Pagina 1 van 1

verdwenen

Geplaatst: 13 feb 2011 14:14
door DesireeD
Proloog

Langzaam wordt ik wakker en open ik mijn ogen. Ik ben niet thuis. Het is hier donker en er is geen geluid niet hier maar ook niet van buitenaf. Ik lig op een bed om mijn linkerenkel zit iets koud, volgens mij is het een ketting die om mijn enkel vast zit ergens aan. Mijn been probeer ik op te tillen maar dat lukt niet,overeind komen lukt eerst helemaal niet. Ik blijf nog een poosje liggen en probeer dan nogmaals overeind te komen, ditmaal lukt het mij wel. Eenmaal zittend voel een steek in mijn hoofd en ga gauw weer liggen. Ik heb geen idee waar ik ben het is donker het is koud en het ruikt hier raar het maakt mij bang. Als ik heel even een lichtflits zie en dan iemand de trap af hoor lopen wordt ik nog banger. Het zijn zware voetstappen die van de trap afkomen en ik ruik opeens ook sigarettenrook en de geur van alcohol. Ik beweeg me niet zodat het lijkt of ik slaap. De gene die net de trap kwam aflopen zet iets neer en gaat dan weer weg.als ik weer het licht zie probeer ik weer overeind te komen, ik voel nog steeds de steek in mijn hoofd, maar probeer toch te gaan zitten wat lukt. Opeens zie ik weer het licht en weer hoor ik dat iemand de trap afkomt. De gene begint te praten
‘Kijk hier hebt je wat te eten.’ Zegt de persoon met een zware stem. Het is een man
‘Dank je.’ Zeg ik met een hese stem. Ik probeer niet bang te klinken, maar sterk. Nu de man voor mij staat ruik ik de geur van sigarettenrook en alcohol nog beter. De geur is zo erg dat ik er misselijk van wordt. Hij blijft even staan en gaat dan weer weg. Ik wacht tot ik weer heel even het licht heb gezien en tast ik met mijn handen om mij heen het duurt even maar dan heb ik een oppervlak gevonden, het is een tafel ik voel verder en stoot dan wat om. Het duurt daarna niet lang of ik zie weer het licht en de man komt weer naar beneden.
‘Ondankbare trut.’ Zegt de man boos.
‘Wees blij dat je iets te eten krijgt, maar jij gooit het om.’
‘Sorry, ik ben er ook blij mee, maar ik kan niets zien dus weet ik niet waar wat staat.’ Zeg ik met een trillende angstige stem.
‘Kijk hier heb je een zaklamp, maar pas aandoen als ik weg ben en als je ziet dat ik eraan kom doe de zaklamp dan uit en laat het uit,' zegt de man op een dreigende toon waar een normaal mens zelfs al bang van wordt.
‘Oké.’ zeg ik vlug zodat hij hopelijk gauw weer weg gaat en inderdaad de man gaat ook weer weg.
Als hij weg is doe ik de zaklamp aan. Het is niet veel licht, maar ik kan tenminste iets zien. Ik zie een tafeltje met een bordje waar een broodje met boter op ligt en een glas en op de grond ligt een kapotte kan waar water in zat. Ik kijk daarna het kamertje door om te kijken of er iets te ontdekken valt. Het is kaal en klein drie bij drie meter ongeveer. Er staat een emmer in een hoek van de kamer en aan de andere kant van de kamer zie ik de trap naar boven wat natuurlijk naar de uitgang lijdt verder zijn er in de kamer ook geen ramen of iets wat ligt geeft.. Dan richt ik de zaklamp op de mijn linkerenkel waar de ketting aan vast zit. Het is een dikke ijzeren ketting die bevestigt is aan de muur.
''Die krijg ik dus nooit open.'' denk ik bij mezelf en dan kom ik hier ook nooit meer weg. De gedachte alleen maakte me alleen als steeds banger. Ik probeer op te staat wat me met moeite lukt maar eenmaal staande wordt de hoofdpijn zo erg dat ik maar weer ga zitten.
''Ik kom hier nooit meer weg straks zit ik hier voor eeuwig. Als de politie nou niet weet dat ik weg ben, wat dan? Zullen ze mij dan opgeven en hopen dat ze mijn lichaam ooit weer zullen terugvinden of ik zit hier voor eeuwig in dit kleine kamertje aan deze ketting vast en komt die enge man elke dag hier naar toe om me wat brood te brengen en een kan met water. Ik hoop zo dat ze me vinden zo snel mogelijk voordat ik hier helemaal gek wordt.''

Re: verdwenen

Geplaatst: 20 feb 2011 16:20
door DesireeD
Hoofdstuk 1

‘Hallo mevrouw, ik ben rechercheur Van Dijk en dit is mijn partner rechercheur Kort.’
‘Hallo, Marjan Laan.'
‘U bent de zus van de verdwenen Xandra Laan?'
‘Ja.’
‘Zouden we u dan een paar vragen mogen stellen.’
‘Ja vraag maar.’
'Hoe oud is ze.’
’23 jaar.’ antwoord Marjan
‘Heeft ze de afgelopen tijd met iemand een conflict gehad?’
‘Niet dat ik weet.’
‘Kwade exen?’
‘Ook niet dat ik weet.’
‘Oké, dank u voor het beantwoorden van onze vragen, als we meer van u moeten weten nemen we contact met u op.'
Als Marjan weg is moet ik alle zaken voor mezelf even op een rijtje zetten. Gister is de 23-jarige Xandra Laan verdwenen. Ze heeft geen conflicten gehad, geen exen die iets kwaad in hun zin hadden en verder is er nog niets bekend. Misschien dat Kort iets weet.
‘Kort!.’
‘Ja baas?’ antwoord Kort
‘Zijn er sporen gevonden van ontvoering of…’
‘Bandensporen op de oprit van het huis.’ antwoord Kort kortaf.
‘Oké, maak er foto’s van als bewijsmateriaal en laat dan het forensisch team er naar kijken en onderzoeken. Ik wil precies weten wat voor auto het is.’
‘Oké baas.’
Kort loopt weg naar de oprit waar het forensisch team al is. Ik ga het huis in om daar te kijken of er nog sporen zijn. We weten nog niet veel alleen dat ze waarschijnlijk ontvoerd is en niet vermoord is, nog niet vermoord is. Toen wij hier aankwamen stond de deur nog open dus de dader moet waarschijnlijk een sleutel hebben gehad.
‘Baas?’
‘Ja ik ben in de woonkamer.’ antwoord ik.
‘De bandensporen zijn van een busje waarschijnlijk een volkswagen.’
‘Oké dat is al wat.’
Mijn telefoon gaat ik neem hem gauw op.
‘Met Van Dijk.
'Kom naar het park naar de fontein, daar vindt u een volgende aanwijzing.' zegt een zware mannenstem.
'Wie bent u?' zeg ik nog gauw maar ik krijg geen antwoord meer.
...
De vreemde heeft opgehangen. Hij heeft gebeld met een onbekend nummer en het gesprek was te kort om hem te traceren de enige optie die nog overblijft is er heen gaan.
‘Wie was dat baas.’
‘Ik heb geen idee, maar ik moet nu weg dus, ik zie je op het bureau en dan kijken we wat we allemaal als bewijsmateriaal hebben en of we verder komen.’
Ik loop naar mijn auto, een zwarte Renault Megan en rij naar de afgesproken plek. De plek in het park op de centrale plek waar de fontein staat. Ik heb geen idee met wie ik praatte, maar ik ben bang dat het niet zomaar iemand was. Ik rij met honderd kilometer per uur naar de afgesproken plek. Aangekomen op de afgesproken plek zie ik niemand die verdacht is. Ik kijk goed rond bij de fontein, op het eerste oog zie ik niets bijzonders bij de grijze fontein. Ik wil weg gaan, maar dan valt me iets op een vel geel papiertje die nogal opvalt vergeleken met de fontein. Er staat iets op:

