Pagina 1 van 1

Wedstrijd 16!!

Geplaatst: 06 feb 2011 16:03
door Cubiculum Nephilia
Dames en Heren,

Het is weer eens hoogtijd voor een nieuwe wedstrijd. Hoewel de wind buiten waait alsof de wereld vergaat, hebben wij een heel knus onderwerp voor jullie: Valentijn

Schrijf over dit thema een verhaal en stuur hem in! Je mag zelf weten of je graag een zwijmel Valentijn hebt of ligt daar toch een duistere inslag? Wie weet.
Verras ons!

De einddatum voor het insturen van je verhaal is tot en met eind februari.
SLUITINGSDATUM: 28 FEBRUARI!!!!!
Het mag een verhaal zijn van maximaal 4000 woorden!
LET OP!! Er zijn nieuwe reglementen wat betreft de verhalen. Lees die goed na in het volgende topic
Klik hier!

Om jullie alvast in de stemming te krijgen...
Afbeelding

Veel succes en veel schrijfplezier toegewenst!

Re: Wedstrijd 16!!

Geplaatst: 08 feb 2011 22:38
door Saskjezwaard
Ik had bijna meteen een idee in mijn hoofd en heb hard gewerkt om het uit te werken. Ik hoop dat er nog meer inzendingen komen ;) Ik weet hoe moeilijk het is om de spits af te bijten, dus doe ik het nu voor jullie :P Oja, sorry als er fouten inzitten door het verwisselen van verleden en tegenwoordige tijd. Dit is de eerste keer dat ik in tegenwoordige tijd schrijf. Veel plezier!

Mijn Hartendief


Rennende voetstappen klinken door de straat. Geschrokken kijk ik om me heen, maar het zijn alleen mijn eigen voeten die het geluid veroorzaken. Gelukkig, ik ben ze kwijt. Hijgend loop ik naar de rand van de straat toe en leun tegen de muur aan. Mijn hoofd leg ik tegen de koele stenen en met moeite probeer ik zoveel mogelijk zuurstof naar binnen te zuigen. Mijn hart bonkt in mijn keel en ik voel mijn versnelde hartslag door de aderen van mijn armen stromen. Zo blijf ik staan.
Mijn vingers schrapen langs het ruwe oppervlakte van de stenen muur en de tere huid wordt open geschaafd. Pijn golft door mijn handen naar mijn armen en ik stel me ervoor open. Het doet de paniek die als een brok in mijn keel zit krimpen en het waas dat voor mijn gedachten hangt verdwijnen.
Wat is er fout gegaan? De dag was zo goed begonnen en nu lijkt alles net een nachtmerrie. Een droom waaruit ik wakker moet worden, maar de pijn die in mijn vingers klopt, bewijst dat het geen droom is. Dit is werkelijkheid. Waar is het fout gegaan? Ik denk terug aan vanmorgen, toen ik nog dacht dat alles perfect zou lopen.

De zon scheen door de verschoten gordijnen die voor de ramen hingen heen en kriebelde op mijn gezicht. Versuft deed ik mijn ogen open en keek naar de felle baan licht die door mijn kamer liep. De zon had een gaatje gevonden in de gordijnen en straalde zijn warmte erdoorheen. Ik bleef genietend liggen, maar stond al snel op. Vandaag was het Valentijnsdag en Darek zou langs komen. Hij zou mij meenemen naar een leuk cafétje in de buurt om daar te gaan ontbijten. De rest van de dag die zou volgen had hij lachend geheim gehouden.
Ik liep mijn kamer uit en ging de badkamer in. Zonder te kijken naar de grote spiegel die boven de wastafel hing trok ik mijn kleren uit en stapte de douche in. Ik keek nooit naar mijn spiegelbeeld voordat ik mezelf helemaal klaar had gemaakt. Het deed me altijd walgen. Het geluid van de ruisende gordijnen klonk hard door het stille huis. Met een draai van de knop golfde er koud water uit de douchekop en klaterde tegen de muur. Mijn hand onder de straal moest me waarschuwen als het water heet genoeg was geworden. Langzaam ging het ijskoude water naar aangenaam warm. Ik draaide de douchekop naar me toe en liet de stralen over mijn lichaam gaan.
Al snel deed ik de douche weer uit en begon me af te drogen. De wollige handdoek voelde goed op mijn ietwat gevoelige huid. Ik pakte potjes met crèmepjes en een mandje vol make-up uit de kast en begon van alles op mijn lichaam te smeren. Nog steeds negeerde ik mijn spiegelbeeld. Ik vond mezelf niet mooi als ik geen make-up op had.
Na een tijdje moesten alleen mijn nepwimpers nog op mijn ogen geplakt worden. Ik boog me voorover en bracht ze snel aan, wat verraadde dat dit een routineklus was. Nu kon ik eindelijk mijn spiegelbeeld bewonderen. Mijn lange, glanzende blonde haar viel steil om mijn hoofd en hield op ergens halverwege mijn rug. Op mijn wangen lag een perfecte blos, mijn lippen waren kersenrood en mijn lichtgroene ogen werden omlijst door lange, zwarte wimpers. Mijn huid was rozig en volmaakt. Tevreden glimlachte ik en mijn spiegelbeeld lachte terug.
Het geluid van de bel snerpte door het huis. Snel wende ik me van de spiegel af en rende terug naar mijn kamer. Ik rukte de kleren die ik gisteren al klaar had gelegd van de stoel af en trok ze aan. Een zwarte panty, een kort zwart rokje, een wit los shirt met ruches en een donkerblauw jasje. Snel deed ik ook mijn knielange, zwarte laarzen aan en rende naar beneden. De onregelmatige vorm van Darek stond voor de deur.
Ik haalde de deur van het slot en gooide hem open. Daar stond hij, mijn vriendje. Zijn zwarte haar zat in perfecte krullen om zijn hoofd en zijn ijsblauwe ogen keken mij aan. Glimlachend wierp ik mezelf in zijn armen. Hij sloeg lachend zijn armen om me heen en tilde me op. Met een zet van zijn heup duwde hij de deur dicht en droeg me de woonkamer in. De donkerblauwe bank boog bijna door onder het gewicht van ons beiden toen we erop ploften.
“Ik heb een cadeautje voor je,” zei ik glimlachend en maakte me los uit zijn omhelzing. Ik rende weer naar boven toe en pakte het mooi versierde pakje dat op mijn tafel stond. Voorzichtig hield ik het vast en liep over de gammele trap naar beneden. Darek zat wijdbeens en achterover geleund op de bank. Hij kwam wat overeind toen ik binnenkwam en zijn ogen waren glinsterend op het pakje in mijn handen gevestigd. Ik glimlachte, hij hield van cadeautjes.
“Wat heb je het mooi ingepakt, Ciarra.” Zijn stem klonk blij, als een klein kind dat een cadeautje krijgt. Soms was hij inderdaad nog heel jong qua gedrag, maar dat vond ik zo leuk aan hem. Kinderlijk naïef.
Ik stak mijn handen uit en gretig pakte hij het geschenk uit mijn handen. Zijn vingers haakten zich in de openingen van het papier en scheurden het kapot. De blije glimlach die op zijn lippen lag en in zijn ogen door twinkelde maakte mijn hele dag.


