij, verdronken in de raspende woorden.
‘ De elven spraken over het licht en het duister samenbrengen om een perfect balans te creëren. En wanneer de robijnrode maan zal schijnen, zal de uitverkorenen geboren worden. Puur als wit, met de blik van koninkrijkbloed. Het kind zou het licht van het lot bij zich dragen en zich een weg banen naar het begin. Daar wacht de duisternis haar op en samen creëren ze het paradijs.’
Glimlachen verspreidden zich over de gezichten van de wezens. Een vredige wereld zal weer gecreëerd worden. Hun kinderen zullen in geluk kunnen opgroeien.
‘Maar!’ De stem van de oude man werd verheven, de man richtte zich op tot dat zijn fragiele lijf boven de rest uittorende. Alle wezens keken hem in spanning aan, hun ogen een lichte wanhoop werpend op de blik van de man.
‘De robijnrode maan zal eerst zijn bloed over de wereld verspreidde. Haat zal de harten van de mensen vullen.’
Hij stopte met praten, met krakende botten ging hij weer zitten. Iedereen wachtten tot dat hij weer sprak. seconde, minuten gingen voorbij maar er kwam geen geluid. kwam geen geluid. Alleen de hijgende ademhaling van de man klonk door.
‘Dat was mijn verhaal,’ mompelde hij uiteindelijk, zijn ogen dichtvallend van de uitputting.
De hoop van de wezens was de grond in geboord. Met hun gezichten gedoopt in verdriet kwamen ze een voor een overeind. Kinderen werden door hun moeders weg getild terwijl de mannen hun plaatsen in namen als wakers.
Ze lieten de man alleen achter in het woud. En niemand nam de moeite behalve de oude man om hun blik op de hemel te werpen.
Geen van hen zou zien hoe de wolken langzaam wegdreven, en gloeiend rode stralen de nachtelijke grond bedekte.

----------------------------------------------------------------------------------------------------

Zo dat was de proloog :)
Ik hoop dat jullie plezier in het lezen hebben gehad,
En het zou natuurlijk super tof zijn als jullie berichtje achterlaten, mag ook als je het niets vind maar onderbouw het dan wel =) alleen maar goed leer ik ook nog eens wat

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 25 nov 2010 22:22
door Saskjezwaard
Oeeh leuke proloog, ik ben benieuwd naar de rest. Goed beschreven trouwens, ik kon bijna de man zien en horen praten :super
Zal ik voor jou jouw foutjesuithaler zijn? Ik heb er nml een paar gezien, geen enorme maar wel een paar schoonheidsfoutjes. Ik begin iig nu meteen, kan ik je bijhouden :P
Jukbeenderen die te ver afstaken
Volgens mij steken jukbeenderen uit maar het kan zijn dat ik het verkeerd lees :angel
maar toch staarde alle gelige ogen in de kring
moet staarden zijn, ogen is meervoud. Je hebt wel vaker deze foutjes gemaakt, moet je wel op letten. Ik zal ze even op een rijtje zetten, dan kan je ze verbeteren:

terwijl de vlammen in hun midden danste --> dansten

Onbewust spitste alle wezens zich op de geluiden van het... --> spitsten

Vrouwen drukte hun kinderen dichter tegen zich aan terwijl de mannelijke krijgers sissende geluiden maakte. --> drukten en maakten

Zijn armen spreidde zich dramatisch weidt. --> spreidden en weidt moet wijd zijn, die fout maak je een andere keer ook, mag je zelf vinden :d:

Gele katten ogen spreidde zich vol ongeloof--> spreidden (kattenogen kan trouwens aan elkaar)

De robijnrode maan zal eerst zijn bloed over de wereld verspreidde --> verspreiden ( zal verspreiden)

Iedereen wachtten tot dat hij weer sprak. --> is net weer anders, iedereen is enkelvoud (klinkt logisch :roll: ) dus het moet wachtte zijn


Hun slanke lijven werden gesierd in zilveren strepen.
moet gesierd door zijn
De nomaden hun hersens begonnen op volle toeren te draaien.
is volgens mij niet fout maar het klinkt mooier om de nomandens hersenen te gebruiken. Zelf heb ik hier ook heel veel moeite mee dus ik kan niet met 100% zekerheid zeggen dat het goed is.
De man zijn vinger ging de lucht in, zijn ogen vernauwde zich.
De mans vinger :angel
Corrupt en alleen uit naar macht.
alleen uit op macht


Zo, genoeg mierenneukerij, zeg maar of je wilt dat ik jouw foutjesverbeteraar wordt. Je ziet, ik ben nogal grondig maar dat is beter dan dat je die kleine rotfoutjes telkens blijft maken (mooi verkooppraatje he :mrgreen: )

Jammer, elven die corrupt zijn :( , elven zijn juist mijn favoriete ras om te gebruiken in verhalen, zoals je waarschijnlijk al gezien hebt ;)
Ik wil graag weten hoe het verhaal verder loopt, je hebt het al voor een groot deel af, dus doorposten maar :mrgreen:

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 25 nov 2010 23:01
door JodieJJ
hhahaha jeeeh ik heb ook een preciesie reviewer :D
Oh help ik moet echt hoognodig aan mijn nn achter mijn werkwoorden gaan werken xD
hhahah
Super bedankt enne ik zal het allemaal verbeteren :D

Het mag trouwens ook de man zijn vinger zijn!!! hahah sorry :P moest ik even zeggen (A) hihi

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 26 nov 2010 10:19
door JodieJJ
Stukje twee :)

Saksjezwaard maak je maar geen zorgen om de elven die krijgen wel een hele belangrijke rol :), maarja elven worden bijna altijd al in een goed daglicht gesteld dus ik denk laat ik even lekker tegenstrijdig gaan zijn (A)

Ik heb wat nieuws bedacht :) iedereen die op een van mijn verhalen reageert, daar reageer ik ook op terug. Gewoon omdat het op OV vaak jammer is hoe weinig er op goede verhalen wordt gereageerd, en ik moet me er zelf helaas ook schuldig aan maken :( gewoon simpelweg omdat ik de motivatie niet krijg om echt feedback te schrijven voor mensen :)
maar dit lijkt mij wel een goede motivatie :)

Oke ik zal weer stoppen met lullen zodat jullie kunnen lezen :)

----------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 1
De val van de Bellefroid