Ga snel nar dit adres voor je te laat bent
Pastoorlaan 12

Wat heeft dit nou weer te beteken. Ik bel Kort op, ik moet weten van wie dit adres is.
'Kort, met Van Dijk'
'Ja baas?'
'Kun je dit adres voor me natrekken, Pastoorlaan 12.
'Komt voor elkaar.'
'Ja snel graag.' Antwoord ik bot.
'hmm, het is het adres van Marjan Laan.'
'Marjan Laan, dat is de zus van Xandra Laan.
'Ja baas dat klopt.'
'Oké ik kom je ophalen van het bureau maak je klaar dit is serieus.'
Ik hang op en ren dan terug naar mijn auto. Ik rij met honderd twintig kilometer naar het bureau toe. Aangekomen staat Kort al klaar. Hij stapt gauw in. Ik moet heel even lachen. Kort is een lange man en nogal dun. Zijn achternaam klopt dan ook echt niet ik moet er altijd nog om lachen. Zelf ik ben ik ook lang maar iets steviger. Kort is een beetje de technische kant van mij, hij kan veel met computers mobieltjes en meer van dat soort dingen. We vullen elkaar vaak goed aan hierdoor. Want ik ben meer van het logisch denken. Kort raakt nog wel eens in de stress als het even niet lukt ik probeer dan de rust te bewaren wat meestal wel lukt. Hij noemt me ook altijd baas terwijl we partners zijn. Ik ben er gewend aan geraakt gelukkig, want in het begin ergerde ik me er dood aan.
'Baas?'
'Ja'
'Wat is er aan de hand?' vraagt Kort, die natuurlijk nog van niets weet en hartstikke nieuwsgierig is wat er nou precies aan de hand is.
'Bij het huis van Xandra werd ik gebeld, ja'
'Ja.'
'Dat was een onbekend iemand die zei dat in naar de fontein in het park moest komen. Nou daar ben ik heen gegaan, maar er was niemand. Toen ik weg wou gaan zag ik een geel papiertje op de fontein hangen. Daar stond dus in dat naar het adres moest gaan waar Marjan dus woont.'
'Oké, wat raar eigenlijk. Een vreemde die u belt en weet waar we mee bezig zijn.'
'Ja, ik denk dan ook dat hij er meer mee te maken heeft.'
Ik rij nog steeds met honderd twintig kilometer per uur door de straten. Gelukkig mag dit met een sirene aan. Na vijf minuten komen we aan bij het huis van Marjan. De deur staat open. We gaan snel kijken of ze thuis is.
'Marjan.' We wachten op antwoord, maar die krijgen we niet. We gaan verder het huis in. Het is een strak ingericht huis en heel netjes. Al gauw komen we tot de conclusie dat Marjan er niet is en dat ze waarschijnlijk ook ontvoerd is.
'Baas.'
'Ja Kort' Antwoord ik ongeduldig, boos dat Marjan nu ook weg is.
'Een briefje voor u.'
Op de voorkant staat 'Voor Van Dijk' ik vouw het papiertje open. Er staat weer iets in:

Jammer dan te laat, haha

'Baas.'
'Ja.'
'Het klopt allemaal niet hé.'
'Nee het klopt helemaal niet.' roep ik bijna gefrustreerd uit.

Re: verdwenen

Geplaatst: 20 feb 2011 21:06
door Saskjezwaard
Ben ik weer, en ja ik heb weer wat te zeuren :P
Als je wilt kan ik je tekst helemaal uitspitten op de fouten die erin zitten. Niet iedereen vindt dat namelijk even leuk als dat gebeurt ;)
Over je proloog, ik mis een beetje de emoties van de vrouw. Het is alsof je het zakelijk vertelt, alsof je er op een afstandje naar zit te kijken en aan ons vertelt wat er gebeurd. Gooi er wat emoties bij, zoals paniek, woede, verdriet of angst, en je hoofdpersoon wordt een stuk levender =) De ik-vorm is daarvoor ideaal, dan kun je goed vanuit de gedachten van je hoofdpersoon schrijven.
Oja, schrijft het liefst cijfers voluit, dus niet 3 bij 3, maar drie bij drie.
Ik vind het trouwens heel goed dat je zegt hoe de man ruikt en hoe hij klinkt, hierdoor heb je hem toch een soort van beschreven ondanks dat de hoofdpersoon niks kan zien in het donker.
Over je tweede stukje, probeer er meer in te zetten wat ze precies doen. Nu lijkt het alsof de twee mannen tegenover elkaar staan en telkens op dezelfde toon praten en ondertussen stokstijf blijven zitten. Als je er dingen tussenzet zoals beschrijvingen van de personages of 'hij fronste zijn wenkbrauwen' of 'mompelde ze binnensmonds', dan wordt het gesprek al een stuk levendiger. Nu is het ook niet duidelijk wie precies wat zegt. Ik kom er nu heel laat achter dat je het in de ik-persoon schrijft en dat degene vanuit wie je het schrijft van Dijk is. Dat ik er wat later achter kom dat de hoofdpersoon van Dijk is, is niet erg, maar het is wel fijner om te lezen in welke persoon je het zet.
Twee sites als tips: http://www.onlineverhalen.nl/content/in ... e=pagina-3 en http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/ ... ijven.html
Als je daarin alles doorleest, zul je waarschijnlijk een stuk beter snappen wat ik bedoel ;)
Het is trouwens niet erg dat het de eerste keer niet goed is, je leert van je fouten en je kunt er alleen maar beter van worden. Als je blijft oefenen, zul je het na een tijdje onder de knie krijgen ;) zo, genoeg clichés uit de kast getrokken :P
Veel succes met het verder schrijven :super

Re: verdwenen

Geplaatst: 20 feb 2011 22:38
door DesireeD
Ik probeer gewoon wat dus ik ben blij me je kritiek want dan kan ik het aanpassen en misschien dat het dan wel wat wordt uiteindelijk.
Echt bedankt voor de tips zal er direct wat mee doen :D