De tranen rollen over mijn wangen toen ik er weer aan dacht. Ik had een mooi rood hart voor hem gehaald, ingepakt in doorzichtig zilveren gaas met verse rode roosjes erdoorheen. Ik vond het beeldschoon, maar zijn gezicht drukte alleen maar walging uit toen hij het zag. Ik herinnerde me de woorden die hij naar mijn hoofd had geslingerd: “Is dit soms een flauwe grap?”
Ik veeg de lauwwarme tranen weg, voorzichtig zorgend dat mijn mascara niet uitloopt. Dat zal alles helemaal verpesten. Ik moet er mooi uit blijven zien. Mijn ogen glijden dicht en ik denk weer aan wat er daarna was gebeurd.

We liepen samen over straat naar het cafétje waar we zouden ontbijten, of brunchen, hoe je het wilde noemen. Normaal zou mijn hand nu teder in de zijne liggen, maar zijn gezicht stond zo afstandelijk dat ik mijn hand niet naar de zijne durfde uit te steken, bang voor een afwijzing. Sinds hij mijn cadeautje had uitgepakt was hij zo geweest. Zijn ogen straalden niet meer elke keer als hij me aankeek, maar stonden nu bedachtzaam. Ik liet mijn schouders hangen en verbrak de ongemakkelijke stilte niet die als een onzichtbare barrière tussen ons in hing.
Ik snapte niet waarom hij zo deed, mijn cadeautje was toch leuk geweest? Het was toch een lief gebaar dat liet zien dat ik van hem hield? Ik zou blij zijn geweest als hij het mij had gegeven.
We kwamen bij het cafétje aan. Het was rond een uur of elf en het was nog niet bijster druk op het terras. De grote donkergroene parasols waren al uitgeklapt tegen de felle ochtendzon en er zaten een paar mensen aan de houten tafeltjes die buiten stonden. De voorkant van het café zag er gezellig uit. Bloembakken gevuld met vrolijke roze, paarse en witte bloemen hingen voor de grote ramen, de groene luifel zat nog tegen de witte muur aan en het de naam van het café stond in grote letters op de voorgevel. Grand Café.
Sierlijk liep ik tussen de tafeltjes door en ging op de stoel zitten die het verst bij de bloemen vandaan was. Ik hield van de kleur, maar haatte de geur die ervan afkwam. Darek ging tegenover mij zitten, maar zei alleen iets tegen de serveerster die onze bestelling op kwam nemen. Daarna zakte hij weer achterover en verzonk hij in zijn gedachten. Ik pruilde, zo had ik me deze dag helemaal niet voorgesteld.
Een bord vol eten werd onder mijn neus neergezet. Normaal had ik op dit tijdstip honger, maar nu maakte de geur van eten me misselijk. Darek begon wat in zijn gebakken eieren te prikken en sneed in gedachten zijn worstje in kleine stukjes. Ik had er genoeg van.
“Darek, wat is er aan de hand? Je doet zo afstandelijk vandaag.”
Hij keek me met gekwelde ogen aan. “Ciarra, het spijt me. Ik weet niet hoe ik het zacht kan brengen, maar ik wil het uitmaken.”
Ik sperde mijn ogen wijd open en keek hem geschokt aan. Dat kon hij toch niet menen? Maakte hij het uit op Valentijnsdag? Mijn oren begonnen te ruisen en mijn hoofd begon te bonken. Ik hoorde zijn stem als op een afstandje en met tussenpozen, alsof we telefoneerden en de verbinding telkens wegviel. Ik kon hem alleen maar aanstaren terwijl zijn lippen zich om woorden vormden en ze vrij liet zweven in de lucht.
“…de laatste tijd zo…de Ciarra op wie ik verliefd ben…Ik twijfelde…tijdje over…passen niet bij elkaar…hobby’s…een ander gevoel van humor dan…veranderd, Ciarra. Het spijt me heel erg, maar het gaat voor mij niet meer.”
Hij deed zijn ogen dicht en kromp wat ineen, wachtend op mijn uitbarsting. Ik kon hem alleen maar aanstaren, naar zijn glanzende, zwarte haar, naar zijn witte huid, naar het kleine adertje dat op zijn slaap klopte. Mijn lippen bewogen, maar geen enkel woord verliet mijn lippen. Ik wist niet meer hoe ik moest praten.
Een snik ontsnapte uit de gevangenis van mijn mond. Ik duwde mijn handen op tafel en stond met een ruk overeind. De stoel viel met een klap omver en opeens waren alle ogen op mij gericht. Trillend stond ik daar, zonder een woord te zeggen. Darek deed zijn ogen open en keek verdrietig naar mij. Ik draaide me om en rende zo snel als ik kon het terras af. Ik wilde naar huis!


