Endless Ocean: Blue World
Geplaatst: 16 jan 2011 18:19
Océane leeft met haar grootvader Jean-Eric, zeebioloog Hayako en schatzoeker GG op Nineball Island in Paulo. Océane is een gids voor mensen die het onderwaterleven willen zien, voornamelijk in Gatama Atoll. Ookal is ze pas zestien, ze is best slim voor haar leeftijd en laat zich niet van de wijs brengen door GG, die graag maffe verhalen vertelt over zijn avonturen. Hun bedrijf, R&R divingservice, is nog klein en niet zo populair. Maar wanneer Océane de waarheid over haar vader hoort, veranderd dat.
'Oh geweldig, er is een nieuwe vissoort gevonden bij de Blue Cliff!' gilt Hayako enthousiast, terwijl ze heftig bezig is met haar laptop. GG rolt met zijn ogen en neemt een grote slok van zijn glas, wat er dan ook mag in zitten.
'Blue Cliff? Dat ligt toch in Gatama Atoll, Océane?' vraagt Jean-Eric met een frons.
'Ja, helemaal...hier.' zegt ze en wijst een plek aan op de kaart. Hayako is ontzettend opgewonden en klapt in haar handen.
'Wat geweldig.' piept ze. Océane lacht en loopt naar de boot. Jean-Eric neemt plaats achter het stuur en GG en Hayako gaan meteen zitten op de bankjes. Océane tast naar haar ketting. Een touwtje met een stukje lapis lazuli er aan. Ze had het van haar vader gekregen, toen hij op zo'n grote zeilboot wegvoer. Hij heeft eigenlijk nooit gezegd waar naartoe, maar kort daarna werd haar verteld dat hij een auto-ongeluk had gehad en op slag dood was. Haar moeder stierf ook kort daarna, van depressie. Ze hongerde zichzelf uit, gewoon omdat ze geen zin had om uit bed te komen en haar dochtertje te zien die er niks van begreep. Telkens als ze nu vroeg hoe haar vader was aan Jean-Eric, kreeg ze hetzelfde antwoord : 'Hij leek op jou. En verder niks.'. En daar heeft Océane niks aan, ze wilt weten hoe haar vader precies was. Waarom hij wegging enzovoorts.
'Goed dan, Hayako en Océane. Jullie moeten nu naar beneden gaan, probeer niet te veel naar schattige beestjes te kijken, goed?' zegt Jean-Eric opeens. Hayako staat al klaar in haar groen met witte duikerpak. Gauw trekt Océane haar kleren uit en trekt haar zuurstoffles en haar bril aan. Ze heeft haar flippers al aan. Hayako steekt haar duim op en springt achterover in het water. Océane volgt haar en zwemt naar beneden. Ze knippert een paar keer met haar ogen. Ze voelt de druk op haar maag, het geeft haar een veilig gevoel. De bubbels en het luide ademhalen schrikt sommige vissen af, wat ze jammer vind. Het is een grote kleurenmassa hier, merkt ze. Koraal, vissen en prachtige zeebloemen. Bij deze momenten is ze zo blij dat ze leeft. Blij dat ze hier mag zijn, de wezens onder water helpen en beschermen tegen wrede mensen zoals GG. Hij had een keer een vis geslagen omdat hij hem irriteerde, ze werd zo kwaad. Je gaat iemand anders toch ook niet slaan als die irritant is? Nou ja, soms dan. Maar in dat geval niet. Met haar handschoen glijd ze langs het wier, dat soepel alle visjes laat rondzwemmen en om haar heen zweven. Je voelt je zo vrij en magisch onder water. Alsof je kan vliegen. Een klein visje zwemt langs haar ogen heen. Ze vist een brokje vissenvoer en laat het oplossen in het water. Het kleurrijke ventje hapt meteen toe, samen met zijn vriendjes. Océane giechelt als er een manta ray aan komt zwemmen die heftig naar haar vingers hapt.
'Oos, ga je nog mee of wat?' roept Hayako en verdwijnt achter het rif. Met tegenzin zwemt ze achter haar aan en kijkt toe hoe ze monsters neemt van koralen.
'Waarom doe je dat?'.
'Omdat ik deze nog nooit eerder gezien heb.' zegt ze en stopt een stukje in een zakje en laat hem in haar rugzak. Hayako runt een groot aquarium in Japan, groot genoeg om blauwe vinvissen te houden. De laatste tijd gaat het beter dan ooit, maar Hayako heeft geen zin om daar nog even te gaan kijken, ze vertelde dat er zo'n werknemer verliefd op haar is en dat ze liefde onlogisch vind.
'Waar is die nieuwe vissoort nou?' mompelt Océane en zwemt verder. Gele en oranje trompetvissen zwemmen geschrokken weg.
'Sorry toetervisje!' roept ze en stopt meteen, maar ze zijn al weg. Als ze zich omdraait kijkt ze in een groot en breed gapend gat. Aan het einde zit nog een kleiner gat. In het middenstuk zwemmen tuimelaars. Océane zwemt meteen naar ze toe en haalt haar fluitje te voorschijn. Ze blaast. Meteen zingen de dolfijnen terug en beginnen om haar heen te zwemmen. Océane draait rondjes op haar rug, de rest doet haar meteen na. Ze draait nog een rondje op haar flippers, de rest doet weer mee. Ze ligt dubbel van het lachen, de dolfijnen klikken ook mee. Dolfijnen zijn hele intelligente dieren, daarom bewondert Océane ze zo erg. Het liefst zou ze er eentje zijn, dan kon ze voor altijd onder water leven en genieten van dit paradijs. Of ze zou een zeemeermin zijn, dan zou ze ook leuke meermannen ontmoeten. Maar ja, die legendes bestaan niet. Althans, dat dacht ze.