Re: verdwenen

Geplaatst: 21 feb 2011 14:17
door DesireeD
Hoofdstuk 2

Kort en ik zijn weer terug op het bureau. Ik baal ervan dat we te laat waren. Nu zijn er twee vrouwen verdwenen en komen we helemaal geen stap meer verder, want nu kunnen we Marjan geen zaken vragen die van belang kunnen zijn. Bij het huis van Marjan waren ook geen sporen te vinden alleen dezelfde bandensporen waarschijnlijk. Ook hier stond de deur open en was er een sleutel gebruikt. De gene die de Marjan en Xandra ontvoerd heeft weet precies waar hij mee bezig is. Hij is voorzichtig en laat geen sporen achter. Ik ben diep in gedachten ik merk niet eens dat Kort binnen komt en dat komt niet vaak voor.
‘Baas, hallo bent u er wel.’ zegt Kort ongeduldig ‘Baas!.’
Ik schrik op.’He, ja wat is er’ antwoord ik kortaf.
‘Niets hoor.’
‘Heb je al wat.’ Vraag ik een beetje chagrijnig.
‘Nee nog niet.’
‘En die bandensporen dan dat kan toch niet zo lang duren.’ antwoord ik boos.
‘Nee, maar alles werkt tegen.’
‘Hoezo dat nou weer.’ Antwoord ik steeds bozer wordend. ‘Het is toch niet zo moeilijk om na te trekken van wat voor auto de bandensporen zijn.’
‘Sorry baas, maar…’
‘Maar wat…?’
‘Niks baas we zijn er mee bezig.’ Antwoord kort snel voordat hij nog meer op zijn donder krijgt.
Er klinkt opeens een verschrikkelijke ringtone door de stille ruimte. Het is de ringtone van kort. Het is iemand die schreeuwt en steeds harder gaat schreeuwen.
‘Kort voor je opneemt nog even dit, je gaat die ringtone veranderen ik erger me er dood aan.’ zeg ik geërgerd.’
‘Kort neemt op.’
‘Met Kort.’ Zegt hij door de telefoon.
‘ Ja met De Meer hier, van beneden, hoof van het forensisch team.’
‘Ja.’
‘De bandensporen zijn bekend. Het is van een volkswagen T5.’
‘Oké, bedankt.’ Kort hangt op en veranderd snel zijn ringtone, want hij weet als ik boos ben door zo'n ringtone niet echt blijer wordt.
‘En?’ Vraag ik ongeduldig.
‘ Wat en?’ Vraagt Kort geërgerd.
‘ Ja wat denkt je, wat voor merk auto is het?’
‘Oh ja, het is een volkswagen T5.’
‘ En jij denkt dat ik weet wat voor auto het is.’
‘Ik zal het u even laten zien baas.’ Kort loopt naar zijn bureau waar zijn computer staat en zoekt een afbeelding van de auto.
‘Kijk baas dit is de auto.’
‘Oké het is een busje en een we weten welk merk, maar verder weten we nog niets.’ Antwoord ik gefrustreerd.
‘Sorry baas.’
‘Zeg niet steeds sorry.’ Kort zegt altijd sorry als ik boos op hem ben. Hij denkt dat het zijn schuld is dat ik boos op hem ben, ja soms is dat inderdaad zo, maar lang niet altijd. Vaak ligt het aan de zaak die we aan het onderzoeken zijn. Nu ook weer twee vrouwen die verdwenen zijn, jonge vrouwen, vouwen die in de bloei van hun leven staan, die verdwenen zijn. Daar wordt je gefrustreerd van en boos van, maar dat betekend niet dat het Kort zijn schuld is dat ik boos en gefrustreerd ben. En het is al helemaal niet zijn schuld dat die twee vrouwen verdwenen zijn.
‘Begrepen baas S…’
‘Ehh niet zeggen.’ zeg ik snel voor hij het woord sorry weer zegt.
Ik ga bij de tafel zitten die in het midden van het kantoor staat. Die hebben Kort en ik een paar jaar geleden op een rommelmarkt gekocht toen Kort en ik net partners waren en we een nieuw kantoor kregen. We vonden dat er een tafel moest staan voor als we gingen overleggen. En hier ligt dan vaak ook het bewijsmateriaal als we het bepreken. We hebben er nog een paar stoeltjes bij gekocht en we hebben de tafel en de stoelen geverfd en het ziet er weer bijna als nieuw uit.
Het bewijs ligt midden op tafel het is niet veel. De foto’s van de bandensporen en van de open deur. En de papiertjes die we hebben gevonden bij de fontein en bij het huis van Marjan. Kort komt ook aan tafel zitten met zijn laptop, zodat hij niet steeds naar zijn bureau hoeft te lopen als we iets zoeken.
‘Kort we hebben niet erg veel.’
‘Ik weet het baas, maar ik heb een idee.’
‘Vertel. Zeg ik nieuwsgierig, soms komt Kort wel met goede ideeën.
‘Nou, Marjan en Xandra hadden vast wel hun mobieltjes op zak aangezien ze niet in hun huis lagen. Als we die mobieltjes nou traceren.’
‘Daar kom je lekker op tijd mee.’
‘So…
‘Ehh,' zeg ik snel en streng
‘Baas ik had aldoor wat te doen en het schoot me niet eerder te binnen en bovendien het is altijd nog beter dan niets. En er kan bij u ook echt nooit een bedankje van op.’ Zegt Kort boos een teleurgesteld.
‘Oké het is al goed, jij kunt er ook niets aan doen dat ik op het moment licht geraakt ben, maar het is nogal een serieuze zaak.’
‘Geeft niet baas ik ben het wel van u gewend.’
Kort heeft gelijk ik word nogal vaak boos op hem. Kort begint te typen. Kort typt wel vier keer zo snel als mij. Het duurt even voor hij wat heeft, maar dan heeft hij ook wat.’
‘Baas ze bevinden zich hier honderd kilometer vandaan.
‘Snel dan neem je laptop mee en dan naar mijn auto we vertrekken over vijf minuten.’ Zeg ik snel.
‘Oké baas.’

Re: verdwenen

Geplaatst: 21 feb 2011 19:35
door Saskjezwaard
Jaaa, al een heel stuk beter. Nu weet je precies wie wat zegt :D
En er zitten ook dingetjes bij -zoals het bureau- die het verhaal wat echtheid geeft, super :D
Je moet wel blijven opletten met spelfouten en let erop dat je Kort altijd met hoofdletter schrijft, aangezien het ook een gewoon woord is en daardoor verwarring kan veroorzaken.
‘Baas, hallo bent u er wel.’ Zegt Kort ongeduldig ‘Baas!.’
Ik schrik op.’He, ja wat is er’ Antwoord ik kortaf.
Heb ik ook pas een paar maanden geleden geleerd. Na een vraagteken moet een kleine letter.
'Baas, hallo, bent u er wel?' zegt Kort ongeduldig. 'Baas!'
Ik schrik op. 'Hè, ja, wat is er?' antwoord ik kortaf
En bij dit :
‘En die bandensporen dan dat kan toch niet zo lang duren.’ Antwoord ik boos.
'En die bandensporen dan, dat kan toch niet zo lang duren,' antwoord ik boos.
Dus voor een stukje dat aangeeft hoe iemand iets zegt, dus bv. zeuren, mompelen, slissen, zeggen, antwoorden etc. moet een komma.
"Kom op, we gaan naar huis," zei ik vrolijk en draaide me alvast om.
"Jezus zeg, hou eens op met dat kinderachtige gedoe," snauwde ik naar Kort.
Maar (ja er is altijd een maar^^):
"Zet die tijd nou eens goed." Zonder haar antwoord af te wachten rende ik weer door.
Snap je wat ik bedoel?
Nou ja, het is in ieder geval al een stuk beter dan je tweede stukje :D ga zo door!