De tranen rollen weer over mijn wangen, maar nu maakt het me niet meer uit dat mijn make-up uitloopt. De pijn die zich toen in mijn borst had verzameld, voel ik weer door mijn lichaam schieten. We hadden een relatie van een paar maanden gehad en ik dacht dat hij werkelijk om me gaf. Wat had ik me daarin vergist. Hij had het zomaar uitgemaakt, alsof ik er niks aan toedeed.
Trillend sla ik mijn armen om me heen. Ik weet dat zo mijn bebloede vingers vlekken maken op mijn witte shirt, maar ik doe er niks tegen. Mijn donkerblauwe jasje ben ik ergens in mijn vlucht verloren. Gelukkig heb ik nog het kleine schoudertasje, waar alles in zit wat ik nodig heb. Om mezelf gerust te stellen klop ik er even op en voel de inhoud tegen het bruine leer drukken. Nu zal alles goed gaan.

Ik lag huilend op mijn bed toen de deurbel ging.
“Wacht even!” schreeuwde ik met overslaande stem, hoewel ik wist dat degene die voor de deur stond me onmogelijk kon horen. Ik rende naar de badkamer en keek naar mijn spiegelbeeld. Ik was verpest, alles was verpest. Snel veegde ik de mascara die onder mijn ogen zat weg en fatsoeneerde de rest van mijn make-up. Ondertussen bleef de bel rinkelen, maar ik schonk er geen aandacht aan. Ik borstelde mijn haren en glimlachte naar mijn spiegelbeeld. Zo, ik zag er weer perfect uit.
Ik rende naar beneden en hoorde de bel weer door het huis heen rinkelen.
“Ja, ja, ik ben er al,” mompelde ik tegen mezelf. Met een zwaai opende ik de deur en zag Jareth in de deuropening staan. Hij was de beste vriend van Darek, maar er was iets mis met hem. Hij keek paniekerig om zich heen en liep haastig naar binnen, mij daarbij aan de kant duwend. Ik sloot de deur en liep achter hem aan.
“Rustig, Jareth, wat is er aan de hand?”
Hij draaide zich om en keek mij vol paniek aan. Zijn grote grijze ogen stonden in shock en zijn bruine haar zat wild alle kanten op. Hij trilde zo erg dat ik het zelfs vanaf de plek waar ik stond kon zien
“Ik moet weg, jij moet mee, Ciarra. Hier, dit is voor jou.” Hij stak zijn hand uit waar een pakje in lag. Ik glimlachte, daar had ik op gewacht. Ik nam het cadeautje aan en legde met mijn hand geruststellend op zijn schouder.
“Dank je, Jareth. Wil je iets drinken om tot rust te komen? Dan kun je me daarna alles vertellen.”
Hij schudde zijn hoofd. “Nee, geen tijd, we moeten weg. Kom, Ciarra.” Zijn nerveuze stem bezorgde mij rillingen. Hij liep naar mij toe en pakte mijn arm vast. “Kom, we gaan.”
Ik schudde mijn hoofd. “Even wachten, Jareth, ik moet mijn tasje nog pakken.”
Hij knikte snel met zijn hoofd en liet mijn arm los. “Schiet op.”
Ik rende naar boven en griste het donkerbruine tasje van mijn bed af. Het cadeautje dat Jareth mij had gegeven stopte ik erin, dat kon ik later nog wel eens nodig hebben. Weer beneden zag ik dat Jareth zenuwachtig aan het ijsberen was. Hij keek op toen ik binnen kwam, maar ik schonk geen aandacht aan hem. Ik liep naar de bank toe en pakte het cadeautje dat ik Darek had gegeven. Die wilde ik ook mee hebben, ook al was dat voor hem bedoeld geweest.
“Ik ben klaar.”
Hij pakte mijn arm vast en trok me zowat het huis uit. Het lukte me nog net de deur op slot te doen, ook al verwachte ik niet dat ik er terug zou komen. Ik liet me gewillig meevoeren. De straatlantaarns sprongen flikkerend aan en twee oogverblindende koplampen schenen recht in mijn gezicht. Ik wende mijn blik af en een auto raasde langs mij heen.
We liepen een drukke straat in. Het was vrijdagavond en de winkels waren tot negen uur geopend. De auto’s raceten door de straat heen, iedereen wilde zo snel mogelijk naar huis om te eten. Hoewel het lente was, was de avond wat frisjes en ik trok mijn jasje dichter om me heen. Jareth leek geen last te hebben van de kou en liep nog in zijn donkerblauwe T-shirt rond. Het leren jasje wat hij normaal droeg had hij waarschijnlijk thuis gelaten.
Jareths greep om mijn arm begon pijn te doen en ik rukte mijn pols uit zijn hand. Hij keek me niet aan, het was alsof hij het helemaal niet doorhad. Zijn lippen mompelden woorden die zo zacht zijn mond verlieten dat ik ze niet kon verstaan. Zijn ogen stonden nog steeds verwilderd. Ik liet hem in zijn bui, het zou vanzelf wel overgaan. Ondertussen probeerde ik zo goed als ik kon naast hem te blijven lopen. De mensen die me tegemoet liepen over de stoep maakten dat moeilijk, maar het lukte wel.
Plotseling begon Jareth harder te praten. Iets over demonen en duivels met een witte huid en een kaal hoofd. Waar had hij het nu weer over, dacht ik geïrriteerd. Ik voelde alle mensen om me heen ons aankijken en geërgerd trok ik aan zijn arm om hem ermee op te laten houden. Hij ging gewoon door en begon zelfs nog harder te praten. Nu schreeuwde hij bijna. Verdomme, spring voor een auto of zo, dacht ik geërgerd.
Hij verstijfde plotseling en zijn geraaskal hield op alsof iemand zijn stembanden uit zijn strot had gerukt. Zijn lippen bewogen nog, maar er kwam geen enkel geluid uit. Met grote ogen staarde hij voor zich uit om daarna plotseling om te draaien en de weg op te sprinten. Een auto kwam in volle vaart aangereden. Jareth spreidde zijn armen uit en een macabere grijns lag op zijn lippen. Het deed zijn gezicht op een doodshoofd lijken. Getoeter en het gepiep van rennen. Daarna een doffe klap. Voor mijn ogen boorde de neus van de auto zich in Jareths lijf en nam hem mee in zijn vaart. De auto stond eindelijk stil en Jareths slappe lichaam gleed naar beneden.
Ik rende naar hem toe. Nee, dit mocht niet gebeuren, dit kon niet gebeuren. Jareth lag verwrongen op de grond. Gek hoe een mensenlichaam dat zo sterk lijkt als je het ziet lopen, zo makkelijk verpletterd kon worden als je er wat kracht tegenaan gooide.
De geur van bloed drong mijn neus binnen. Ik snoof het heerlijke parfum op en een onverzadigbare honger begon te kronkelen in mijn buik. Mijn hart bonkte in mijn keel en vlagen van genot overspoelden mijn lichaam. Mijn handen trilden en mijn tong likte over mijn lippen. Ik kon mezelf niet meer beheersen.
Een vrouw kwam aangelopen en met een sprong was ik bij haar. Voordat ze het doorhad boorden mijn scherpe tanden zich al in haar borst. Met een hap versplinterde ik haar borstbeen en sloten mijn tanden zich om haar hart. Ik trok mijn hoofd uit haar borst en liet haar op de grond vallen. Haar ogen stonden geschokt en glazig terwijl haar zielloze lichaam als een gebroken pop op de grond zakte. Ik verslond haar hart alsof ik dagenlang niet gegeten had. Een geschokte stilte golfde over de straat.
Ontelbare ogen staarden mij verbijsterd aan. Het werkte als een trance en ik kon mezelf niet bewegen. Verstijf staarde ik terug naar de mensen die zoveel op mij leken, maar toch zo anders waren.
Een geschrokken gil verbrak de magische stilte en mijn spieren werkten weer. Ik draaide me om en sprintte weg. Kreten werden mij nageroepen en ik hoorde de voetstappen van de mensen die mij wilden vangen. Ik begon nog harder te rennen. Euforie stroomde als bloed door mijn aderen en een gelukkige glimlach lag op mijn lippen.



