Laatste zucht
Geplaatst: 03 jan 2011 16:05
Ik pak mijn fiets uit de garage. De kerstvakantie is net voorbij. Het was een leuke vakantie. We gingen met het hele gezin skiën. Toch ben ik blij om weer naar school te gaan. Ik heb mijn vrienden gemist. En Ashley. Ashley is al twee jaar mijn vriendinnetje, en ik heb haar enorm gemist. Gelukkig kan ik haar vandaag weer zien. Ik stap op mijn fiets. Ik ben nog steeds diep in gedachten verzonken, als ik mijn naam hoor.
'Logan!,' hoor ik iemand roepen.
Ik herken de stem meteen en mijn hart gaat sneller kloppen. Ik trap op de rem en stap van mijn fiets. Opnieuw roept iemand me. Abrupt draai ik me op. Ik zie Ashley naar me toe rennen. Mijn hart gaat nóg sneller kloppen. Op drie meter afstand staat ze stil. Nu ben ik degene die in beweging komt en loop twee meter naar voren. Hier blijf ik stil staan. Dan slaat ze haar armen om mijn nek. Ik krijg bijna geen lucht meer, dus maak ik me los uit haar greep. Ik leg haar handen op mijn schouders, en mijn eigen handen om haar middel. Er verschijnt een glimlach op haar gezicht, en ook mijn mondhoeken trekken omhoog. Ik schraap min keel.
'Ik heb je gemist,' zeg ik. Ik zie hoe Ashleys wangen rood worden. Ik leg mijn hand op haar wang.
'Ik jou ook,' zegt ze. Ik duwde mij lippen zachtjes op die van haar. Zo bleven we een paar seconden, misschien wel minuten, staan. We werden onderbroken door de schoolbel die in de verte klonk. Ze trok haar hoofd terug en glimlachte naar me. Ik pakte haar hand en samen liepen we naar mijn fiets.
'Wil je een lift?,' vraag ik.
'Ja maar... Waar moet ik dan zitten? Je hebt geen bagagerek meer,' stelde ze vast. Dat was waar, die was gebroken. Ik lachte, en tikte op de stang van mijn fiets.
'Je kan hier wel zitten,' stelde ik voor. Ik moet nog harder lachen om haar gezicht. Ze keek verbaasd en geschokt tegelijk, maar kwam toch zitten. Ik racete naar school. Toen we op school aankwamen pakte ze mijn hand en liepen we samen naar het lokaal. Het was een wonder, maar we waren nog niet de laatste. Ashley kneep even in mijn hand, liet hem los en ging toen op de ene laatste rij naast Laura, een van mijn zussen, zitten. Ik ging schuin achter haar naast Tobias, mijn beste vriend, zitten. Hij heeft halflang, blond haar en is, ik moet het toegeven, best knap. Ik kijk naar Ashley. Zelfs van achteren is ze mooi.
‘Hé man, waar was je?,' hoor ik Tobias zeggen. Ik kijk nog steeds naar Ashley. Ze draait zich om.
‘Hij gaf me een lift,' zegt ze en ze glimlachte naar me op een manier zoals niemand anders glimlachen kan. Ik glimlachte ook en gaf haar een knipoog. Ze giechelde en draaide weer terug.
‘Ik had het kunnen weten,' hoor ik Tobias mompelen. Ik grijns. Ik denk terug aan vanmorgen op de fiets. Ashleys haren waaide iedere keer in mijn gezicht. Het rook lekker. Het was een geur die ik niet zou willen missen. Het rook naar…
‘Wat is het antwoord hierop, meneer Hempshire?,' vraagt de leraar aan me.
‘Lelies,' antwoord ik. Ik voel hoe het bloed naar mijn wangen stijgt. Dat was het antwoord helemaal niet. Dat was gewoon hoe het haar van Ashley ruikt. Ik kan wel door de grond zakken.
‘Ik bedoel… Ik heb geen flauw idee,' stamel ik.
‘Misschien kan je de volgende keer even bij de les blijven, meneer Hempshire, in plaats van bij wat er vanochtend is gebeurt.'
'Logan!,' hoor ik iemand roepen.
Ik herken de stem meteen en mijn hart gaat sneller kloppen. Ik trap op de rem en stap van mijn fiets. Opnieuw roept iemand me. Abrupt draai ik me op. Ik zie Ashley naar me toe rennen. Mijn hart gaat nóg sneller kloppen. Op drie meter afstand staat ze stil. Nu ben ik degene die in beweging komt en loop twee meter naar voren. Hier blijf ik stil staan. Dan slaat ze haar armen om mijn nek. Ik krijg bijna geen lucht meer, dus maak ik me los uit haar greep. Ik leg haar handen op mijn schouders, en mijn eigen handen om haar middel. Er verschijnt een glimlach op haar gezicht, en ook mijn mondhoeken trekken omhoog. Ik schraap min keel.
'Ik heb je gemist,' zeg ik. Ik zie hoe Ashleys wangen rood worden. Ik leg mijn hand op haar wang.
'Ik jou ook,' zegt ze. Ik duwde mij lippen zachtjes op die van haar. Zo bleven we een paar seconden, misschien wel minuten, staan. We werden onderbroken door de schoolbel die in de verte klonk. Ze trok haar hoofd terug en glimlachte naar me. Ik pakte haar hand en samen liepen we naar mijn fiets.
'Wil je een lift?,' vraag ik.
'Ja maar... Waar moet ik dan zitten? Je hebt geen bagagerek meer,' stelde ze vast. Dat was waar, die was gebroken. Ik lachte, en tikte op de stang van mijn fiets.
'Je kan hier wel zitten,' stelde ik voor. Ik moet nog harder lachen om haar gezicht. Ze keek verbaasd en geschokt tegelijk, maar kwam toch zitten. Ik racete naar school. Toen we op school aankwamen pakte ze mijn hand en liepen we samen naar het lokaal. Het was een wonder, maar we waren nog niet de laatste. Ashley kneep even in mijn hand, liet hem los en ging toen op de ene laatste rij naast Laura, een van mijn zussen, zitten. Ik ging schuin achter haar naast Tobias, mijn beste vriend, zitten. Hij heeft halflang, blond haar en is, ik moet het toegeven, best knap. Ik kijk naar Ashley. Zelfs van achteren is ze mooi.
‘Hé man, waar was je?,' hoor ik Tobias zeggen. Ik kijk nog steeds naar Ashley. Ze draait zich om.
‘Hij gaf me een lift,' zegt ze en ze glimlachte naar me op een manier zoals niemand anders glimlachen kan. Ik glimlachte ook en gaf haar een knipoog. Ze giechelde en draaide weer terug.
‘Ik had het kunnen weten,' hoor ik Tobias mompelen. Ik grijns. Ik denk terug aan vanmorgen op de fiets. Ashleys haren waaide iedere keer in mijn gezicht. Het rook lekker. Het was een geur die ik niet zou willen missen. Het rook naar…
‘Wat is het antwoord hierop, meneer Hempshire?,' vraagt de leraar aan me.
‘Lelies,' antwoord ik. Ik voel hoe het bloed naar mijn wangen stijgt. Dat was het antwoord helemaal niet. Dat was gewoon hoe het haar van Ashley ruikt. Ik kan wel door de grond zakken.
‘Ik bedoel… Ik heb geen flauw idee,' stamel ik.
‘Misschien kan je de volgende keer even bij de les blijven, meneer Hempshire, in plaats van bij wat er vanochtend is gebeurt.'