Katy
Geplaatst: 25 feb 2011 20:49
Hallo mensen.
Dit is mijn eerste verhaal. Ik ben een tijd geleden begonnen het te schrijven en ik voelde de laatste tijd echt de drang om het andere mensen te laten lezen. Het begin mag misschien wel saai zijn, maar ik beloof je dat het spannender word. Ik zou het fijn vinden als jullie me ook op de fouten willen wijzen in het verhaal. Dan doe ik er zo snel mogelijk iets aan.
In een andere wereld leefde een jong vrouw, Katy. Ze was een bekende machtige magiër. Ze had controle over aarde, lucht, water, vuur en licht. Omdat ze zo machtig was vreesden veel mensen haar en zouden haar het liefst dood hebben. Maar dat was ze nog niet en dat kwam doordat ze nog twee gaven had. Ze kon in alles wat leeft veranderen en ze had genezende krachten. Katy was een gehard mens omdat ze vroeger op jonge leeftijd haar ouders kwijt raakte en toen ze zestien was, werd Triasa, de stad waar ze woonde, overvallen door barbaren. Toen ze de stad uit vluchtte, was ze alles kwijt. Op haar zwerftocht ontdekte ze haar krachten. Ze besloot haar jeugd achter zich te laten en begon aan een nieuw leven. Ze bouwde een huis aan de rand van een bos en maakte er een boerderij van. Daar leefde ze twee jaar ongestoord en gelukkig.
Katy stond een van de paarden te borstelen toen ze gegil hoorde. Ze keek in de richting waar het geluid vandaan kwam en zag een stofwolk haar kant op komen. Mannen op paarden en een paar mensen te voet kwamen dichterbij. Het waren stevige mannen op vurige paarden. Ze kende dat soort mensen maar al te goed. Barbaren. De barbaren zaten de mensen die te voet waren achterna en beleefden veel plezier met ze op te jagen. Katy legde de borstel weg, zadelde het paard, pakte haar pijl en boog, steeg op en reed naar de mensen toe. Ze legde een pijl klaar, richtte en schoot. De pijl suisde op een van de barbaren af en kwam terecht in zijn hart. De barbaar hapte naar adem. Zijn ogen draaiden weg en hij viel als dood gewicht van zijn paard af. Even was er verwarring onder de mensen en barbaren. Toen zagen ze haar. Katy legde nog een pijl klaar en schoot. De volgende barbaar volgde zijn makker naar de dood. Daarna stuurde ze de andere twee er achteraan. Behoedzaam reed ze naar de mensen toe.
“Is alles goed?” vroeg ze bezorgd en nieuwsgierig.
Een vrouw keek haar met angstige ogen aan. Ze scheen nog niet te beseffen wat er zojuist gebeurd was. Maar na een paar seconde veranderde haar gezicht. Katy zag opluchting. Ze viel op haar knieën en begon te huilen. Een man ging naast haar zitten en begon haar te troosten. Een andere man kwam naar Katy toegelopen.
“Wij komen uit Krando. Ons dorp is overvallen door barbaren. Wij zijn de enige die overgebleven zijn. Zou u ons alstublieft willen helpen?.” Vroeg de man aan Katy met een smekende blik in zijn ogen.
“ Ik zal jullie naar mijn huis brengen. Daar zijn jullie veilig,” zei Katy tenslotte op een barse toon. Ze was niet blij om te horen dat er nog een dorp was overvallen door die idioten.
Ze liepen net weg in de richting van Katy’s huis, toen een pijl Katy’s rechterschouder doorboorde. Een stekende pijn verspreidde zich door haar schouder. Ze slaakte een gil die vervuld was van pijn. De pijl ging er aan de achterkant in en ze zag de punt aan de voorkant in het bloed glinsteren da langzaam naar beneden liep. Ze voelde het langzaam over haar huid kruipen. Ze negeerde de pijn, pakte haar pijl en boog en riep dat de mensen naar het bos moesten rennen. Ze draaide zich om en zag dat degene die de pijl had afgeschoten een van de twintig barbaren was die daar verschenen waren. Ze legde haar pijl en- boog weer weg. 'Geen eerlijk gevecht,' zei ze tegen zichzelf. De barbaren reden naar voren en vormden een kring om haar heen. Één van de barbaren reed naar voren. Katy nam aan dat het de hoofdman was.