Ik grinnik. Dat was er fout gegaan. Ik had niet zo hard moeten denken met Jareths wilskracht nog gebonden aan mijn gedachten. Hij had geen kans gehad en moest me wel gehoorzamen. Het was jammer dat ik zijn hart daar heb moeten achterlaten, volgens mij zou hij lekker gesmaakt hebben.
Ik veeg de bloedspetters van mijn gezicht af en trek de nepwimpers van mijn oogleden. Lichte pijn schiet door mijn ogen, maar ik ben het gewend. Elke ochtend moet ik ze aanbrengen en elke avond moet ik ze er weer afhalen. Ik heb geen wimpers van mezelf, die heeft mijn soort niet. Mijn hand reikt naar mijn haren en met een ruk glijdt de pruik van mijn hoofd. Hij moet goed vast hebben gezeten als hij mijn dolle vlucht heeft overleefd. Ik veeg de huidkleurige foundation van mijn gezicht af en onthul een lijkbleke huid. Er stroomt wel bloed door mijn aderen, maar dat is te weinig om mijn gezicht te voorzien.
Ik gooi alle overbodige rotzooi op de grond en haal mijn schoudertasje van mijn schouder. De rits gaat soepel open en onthult de inhoud van het tasje. De twee cadeautjes. Ik pak het cadeautje dat ik voor Darek heb gehaald. Ik ruk het zilvergaas en de roosjes van het hart af en denk aan het meisje. Ze gilde heel bevredigend en haar bloed spoot met een mooi geluid op mijn kleren. Het hart is nu uitgedroogd, maar zal nog even lekker smaken. In een hap is het weg. Ik pak Jareths pakje en open het. Een nog bloederig hart ligt op het witte papier. Glimlachend kijk ik ernaar en voel mijn maag rommelen. Ik breng het naar mijn mond en eet het op. Ik proef de smaak van Darek. Het papier zweeft achteloos naar de grond.
Nu heb ik genoeg kracht verkregen om mezelf te verplaatsen. Ik concentreer me even en verdwijn in het niets. Ik ben op weg naar een andere stad, op zoek naar een volgend slachtoffer. Het enige wat nog aan mij herinnert zijn de pruik, de nepwimpers, het zilveren gaas en het witte, bloederige papier dat op de grond ligt. Ik ben Ciarra, de hartendief.

Re: Wedstrijd 16!!