Een meisje, net achttien lentes oud, rees uit haar enorme hemelbed. Haar witte haren zweefden achter haar aan. Haar voeten slopen geruisloos over de marmeren vloeren. Ze verplaatste zich naar het enorme raam, wat tot het plafond uit torende. Een rode gloed viel door het glas heen. De volle maan was hoog aan de hemel verschenen, in al zijn rode pracht. Ze glimlachte naar de bol, haar ogen waren precies hetzelfde, ook bloedrood net als de maan. Ze liet haar blik over de stad glijden, hoge sierlijke gebouwen torende boven de kleinere huisjes uit. De straten liepen er als kronkelende slangen doorheen vergezeld door grachten waar de bootjes zachtjes in rond tobden.
Isabella, de stad van pracht en praal. Waar vrouwen in te strakke korsetten en te dure jurken liepen, en mannen de meest degelijke personen waren op de wereld, maar nog steeds op de zaterdag avond dronken in het bordeel konden worden gevonden.
Het meisje grinnikte om de schijnheiligheid die de stad kende, maar er was wel een ding wat deze stad bijzonder maakte. Het was de enige stad die nog geleid werd door mensen. Adia, het land waarvan Isabella de hoofdstad was, had een menselijke nobel als leider. Hij was heer de Bellefroid, meester van het kasteel waar het meisje in stond.
Een zachte vacht streek langs het been van de jonge vrouw, verbaasd keek ze naar beneden. Een prachtige witte wolf was naast haar verschenen. Zijn gouden ogen keken naar haar op terwijl ze hem over zijn kop aaide.
‘Jukka, wat doe jij hier?’ Mompelde ze zachtjes. Het dier liet een lage jank door de nacht klinken. Zijn oren spitste naar buiten toe, alsof iets hem alarmeerde. Het meisje volgde zijn blik.
Een geluid, luid wat door merg en been ging, klonk op. Het was een geluid wat je benen aan de grond vergrendelden en je armen liet trillen.
Het alarm ging af. De stad werd aangevallen.
Geschrokken stapte het meisje weg bij het raam, haar japon dwarrelde met haar mee. Voetstappen weerklonken door de gangen. Bedienden, wachters, iedereen was in hoogalert gebracht.
Het meisje schoot naar haar bed toe, het matras gooide ze om. Twee katana’s veilig op geborgen in hun prachtig versierde scheden lagen daar. Haar dierbare zwaarden. Ze pakte de wapens bij hun riemen en over kruist bond ze de voorwerpen op haar rug.
Haar adrenaline niveau steeg omhoog, terwijl ze meer soldaten door de gangen kon horen stampen, buiten door het raam kon ze mensen horen schreeuwen, vuurwapens gingen af. Ze weigerde te kijken, ze wou Isabella niet zien als een stad waar onschuldige stierven.
Jukka gromde voor haar deur. Met een scherpe draai keerde zich naar het dier.
‘Ssst, kom hier,’ mompelde ze zwakjes voordat haar deur openvloog. Een jongeman stond in de ingang, wit goud pantser beschermde zijn lichaam. De kledij van de royale wacht. Zijn zwarte haar was naar achter gebonden en zijn scherpe blauwe ogen staarden haar recht aan.
‘Shanara,’ Sprak hij in een strenge bezorgde toon. Hij was Kenjo, haar persoonlijke lijfwacht. Hij was voor niets anders getraind dan het beschermen van de uitverkorenen. Het beschermen van haar.
Zijn blik viel op de zwaarden die op haar rug gebonden waren, daarna gleden ze naar de blonde jongen die aan haar zijde stond. Meteen schoten zijn wenkbrauwen de lucht in. Wat had dit te betekenen?
‘Wat, Wie..?’ meer wist Kenjo niet uit te pruttelen.
Shanara liep zonder om of op te kijken langs hem heen. Pas vlak voor de deur opening bleef ze stil staan. Ze antwoordde hem in een stem die niet de hare was, een stem veel duisterder dan haar vredige karakter toe zou moeten laten.
‘Ik ben niet van plan om ten onder te gaan zonder terug te slaan.’ Ze pauzeerde even voor ze zich naar de blonde jongen draaide.
‘Dit is een vriend van mij.’
Met dat verdween ze door de deuropening, de blonde jongen volgde haar strak op de voet.
Kenjo bleef geshockt stil staan. Het was al hoogst onwaarschijnlijk dat een vrouw een wapen droeg, laat staan de dochter van een Nobel! En die jongen wie was hij? Wat deed hij op haar kamer!
Kenjo werd wreed uit zijn gedachtegang gewekt toen hij besefte dat Shanara en de vreemde jongen al door de gangen verdwenen waren. Gelijk stormde hij erachteraan.
‘Vrouwe Shanara!’ Siste hij terwijl hij haar inhaalde. Shanara stak haar vinger in de lucht om de wacht stil te krijgen.
‘Ssst, we weten niet waar ze zijn.’ Met ze refereerde ze naar de mensen die Isabella binnengedrongen waren. In de verte kon je nog af en toe het klikkende geluid van wapens horen, of de brullende stemmen van officieren, voor de rest was het doodstil. De geluiden van buiten werden door de kasteel muren gebroken.
‘Vrouwe, u kunt er niet zomaar vandoor gaan,’ siste Kenjo in de hoop het onstuimige meisje in het gareel te krijgen.
Shanara draaide zich met vernauwde vuurspugende ogen naar hem toe.
‘Ik zei; stil zijn,’ En zonder waarschuwing begon ze op blote voeten verder door de gangen te rennen. Kenjo volgde de twee een tel later.
‘Vrouwe!’ bracht hij nogmaals uit.
Ditmaal besloot Shanara hem te negeren.
‘Vrouwe! U loopt verkeerd,’ Kenjo greep haar bij haar pols voor ze de wenteltrap op kon rennen. Direct trok Shanara zich los en Kenjo kon zweren dat hij de vreemde jongen naast haar hoorde grommen.
‘Ik ga naar de kamer van Nobel de Bellefroid, hij is in gevaar.’ Bracht Shanara vol zelfvertrouwen uit, voor ze de wenteltrap begon te beklimmen. Kenjo verweidde zijn ogen. Was dit meisje helemaal gek geworden? Waar was de Shanara gebleven die braaf alle bevelen opvolgde en bang was voor alles wat scherp en heel misschien gevaarlijk kon zijn. Hij kon begrijpen dat ze zich zorgen maakte over haar vader, maar in deze wereld konden je ouders moeilijk meer betekenen voor je dan je eigen leven, toch?
Ze waren al bij de kamer aangekomen voor Kenjo ook maar een poging kon wagen om hen tegen te houden.
Shanara en de blonde jongen stonden tegen de wand aangedrukt, hun ogen naar de deurpost gericht en hun oren gespitst.
‘Shanara, dit is gevaarlijk,’ probeerde Kenjo haar nog met een laatste poging tot verstand te brengen. Waarschijnlijk waren er al soldaten in de kamer binnen gedrongen, Shanara zou recht in hun val lopen.
Het meisje daarentegen negeerde haar lijfwacht volkomen.
‘Op drie,’ Kenjo zuchtte verslagen. Hij kon zich maar beter klaar maken om haar te beschermen, er leek geen andere keus te zijn.
‘Een, twee...’ Shanara legde haar linkerhand op de greep, haar rechterhand hield de hilt van haar zwaard vast. Kenjo pakte zijn eigen hand wapen vast. Een geweer zonder kogels, een veel sterkere energiebron vulde het geweer, een straling die dwars door vlees heen boorde.
‘Drie!’

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 27 nov 2010 13:43
door Saskjezwaard
Uw precisie reviewer is weer terug en heeft een paar (heel) kleine foutjes gevonden :P
Owja, de man zijn vinger mag ook, maar de mans vinger leest toch iets fijner.
Het nnen achter de werkwoorden is een stuk beter geworden, heb er toch (na heel lang zoeken) nog twee uit kunnen halen dus is al een enorme verbetering :D

hoge sierlijke gebouwen torende boven de kleinere huisjes uit --> torenden
Zijn oren spitste naar buiten toe --> spitsten. Ook is het volgens mij niet naar buiten toe spitsen maar naar buiten toe draaien

Een geluid, luid wat door merg en been ging, klonk op.
Dit vind ik niet zo'n mooie zin. Misschien kan je 'Een hard geluid wat door merg en been ging, klonk op.' van maken.
Ze weigerde te kijken, ze wou Isabella niet zien als een stad waar onschuldige stierven.
onschuldigen is meervoud
De kledij van de royale wacht.
Ik zou royale vervangen door koninklijke. Het ligt waarschijnlijk aan mij, maar als ik royale lees denk ik aan wachters die heel gul zijn en bedelaars goudstukken toewerpen XD
Hij was voor niets anders getraind dan het beschermen van de uitverkorenen
uitverkorene moet enkelvoud zijn of ik heb het verkeerd begrepen eb zijn er meerdere uitverkorenen :huh
Kenjo werd wreed uit zijn gedachtegang gewekt
Volgens mij moet gewekt, gestoord worden.
Kenjo verweidde zijn ogen.
verweidde moet met lange ij zijn, dus verwijdde.
Shanara en de blonde jongen stonden tegen de wand aangedrukt, hun ogen naar de deurpost gericht en hun oren gespitst.
Ik zou 'hun oren gespitst' weglaten want ik zie ze dan meteen als elfen voor me :mrgreen: tja, fascinatie met elfen of niet :roll: volgens mij wordt dit stukje vanuit Kenjo's gedachtegang geschreven en hij kan niet zien dat ze hun oren spitsen.