Re: verdwenen

Geplaatst: 21 feb 2011 21:47
door DesireeD
dank je nou heb ik ook weer wat geleerd dan kan ik daar u ook om denken :D

Re: verdwenen

Geplaatst: 22 feb 2011 17:43
door DesireeD
We rijden met honderd - twintig kilometer per uur over de snelweg. Ik hou er van om snel te rijden. Vroeger wou ik dat al ik vond het dan ook altijd geweldig als ik met mijn ouders een stukje ging rijden. Mijn vader reed ook altijd hard. Nu kan ik het zelf en ik vind het nog steeds geweldig.
‘Baas hier de afslag nemen.’ zegt Kort.
Ik neem de afslag en Kort wijst me verder de weg. Op de plek waar de mobieltjes de plek aangeven staat een oud vervallen schuurtje. Kort en ik lopen zachtjes naar de schuur toe. Het stinkt in de schuur, het stinkt naar sigaretten rook en ik ruik ook een vage geur van alcohol. We onderzoeken voorzichtig het schuurtje. We vinden niets behalve twee mobieltjes van Marjan en Xandra.
‘Shit’ Zeg ik gefrustreerd. ‘Weer te laat, alweer.’ Ik trap hard heel hard tegen een van de wanden van het schuurtje. Zo hard dat mijn voet er echt heel zeer van doet. AUW!’ Schreeuw ik uit van de pijn.
Ik kan er niet meer op staan, dus laat ik me maar zakken tegen de muur en ga zitten op de grond.
‘Baas u kunt er niets aan doen.’ Zegt Kort en probeert me gerust te stellen.’
‘ Donder op kort.’ Antwoord ik woedend en gefrustreerd. ‘Natuurlijk kan ik er wel wat aan doen. Als we er eerder waren achtergekomen dat ze hier waren geweest waren we misschien op tijd geweest.’
‘Baas’
‘Ja wat nou weer.’
‘Ik denk dan Marjan en Xandra hier niet eens geweest zijn.’
‘Hoezo niet?’ Vraag ik verrast.
‘Nou, buiten zijn er voetstappen, maar één paar voetstappen en dat zijn grote voetstappen zeker niet van een vrouw. Het is man en Marjan en Xandra kunnen hier dus niet geweest zijn.’
‘Ja dat zou kunnen, maar dat betekend dat dit een afleiding voor ons is. Hij weet dus dat wij met deze zaak bezig zijn. En probeert ons te dwarsbomen.’
‘Ja baas dat is het waarschijnlijk.’
‘Goed bedacht kort.’ Zeg ik en Kort kijkt iets blijer, blij dat hij een compliment krijgt, want dat gebeurd niet vaak. ‘Maar als dat zo is dan zou hier ook een papiertje moeten liggen, want hij wist dat we hun mobieltjes zouden gaan traceren. Dus wist hij dat we hier zouden komen.
‘Oké baas ik zal gaan zoeken.’ Kort begint te zoeken naar een papiertje het duurt even maar hij vindt een papiertje.
‘Kijk baas hier een papiertje voor u.’
Ik pak het papiertje aan van Kort en lees het hardop voor.

Jammer alweer te laat, volgende keer wat sneller zijn. HAHA

‘Kort hij speelt een spelletje met ons, zodat we bezig blijven.
‘Ik weet het baas, maar wat moeten we er tegen doen we moeten Marjan en Xandra vinden voor het te laat is.’
‘Ik denk niet dat hij ze gaat vermoorden, want dan is het spelletje met ons voorbij. Hij wil ons echt een tijdje bezighouden met dit soort aanwijzingen en dan als we het misschien opgeven dat hij ze dan vermoord, dus Kort wel moeten snel en voorzichtig handelen.'
‘U heeft gelijk baas.’
‘Kom we gaan eerst maar terug naar het bureau Kort.’
Ik probeer op te staan, maar dat lukt niet.
‘Kort kun je me even overeind helpen.’ Ik vraag niet vaak hulp eigenlijk nooit dus dit moet wel iets zijn. Kort helpt me overeind en ondersteund me dan naar de auto.
‘Kort ik denk niet dat ik rijden kan, zet me maar op de achterbank en rij jij maar terug.’ Ik laat niet vaak iemand rijden eigenlijk nooit, maar dan ook echt nooit, want dan weet ik dat het veel langer duurt voor dat we er zijn dan wanneer ik rij.
Kort zet me op de achterbank en rijd weg. Hij rijdt met nog honderd kilometer per uur over de snelweg. Dit gaat nog wel ander half uur duren voor we er zijn. Weer ander half uur minder om Marjan en Xandra te vinden.

Re: verdwenen

Geplaatst: 23 feb 2011 18:06
door DesireeD
Hoofdstuk 3

‘Ja dat is zwaar gekneusd,’ zegt een dokter van de eerste hulp van het UMCG. Het is een jongeman van ongeveer 26 jaar schat ik. Hij is waarschijnlijk net afgestudeerd en moet nu een specialisatie kiezen.
‘Dus?zeg ik nors.
‘U moet rust houden en u voet koelen, anders gaat het nog meer opzetten en wordt de pijn alleen maar erger, zegt de dokter.
‘U denkt zeker dat ik niets anders te doen heb dan op de bank te zitten en niets doen’, reageer ik boos. ‘Er zijn twee jonge vrouwen vermist en als we, ik en mijn partner, hun niet vinden zal het te laat zijn. En u zegt dat ik moet rusten. Shit! Dit mocht ik je niet eens vertellen.
‘Ik zal het niet verder vertellen dat beloof ik.’ Hij klinkt oprecht dus ik geloof hem. Maar.
‘Dus, wat nu?vraag ik ongeduldig.
‘Er komt zo een zuster die een drukverband aanlegt en dan regel ik ondertussen krukken voor dat die klaar staan zodat u ze mee kunt krijgen,’ antwoord hij geduldig. ‘ En als het even kan adviseer ik u om u voet even omhoog te leggen en er dus iets koud op te leggen, alleen als het kan.’ zegt de dokter bedachtzaam
‘Oké bedankt dokter,’ antwoord ik al een stuk vriendelijker.
De dokter loopt weg en even later komt er een verpleegkundige binnen lopen. Ze is klein en heeft ongeveer dezelfde leeftijd als, dus ongeveer 45 jaar.
‘Hallo meneer, ik kom even een drukverbandje om u voet doen,’ zegt ze aardig. Ze pakt wat spullen en verbind dan mijn voet. Als ze klaar is gaat ze even weg om krukken op te halen.
‘Kijk meneer hier zijn een paar krukken, steun zo weinig mogelijk of helemaal niet op de voet zodat het zo snel mogelijk weer overgaat.
‘Zuster kan ik zelf rijden of moet ik iemand bellen?’
‘Nou het lijkt mij niet verstandig om zelf te gaan rijden, want dan gebruikt u uw voet.
‘Oké dan bel ik mijn partner even.’
‘U heeft een vriendin?’ vraagt ze nieuwsgierig,
‘Nee het is mijn werkpartner, we werken samen.’
‘En wat voor werk doet u?’ vraagt ze nog nieuwsgieriger,
‘Ik werk bij de politie, recherche.’
‘Spannend,’ antwoord ze onder de indruk, ‘ Ik ben zo vrij als je even wachten wil dan kleed ik me om en dan breng ik je wel naar je werk terug, want ik neem aan dat je daar heen wil?’ vraagt ze.
‘Ja daar moet ik heen.’
‘Oké nou wacht dan maar even in de wachtruimte dan kleed ik me snel om ben er zo weer.’ En ze loopt weg. Ik ga naar de wachtruimte waar ik op haar wacht.