Geplaatst: 10 feb 2011 16:23
door DesireeD
Valentijnsdag

Al weken kijk er naar uit, Valentijnsdag!. Het is een prachtige dag, de zon schijnt door de gordijnen heen ook al is het nog vroeg.
Ik gauw mijn bed uit en maak me klaar voor de eerste schooldag van de week. Wat dit keer maandag 14 februari is. Nadat ik me gedoucht heb en mijn kleren heb aangedaan, een legging met minirok en shirt met een brede riem, ga ik naar beneden waar ik snel iets eet voor ik naar school ga. Dan pak ik mijn fiets uit de schuur en fiets richting school. Aangekomen op school ga ik eerst naar mijn kluisje. Uit mijn kluisje valt een rode envelop. Ik maak de envelop gauw open. Er zit een valentijnskaart in. Het is een valentijnskaart met rode hartjes een rode en roze rozen en er staat Happy Valentine op. Er staat niet echt iets in behalve, -xxx- anoniem.
De bel gaat. Ik pak snel de boeken die ik nodig heb en loop naar mijn les. Tijden de les komt er een leerling binnen met allemaal rode rozen. Het duurt even, maar als laatste wordt mijn naam genoemd. Ik krijg vijf rode rozen. Aan elke roos zit een hartje waar iets in staat geschreven. Ik zie dat ze allemaal met hetzelfde handschrift geschreven zijn. Ik kijk snel wat er op de hartjes staat
Op het eerste hartje staat: Om
Op het tweede hartje staat: 5 uur
Op het derde hartje staat: op
Op het vierde briefje staat: onze
Op het vijfde briefje staat: plek
Na het lezen van deze hartjes ben ik heel erg nieuwsgierig, natuurlijk weet ik van wie de rode rozen zijn. Van Mike. De lessen gaan gewoon verder. Om vier uur gaat eindelijk de bel ik loop snel naar mijn kluisje om mijn jas aan te trekken. Daarna fiets ik snel naar huis waar ik mijn tas naar boven breng en het cadeautje pak wat ik voor Mike heb gekocht. Een geurtje wat special voor Valentijnsdag is. Dan ga ik snel naar onze plek. Mike en mijn plek, de plek waar we voor het eerst zoenden. Sinds dien is het onze plek. Om precies vijf uur ben ik er. Mike zit er al op een fleeceplate waar alleemaal rode rozen blaadjes opliggen in een hart vorm. Ik ga naar hem toe en ga bij hem zitten.
‘Hoi liefje.’ Zegt hij.
‘Hoi.’
Hij drukt voorzichtig zijn lippen op de mijnen en we beginnen te zoenen en hele tijd. Dan stoppen we en geef ik hem mijn cadeautje.
‘Kijk voor jou.’ Zeg ik
Mike maakt het voorzichtig open en haalt het geurtje uit het doosje. Het is een hartvormig flesje, maar dan met iets jongensachtig. Hij doet wat van het geurtje op, het ruikt heerlijk. Dan pakt hij ook wat en geeft het aan mij. Ik maal het open en zie dat het een klein juweeldoosje is. Voorzichtig maak ik het doosje open er ligt een kettinkje in, een hartje met Mike zijn naam en de datum dat we verkering kregen.
‘Het is echt heel mooi’ Zeg ik
‘Ik zelf heb ook een met jouw naam en de datum.’ Zegt hij
‘Echt heel mooi.’ Zeg ik nog een keer.
We beginnen weer te zoenen. Uit deze zoen komt zijn en mijn eerste keer. Het was geweldig en we merkten helemaal niks van de kou.

‘Kom ik heb nog één verrassing voor je’. Zegt Mike
We liggen in elkaars armen op de fleeceplate tussen alle rode rozenblaadjes.
‘Vertel!’
‘Nee, kom maar gewoon mee.’
Mike ruimt snel de spullen op en dan lopen we naar onze fietsen. We fietsen richting het centrum. Het duurt tien minuten voor we er zijn. We komen uit bij de Pizzeria. Mike heeft gereserveerd voor ons. Een tweepersoons tafeltje bedekt met rode rozen. Een kaarsje. We bestellen ieder een pizza en eten die op. Als we die op hebben begint er een romantische muziek op gezet. Mike pakt mijn hand en staat op. Ik sta ook op. Hij pakt me vast en we beginnen te dansen. Volgens mij hebben we wel een uur gedanst. Als we klaar zijn doen we onze jassen aan en gaan naar buiten waar het heel koud is. Mike brengt me naar huis. Bij mijn huis aangekomen zetten we onze fietsen neer en gaan bij elkaar staan. Mike drukt weer voorzichtig de lippen op de mijne en we zoenen een paar minuten lang. Dan nemen we afscheid want Mike moet naar huis en ik moet maar naar binnen gaan. Ik blijf staat totdat Mike de hoek om is. Dan zet ik mijn fiets in de schuur en ga naar binnen waar ik nog een kop chocomelk maak om warm te worden. Dan ga ik naar boven en maak me klaar om te gaan slapen. Als ik eenmaal lig denk ik terug aan deze dag. Het was zo geweldig eerst die kaart en die rode rozen. Toen onze plek waar mijn eerste keer was wat ik zeker nooit ga vergeten. En dan het etentje nog en de romantische dans. En om niet te vergeten het kettinkje wat hij mij gegeven heeft met mijn naam en de datum dat we verkering kregen.
Dit was geen gewone maandag, maar maandag 14 februari, Valentijnsdag. Het was de Valentijnsdag van mijn dromen die ik zeker nooit zal vergeten.

Re: Wedstrijd 16!!

Geplaatst: 27 feb 2011 20:30
door Cubiculum Nephilia
Fijne Valentijn


De dag voor Valentijn
‘Serieus, ik ben ze zó zat!’, riep Anna boos uit. ‘Ik hoop dat hen iets heel vervelends overkomt op hun stomme reis. Van mijn part rijden ze de berm in tijdens hun “zakenreisje”.’
Anna zat tijdens de lunchpauze met haar beste vriendin te praten over het zoveelste minpunt aan haar ouders.
‘Ik bedoel, hoe halen ze het in hun hoofd?! Mij verplichten bij oma te slapen op Valentijnsdag, terwijl we dan een schoolfeest hebben. Mijn oma zal mij nooit laten gaan. Sterker nog dat hebben mijn ouders al praktisch geregeld’, brieste Anna verder.
Kathy die het moest aanhoren, knikte begrijpend.
‘Het is echt een naaistreek van je ouders’, beaamde ze. ‘Maar kan je niet met je oma overleggen?’
‘Overleggen? Ha, dat mens laat Hitler nog verbleken als dictator. Nee, haar wil is wet. Dus als zij vindt dat ik thuis moet blijven, zeker omdat mijn ouders weg zijn, dan moet dat ook. Haar regels gelden, omdat ik verplicht ben om bij haar te slapen.’ Nors kruiste Anna haar armen voor haar borst en zakte wat onderuit op haar stoel.
‘Hoe oud denkt dat mens dat je bent? Zeven?’, vroeg Kathy met een opgetrokken wenkbrauw.
‘Ik denk eerder dat mijn ouders dat denken. Ik ben verdomme veertien! Ik kan heus wel twee dagen alleen thuis zijn. Echt, ik zou willen dat ze uit mijn leven verdwenen, dan hoef ik tenminste niet meer te lijden onder hun grillen!’ Verhit stond Anna op en Kathy volgde haar voorbeeld.
Beiden dames liepen de kantine uit, om zich nog even op te tutten in de meisjes toiletten, voordat de les weer zou beginnen. Zij hadden echter niet in de gaten gehad, dat hun gesprekje meer oren had bereikt dan de bedoeling was.