Weer genoeg met een vergrootglas gekeken. Het zijn alleen stomme kleine foutjes en zinnen die niet zo lekker lezen, maar ik heb dat ook vaak met mijn verhalen, dat ik niet lekker lezende zinnen heb maar dan weet ik vaak niet precies waar het fout zit, dus is het handig als iemand anders het leest.
Terug naar het verhaal. Oeeeh, een wolf-jongen :P en een strenge maar eerlijke lijfwacht. Volgens mij wordt dit zo'n epic groots verhaal, zoals de serie verboden en verbannen van James Clemens (weet niet of je die kent) of zoals de Lord of the Rings. Ben benieuwd naar het vervolg :d:

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 22 dec 2010 01:33
door yael
Hey JodieJJ.
Heb jij je inspiratie gedaan uit de triologi: De hongerspelen?:D
Ik ga morgen alles lezen, ben benieuwd! Het is nu namelijk een beetje laat ;)

Gr.

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 22 dec 2010 09:02
door JodieJJ
Nee die ken ik niet xD eerlijk gezegd ken ik helemaal geen fantasy boeken op temeraire na en nog een waarvan ik de naam niet meer weet xD hahah ik zal straks of vanavond hier nog een hoofdstuk bij schrijven :) aangezien ik toch weer aan de slag moet :)

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 23 dec 2010 16:01
door Elise
Saskjezwaard heeft alle fouten die ik kon vinden er al uitgehaald, dus ik zal ze niet herhalen :P

Wat ik je wel ga vertellen in deze reactie, is dat ik het tot nu toe een leuk verhaal vind (: Een beetje onduidelijk soms, maar ik ben er zeker van dat alles duidelijker word als het verhaal verder gaat.

Nu ga ik mezelf ontzettend tegenspreken door het volgende te zeggen; je verhaal leest makkelijk door. Gebeurtenissen volgen elkaar niet te snel op en je geeft goede beschrijvingen van dingen. Maar aan de andere kant lijkt het voor mij alsof je door het verhaal heen racet. Misschien moet je bij de belangrijkere dingen wat langer stilstaan. Iets meer beschrijven. En bij de minder belangrijke dingen alleen dat vertellen wat belangrijk is voor het verhaal. Ik heb namelijk het idee dat alles wat je omschrijft precies even lang duurt. Kan aan mij liggen hoor! :o Maar dat is wat mij opvalt.. :angel

Post maar snel weer een nieuw stukje om mijn ongelijk te bewijzen :D

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 23 dec 2010 17:45
door JodieJJ
Je hebt gelijk :) het was dat in dit gedeelte hoe ver ik wist niet echt hele belangrijke dingen gebeurde hahah xD ja het hele hoofdstuk is beloangrijk... uhmmm is even denken iik moet heel eerlijk bekennen dat ik dit hoofdstuk het lastigste hoofdstuk vond van het hele verhaal.. en ik er ook het minst tevreden mee ben... en ik hoop dat te kunnen gaan verbeteren :) ik ben nu druk bezig om een nieuw stuk te type en ik hoop dat het er beter uitkomt :) Normaal ben ik altijd van de emotieverhalen type waar dus diep op gevoelens in wordt gegaan... en dit is een avonturen verhaal xD geheel nieuw voor mij ook mijn eerste fantasy, dus ik hoop beter te worden :_)

ps wil je aangeven welk stukje van jou uitgebreider had gemogen :) dan kan ik er eens naar kijken wat ik eraan kan veranderen ;) Heeel erg bedankt :)

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 23 dec 2010 18:34
door JodieJJ
Hier een volgend stuk :)

uhm ik moet mijn excuses aanbieden dat ik echt heel slecht mijn stuk heb nagekeken... dus er kunnen nog wat stomme fouten in staan... Please don't kill me! maar mijn hersens werken niet meer zo goed xD
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Shanara smeet de deur open. In de kamer werd ze begroet door twee soldaten, met rood-blauwe tunuen aan en zwart metale helmen op die hun gezicht voor het daglicht afschermde. De soldaten keken verstijfd toe naar de binnendringers. Seconden hadden hun hersenen nodig om de nieuwe informatie tot zich te nemen. Die paar seconden waren te veel geweest. Genadeloos sneed de katana door de hals van de voorste man. Bloed spoot uit de slagaderen en zodra het zwaard verwijderd was zakte de man in elkaar. Shanara haalde haar wapen uit naar de tweede soldaat die in de kamer had gestaan. Ze stopte haar actie toen de man in elkaar zakte op de grond, met een dichtgebrand gat in zijn borstkast. Haar ogen vielen op de ingang waar Kenjo stond met zijn geweer in zijn handen en stoom om de loop. De lijwacht zette behoedzaam een pas naar binnen. Zijn ogen flikkerden door de kamer voor ze zich weer naar Shanara keerden. Met afschuw keek hij naar de rode vlekken, bijna zwart, die haar witte jurk bevuilden. Het meisje leek geeneens naar de vervuiling om te kijken. Ze had haar blik gefocussed op het bed. Het enorme koninklijke hemelbed waar twee mensen doodstil in lagen. Nobel Richard de Bellefroid en zijn vrouw Marianne. Ze waren te laat geweest. De indringers hadden hun doel al behaald. Ze liep door, totdat ze vlak naast de mensen stond. Haar vingers gingen heel voorzichtig naar het gezicht van de oude man. Ijskoud. De blauwe lippen hadden al genoeg moeten vertellen. Ze waren gedood in hun slaap waarschijnlijk nog voor de alarmhoorn had geklonken. Een hand werd op Shanara haar schouder gelegd.
"Het spijt me, vrouwe,' klonk de zachte stem van Kenjo achter haar. Shanara sloot haar ogen en schudde de hand van zich af. Er waren belangrijkere dingen.
'We moeten verder,' sprak ze kil.
De lichamen bleven eenzaam achter in het bed, terwijl ze met zijn drieën verdwenen door de deur.
Ze rende achter de blonde jongen aan die voorop leek te gaan. Kenjo stelde geen vragen meer. Vragen konden later, nu moesten ze zich focussen om hier weg te komen. De gangen schoten kil langs hen heen. De normale commotie van bedienden en wachters die rondliepen was er niet meer. Alleen nog stilte was te vinden. Kenjo kneep zijn ogen dicht bij ieder lijk waar ze langs liepen. Meer dan de helft van de mannen had hij goed gekend. Ze hadden bij de royale wacht gehoord net als hij. Ze waren zijn vrienden geweest.
Ze kwamen pas tot een halt voor de enorme deuren. Shanara keek naar het gefosseerde slot.
'Hoe komen we eruit?'
Kenjo staarde naar het sensor plaatje die bij aanraking van bevoegde de deuren moesten opendoen. Het was nu vernietigd, brandsporen waren erop te zien. Het breken van glas bracht hun aandacht omhoog naar de grote ramen. Een enorm lawaai kwam meteen naar binnen vallen. Schreeuwende mensen, afvuren van vuurwapens, de brandende geluiden van vlammen die huizen verslonden, alles kwam hen te gemoet door het kapot geslagen raam waar de blonde jongen voorstond. Hij balanceerde in het kleine kozijn. Shanara gaf Kenjo een blik voor ze er ook in sprong. Ze verdween samen met de blonde jongen door het gebroken glas. Kenjo volgde snel, hij had wat meer moeite om het raam te bereiken zonder zich aan het glas werk open te halen.
Buiten de muren stond de scene van hun nachtmerrie's hen op te wachten. Met grote ogen keken ze toe hoe de eens prachtige stad in vlammen opging. Vrouwen en kinderen werden genadeloos samen met soldaten afgeslacht. Dit was geen simpele aanval om de stad over te nemen. Dit was een aanval om te vernietigen. Om Isabel voor eens en altijd van de kaart te verwijderen.
"Daar! Dat is haar,' één van de soldaten had Shanara in het oog gekregen. De drie keken verschrikt naar de wachter die hen aanwees voor ze tegelijk begonnen weg te sprintten. Schoten suisde rakelings langs hen heen. Kenjo dook in elkaar, terwijl een van de schoten de stenen muur naast hem verorberder. Wat voor een wapen die soldaten ook hadden het was een stuk krachtiger dan zijn eigen wapen was. Kenjo was zo gefocussed op de schoten geraakt dat hij niet eens door had dat de blonde jongen een zijgang in schoot. Pas toen Shanara hem aan zijn hand meetrok, wist hij zijn aandacht naar de weg te plaatsen. Een walm van brandend vlees overval Kenjo. Hij sloeg zijn hand voor zijn neus en mond om de stank buiten te laten.
'Gatver, wat is dit?' Er kwam geen antwoordt.
'Vrouwe?' Nog steeds geen antwoordt. Kenjo zijn ogen schoten door het steegje heen, maar van de jongen en de nobele dochter was niets meer te bekennen. Achter hem begonnen voetstappen te dreunen. De soldaten kwamen steeds dichterbij.
'Shanara!' Een dakpan viel naar beneden. Geschrokken richtte Kenjo zijn ogen naar de hemel. De rode ogen keken hem fel aan vanaf het dak en een bleke hand seinde hem dat hij omhoog moest komen.
'Hoe?'
Shanara wees naar de container die een paar meter voor Kenjo stond. Kenjo begon klungelig op het stinkende ding te klauteren. Het zware pantser wat hij droeg maakte het geen gemakkelijke klus. Eindelijk naar veel steunen en kreunen had hij het dak bereikt. Net op tijd, aangezien een seconde later drie soldaten zich in de gang bevonden. Shanare, de blonde jongen en Kenjo staarden met ingehouden adem naar beneden. De voorste man bracht zijn hand naar zijn masker. Een rood lichtje gloeide op. Shanara sprong direct overeind.
'Shit ze hebben hitte sensoren,' Zonder enige waarschuwing trok ze Kenjo omhoog en begon over de daken te sprintten. Kenjo renden hen met moeite achteraan. De sprongen die ze maakte en de snelheid waarmee ze renden leken onmenselijk.
'Ze zijn op de daken!' Klonk het geschreeuw onder hen.
Explosies lieten de pannen van de daken trillen. Kenjo keek met wijde ogen toe hoe ver hen huizen een grote grijze wolken opgingen. Shanara en de blonde jongen waren voor hem abrupt tot een halt gekomen.
'Ze blazen de boel op,' vol afschuw keken ze toen hoe meer explosies door de stad opklonken. Onwillekeurig werden gebouwen neergehaald, alleen maar om hen te vinden. De explosies maakten de hittesensoren misschien onbruikbaar, maar hoeveel maakte dat ook uit wanneer toch ieder gebouw werd opgeblazen. Het was nu alleen nog afwachten tot het gebouw waar zij zich op bevonden de lucht in ging. Ze stonden op een onvoorspelbare tijdbom.
'Dus dit is het?' Mompelde Shanara. Ze liet zich verslagen tegen de grond zakken.