Re: verdwenen

Geplaatst: 24 feb 2011 20:42
door DesireeD
Een kwartier later zitten we in haar auto en rijden we richting het bureau.
‘Bedankt dat je me weer terug wil brengen naar mijn werk, maar ik weet niet eens wie je bent en hoe je heet,’ zeg ik.
‘Nou ik heet Janine en ben 44 jaar, ik ben gescheiden en heb één kind, een zoon van 20 jaar,’antwoord ze beleefd. ‘Nou weet je wie ik ben, nou wil ik ook graag weten wie jij bent,’ zegt ze op een iets dwingende toon.
‘Ik ben Peter, Peter van Dijk, ik ben 45 jaar werk bij de recherche en mijn vrouw en kind zijn vermoord.’
‘Oh sorry dat ik het vroeg dat ik wist ik niet,’antwoord ze schuldig. Ik zie dat ze er echt een beetje onderste boven van is.
‘Het geeft niet dat kon jij ook niet weten.
De laatste vijf minuten van de rit zijn we stil. Als we bij het bureau aankomen blijven we nog even zitten. Ik zie dat Janine nog steeds niet weet wat ze nou precies moet.
‘Janine ik moet nu echt weer aan het werk,’ zeg ik.
‘Oké dat snap ik.’
Ik probeer uit te stappen alleen dat lukt niet helemaal zoals het moet.
‘Wacht ik kom je wel even helpen,’ zegt ze zorgzaam. Ze stapt uit de auto en loopt om de auto heen naar de kant waar ik zit. Ze pakt de krukken en zet die zo neer dat ik direct steun heb als ik sta. Ik stap voorzichtig de auto uit. Alleen het idee van het stevig staan lukt niet helemaal. Ik wankel en val bijna, maar Janine pakt me vast, zodat ik niet val. Onze gezichten zijn heel dicht bij elkaar.
‘Hé baas u bent er weer!’ roept Kort vanuit de deuropening van het bureau. Het romantische moment is nu direct over. Kort heeft altijd van die goeie momenten om iemand te storen.
‘Ja ik ben er weer,’ antwoord ik droog en klein beetje boos.
‘Ik moet gaan,’ zeg ik tegen Janine.
‘Mag ik nog even naar mee naar binnen?’ vraagt ze beleefd.
‘Nou voor deze ene keer.’ Dit zeg ik met een grote brede glimlach.
‘We lopen samen naar ingang van het bureau en daarna lopen we door naar Kort en mijn kantoor. Het gaat niet erg snel, want ik ben niet gewend om met krukken te lopen. Eenmaal binnen ga ik direct op de bank zitten. Janine legt een kussen op het eind van de bank en legt mijn voet daarop, daarna schuift ze nog een kussen onder mijn knie.
‘Kijk zo ligt je been omhoog en dit doe je als je even niets te doen hebt of als je overleg hebt of zo,’ zegt Janine zorgzaam. Janine loopt naar Kort toe en stelt zicht voor.
‘Hoi ik ben Janine.’
‘Ook hoi, ik ben Kort, Evert Kort, ik werk dus samen met hem.’ En hij wijst naar me.
‘Oké, Evert heb je een doek?’
‘Ja vast wel.’
‘Oké wil je er een pakken en die nat maken met koud water en die dan naar mij brengen,’
Kort gaat naar de keuken een kamer naast de onze. Hij pakt daar een doek een maakt die nat met koud water. Hij komt er al gauw weer aan. Inmiddels heeft Janine het drukverband er af gehaald.
‘Kijk een natte koude doek,’ zegt Kort tegen Janine en geeft de doek aan Janine. Janine legt de doek om mijn voet.’
‘Koud!’ roep ik van schrik, zo koud is die doek.
‘Oh sorry dat ik niet gezegd heb dat het heel koud was,’ zegt ze.
‘Kort ik wil graag koffie, kun je die even zetten?' vraag ik aan Kort.
‘Janine wil jij ook koffie?’ vraag ik daarna.
‘Ja dat mag wel.’ antwoord ze.
Kort gaat weer naar de keuken en maakt koffie. Tien minuten later komt hij weer terug met verse koffie.

Re: verdwenen

Geplaatst: 25 feb 2011 18:50
door DesireeD
Janine is er nog steeds na een uur, we hebben in dat uur gepraat over van alles. Over hoe ik aan mijn gekneusde voet kwam en waarom zij gescheiden is. Maar ik voelde een spanning tussen ons. Die er is sinds ik verteld heb over mijn vrouw en kind. Kort zit achter zijn bureau op de computer. We komen niet verder met de zaak eerst. Het forensisch team is nu bij het schuurtje om de voetafdruk te onderzoeken. Kort heeft er ook voor ons foto’s van gemaakt, maar daar komen we ook niet mee verder. Janine is rond gaan kijken in het kantoor. Ze heeft vijf minuten geleden de doek voor mijn voet nog even weer koud gemaakt en weer om mijn voet gelegd.
‘Peter,’ zegt Janine opeens.
‘Ja’
‘Zijn dit de vrouwen die ontvoerd zijn?’ vraagt ze met een brok in haar keel.
‘Ja, hoezo?’ vraag ik verbaasd.
‘ Dat zijn Marjan en Xandra.’
‘Ja dat klopt,’ zeg ik nog verbaasder. ‘Waar ken je ze van?’
‘Ik ben het zusje van hun moeder, Marjan en Xandra zijn mijn nichtjes.’
‘Oké, mag ik je dan wat vragen stellen in het belang van het onderzoek,’ vraag ik voorzichtig.
‘Ja doe maar.’ Janine kijkt opeens eens stuk somberder, maar ik moet vragen stellen misschien komen we dan wel verder.
‘Oké dan, ken je iemand die de sleutel heeft van hun huizen?’
‘Nee, niemand dat ik weet, niet meer in ieder geval,’ antwoord Janine
‘Hoezo niet meer?’
‘Hun moeder had altijd de sleutel, maar die is veertien maand geleden overleden. Dus hebben ze hun sleutel weer terug gekregen.’
‘Kan de sleutel niet toevallig niet een in handen gekomen zijn van iemand anders?’
‘Nee,’ zegt Janine heel zeker.
‘Oké bij het huis van Marjan en op nog meer plekken hebben we briefjes gevonden die aan mij gericht zijn. Wil jij misschien even kijken of je het handschrift herkent?ze liggen daar op tafel. Janine loopt naar de tafel en bekijkt de briefjes aandachtig.
‘Nee het handschrift komt me helemaal niet bekend voor,’ zegt ze.
‘Oké nog één vraag, ken je iemand die in een volkswagen T5 rijdt?’
‘Nee, ik ken niemand die in dat soort auto rijdt, dat weet ik heel zeker,’ antwoord ze. ‘Mag ik weten wat er gebeurd is?’
‘Toen ze thuis kamer was er iemand binnen, die gene had de sleutel van hun huis waarschijnlijk en heeft ze ontvoerd. Uit bandensporen van hun oprit blijkt dat de ontvoerder in een volkswagen T5 rijdt.’ Antwoord ik ‘En die briefjes krijg ik van de ontvoerder waarschijnlijk.’
‘Dit meen je allemaal niet,’ zegt ze verschrikt.
‘Ja dat meen ik wel.’ Ik zie dat Janine helemaal verschrikt is en dat het niet lang meer duur voordat ze in huilen uitbarst.
‘Janine kom eens bij mij.’ Janine loopt naar mij toe en gaat op de rand van de bank zitten. Ik pak haar vast en geef haar een dikke knuffel.
‘Het komt allemaal goed, dat beloof ik je.’’