Valentijnsdag, 13:20
‘En, je ouders nog gesproken?’, vroeg Kathy op fluistertoon tijdens Wiskundeles.
Anna keek op van haar schrift. Haar blik stond donker.
‘Nee, ze waren al weg toen ik wakker werd. Er lag enkel een briefje voor me op het aanrecht. Zij hadden met oma afgesproken dat ik voor het avondeten bij haar zou zijn. En verder verplicht was om binnen te blijven. Ik mag nergens naartoe, zelfs niet naar vriendinnen’, verzuchtte Anna.
‘Oh, balen zeg’, mompelde Kathy. ‘Maar tot aan het eten mag je toch wel bij vriendinnen zijn?’, vroeg ze op samenzwerende toon.
Anna vatte de hint en glimlachte.
‘Ja, tot aan het avondeten ben ik nog vrij.’
‘Mooi, dan gaan wij een lekker filmmiddagje houden! Anti-Valentijn. Geen jankfilms, maar lekkere actie, of zelfs horror. We hebben nog zakjes popcorn liggen, we nemen chips mee en vreten ons zo vol dat je geen hap meer door je keel krijgt bij je oma’, zei Kathy met een grijns.
‘Klinkt als een prima plan’, beaamde Anna.
De docent Wiskunde viel stil, toen de deur van het lokaal werd geopend. Een stel oudere leerlingen kwamen naar binnen gelopen met bossen rozen in hun armen. Om beurten riepen ze een naam, en die leerling kwam dan naar voren om de roos van zijn of haar Valentijn in ontvangst te nemen.
Zowel Anna als Kathy lette er niet op. Anna had geen vriendje en wist dat niemand van school haar leuk vond, dus hoefde ze geen roos te verwachten. Kathy had wel een vriendje, maar die zat op een andere school.
‘Anna Wilkens’, zei één van de oudere studenten.
Verbaasd keken de vriendinnen elkaar aan.
‘Anna Wilkens? Die zit toch in 3Va?’, vroeg de student wat ongeduldig.
‘Kom op, neem hem aan’, moedigde Kathy Anna aan.
Ze gaf haar vriendin een por in haar zij. Aarzelend kwam Anna overeind. Ze liep naar de student toe en nam de roos aan. Verwonderd over van wie het kon zijn, liep ze ermee terug naar haar plaats. Zou het een grap zijn van iemand?
‘Van wie is het?’, vroeg Kathy opgewonden en nieuwsgierig toen haar vriendin weer naast haar kwam zitten.
‘Geen idee. Het staat niet op de envelop’, mompelde Anna die de roos argwanend bekeek, alsof het haar elk moment kon aanvallen.
‘Maak hem open dan!’
Niet alleen Kathy bleek interesse te hebben in de inhoud van de envelop. Zo ongeveer de helft van de klas keek nieuwsgierig in de richting van de twee meiden. Ze wisten allemaal dat Anna nooit eerder een roos heeft gehad. Met iedereen haar elke beweging volgend, opende ze haar envelop. Er zat een roze brief in. Voorzichtig haalde ze het briefje eruit. Ze vouwde het open en las het handgeschreven berichtje.

Anna,
Om vier uur vanmiddag zal ik bij je huis zijn. Daar zal ik je wens laten uitkomen. Wees op tijd.
Vriendelijke groeten,
Je geheime bewonderaar


‘Oeh, spannend!’, kirde Kathy. ‘Je hebt een geheime bewonderaar.’
‘Uch, ik zou er niet te veel achter zoeken’, mompelde Anna.
Ze verfrommelde het briefje en mikte het de hoek in waar een prullenbak stond. De rest van de klas fronste erom. Waarom zou ze dat doen?
‘Het is vast één of ander stomme grap van iemand.’
‘Ik weet het niet, Ann. Ik zie of hoor niemand grinniken. Dus ik neem aan dat het een echte brief is. Als in serieus. Je kan toch altijd even kijken?’ Kathy keek haar vriendin met een bemoedigende glimlach aan.
‘Misschien’, gaf Anna schoorvoetend toe.
‘Je gaat gewoon’, zei Kathy beslist. ‘Ik ga anders met je mee, en als het een grap is, dan doen we gewoon of er niks is gebeurd. We gaan dan gewoon verder naar mijn huis. Oké?’
‘Best’, mompelde Anna.
Ze had er weinig vertrouwen in, maar ze kon haar beste vriendin eigenlijk niets weigeren. En wie weet, misschien was het wel een echte Valentijn.