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 23 dec 2010 20:26
door Elise
Hm. Het stuk met Jukka had misschien wat uitgebreider gekund. In het begin was het namelijk een witte wolf, en later ineens een blonde jongen. Voor zover ik begrijp dan. Misschien kun je wat meer vertellen over Jukka in het eerste stukje.
En dan de weg naar de kamer van Nobel de Bellefroid. Je geeft een goede beschrijving van Kenjo's onbegrip, maar weinig tot geen omschrijving van het kasteel.
Met ze refereerde ze naar de mensen die Isabella binnengedrongen waren. In de verte kon je nog af en toe het klikkende geluid van wapens horen, of de brullende stemmen van officieren, voor de rest was het doodstil. De geluiden van buiten werden door de kasteel muren gebroken.
Dit is het enige wat je aan beschrijvingen over het kasteel geeft. Is het een lange gang? Een donkere gang? Liggen er vloerkleden op de grond, loopt ze langs de schilderijen van haar voorvaderen? Dat soort dingen mis ik denk ik een beetje (A)

Het tweede hoofdstuk is al een heel stuk beter ;) Wel nog enkele typfoutjes en grammatica foutjes, maar ik ben eerlijk gezegd een beetje te moe om die er nu uit te halen (A) Misschien doe ik dat later nog ;)

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 23 dec 2010 20:28
door JodieJJ
Danku :) en ik was daar zelf ook te moe voor xD zal het morgen beter nakijken xD oh dat van Jukka heb ik express gedaan :)

uhmm, ik ben altijd een ramp in omgevingen omschrijven ahhah xD dus idd dat doe ik niet zo goed :P nou dan ga ik daar eens hard aan oefenen ;)

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 23 dec 2010 20:35
door Saskjezwaard
Ik ga het meteen nakijken, anders ga ik net zo achterlopen als jij bij mij :P Edit: haha, ben eerder dan Elise :d:
In de kamer werd ze begroet door twee soldaten, met rood-blauwe tunuen aan en zwart metale helmen op die hun gezicht voor het daglicht afschermde.
:O Drie fouten in een zin;) tunuen= tenues, metale=metalen en afschermde=afschermden
De soldaten keken verstijfd toe naar de binnendringers
De toe mag weg.
Met afschuw keek hij naar de rode vlekken, bijna zwart, die haar witte jurk bevuilden.
die bijna zwart mag iets eerder geplaatst worden. 'Met afschuw keek hij naar de rode, bijna zwarte, vlekken die haar witte jurk bevuilden.
En jeej, je bent hier niet de 'n' vergeten XD Trouwens, goed beschreven al die actie, lekkere horrordetails :lol:
Ze had haar blik gefocussed op het bed.
Gefoccussed=gefocust (komt trouwens nog een keer terug)
De blauwe lippen hadden al genoeg moeten vertellen.
Dit vind ik niet zo'n lekker lopende zin, misschien 'De blauwe lippen zeiden al genoeg.' ?
Beslist u het maar ;)
Ze rende achter de blonde jongen aan die voorop leek te gaan.
tumtiedumtiedum, een typisch geval van 'n'vergetisme
Shanara keek naar het gefosseerde slot.
Bij gefosseerd slot moet ik aan een heeel erg oud slot denken dat onder de grond begraven heeft gelegen en als fossiel opgegraven is :roll: Ik denk dat je geforceerde bedoelt;)
Schreeuwende mensen, afvuren van vuurwapens, de brandende geluiden van vlammen die huizen verslonden, alles kwam hen te gemoet door het kapot geslagen raam waar de blonde jongen voorstond.
tegemoet mag aan elkaar
Dit was geen simpele aanval om de stad over te nemen. Dit was een aanval om te vernietigen.
Dit kan je in twee zinnen zetten, maar in een zin klinkt het mooier.
"Daar! Dat is haar,'
Haar moet, volgens mij, zij zijn. Dat klinkt ook niet zo lekker trouwens. Dat is ze. Hmm...
Schoten suisde rakelings langs hen heen.
:angel volgens mij....
Kenjo dook in elkaar, terwijl een van de schoten de stenen muur naast hem verorberder.
Als je de laatste 'r' in verobereder verandert in een 'n' dan gaat dat rode golfje eronder weg;)
Wat voor een wapen die soldaten ook hadden het was een stuk krachtiger dan zijn eigen wapen was.
De komma's worden naar je teruggegooid: tussen hadden en het een mooie ,
Pas toen Shanara hem aan zijn hand meetrok, wist hij zijn aandacht naar de weg te plaatsen. Een walm van brandend vlees overval Kenjo.
naar de weg te verplaatsen. En overval moet overviel zijn;)
Er kwam geen antwoordt
antwoord is geen werkwoord, dus min t
Kenjo renden hen met moeite achteraan.
Volgens mij denk je, aaah nu moet bij overal een 'n' achter, anders komt Saskia met haar stomme quotes :( Tadaaaa ben ik weer;)
De sprongen die ze maakte en de snelheid waarmee ze renden leken onmenselijk.
Doe je het de tweede keer zo goed, vergeet je het de eerste keer:(
Kenjo keek met wijde ogen toe hoe ver hen huizen een grote grijze wolken opgingen.
Je bent onder er vergeten bij te zetten