Re: verdwenen

Geplaatst: 27 feb 2011 13:57
door DesireeD
Hoofdstuk 4

Ik heb het koud in de donkere stille kamer waar ik nog steeds ben. Ik heb geen idee hoe lang ik hier al ben, misschien uren maar misschien ook al wel een paar dagen. Ook heb ik inmiddels dorst. De Enge man is nog niet weer teruggekomen. Gelukkig is hij nog niet teruggekomen. Ik heb de kamer inmiddels wat rondgekeken in de kamer. In de kamer staat een emmer waar ik mijn behoeften in kon doen. Dat stond op een geel papiertje in ieder geval. Opeens gaat de deur open. Ik ga snel weer liggen op het bed zodat het lijkt of ik slaap. De man komt naar beneden dat ruik ik aan de rook en alcohol lucht die om hem heen hangt. Mijn hart klopt veel sneller dan normaal en durf nauwelijks adem te halen. Ik ben bang dat hij door heeft dat ik niet slaap. Hij legt iets neer op de grond aan de andere kant van de kamer. Dan gaat de man weer weg. Ik blijf een paar minuten liggen bang dat de man weer terugkomt. Als ik weer overeind wil gaan zitten om te kijken wat hij heeft neergelegd. Op het moment dat ik zit gaat de deur weer open. Ik ga gauw weer liggen. Ik haal nu helemaal geen adem meer. Hij zet nu iets op het tafeltje neer en ruimt de scherven van de kapotte kan op. Als hij daar mee klaar is gaat hij weer weg. Ik wacht dan weer een paar minuten bang dat hij weer terug zal komen. Ik kom weer voorzichtig overeind, wat nog steeds moeilijk gaat, omdat ik nog steeds hoofdpijn heb en steken in mijn hoofd, maar uiteindelijk lukt het me. Eerst ben ik wel wat duizelig. Ik blijf even rustig zitten, maar dat is ook gauw weer over. Ik pak de zaklantaarn die ik naast me neergelegd had. Ik knip hem aan. Er staan nu twee broodjes met boter en twee glazen en weer een kan met water. Nu doe ik voorzichtig en gooi ik de kan niet om. Er ligt een papiertje bij, weer een geel papiertje. Ik vouw het open en lees het.

Jullie kunnen om de beurt op het bed liggen.

Om de beurt op het bed liggen, maar ik ben hier toch alleen. Ik word bang. Er hier dus nog iemand in deze kamer. Ik schijn voorzichtig dood de kamer heen. Op het eerste gezicht zie ik niets. Dan bedenk ik me dat de man iets aan de andere kant van de kamer heeft neergelegd. Ik schijn daar heen met de zaklamp. Ik zie iemand liggen. Ik herken die gene die daar ligt niet direct. Als ik nog een keer goed kijk zie ik dat mijn zus, Marjan, daar ligt. Ik schrik, nu is zij hier ook. Dan wordt alles zwart voor mijn ogen.

Re: verdwenen

Geplaatst: 28 feb 2011 17:47
door DesireeD
Hoofdstuk 5

Janine is naar huis gegaan. Ze nog niet helemaal bekomen van de schril. Ook Kort is naar huis gegaan. Ik ben gebleven ik wou nog even verder met de zaak. Misschien dat als ik een ben wat kon vinden. Maar dat lukte niet echt, ik kwam geen stap verder. Zo komen we nooit verder en de kans dat we Marjan en Xandra nog levend vinden wordt steeds kleiner. Maar ik heb Janine beloof dat ik ze levend zou vinden. Ik loop alle zaken nog een keer bij langs. Iemand had een sleutel van hun huizen, heeft een volkswagen T5 en laat briefjes achter. Misschien dat we moeten wachten op een nieuwe aanwijzing, maar hoe lang dat gaat dure weten we ook niet. Dan opeens heb ik een idee, vingerafdrukken op de gele papiertjes. Ik bel direct naar beneden, naar het forensisch team, er zit daar altijd iemand voor noodgevallen en dit is een noodgeval.
‘Met De Meer’ De meer is het hoofd van het forensisch team. Hij is klein en een beetje raar maar dat zijn we gewend. Hij werkt vaak lang. Hij houdt van ze werk. Dus het verbaasd mij dan ook niets dat hij er nog is.
‘Ja met Van Dijk hier.’
‘Zo laat nog aan het werk,’ zegt De Meer geïnteresseerd.
‘Ja zoals altijd, dat weet je nu toch wel.
‘Nou vertel wat moet je zo laat nog van me?’ zegt De Meer
‘De zaak waar we mee bezig.’ De Meer onderbreekt me
‘De zaak van die twee verdwenen jonge vrouwen?’ vraagt De Meer’
‘Ja die, nou Kort en ik komen niet verder. Nu ik hier alleen ben laat in de avond.’ Het was inmiddels elf uur. ‘ bedacht ik me dat op het bewijsmateriaal wel eens vingerafdrukken kunnen zitten.’
‘En nu is je vraag dat ik dat even wil onderzoeken.’
‘Ja precies, wat kun je toch goed raden,’ zeg ik.
‘Oké is goed dan heb ik ook wat te doen,’ antwoord De Meer, ik hoor een klein beetje sarcasme in zijn stem ‘Nou kom het maar brengen.’
‘Ja dat wordt moeilijk, ik heb mijn voet zwaar gekneusd en het lopen met krukken lukt nog niet echt. Dus ik wil niet vervelend doen maar kun jij het hier even vandaan ophalen.?’ Vraag ik zo aardig mogelijk.
‘Oké voor deze keer dan maar, ik kom er zo aan.
‘Oh wacht als je dan toch onderweg bent kun je dan ook direct een kop koffie voor mij meenemen.
‘Ja hoor’ En hangt dan snel op bang om nog meer voor mij te doen.
Het duurt niet heel lang voor De Meer eraan komt met mijn koffie.
‘Dank je,’ zeg ik tegen De Meer.
‘Waar liggen die papiertjes?’ vraagt De Meer
‘Op tafel.’
‘Oké,’ De deer loopt naar de tafel en pakt de papiertjes, die in een zakje zitten zodat er geen andere vingerafdrukken opkomen, van tafel.
‘Oké dan, nou doe9i dan Van Dijk en nog een Prettige nacht verder hier alleen.’
‘Jij ook daar beneden,’ antwoord ik terug.
‘Trouwens hoe kom je eigenlijk aan die zwaar gekneusde voet?’ vraagt De Meer nieuwsgierig.
‘Tegen een wand van een schuurtje aangeschopt.’
‘Nou dan vast wel heel hard.
‘Ja,’ antwoord ik.
‘Oh handig, nou nogmaals doei dan,’ zegt De Meer en gaat dan weg.