Valentijnsdag, 15:45
‘Ik zie nog niemand. Ik denk toch dat het een grap was’, sprak Anna op gekwetste toon.
Zij en Kathy stonden verscholen in de voortuin van de buren. Daar stonden ze al zeker een halfuur. Echter, ze hadden nog niemand gezien rond het huis van Anna. Daar was zij nogal bedroefd om. Het zou toch om een grap gaan dus.
‘Doe niet zo ongeduldig’, siste Kathy op fluistertoon terug. ‘Het is nog geen vier uur. Misschien komt hij stipt op tijd. Het is zeldzaam, maar sommige jongens zijn wel punctueel.’
‘Geloof je dat zelf?’, vroeg Anna op een sarcastische toon.
‘Ach, je kan hopen. Toch? Het zou leuk voor je zijn!’, probeerde Kathy haar vriendin op te peppen.
Anna schudde haar hoofd.
‘Vergeet het. Dit slaat nergens op. We zitten bij mijn buren naar mijn eigen huis te gluren als een stelletje idioten. Je kan beter naar huis gaan en met je vriendje Valentijn vieren.’
‘Ik ga niet alleen naar huis. Dan kom je maar mee. Dat hadden we immers toch al afgesproken?’
‘Dat wel, maar Dave dan?’, vroeg Anna en keek haar vriendin aan.
‘Dave is niet echt het type om Valentijn te vieren. Dat komt op een andere dag wel goed.’ Kathy gaf haar vriendin een knipoog.
‘Goed, goed. Ik zal met je mee gaan. Al moet ik dan nog wel eerst wat spullen halen. Mijn bewonderaar was misschien dan een grapje, maar mijn oma niet’, verzuchtte Anna.
‘Oké, dat is dan geregeld.’ Kathy grijnsde tevreden. ‘Hé, waar ga je nou naartoe?’ Ze trok haar vriendin terug de coniferen in.
‘Uh, mijn spullen halen? Dat hadden we toch net afgesproken?’, merkte Anna verward op.
‘Ja, maar we gaan nog eerst even wachten’, antwoordde Kathy.
‘Waarop?’ Anna had al een donker vermoeden.
‘Tot het tijd is geweest. Dadelijk gaan wij weg en dan komt je mysterie jongen aanzetten.’ Daar vreesde Anna dus al voor dat Kathy dat zou zeggen.
De minuten kropen voorbij en dat kwartiertje leek wel een eeuwigheid te duren. Het werd zelfs kwart over vier, maar er was geen levende ziel te bekennen.
‘Ik ga mijn spullen halen’, zei Anna bruusk.
Ze stapte de coniferen uit en voordat Kathy nog iets kon zeggen, liep ze haar eigen tuinpad al op. Uit haar jaszak viste ze de sleutel van het huis, deed de voordeur open, en ging naar binnen. Anna sloot de deur achter zich en knipte het licht in de gang aan.
Direct werd haar aandacht getrokken door de rozenblaadjes op de grond. Waar kwamen die vandaan?, vroeg zij zich af. Had iemand ingebroken? Ze had niets gezien wat daar op wees. Op haar hoede volgde Anna het spoor van bloemblaadjes. Het leidde haar via de woonkamer naar de eetkeuken. Al in de woonkamer kon ze eten ruiken. Vlees, maar de geur alleen liet haar in het gewisse om wat voor vlees het ging. Ze liep de eetkeuken binnen en bleef verbaasd staan.
De tafel was sierlijk gedekt, alsof het Kerst was. Kaarsen stonden in het midden en waren aangestoken, twee borden met bestek lagen te wachten en het eten was afgedekt met bolle deksels.
‘Daar ben je’, sprak een jongensstem vriendelijk.
Anna gaf een kort gilletje van schrik en wendde zich tot de plaats waar de stem vandaan was gekomen. Daar bij het aanrecht stond een jongen. Hij ging half verscholen in de schaduw, de reden waarom zij hem niet direct had opgemerkt.
‘Ik was bang dat je niet zou komen’, vervolgde de jongen. ‘Toe, ga zitten. Ik heb een speciaal diner voor je klaargemaakt.’
Anna aarzelde. Ze keek van de jongen naar de rijkelijk gedekte tafel en weer terug.
‘Wie ben jij? En hoe ben je binnen gekomen?’, eiste ze te weten.
‘De buren waren zo vriendelijk om de sleutel aan mij te lenen. Ze vonden dat ze mij wel konden vertrouwen, en ze vonden het leuk voor jou dat iemand aan je dacht’, antwoordde de mysterieuze jongen. Hij haf echter geen antwoord op de vraag wie hij was.
‘Toe, ga toch zitten.’ Hij gebaarde naar de tafel.
Anna moest toegeven dat het lief was. Griezelig, maar lief. Na nog een kleine aarzeling nam ze plaats. Haar ogen hield ze op de jongen gericht. Jammer genoeg kon ze zijn gezicht niet zien. Hij had de keuken donker gemaakt en de kaarsen alleen gaven net niet genoeg licht.
‘Ken ik jou ergens van?’, vroeg ze toen de jongen verder niet vertelde wie hij was.
‘Dat zou je kunnen zeggen. Maar dat is een geheimpje voor later. Alsjeblieft, tast toe’, spoorde hij Anna aan.
Ze keek naar de zilveren deksel op haar bord, en vervolgens weer naar de jongen.
‘Eet je niet mee?’, vroeg ze vertwijfeld.
De jongen schudde zijn hoofd.
‘Nog niet. Ik kijk liever even toe. Gewoon, of je het lekker vindt of niet. Persoonlijk geniet ik meer van een ander die geniet, dan zelf te genieten van een smakelijk maaltje.’
Goed, de jongen was dus griezelig en ook nog eens vreemd. Toch wilde Anna wel weten wat hij had bereid voor haar. Wat het ook was, het rook heerlijk. Na een kleine aarzeling tilde ze de deksel op. Stoom rees haar tegemoet tezamen met de geur van heerlijk gegrild vlees en een hint van frituur.
Anna bekeek haar bord. Er lag een groot stuk vlees op met fijne kruiden er overheen, daarnaast lag een portie Franse frietjes met als groente –tenminste het zag eruit als groente- asperges in saus. Het was kunstig opgemaakt, alsof ze in een restaurant zat.