Dat was alles voor vandaag. Het wordt echt een stuk beter en ik ben, ondanks de lange tijd tussen je stukken, weer helemaal in je verhaal getrokken. Ik vind dit het beste stuk tot nu toe, goed gevechten beschreven en lekker veel actie :mrgreen:
Alleen waarom moet alles altijd kapot in verhalen:( De praktische kant in mij zegt, o nee, daar gaat weer een gebouw, o nee, weer zoiets moois in de fik gezet. Het zijn misschien dan wel verzonnen gebouwen maar nog steeds heel erg zonde:(
Ga door, ik begin nu echt in je verhaal te komen:D

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 23 dec 2010 20:38
door JodieJJ
whahah xD je ziet wel dat ik zelf nog niet heb nagekekn xD wat een fouten whahaha xD

Maar ik ben blij dat je er al lekker in komt :P misschien dat ik morgen wel weer een stukkie heb xD moet alleen iets verzinnen nog weer... want ik ben zo leuk dat ik mijn verhalen altijd net iets aanpas wahahah xD

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 27 dec 2010 12:44
door JodieJJ
En weer een stukje bij :) en het laatste deell van hoofdstuk 1!
--------------------------------------------------------------------------------
Kenjo liep naar de rand van het dak. Zijn ogen gleden over grond heen.
"We moeten van de daken af zien te komen," hij was opzoek naar een plaats waar ze eraf konden springen zonder dat soldaten hen zouden zien.
Shanara kwam voorzichtig overeind. Ze stapte onbehoedzaam naar Kenjo toe. Een luide krak schalde door de explosies heen. De twee voelden zich vrij komen van de grond. Ze vielen in vrije val naar beneden samen met het kruimelende beton. Met een klap kwam Kenjo tot een halt. De houten tafel waar hij op beland was begaf het direct onder zijn gewicht. Kreunend rolde hij zich om. De tafel en zijn harnas hadden het meeste van de klap opgevangent Toch deed ieder spiertje in zijn lichaam zeer.
"Uhg, zo had ik het niet bedoeld," gromde Kenjo, terwijl hij zich overeind drukte. Voorzichtig opende hij zijn ogen om de puinhoop die ze hadden aangericht te aanschouwen.
'Shanara?' Zijn blik gleed naar het meisje wat voor hem lag. Ze was direct tegen de grond geklapt. Kenjo staarde in schok toe hoe ze overeind krabbelde, kreunend en klagend. Hij was nog verbaasder toen hij de schade zag. Of juist het gebrek daaraan. Een snee in haar wang was alles wat er was en dat ze er iets verdwaasd uitzag, terwijl ze zich overeind drukte.
"Rot jurk," Mompelde ze, terwijl ze de scheuren erin bekeek. Gelukkig was het nog draagbaar en hoefde ze niet open en bloot rond te lopen. Een tel later landde de blonde jongen op de grond. Zonder enig probleem of schrammetje. Kenjo keek de jongen met vernauwde ogen aan. Wat er ook met dat jong was, er klopte gewoon iets niet aan. Hij werd verstoord uit zijn gedachten door een stem. Hoog en vrouwelijk.
"O mij.. Dat.. Dat is het meisje van de Bellefroid,' Kenjo en Shanare keken beide geschrokken om van de bibberende stem. In de hoek van de kamer stond de vrouw die had gesproken. Ze droeg een baby in doeken gewikkeld in haar armen en werd beschermd door een oude man die met trillende handen een verroest jachtgeweer vasthield. Shanare vernauwde haar ogen naar de man en een hand vond zich een weg naar de greep van haar zwaard. Kenjo was de eerste die echt in actie kwam. Heel voorzichtig, stapje voor stapje, liep hij dichter naar de man toe met zijn armen hoog in de lucht gehouden om zijn onschuld te bewijzen.
"Meneer, we willen u en uw familie niets aan doen."
De man hoorde niets. Toch haalde hij zijn geweer weg en gingen zijn ogen naar zijn vrouw.
'Weet je het zeker, vrouw?" De vrouw keek naar haar man als of hij dom was.
'Natuurlijk! kijk dan,' Ze liep naar Shanara, Kenjo en de blonde jongen toe, die nog steeds behoedzaam naar het stel staarden.
'Vrouwe,' sprak ze vol respect en boog diep door haar knieën.
Shanara liet haar houding ontspannen.
De vrouw kwam weer overeind met een glimlach. "We kunnen u helpen."
Meteen was alle aandacht naar die vrouw in haar oude lappen jurk gericht.
"Hoe?" Shanara sprak in de scherpe stem die ze niet zou moeten hebben.
"Ik heb een zus buiten de stad. Zij heeft een boerderij en kan jullie van voedsel, kleding en onderdak voorzien," De vrouw begon gelijk door een stapel boeken te frunniken.
"Waarom zou ze ons helpen?"
Heel kort keerde de vrouw zich weg van haar bezigheden om een glimlach aan de uitverkorenen te schenken.
"Één blik op u en ik weet zeker dat ze u helpt. U bent althans de uiverkorenen. Maar als ze echt problemen zal geven, geef haar dan dit,' De vrouw trok een oude foto uit de stapel. Zo'n foto die je bijna nooit meer zag. Eentje die nog niet gedigitaliseerd was, maar nog afgedrukt was. Ze haalde een pen uit haar schort te voorschijn en begon er woorden op te krassen voor ze het aan Shanara voorhield. Shanara pakte het direct aan. Kenjo draaide zich blozend om toen ze het tussen haar boezem stopte.
"Dank u wel, we..." Shanara kreeg geen tijd om haar zin af te maken. Een luid gebonk die de deur liet trillen onderbrak haar.
De man die het hele gesprek stil was gebleven sprong eindelijk in actie. "Snel! De achterdeur," schreeuwde hij uit. De vrouw begon hen gehaast naar het kleine houten deurtje achterin de kamer te leiden.
"Mijn zus heet Eleanor, reis naar het noorden; het Gaskas pad." Dat waren haar laatste woorden voor ze de deur tussen hen in sloot.
De stemmen van het huis bleven door hen hoofd spinnen, terwijl ze renden. De schoten die volgden lieten hun trommelvliezen trillen. Heel kort bleven ze stilstaan. Hun ogen allemaal bedroefd naar het huisje gericht wat langzaam door vlammen werd verzwolgen. Die mensen hadden ook kunnen ontsnappen. Ze waren alleen achtergebleven om hen een voorsprong te geven.
"We moeten verder," Shanara verbrak hiermee eindelijk de rauwende stilte. Ze bewogen zich behoedzaam door de eens zo mooie straten van Isabel. De straten die nu alleen nog gesierd werden door lijken en as. Er was nergens nog een teken van leven te bekennen. Zelfs soldaten waren er niet meer te zien. Het geluid van een hoorn bereikte hun oren. Het was afgelopen. De soldaten trokken zich terug. In stilte maakte de groep van drie ook hun uittocht. Meteen vluchtten ze het bos in. Geen van hen wou nog een blik naar achteren werpen. Ze zouden hun stad alleen in vlammen zien. Geen beeld wat ook maar één van hen wou herrinneren. De dichte wouden hielden hen verscholen voor soldaten die de terugkeer naar hun basis aan het maken waren. De nacht werd in stilte doorgelopen. De blonde jongen voorop, Kenjo in het midden en Shanara met hangende schouders achteraan.
Isabella was vannacht gevallen. Net als één van de zeven nobelen, heer de Bellefroid. Hoe lang zou het duren voor er nog meer nobelen vielen? Was nobel Chyros, hun alliance, als volgende aan de beurt? Of was al dit geweld echt alleen voor haar bedoeld. Om de uitverkorenen te vermoorden. Voetstappen begonnen naast haar op te klinken. Even liet Shanara haar blik omhoog keren naar Kenjo die naast haar was verschenen. Hij keek haar aan met schuldige ogen.
"Het spijt.."
Shanara sshte hem voor hij zijn zin kon afmaken. "Er was niets wat je kon doen, Kenjo."
Ze richtte haar blik weer naar de grond. Als ze dit anders hadden aangepakt of als ze zich gewoon had overgegeven was niets van dit alles gebeurd. Ze had het moeten zien te voorkomen. Ze richtte zich op naar de hemel. Door het dikke bladerdak kon ze de rode stralen van de volle maan nog zien.
"De tijd van verdoemenis is aangebroken."