Re: verdwenen

Geplaatst: 02 mar 2011 18:09
door DesireeD
‘Baas wakker worden,’ zegt Kort
‘Baas!’
‘He, ja,’ Ik schrik wakker
‘Baas het is tijd om op te staan.’
‘Hoe laat is het?’ vraag ik slaperig aan Kort.
‘Het is half negen inmiddels,’ antwoord Kort
Ik ga langzaam wat overeind zitten, mij voet ligt nog steeds op de kussen die Janine daar voor mij neer heeft gelegd. Mijn nek doet zeer van het op de bank slapen. Kort loopt naar de tafel toe.
‘Baas waar zijn de papiertjes gebleven?’ vaagt Kort voorzichtig.
‘Ik heb aan De Meer gevraagd of hij wil kijken of er vingerafdrukken opzitten dus hij heeft ze meegenomen.’ Antwoord ik.
‘En?’
‘Ik weet nog niets, ik wacht nog op een antwoord van De Meer.
‘Zal ik even gaan kijken bij De Meer of hij het al klaar heeft?’ biedt Kort aan.
‘Ja, doe maar.’ Kort gaat weg. Op tafel staat een beker verse koffie en een zak met waarschijnlijk verse broodjes. Ik heb behoorlijk wat trek dus pak mijn krukken en ga naar de tafel. Ik pak de koffie en een croissantje, dat zit in de zak, de croissantjes zijn nog warm. Ik ga weer op zitten op een stoel dit keer. Het duurt daar na niet lang meer voor Kort er weer is.
‘En?’ vraag ik.
‘Niets,’ antwoord Kort.
‘Hoezo niets?’
‘Geen vingerafdrukken dus geen verdachte,’ antwoord Kort
‘Shit!’ zeg ik gefrustreerd. ‘Ik heb het beloof aan Janine.’
‘Rustig maar baas, ik weet dat u het beloofd heeft, maar we vinden Marjan en Xandra. En we verzinnen wel weer wat,’ zegt Kort.
‘Ja natuurlijk we verzinnen wel weer wat, als het te laat is zeker,’ zeg ik boos. We hebben ook nog veel bewijsmateriaal over,’ zeg ik sarcastisch. Ik zie dat Kort sorry wil zeggen, maar hij zegt het niet. Hij loopt naar zijn bureau en gaat achter zijn computer zitten.
‘Dank je trouwens voor de koffie en croissantjes,’ zeg ik.
‘graag gedaan baas.’ Zegt Kort terug.
Ik eet de croissantjes verder op en drink daarna de koffie. Als ik klaar ben met eten begin ik te denken wat we nog kunnen doen. Er schiet me niets te binnen. Dan gaat krijg ik een sms’je. Ik haal mijn mobieltje uit mijn broekzak. Het is een sms’je van Janine.

‘’Ik ben gebeld door de ontvoerder van mijn nichtjes. Kun je komen?’’

Ik sms direct terug.

‘’we komen eraan’’

‘Kort we gaan,’ zeg ik.
‘Waarheen?’ vraagt hij verbaasd.
‘Naar Janine?’ antwoord ik
‘Hoezo dat?’
‘De ontvoerder heeft haar gebeld.’
‘Oh oké ik snap het,’ zegt kort.
‘Oh Kort jij rijdt trouwens,’ zeg ik.
Kort en ik gaan naar mijn auto, want Kort zijn auto is klein en our en het lijkt wel of die bijna uit elkaar valt. Ik geef Kort mijn sleutels. En we rijden richting het huis van Janine.

Re: verdwenen

Geplaatst: 05 mar 2011 13:08
door DesireeD
Janine woont net buiten de stad het is twintig minuten rijden vanaf het bureau. Kort rijdt een keer harder dan wat hij normaal doet. Hij rijdt tachtig kilometer per uur in de bebouwde kom. In de bebouwde kom is dat bij hem normaal maar vijftig kilometer per uur. Voor mij duurt dit nog te lang. Als we aankomen staat Janine al bij de voordeur. Als ik uitgestapt ben omhelst ze me. We lopen met naar mee naar binnen. In de woonkamer zit iemand
‘Dit is mijn ex-man,’ zegt Janine
‘Hallo, Jan Dijksterhuis,’ stelt hij zichzelf voor.
‘Hallo rechercheur Van Dijk en dit is mijn partner, rechercheur Kort,’ stel ik mezelf en Kort voor.
‘Janine waarom belde je zo in paniek op?’ keer ik me tot Janine.
‘Nou die ontvoerder van Marjan en Xandra belde.’
‘En laat me raden, hij vraagt om losgeld,’ onderbreek ik haar.
‘Ja precies.’
‘Hoeveel?’ vraag ik.
‘Honderdduizend voor één nichtje dus voor twee is het tweehonderdduizend..’ antwoord ze.
‘Dat is veel, en waarom bellen ze jou?’
‘Ik ben de enige laatste levende familielid van hun.’
‘Oké wil je even met me meekomen naar de keuken zodat we onder 4 ogen kunnen praten.’
‘Kort wil jij kijken of je het telefoonnummer kan traceren?’ zeg ik.
‘Komt goed baas.’
Janine en ik lopen naar de keuken.
‘Waarom is je ex hier als ik dat vragen mag?’
‘Hij kwam voor mijn zoon en zijne natuurlijk ook, maar waarom vraag je dat?’
‘Was hij er op het moment dat de ontvoerder belde.’
‘Ja.’ Zegt ze.
‘Peter hoe moet ik dat losgeld gaan betalen?’ vraagt Janine
‘Dat komt allemaal goed, maar hij belt weer, want jullie hebben nog geen plek en tijd afgesproken. Of wel?’
‘Nee nog niet.’
‘Oké, we laten iemand hier van ons, een andere college dan die een beetje verstand heeft van het traceren van telefoonnummers, zodat Kort en ik verder kunnen op het bureau.’
‘Oké is goed,’ stemt Janine in. ‘En wanneer komt die.’
‘Kort gaat die zo opbellen.’
‘Oké’ zegt Janine.’
‘Kom Janine dan gaan we weer terug,’ Janine en ik lopen terug naar de woonkamer, waar haar ex-man nog net zo zit als eerst en Kort nog steeds bezig is met het traceren van het telefoonnummer.
‘En?’ vraag ik aan Kort.
‘niets, een onbekend nummer en het gesprek heeft tekort geduurd,’ antwoord Kort.
‘Oké fijn,’ zeg ik cynisch.
‘Janine nog één vraag het schiet me net te binnen. Heeft je zoon een goede band met Marjan en Xandra?’
‘Ja, altijd al zo geweest,’ antwoord ze.
‘Oké zou ik hem zo snel mogelijk kunnen spreken.’
‘Waarom?’ vraagt Janine verbaasd.
‘Ik moet zoveel mogelijk informatie hebben. Alles kan helpen.’
‘Oké ik snap het.’
‘Oké kun je hem dan zo snel mogelijk naar het bureau sturen, als hij er weer is?’ vraag ik.
‘Oké zal ik doen,’ zegt Janine.
‘Oké kort ben je klaar ik wil naar huis om te douchen en schone kleren aan te doen
‘Peter als je gaat douchen moet je erom denken dat je verband niet nat woord en niet steunen op je voet,’ zegt Janine zorgzaam.
‘Oké ik zal erom denken.’
Ik knuffel Janine nog en dan gaan Kort en ik weg. Kort en ik gaan naar mijn auto en rijden weg.