‘Het ziet er smakelijk uit’, gaf Anna toe.
‘Alleen zien is niet voldoende. Proef het. Vooral het vlees is… anders’, verklapte de jongen.
Ze keek bedenkelijk op in zijn richting, maar zag niets meer dan twee ogen waarin de dansende vlammetjes van de kaarsen in werden weerspiegeld. Even slikte ze. Kon ze het vertrouwen? Wat bedoelde hij met anders? Het was toch niet vergiftigd? Anna moest er wel rekening mee houden dat er een vreemde in haar huis stond. Hij kon er van alles mee gedaan hebben.
‘I-ik weet niet…’, begon ze voorzichtig. ‘Weet je, ik ben eigenlijk vegetariër’, loog ze.
‘Dat lieg je’, zei de jongen zacht. Hij klonk gekwetst. ‘Ik weet heel zeker dat jij geen vegetariër bent, Anna.’
‘Hoe weet je mijn naam?!’, riep Anna uit die het nu te eng begon te vinden.
‘Naast het feit dat het op jullie huisnummerbordje staat direct naast de voordeur?’ De jongen zuchtte even. ‘Goed dan.’ Hij stapte naar voren, het licht in. ‘Ik ken je van school.’
Anna bekeek het gezicht van de jongen in het zwakke licht. Hij kwam haar inderdaad bekend voor, maar ze zou zijn naam echter niet weten.
‘Ik herken je gezicht, maar ik weet je naam niet’, bekende Anna. De jongen glimlachte.
‘Dat geeft niet. We zitten ook niet samen in een klas, maar ik zie je vaak genoeg rondlopen. Ik vind je leuk, Anna. En ik zie je graag gelukkig.’ De jongen liep naar de tafel toe en nam tegenover haar plaats. ‘Ik heet Erwin. Durf je nu wel te eten?’, vroeg Erwin, terwijl hij zijn zilveren deksel ook oplichtte.
Anna voelde een stroom van opluchting door haar lichaam heen gaan. Hij was echt lief.
‘Ja’, zei ze iets beschaamd.
Ze nam haar bestek ter handen en begon een stukje vlees af te snijden. De korst was vrij krokant, maar de binnenkant zag mooi roze. Anna nam een hap. Het vlees was mals en had een heerlijke smaak. De kruiden vulden de smaak van het vlees zelf subtiel aan. Niks overheerste.
‘Oh, lekker’, zei Anna nadat ze het had doorgeslikt. ‘Zulk vlees heb ik nog nooit op. Wat is het?’, vroeg ze Erwin nieuwsgierig.
Erwin glimlachte, en als ze zich niet vergiste, dan grijnsde hij zelfs iets.
‘Laten we zeggen dat het borst is’, zei hij geheimzinnig.
Ze moest erom fronsen. Borst? Borst waarvan? Haas, fazant, hert? Ze kon het niet plaatsen, maar Erwin leek niet te willen vertellen van wat het was. Het maakte Anna niet heel veel uit. Het was immers om te smullen.
‘Wat zijn die stengels eigenlijk?’, vroeg ze verwonderd.
Anna prikte er met haar vork in. Zachtjes veerde het naar beneden, voordat het de penetratie van het metaal toeliet.
‘Eerst proeven, daarna mag je raden’, zei Erwin speels.
‘Goed.’ Ze was bereid om zijn spelletje mee te spelen.
Hij had immers voor een leuke verrassing gezorgd. Ze bracht de op haar vork geprikte stengel naar haar mond en nam een hap. Het was zacht, sappig, maar geen groente merkte ze. Het smaakte naar vlees. Vaag hetzelfde als wat volgens Erwin borst was. Het smaakte wel, vooral met de saus erbij. De saus had iets zoetigs, maar niet té zoet en hij was goed gebonden.
‘En, wat denk je?’, vroeg Erwin Anna.
‘Ik dacht eerst dat het groente was, maar dit is ook vlees. En het smaakt prima. Maar wat is het?’ Haar nieuwsgierigheid verlangde naar bevrediging.
‘Een nieuw soort frikandel’, antwoordde hij.
‘Echt?’, vroeg Anna verbaasd. ‘Zo smaakt het totaal niet.’
‘Verrassing’, zei Erwin op een wat donkere toon. ‘En ik heb nog een verrassing voor je.’
Hij stond op van zijn stoel en liep naar haar toe. Naast Anna bleef hij staan en haalde een doosje uit zijn broekzak. Het was een zwart doosje, zo een die je bij de juwelier krijgt. Hij reikte het haar aan en verbaasd nam ze het aan.
Anna haalde het dekseltje eraf. Haar ogen werden groot van verbazing. In het doosje zat een gouden ring, een dubbele zelfs. Of nee, het waren twee ringen. Ze pakte de ringen eruit en bekeek ze eens beter.
Haar ogen werden zo mogelijk nog groter. Ze voelde hoe al het bloed uit haar gezicht wegstroomde. Beide ringen hadden een inscriptie aan de binnenkant. Op de ene ring stond: John 18-08-’77, op de andere ring stond: Elisa 18-08-’77. Dit waren de ringen van haar ouders!
Verscheidene gedachten raasden door Anna haar hoofd heen. “Ik ben ze zó zat”, “ik zou willen dat ze uit mijn leven verdwenen”, “daar zal ik je wens laten uitkomen”, “het is borst”. Het voelde alsof iets of iemand haar keel dichtkneep. Plots voelde ze een warme adem langs haar oor strijken.
‘Fijne Valentijn’, fluisterde Erwin.

Re: Wedstrijd 16!!

Geplaatst: 01 mar 2011 20:25
door Cubiculum Nephilia
De wedstrijd is gesloten. Er kunnen geen verhalen meer worden ingezonden. Uit onze drie deelnemers wordt de winnaar gekozen.
Jullie kunnen de verhalen, elk, maximaal tien punten geven. Wees eerlijk met beoordelen! Een exacte reden waarom je een laag of hoog cijfer geeft, is niet verplicht. Echter, het is natuurlijk altijd fijn voor de schrijvers om enige vorm van feedback te krijgen!
Er mag worden gestemd tot 14 maart. Dat is een maandag over twee weken!