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 27 dec 2010 17:18
door Cubiculum Nephilia
Goed verhaal! Vanaf het begin zat ik er gelijk in. Dat gebeurt niet vaak. :)
Ik ben zeer benieuwd naar hoe dit verder zal gaan.

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 28 dec 2010 19:59
door JodieJJ
iet echt een stpannend stukhe... ik beloof dat het volgende spannender is :) meer actie hahah xD
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 2
Illusies


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De groep van drie reisde nog steeds door de bossen. Ze hadden amper nog een woord tegen elkaar gezegd. Niemand voelde zich aangesproken om de rauwende stilte te verbreken.
De blonde jongen liep, zoals gewoonlijk, weer voorop. Hij leek de route al volledig uitgestippeld te hebben. Toch bleven ze wel dicht bij de gebroken weg die naar Gaskas moest leiden lopen. Gewoon voor de zekerheid.
Kenjo verbrak in de groep als eerste de stilte. Hij liep dicht bij Shanara en zover mogelijk van de blonde jongen af. Het was dan ook niet de bedoeling dat die jongen hem zou horen.
"Wie is hij, vrouwe?" Sprak hij, met achterdocht naar de jongen kijkend.
"Stop met me vrouwe te noemen. Shanara is mijn naam," was het enige kille antwoord wat hij terug kreeg.
"Oké, Shanara wie is die jongen?" Probeerde Kenjo opnieuw.
"Zoals ik al zei; hij is een vriend van mij. Zijn naam is Jukka," sprak Shanara luchtig. Kenjo vond het allemaal maar nika. De jongen bleef verdacht.
Inmiddels was de nacht gevallen, maar ondanks de duisternis bleven ze doorlopen. Voor zonsopgang moesten ze zo ver mogelijk bij Isabella verwijderd zijn en dus liepen ze door tot een oranje gloed zich door de bomen wringde en hen signaleerde dat de morgen was aangebroken. De drie waren gebroken en uitgeput. Hun pas was vertraagd. Ze konden hun voeten geeneens meer konden optillen.
"Mijn voeten schroeien weg," mompelde Kenjo naar niemand specifiek.
Shanara kwam tot een halt en Jukka voegde zich bij de twee. De jongen had nog steeds voorop gelopen en leek meer energie te hebben dan zijn medereizigers.
"Het is beter als we een rustplaats zoeken en misschien ergens wat te eten proberen te zoeken," zei Shanara, terwijl ze haar omgeving al aan het onderzoeken was. Kenjo knikte instemmend, blij dat ze eindelijk hun hoog nodige rust zouden krijgen.
Shanara richtte zich op de blonde jongen, "Jukka, kun je een plaats zoeken waar we kunnen rusten en eten?"
Jukka gaf een korte knik voor hij tussen de bomen door verdween in een snelle sprint. Het duurde maar een paar tellen voor hij al weer terug was. Hij gaf Shanara een korte duw voor hij in een zacht drafje begon weg te lopen. Shanara fronste haar wenkbrauwen voor ze naar Kenjo keek.
"We moeten hem volgen," sprak ze voor ze Jukka achterna sprintte. Kenjo keek vreemd naar de twee op voor hij ook de achtervolging inzette.
Jukka sprintte het bos uit, door totdat hij op de oude weg naar Gaskas terecht kwam. Shanara volgde hem op de voet en Kenjo er iets verderop achteraan. Aan de horizon verscheen langzaam een boerderij, met grote weiden vol vee erom heen. Was dat hun bestemming? Jukka en Shanara gingen er in ieder geval recht op af.
Voor de boerderij stond een schriele man hen al op te wachten. Hij had een hooivork in zijn handen als wapen.
"Jullie daar! Geen stap verder," Schreeuwde hij, zodra ze nog geen tien meter van de boerderij verwijderd waren. De grijze wazige ogen van de man staarde hen één voor één aan. Zodra zijn ogen op Shanara vielen, viel de hooivork met een kletterend geluid op het stenen paadje.
"Oh, mijn goede God! De uitverkorenen leeft nog,"
Shanara gaf de man een zachte glimlach, die ondertussen op zijn knieën voor haar was gevallen.
"Meneer," sprak ze op een verleidelijke toon die iedereen zou doen gehoorzamen, althans degene van het mannelijke geslacht waren. "We zijn opzoek naar onderdak."
De man sprong direct overeind.
"Maar natuurlijk, vrouwe. Kom mee naar binnen. U moet door hel en terug zijn geweest," mompelde hij, terwijl hij de voordeur van het kleine boerderijtje opendeed.
"We hebben de verhalen over Isabella al gehoord. Is het werkelijk zo vreselijk?"
Shanara knikte naar de man. Ze maakte feit van de roddels.
Alle vier de mensen keken op toen voor hen het geluid van brekend service opklonk. Een vrouw in een vuilen jurk met een schort aan de voorkant was in de deurpost naar de keuken verschenen. Ze had een witte doek om die haar haren bedekten.
"Dat...Dat..." Ze struikelde over haar eigen woorden, terwijl ze naar de onverwachte gasten staarde.
Shanara rolde haar ogen. Waarom was iedereen zo geshockeerd als ze haar zagen.
"Ja, de uitverkorenen is hier," het sarcasme in haar stem drong niet tot de bewoners door. De vrouw bleef haar alleen met grote ogen aankijken, voor ze in rap tempo begon te praten.
"Oh mij, ik zal meteen eten klaar maken," de vrouw was alweer door de deur verdwenen voor iemand wat kon zeggen.
"Excuses voor mijn vrouw," mompelde de man die nog bij het groepje stond.
"Ik ben Couscous," stelde hij zich met een glimlach voor.
Alle drie staarden hem vreemd aan door de naam.
"Jaja, Ik weet het, mijn moeder was volgens mij erg dol op eten," lichtte hij met een glimlach toe. "Volg mij alstublieft dan breng ik jullie naar de woonkamer." Ze liepen met zijn allen in een rijtje door het smalle gangetje wat naar de woonkamer leidde. De woonkamer zag er erg ouderwets uit, met een hoop vervallen meubelen.
"Doe alsof je thuis bent," Couscous wees naar de banken die versierd waren met gaten.
"Ik moet even bij het vee gaan kijken. Ze zijn al de hele nacht onrustig vanwege die aanslag," sprak Couscous voor hij door de deur verdween. Twee minuten zat het groepje in volledige stilte voor de vrouw, die nog steeds naamloos was, weer verscheen. Ze droeg een dienblad met thee en brood erop. Met bibberende handen begon ze de thee voor iedereen in te schenken.
"Alstublief," klonk het op bij ieder kopje dat gevuld werd. Ze legde het brood op het midden van het gammele tafeltje neer. Heel even bleef ze in de gebukte stand staan. Ze leek niet helemaal met haar gedachten bij haar bezigheden te zijn. Alsof er een lampje begon te branden schoot ze weer overeind.
"Oh mij, ik ben me helemaal vergeten voor te stellen!" Bracht ze erin paniek uit.
Shanara sprak op, voor ze zelf antwoord kon geven. "Eleanor is het toch?"
De vrouw schonk een vragende blik aan de uitverkorenen die overeind stond.
"Ja dat klopt. Hoe..?"
Shanara haalde de foto te voorscheen en gaf hem aan de vrouw. Eleanor staarde er met open ogen naar. Langzaam begonnen de glinsteringen van tranen erin zichtbaar te worden.
"Zijn ze ontsnapt?" Bang keek ze naar het trio op de banken. Ze hadden allemaal hun ogen weggekeerd van haar. Hun stilte sprak meer dan duizend woorden. De foto viel op de grond en tranen drupten er zachtjes naast.
"Excuses, ik moet even weg," klonk haar fluisterende stem.
Ze was binnen een tel verdwenen.