'Oh geweldig, er is een nieuwe vissoort gevonden bij de Blue Cliff!' gilt Hayako enthousiast, terwijl ze heftig bezig is met haar laptop. GG rolt met zijn ogen en neemt een grote slok van zijn glas, wat er dan ook mag in zitten.
'Blue Cliff? Dat ligt toch in Gatama Atoll, Océane?' vraagt Jean-Eric met een frons.
'Ja, helemaal...hier.' zegt ze en wijst een plek aan op de kaart. Hayako is ontzettend opgewonden en klapt in haar handen.
'Wat geweldig.' piept ze. Océane lacht en loopt naar de boot. Jean-Eric neemt plaats achter het stuur en GG en Hayako gaan meteen zitten op de bankjes. Océane tast naar haar ketting. Een touwtje met een stukje lapis lazuli er aan. Ze had het van haar vader gekregen, toen hij op zo'n grote zeilboot wegvoer. Hij heeft eigenlijk nooit gezegd waar naartoe, maar kort daarna werd haar verteld dat hij een auto-ongeluk had gehad en op slag dood was. Haar moeder stierf ook kort daarna, van depressie. Ze hongerde zichzelf uit, gewoon omdat ze geen zin had om uit bed te komen en haar dochtertje te zien die er niks van begreep. Telkens als ze nu vroeg hoe haar vader was aan Jean-Eric, kreeg ze hetzelfde antwoord : 'Hij leek op jou. En verder niks.'. En daar heeft Océane niks aan, ze wilt weten hoe haar vader precies was. Waarom hij wegging enzovoorts.
'Goed dan, Hayako en Océane. Jullie moeten nu naar beneden gaan, probeer niet te veel naar schattige beestjes te kijken, goed?' zegt Jean-Eric opeens. Hayako staat al klaar in haar groen met witte duikerpak. Gauw trekt Océane haar kleren uit en trekt haar zuurstoffles en haar bril aan. Ze heeft haar flippers al aan. Hayako steekt haar duim op en springt achterover in het water. Océane volgt haar en zwemt naar beneden. Ze knippert een paar keer met haar ogen. Ze voelt de druk op haar maag, het geeft haar een veilig gevoel. De bubbels en het luide ademhalen schrikt sommige vissen af, wat ze jammer vind. Het is een grote kleurenmassa hier, merkt ze. Koraal, vissen en prachtige zeebloemen. Bij deze momenten is ze zo blij dat ze leeft. Blij dat ze hier mag zijn, de wezens onder water helpen en beschermen tegen wrede mensen zoals GG. Hij had een keer een vis geslagen omdat hij hem irriteerde, ze werd zo kwaad. Je gaat iemand anders toch ook niet slaan als die irritant is? Nou ja, soms dan. Maar in dat geval niet. Met haar handschoen glijd ze langs het wier, dat soepel alle visjes laat rondzwemmen en om haar heen zweven. Je voelt je zo vrij en magisch onder water. Alsof je kan vliegen. Een klein visje zwemt langs haar ogen heen. Ze vist een brokje vissenvoer en laat het oplossen in het water. Het kleurrijke ventje hapt meteen toe, samen met zijn vriendjes. Océane giechelt als er een manta ray aan komt zwemmen die heftig naar haar vingers hapt.
'Oos, ga je nog mee of wat?' roept Hayako en verdwijnt achter het rif. Met tegenzin zwemt ze achter haar aan en kijkt toe hoe ze monsters neemt van koralen.
'Waarom doe je dat?'.
'Omdat ik deze nog nooit eerder gezien heb.' zegt ze en stopt een stukje in een zakje en laat hem in haar rugzak. Hayako runt een groot aquarium in Japan, groot genoeg om blauwe vinvissen te houden. De laatste tijd gaat het beter dan ooit, maar Hayako heeft geen zin om daar nog even te gaan kijken, ze vertelde dat er zo'n werknemer verliefd op haar is en dat ze liefde onlogisch vind.
'Waar is die nieuwe vissoort nou?' mompelt Océane en zwemt verder. Gele en oranje trompetvissen zwemmen geschrokken weg.
'Sorry toetervisje!' roept ze en stopt meteen, maar ze zijn al weg. Als ze zich omdraait kijkt ze in een groot en breed gapend gat. Aan het einde zit nog een kleiner gat. In het middenstuk zwemmen tuimelaars. Océane zwemt meteen naar ze toe en haalt haar fluitje te voorschijn. Ze blaast. Meteen zingen de dolfijnen terug en beginnen om haar heen te zwemmen. Océane draait rondjes op haar rug, de rest doet haar meteen na. Ze draait nog een rondje op haar flippers, de rest doet weer mee. Ze ligt dubbel van het lachen, de dolfijnen klikken ook mee. Dolfijnen zijn hele intelligente dieren, daarom bewondert Océane ze zo erg. Het liefst zou ze er eentje zijn, dan kon ze voor altijd onder water leven en genieten van dit paradijs. Of ze zou een zeemeermin zijn, dan zou ze ook leuke meermannen ontmoeten. Maar ja, die legendes bestaan niet. Althans, dat dacht ze.