“Wat brengt een mooie gewapende dame hier?” vroeg hij met een grijns op zijn gezicht en hij boog een beetje naar voren in zijn zadel. “Je pijl terug geven,” zei Katy geërgerd en ze trok de pijl uit haar schouder. Ze moest veel kracht zetten. Een stekende pijn verspreidde zich weer door haar schouder. Erger dan toen de pijl zich in haar schouder boorde. Ze moest haar kaken op elkaar klemmen om niet weer te schreeuwen en de tranen sprongen in haar ogen. Ze keek even naar het ellendige ding en gooide hem toen naar de hoofdman toe. Die ving hem behendig op.
“Ach, arme dame… Nu heb je een gat in je schouder!” zei de barbaar met een bezorgde stem. Katy besefte dat hij dit natuurlijk helemaal niet meende. “Niet voor lang,” zei Katy nog steeds geërgerd en ze genas haar schouder. Kleine blauwe lichtjes die een blauwe gloed gaven zweefden bij haar schouder. Na een paar seconden waren ze weer weg. De wond in haar schouder was compleet geheeld. Het enige wat verraadde dat ze gewond was geweest, was het bloed dat nog op haar huid en kleren zat. Ze kon duidelijk de verbazing zien op hun gezichten. 'Stomme idioten. Jullie hebben echt de verkeerde gekozen om grapjes mee te maken.' dacht Katy boos. Daarna glimlachte ze flauwtjes en maakte ze met een serie ballen van vuur een einde aan hun levens. De paarden schrokken van de plotselinge hitte en gingen er in paniek vandoor. Katy reed achter een paar paarden aan en wist ze tot stilstand te brengen door ze de weg te blokkeren met een muur van lucht. Toen alle paarden stil stonden, steeg ze af en pakte de teugels. Ze steeg weer op en reed naar haar huis toe met de paarden achter haar aan. Ze zouden wel eens van pas kunnen komen. Ze zag dat de mensen al bij haar huis waren aangekomen. Ze steeg af en wendde zich naar de mensen toe.
“Ga maar naar binnen. Ik kom zo.” Opgelucht dat ze aan de barbaren ontsnapt waren en dat Katy oké was, liepen ze naar binnen. Katy zette de paarden bij de anderen paarden op een afgebakend stukje grond. 'Ik heb geen zin om ze met de hand af te zadelen,' dacht ze vermoeid. Dus zadelde ze de paarden af met magie. De singels gingen vanzelf los en de zadels vlogen naar een schuur waar ze netjes op een rij kwamen te liggen. Met de hoofdstellen ging het op dezelfde manier. Daarna ging ze naar binnen. Binnen legde ze haar pijl en boog weg en deed de deur dicht. Meteen kwam een van de mannen op haar afgelopen. Hij zag dat Katy bloed op haar kleren had.
“Bent u gewond geraakt?” vroeg hij bezorgd. “Niet echt, het is niks. Ik heb er geen last van maar bedankt voor je bezorgdheid,” zei ze geruststellend. Even drong de man nog aan om de wond te verbinden maar toen werd hij onderbroken door de andere man die goed aanvoelde dat Katy geen hulp nodig had. Hij onderbrak het onderwerp en Katy slaakte een zucht van verlichting. “Hebt u dit zelf gebouwd?” vroeg de man die het huis aan het bewonderen was. “Ja. En u hoeft me geen u te noemen hoor,” zei Katy met een glimlach. Ze was blij dat ze eindelijk weer eens bezoek had. “Dan hoeft u dat ook niet bij ons te doen,” sprak de man namens alle drie. Katy knikte goedkeurend en liep naar het haardvuur. Ze pakte een paar houtblokken van de kleine stapel die er naast lag en gooide ze erop. Daarna pakte ze een pan, deed er water in en hing het boven het vuur. “Een kom soep gaat er wel in bij jullie, denk ik,” zei ze terwijl ze de ingrediënten zocht. “Als je dat hebt, graag!” Was het antwoord. Na een tijdje zaten allemaal te smullen van een kom soep. Katy keek naar buiten en zag dat de zon al zakte. “Ik moet de dieren even eten geven. Ik ben zo terug.” “Moeten we niet helpen?” Vroeg de vrouw toen Katy opstond. “Het zijn er zo veel.” “Nee hoor, jullie hoeven niet te helpen. Het gaat in mijn eentje wel lukken.” Katy liep naar buiten. Ze voelde de warme zomerwind tegen haar huid blazen. Ze voerde de dieren en ging toen weer naar binnen. Binnen zag ze dat de mensen al bijna sliepen. Daarom liep ze naar een grote kast toe en haalde daar dekens en kussens uit. Ze verontschuldigde zich dat ze geen normaal bed voor ze had maar dat werd weggewuifd. “Het is niet erg.” Zei de vrouw. “We zijn al lang blij dat we niet onder de blote hemel hoeven te slapen.” Daarop wenste Katy de mannen en vrouw een goede nacht en ging toen ook naar bed. Ze lag echter nog een tijd wakker en het was al diep in de nacht voordat ze in slaap viel.