Re: verdwenen

Geplaatst: 08 mar 2011 17:55
door DesireeD
Hoofdstuk 6

Kort zet me thuis af en gaat dan met mijn auto terug naar het bureau. Hij haalt me over een paar uur weer op. Binnen is het leeg en stil. Uit frustratie dat we nog niets hebben gooi ik mijn krukken in een hoek. Wat niet zo heel slim was. Ik hinkel naar de bank waar ik me neer laat ploffen. Ik zet de tv aan. En ga het nieuws maar kijken. Het gaat over van alles, maar dat gaat allemaal lang me heen. Totdat het gaat over twee verdwenen jonge vrouwen. Eerst denk ik nog meer verdwenen vrouwen, maar dan hoor ik dat het gaat om Marjan en Xandra. Iemand heeft dus verteld aan journalisten dat ze verdwenen zijn. Het nieuws over Marjan en Xandra wordt uitgebreid behandeld.

Sinds eergisteren is Xandra Laan verdwenen en sinds gister is haar zus Marjan Laan ook verdwenen. Ze zijn uit hun huis meegenomen, waarschijnlijk had de ontvoerder een sleutel van hun huizen. Het is waarschijnlijk een man die rijdt in een volkswagen T5, verder is er niets bekend. Ook is er inmiddels losgeld geëist bij de enige levende familielid, hun tante.

Dan komen er nog twee verslaggever d één staat bij het huis van Marjan en de andere staat bij het huis van Xandra. Hoe weten ze alle zo specifiek iemand die alles wist heeft het dus doorgelekt, iemand van ons of Janine. Dan wordt er wat door de brievenbus gegooid. Ik sta op en hinkel naar de hoek waar ik mijn krukken heb heen gegooid. Ik raap ze open loop dan met krukken naar e deur waar de brievenbus ook inzit en pak een envelop op. Ik maak de envelop open, er zit een geel briefje in. Ik weet direct van wie het is als ik de kleur zie. Er staat op

Dom van jullie dat het nu ook op het nieuws is, heel dom.

Als ik het gelezen heb gaat mijn mobieltje het is Kort die belt. Ik neem op.
‘Ja kort,’ zeg ik
‘heeft u het gezien baas of gehoord?’ vraagt Kort.
‘Als je het over het nieuws hebt, dan ja.’
‘Ja dat bedoel ik, maar wie heeft het die journalisten vertelt.?’
‘Ik heb geen idee, maar ik heb wel weer een briefje gekregen.’
‘En wat staat er op baas?’ vraagt Kort nieuwsgierig.
‘’Dom van jullie dat het nu ook op het nieuws is, heel dom’’ lees ik voor vanaf het papiertje aan Kort.
‘Baas heeft u er al aan gedacht dat hij nu ook weet waar u woont.’
‘Shit!’ roep ik kwaad. ‘ Kort zorg dat je hier over een halfuur bent. Ik nu me douchen en omkleden en dan gaan we naar het bureau.’
‘Oké baas komt goed.’ Zegt kort
Ik hang op.

Re: verdwenen

Geplaatst: 13 mar 2011 16:18
door DesireeD
Het douchen lukte niet helemaal dus ben ik maar in bad gegaan. Ik ga er al gauw weer uit. Ik trek schone kleren en loop naar benen. Op het moment dat ik beneden aankom gaat de bel. Ik loop met mijn krukken naar de deur en doe open. Het is Kort
‘Hoi baas’ zegt hij
‘Ja hor,’ zeg ik nors.
‘Kom maar even binnen ik moet nog wat spullen pakken.’
Kort komt binnen en gaat op de bank zitten. Ik pak een tas en gooi er wat spullen in.
‘Klaar, kom je,’ zeg ik tegen Kort.
‘Ik kom eraan.’ Kort staat op en houdt de deur voor me open. Ik ga naar de auto en stap in. Als we eenmaal onderweg zijn wordt ik weer gebeld. Op het display van mijn mobieltje zie ik dat het meneer Meyer is. De directeur van het bureau. Meyer is een lange man en ziet er sterk uit je zou niet zeggen dat hij directeur is, je zou eerder zeggen dat hij agent is die veel veldwerk doet. Ik neem op
‘Ja meneer,’ zeg ik.
‘Hallo Van Dijk, ik hoorde dat je bedreig wordt door die man die, die twee jonge vrouwen heeft ontvoerd.
‘Nou bedreig wil ik het niet noemen.’
‘Nou ik vind wel dat het bedreiging is, daarom krijg je nu continu bewaking overal waar je bent en komt.’
‘Oh fijn,’ zeg ik cynisch. ‘Dan kan ik helemaal niets meer.’
‘Het spijt met Peter, maar het kan even niet anders.’
‘ja het kan even niet anders.’
‘Doei Peter en succes met het onderzoek,’ zegt Meyer tot slot.
‘Ja doe.’ Zeg ik.
‘Echt serieus denken ze dat ik nog een klein kind ben of zo.’zeg ik gefrustreerd.
‘Rustig baas het is alleen maar voor de zekerheid, ‘ zegt Kort.
‘Ja natuurlijk voor de zekerheid. Ik ben agent, ik heb een pistool en die heb ik altijd bij me dus ik kan mezelf verdedigen als het moet en Meyer vind dat ik extra bewaking nodig heb.’
‘Ja baas, maar dan nog als u iets overkomt dat vergeeft hij het zichzelf nooit.’
‘ja het zal allemaal wel, rij nou mar door,’ zeg ik chagrijnig.

Re: verdwenen

Geplaatst: 01 apr 2011 11:40
door Murdocku
Het is een aangrijpend verhaal. Wat mij echter opvalt is dat je zeer vaak het woord 'ik' gebruikt. Er is niets mis met het gebruik ervan, maar het kan ook overdreven worden. In je proloog staan 509 woorden. Maar liefst 49 keer staat er 'ik' in. Dit leest voor mij niet prettig.

BV:
Het is niet veel licht, maar ik kan tenminste iets zien. Ik zie een tafeltje met een bordje waar een broodje met boter op ligt en een glas.

Het is niet veel licht, maar ik kan tenminste iets zien. Er staat een tafeltje met een bordje waar een broodje met boter op ligt en een glas.

Er staan in deze zin (de tweede) drie verkleinde woorden (tafeltje, bordje en broodje). Ook dat leest niet erg prettig weg.

Sorry als ik te kritisch ben, ik vind het echt wel goed geschreven, en zou het je zelf niet na kunnen doen.

Edit: Ik heb nu het hele verhaal gelezen. Er zitten echt wat mooie plotwendingen in het verhaal. Het zou zo een boek van Baanter kunnen worden. Ga door, ik ben benieuwd naar het vervolg.
Probeer je teksten in zijn geheel nog even na te lezen vóór je ze post. Er staan zo nu en dan typefouten in (bijvoorbeeld een stukje dubbel getypt, of een woord of letter vergeten) die makkelijk eruit te halen zijn.

Let ook op het gebruik van een paar woorden:
Hun
Hen
Zij

Dit is hun boek.
Het boek is van hen.
Zij hebben een boek.

Hier worden snel fouten in gemaakt.

Re: verdwenen

Geplaatst: 29 apr 2011 10:12
door DesireeD
bedank allemaal voor julie kritiek, heb een tijd niets kunnen posten vanwege school, maar ik zal eerst wat fouten eruit halen en dan zo snel mogelijk een nieuw stukje plaatsen.