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 03 jan 2011 13:18
door Elise
Kenjo vond het allemaal maar nika.
Niks :P
Ze konden hun voeten geeneens meer konden optillen.
Ik denk dat het mooier is als je het zo formuleerd:
Ze konden hun voeten niet eens meer optillen.
"We moeten hem volgen," sprak ze voor ze Jukka achterna sprintte.
Volgens mij moet er een komma tussen ze en voor, maar zoals je weet ben ik geen held in komma's dus ik weet het niet zeker :P En ik denk dat "voordat ze Jukka achterna sprintte" beter zou klinken (A)
"Jullie daar! Geen stap verder," Schreeuwde hij, zodra ze nog geen tien meter van de boerderij verwijderd waren.
"Jullie daar! Geen stap verder!" Schreeuwde hij,
Of:
"Jullie daar! Geen stap verder," schreeuwde hij,
De grijze wazige ogen van de man staarde hen één voor één aan.
De grijze, wazige ogen van de man staarden hen één voor één aan.
Alle vier de mensen keken op toen voor hen het geluid van brekend service opklonk. Een vrouw in een vuilen jurk met een schort aan de voorkant was in de deurpost naar de keuken verschenen.
Alle vier de mensen keken op toen voor het het geluid van brekend servies opklonk. Een vrouw in een vuile jurk met een schort aan de voorkant was in de deurpost naar de keuken verschenen.
"Ja, de uitverkorenen is hier," het sarcasme in haar stem drong niet tot de bewoners door. De vrouw bleef haar alleen met grote ogen aankijken, voor ze in rap tempo begon te praten.
"Oh mij, ik zal meteen eten klaar maken," de vrouw was alweer door de deur verdwenen voor iemand wat kon zeggen.
"Ja, de uitverkorene is hier." Het sarcasme in haar stem drong niet tot de bewoners door. De vrouw bleef haar alleen met grote ogen aankijken, voordat ze in een rap tempo begon te praten.
"Oh mij, ik zal meteen eten klaar maken." De vrouw was alweer door de deur verdwenen voordat iemand wat kon zeggen.

Dit zijn geen doorlopende zinnen, dus de komma word in dit geval een punt en de volgende zin begint gewoon met een hoofdletter.
Couscous wees naar de banken die versierd waren met gaten.
Versierd of ontsierd? Mij lijkt een bank die vol met gaten zit, bijvoorbeeld doordat hij is aangevreten door muizen, niet versierd maar ontsierd :P Maar als je het over houten banken hebt waar voor de sier gaten in zijn gemaakt, dan is het inderdaad versierd :P
Bracht ze erin paniek uit.
Bracht ze in paniek uit.


Verder heb ik niks kunnen vinden, maar ik vind het een leuk stukje :D Ik ben benieuwd wat je verder van het verhaal gaat maken en wat er allemaal nog komen gaat :D

Re: Het lot [Werktitel]

Geplaatst: 12 jan 2011 21:19
door JodieJJ
Sorry voor de lange duur :) maar hier is een nieuw stukje!
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
De drie bleven in stilte zitten. Shanara liet het blad van één van haar zwaarden tussen haar vingers glijden. Ze probeerde zich voor te stellen hoe het voor die vrouw was om te horen te krijgen dat haar zus was overleden, maar haar gedachten bleven er blank over. Ze wist dat ze het erg moest vinden, maar het gevoel bleef weg.
"Denk je dat er nog meer overlevende zijn?" Shanara keek op naar Kenjo. Ze knikte, als zij hadden weten te ontsnappen, moesten dat ook nog andere mensen zijn gelukt.
"Royale wacht?" nu wist Shanara eindeliijk waar Kenjo eigenlijk naar op uit was. Hij wou simpelweg weten of er een kans bestond dat één van zijn familieleden nog zou leven en dat ze niet hetzelfde lot hadden getroffen als de zus van Eleanor. Shanara staarde naar de grond onder zich, bedenkend. Uiteindelijk keek ze weer omhoog in Kenjo zijn afwachtende gezicht.
"Bestaat er een kans dat één van de royale wacht heer de Bellefroid zou verraden?" zodra Kenjo daar het antwoord had op bedacht, zou hij zijn eigen vraag ook kunnen invullen. Zijn gehele familie was weggevaagd en hij was als enige overlevende. Een deur ging weer open. Couscous stond in de ingang. De man leek weinig door te hebben van de rauwende stilte die in de woonkamer hing.
"Zo jongelui, tijd om wat op te frissen lijkt me," hij gooide zijn glimlach in de groep en de rest deed schijnheilig met hem mee.
"Ik zal mijn vrouw zo kleren laten klaar leggen en dan kunnen jullie één voor één een bad nemen," ze waren alledrie al opgestaan met nu alleen de vraag nu; wie gaat eerst? Couscous haalde hen gelijk uit de verwarring.
"Dames eerst," hij seinde Shanara om hem te volgen. Met een zwaai gooide hij een van de deuren op de eerste verdieping op. De badkamer... voor wat het waard was. Een metalen bad stond in het midden op de oudbruine tegeltjes. Groene douchgordijnen hingen er als enige bedekking omheen. Er stond nog een teil aan de zijwand waarvan Shanara niet eens wilde weten waarvoor hij gebruikt werd.
"Je kunt je spullen in die wand leggen, dan zal mijn vrouw ze proberen op te lappen," Couscous wees naar een mand die Shanara nog over het hoofd had gezien. Na een korte knik verdween de horige. Iets ongemakkelijk liep Shanara naar de roestige kraan en draaide hem open. Water begon er uit te plenzen en de badkuip werd lagzaam gevuld. Haar kleren liet ze van zich afzakken. De bloederige gescheurde jurk gaf ze een blik voor ze hem in de mand gooide. Daar zou weinig aan te redden vallen, niet dat het uitmaakte. Haar zwaarden legde ze naast de badkoop neer. Er was geen enkele rede voor de vrouw om daar aan te komen. Voorzichtig liet ze zich in het water zakken, zodra de kuip warm en vol was. Het warme water liet haar huid tintelen. Gelijk werden haar spieren loodzwaar, vermoeidheid nam haar lichaam over. Zelfs de wondjes die brandden in het hete water waren niet genoeg om haar wakker te houden.
Een deur die openging wekte Shanara op. Het water klotste om haar lichaam, terwijl ze overeind schoot.
"Wie is daar?" haar stem was hoger dan normaal.
Een vrouwelijke stem galmde door het kleine badkamertje, haar schim was achter het gordijn te zien. "Ik ben het, Eleanor. Ik heb wat kleren voor je klaargelegd."
Shanara kon nog steeds een lichte tremor in haar stem horen. Ze was nog overstuur van het nieuws.
"Dank je."
"Geen enkele dank voor nodig, liefje. Als er iemand is die ons uit deze hel kan halen ben jij het wel. Ik zou jou moeten bedanken."
Shanara liet haar ogen naar beneden vallen. De hoop in Eleanor haar stem was er niet één die ze wou horen. Ze zou het alleen maar teleurstellen. Een deur ging weer dicht met krakende geluiden, Eleanor was weer uit de badkamer verdwenen. Het water was onderhand koud aan het worden. Shanara rees eruit op. Een handdoek, die naast de badkuip had gelegen, sloeg ze om haar middel en haar ogen bekeken de kleding die voor haar klaar waren gelegd. Een jurk. Waarom moesten vrouwen toch altijd een jurk dragen. Ze waren oncomfortabel, zaten altijd in de weg, met een woord afschuwelijk. Dus waarom toch altijd die jurk. Met een lelijk gezicht begon ze zich erin te werken. Haar witte japon was tenminste nog licht en dun geweest. Dit was een zwaar bruin ding, wat uit honderd lagen leek te bestaan. Ze trok zelf de koorden van het korset van de jurk licht aan. Nog een onderdeel dat ze aan de outfit haten. Korsetten haalden alle bewegelijkheid van de romp weg. Ze dwongen je om kaatsrecht te staan, de hele dag lang, omdat dat nou eenmaal chique was. Ze bond de riemen van haar zwaarden om haar middel. Ze op haar rug dragen zou in deze jurk niet comfortabel zijn. Met krakende stappen kwam ze naar beneden. Jukka en Kenjo zaten nog steeds in de woonkamer te wachten. Jukka had rustig zijn ogen gesloten en Kenjo staarde wat ongemakkelijk om zich heen. Zodra hij haar zag vrolijkte zijn gezicht op.
"Ah, daar ben je," sprak hij opgetogen.
Met opgetrokken wenkbrauwen liet Shanara zich in een stoel zakken, die meteen begon te piepen onder haar lichte gewicht. De vrouw Eleanor verscheen vanuit de keuken, ze had een warme maaltijd in haar handen die ze voor Shanara neerzette.
"Één van jullie kan zich nu wassen, er liggen al kleren in de badkamer klaar," ze wees naar Kenjo en Jukka. Kenjo was degene die het snelst reageerde. Hij wou maar al te graag van het vuil af wat aan zijn lijf geplakt zat.
Shanara kreeg amper een hap door haar keel van vermoeidheid. Eleanor leek het door te hebben en haalde het bord bij haar weg.
"Ik heb een slaapplek voor je boven," Shanara gaf haar een vriendelijk knikte terug, dat aanbod nam ze maar al te graag aan. Samen liepen ze de trappen weer op, waar Shanra een twee persoonskamer aangeboden kreeg. Even staarde ze alleen. Ze was te moe om te vragen van wie de kamer oorspronkelijk was. Zodra haar lichaam het matras raakte was ze weg, in kleding en al.