Dit is mijn eerste verhaal. Ik ben een tijd geleden begonnen het te schrijven en ik voelde de laatste tijd echt de drang om het andere mensen te laten lezen. Het begin mag misschien wel saai zijn, maar ik beloof je dat het spannender word. Ik zou het fijn vinden als jullie me ook op de fouten willen wijzen in het verhaal. Dan doe ik er zo snel mogelijk iets aan.
In een andere wereld leefde een jong vrouw, Katy. Ze was een bekende machtige magiër. Ze had controle over aarde, lucht, water, vuur en licht. Omdat ze zo machtig was vreesden veel mensen haar en zouden haar het liefst dood hebben. Maar dat was ze nog niet en dat kwam doordat ze nog twee gaven had. Ze kon in alles wat leeft veranderen en ze had genezende krachten. Katy was een gehard mens omdat ze vroeger op jonge leeftijd haar ouders kwijt raakte en toen ze zestien was, werd Triasa, de stad waar ze woonde, overvallen door barbaren. Toen ze de stad uit vluchtte, was ze alles kwijt. Op haar zwerftocht ontdekte ze haar krachten. Ze besloot haar jeugd achter zich te laten en begon aan een nieuw leven. Ze bouwde een huis aan de rand van een bos en maakte er een boerderij van. Daar leefde ze twee jaar ongestoord en gelukkig.
Katy stond een van de paarden te borstelen toen ze gegil hoorde. Ze keek in de richting waar het geluid vandaan kwam en zag een stofwolk haar kant op komen. Mannen op paarden en een paar mensen te voet kwamen dichterbij. Het waren stevige mannen op vurige paarden. Ze kende dat soort mensen maar al te goed. Barbaren. De barbaren zaten de mensen die te voet waren achterna en beleefden veel plezier met ze op te jagen. Katy legde de borstel weg, zadelde het paard, pakte haar pijl en boog, steeg op en reed naar de mensen toe. Ze legde een pijl klaar, richtte en schoot. De pijl suisde op een van de barbaren af en kwam terecht in zijn hart. De barbaar hapte naar adem. Zijn ogen draaiden weg en hij viel als dood gewicht van zijn paard af. Even was er verwarring onder de mensen en barbaren. Toen zagen ze haar. Katy legde nog een pijl klaar en schoot. De volgende barbaar volgde zijn makker naar de dood. Daarna stuurde ze de andere twee er achteraan. Behoedzaam reed ze naar de mensen toe.
“Is alles goed?” vroeg ze bezorgd en nieuwsgierig.
Een vrouw keek haar met angstige ogen aan. Ze scheen nog niet te beseffen wat er zojuist gebeurd was. Maar na een paar seconde veranderde haar gezicht. Katy zag opluchting. Ze viel op haar knieën en begon te huilen. Een man ging naast haar zitten en begon haar te troosten. Een andere man kwam naar Katy toegelopen.
“Wij komen uit Krando. Ons dorp is overvallen door barbaren. Wij zijn de enige die overgebleven zijn. Zou u ons alstublieft willen helpen?.” Vroeg de man aan Katy met een smekende blik in zijn ogen.
“ Ik zal jullie naar mijn huis brengen. Daar zijn jullie veilig,” zei Katy tenslotte op een barse toon. Ze was niet blij om te horen dat er nog een dorp was overvallen door die idioten.
Ze liepen net weg in de richting van Katy’s huis, toen een pijl Katy’s rechterschouder doorboorde. Een stekende pijn verspreidde zich door haar schouder. Ze slaakte een gil die vervuld was van pijn. De pijl ging er aan de achterkant in en ze zag de punt aan de voorkant in het bloed glinsteren da langzaam naar beneden liep. Ze voelde het langzaam over haar huid kruipen. Ze negeerde de pijn, pakte haar pijl en boog en riep dat de mensen naar het bos moesten rennen. Ze draaide zich om en zag dat degene die de pijl had afgeschoten een van de twintig barbaren was die daar verschenen waren. Ze legde haar pijl en- boog weer weg. 'Geen eerlijk gevecht,' zei ze tegen zichzelf. De barbaren reden naar voren en vormden een kring om haar heen. Één van de barbaren reed naar voren. Katy nam aan dat het de hoofdman was.