Gestamp, krakende geluiden, angstig loeien, nog meer gestampt, schreeuwende stemmen. Kenjo kwam overeind uit het bed waar hij in slaap was gevalen. Hij spitste zijn oren op het geluid wat hem had wakker gemaakt. Zijn ogen vielen op het gestalte die bij het raamkozijn stond. Jukka was allang wakker geweest en zijn gouden ogen staarden over de velden opzoek naar de oorzaak van de onrust in de stallen.
"Is er iets aan de hand?" mompelde Kenjo met krakende stem.
Jukka haalde zijn schouder op voor hij door de deur vertrok.
Shanara kwam op dat moment ook haar kamer uit. Haar ogen stonden al scherp en lang niet zo vermoeid als die van Kenjo.
"Hoorden jullie dat ook?"
De twee jongens knikten in koor.
"Laten we gaan kijken wat het is," Jukka verdween gelijk en geluidloos naar de begaande grond. Sluipend volgden Kenjo en Shanara. Er was geen spoor van Eleanor en Couscous te bekennen, misschien dat zij in de stallen waren.
"Couscous, Eleanor?" Kenjo zijn fluisterende stem sneed door de duisternis. Het grind onder hun voeten knisperde met iedere stap die ze dichter naar de stal toe liepen.
Kenjo wou nogmaals roepen nu harder. De dreigende blik van Jukka liet hem zijn mond houden.
"Sst, ik denk dat er iets in de stallen is," vertaalde Shanara de blik.
"Laat me los!" de gil schrok alledrie de reizigers op. Eleanor.
"Blijf met je vuile poten van.." De zin geschreeuwd met de stem van Couscous werd nooit afgemaakt. Alleen een klap en het gerinkel van metaal volgde. Als een startsein sprintten Jukka, Shanara en Kenjo naar de stal toe. Met een klap sloeg Kenjo de deur open. Voor hen zagen ze Couscous bewustloos in de stal liggen. Bloed droop langs zijn slaap naar beneden. Eleanor werd een paar meter verderop door twee mannen vastgehouden. Mannen in rood en blauw, de mannen die Isabella hadden aangevallen. Er was nog een derde soldaat. Hij stond voor de vrouw. Jukka, Shanara en Kenjo konden alleen zijn rug zien.
"Waar is de uitverkorenen," gromde de man laag en dreigend. Een dolk glinsterde in het licht, nog geen tien centimeter van Eleanor haar hals.
"We weten dat ze hier is, dus geef maar gauw antwoord voor we op andere maatregelen over gaan," het mes gleed langs de de huid, het liet een dunne rode lijn achter.
De stem van Eleanor trilde onherroepelijk, terwijl ze sprak, "Ik zweer het, ze is niet.." Shanara liet haar niet uitpraten.
"Hier ben ik," haar handen wonden zich al om de grepen van haar zwaarden. De soldaat kon alleen met wijde ogen staren, terwijl het staal door zijn strot boorde. Een verstikkend geluid klonk door de stal en bloed spoot uit de arteriën. De andere twee soldaten lieten Eleanor los. Wapens werden getrokken en richtte zich op de uitverkorenen. Eleanor kroop direct naar haar man toe,
Nog voor één van de soldaten kon schieten was Kenjo al naar voren gestormd. Zijn vuist maakte contact met de wang van de voorste man. Nu baalde hij ervan dat zijn geweer nog op zijn kamer lag. Hij draaide om zijn hielen, klaar om de andere soldaat neer te halen. Tot zijn verbazing lag de soldaat al op de grond, dood. ZIjn ogen gleden naar de dader, Jukka. Een bloed stroompje liep langs zijn lippen. Kenjo keek met grote ogen naar de blonde jongen. Hoe had hij in zo'n korte tijd iemand kunnen neerhalen en zelf een klap ontvangen. Kenjo zijn aandacht werd afgeleidt door het klinkende geluid van zwaarden die tegen elkaar ketsten. Shanara was druk in een zwaardgevecht met een nieuw verschenen soldaat. Kenjo keek bijna geschokt toe toen hij zag hoe Shanara de man zonder enige moeite wist te overmeesteren. De katana drukte tegen de man zijn hals.
"Wat doen jullie hier," siste Shanara laag naar de man.
De man slikte, dat was het enige geluid wat er uit hem kwam. Het blad drukte dichter tegen de hals tot het door de huid brak.
"We komen voor jou," bracht de man verstikkend uit.
"Dus het is bekend dat ik nog leef?" de man knikte angstig. Shanara krulde haar lippen om in een sneer voor ze het zwaard doordrukt en de luchtpijp doorsneed. In een slappe hoop viel de man neer.
"We moeten hier weg," sprak ze zodra ze naar Kenjo toe liep, die over Couscous gebogen zat. Eleanor zat ernaast met de hand van haar man in haar handen.
"Ik weet het," mompelde Kenjo, hij was bezig met het beluisteren van de polsslag.
Shanara liet zich naast Eleanor zoeken.
"Eleanor, met u man komt alles goed. Laat ons u naar binnen brengen," Eleanor keek met waterige ogen op, haar enige antwoord was een kort knikte. Shanara ondersteunde haar, terwijl ze omhoog kwamen. Kenjo droeg Couscous met zich mee.
"Ik dacht dat er meer soldaten waren geweest," mompelde Kenjo onverschillig, terwijl ze naar buiten liepen. Shanara haar ogen werden wijd, "Er waren er meer!"
Een sissend geluid klonk achter hen op. Reflexmatig draaiden ze zich om. De loop van een geweer brandde voor hun neuzen.
"Altijd je vijanden tellen," grijnsde de drager van het geweer. Een zacht grommend geluid steeg op uit het duister. De man had amper tijd zich om te draaien. Twee handen grepen zijn schouders, alsof het klauwen waren braken ze door de huid heen. Jukka was vanuit de stal opgesprongen. Zijn mond was opengesperd, gericht naar de hals. Kenjo keek verschrikt toe hoe de jongen op het punt stond zijn tanden in de hals van de soldaat te brengen. In de laatste seconde toonde de waarheid zich. De blonde jongen verdween voor zijn ogen, alleen een enorm wit monster bleef over. De kaak van het machtige beest klapte dicht om de nek, een krakend geluid van bot klonk door de nacht. Meteen sprong de wolf weer weg en de soldaat zakte dood op de grond. Kenjo knipperde zijn ogen, de wolf was verdwenen en de blonde jongen met gouden ogen stond er weer. Alleen de bloedsporen waren nog te zien, over zijn handen en om zijn lippen.
Kenjo hapte als een vis op het droge naar adem. Een wolf. Een bloeddorstig vreselijk monster. Zijn blik gleed naar Shanara. Ze keek terug met stale ogen.
"Later," fluisterde ze zacht. Had ze hier vanaf geweten? Had ze geweten dat er een moordlustige wolf met hen had meegereisd?