“Wat brengt een mooie gewapende dame hier?” vroeg hij met een grijns op zijn gezicht en hij boog een beetje naar voren in zijn zadel. “Je pijl terug geven,” zei Katy geërgerd en ze trok de pijl uit haar schouder. Ze moest veel kracht zetten. Een stekende pijn verspreidde zich weer door haar schouder. Erger dan toen de pijl zich in haar schouder boorde. Ze moest haar kaken op elkaar klemmen om niet weer te schreeuwen en de tranen sprongen in haar ogen. Ze keek even naar het ellendige ding en gooide hem toen naar de hoofdman toe. Die ving hem behendig op.
“Ach, arme dame… Nu heb je een gat in je schouder!” zei de barbaar met een bezorgde stem. Katy besefte dat hij dit natuurlijk helemaal niet meende. “Niet voor lang,” zei Katy nog steeds geërgerd en ze genas haar schouder. Kleine blauwe lichtjes die een blauwe gloed gaven zweefden bij haar schouder. Na een paar seconden waren ze weer weg. De wond in haar schouder was compleet geheeld. Het enige wat verraadde dat ze gewond was geweest, was het bloed dat nog op haar huid en kleren zat. Ze kon duidelijk de verbazing zien op hun gezichten. 'Stomme idioten. Jullie hebben echt de verkeerde gekozen om grapjes mee te maken.' dacht Katy boos. Daarna glimlachte ze flauwtjes en maakte ze met een serie ballen van vuur een einde aan hun levens. De paarden schrokken van de plotselinge hitte en gingen er in paniek vandoor. Katy reed achter een paar paarden aan en wist ze tot stilstand te brengen door ze de weg te blokkeren met een muur van lucht. Toen alle paarden stil stonden, steeg ze af en pakte de teugels. Ze steeg weer op en reed naar haar huis toe met de paarden achter haar aan. Ze zouden wel eens van pas kunnen komen. Ze zag dat de mensen al bij haar huis waren aangekomen. Ze steeg af en wendde zich naar de mensen toe.
“Ga maar naar binnen. Ik kom zo.” Opgelucht dat ze aan de barbaren ontsnapt waren en dat Katy oké was, liepen ze naar binnen. Katy zette de paarden bij de anderen paarden op een afgebakend stukje grond. 'Ik heb geen zin om ze met de hand af te zadelen,' dacht ze vermoeid. Dus zadelde ze de paarden af met magie. De singels gingen vanzelf los en de zadels vlogen naar een schuur waar ze netjes op een rij kwamen te liggen. Met de hoofdstellen ging het op dezelfde manier. Daarna ging ze naar binnen. Binnen legde ze haar pijl en boog weg en deed de deur dicht. Meteen kwam een van de mannen op haar afgelopen. Hij zag dat Katy bloed op haar kleren had.
“Bent u gewond geraakt?” vroeg hij bezorgd. “Niet echt, het is niks. Ik heb er geen last van maar bedankt voor je bezorgdheid,” zei ze geruststellend. Even drong de man nog aan om de wond te verbinden maar toen werd hij onderbroken door de andere man die goed aanvoelde dat Katy geen hulp nodig had. Hij onderbrak het onderwerp en Katy slaakte een zucht van verlichting. “Hebt u dit zelf gebouwd?” vroeg de man die het huis aan het bewonderen was. “Ja. En u hoeft me geen u te noemen hoor,” zei Katy met een glimlach. Ze was blij dat ze eindelijk weer eens bezoek had. “Dan hoeft u dat ook niet bij ons te doen,” sprak de man namens alle drie. Katy knikte goedkeurend en liep naar het haardvuur. Ze pakte een paar houtblokken van de kleine stapel die er naast lag en gooide ze erop. Daarna pakte ze een pan, deed er water in en hing het boven het vuur. “Een kom soep gaat er wel in bij jullie, denk ik,” zei ze terwijl ze de ingrediënten zocht. “Als je dat hebt, graag!” Was het antwoord. Na een tijdje zaten allemaal te smullen van een kom soep. Katy keek naar buiten en zag dat de zon al zakte. “Ik moet de dieren even eten geven. Ik ben zo terug.” “Moeten we niet helpen?” Vroeg de vrouw toen Katy opstond. “Het zijn er zo veel.” “Nee hoor, jullie hoeven niet te helpen. Het gaat in mijn eentje wel lukken.” Katy liep naar buiten. Ze voelde de warme zomerwind tegen haar huid blazen. Ze voerde de dieren en ging toen weer naar binnen. Binnen zag ze dat de mensen al bijna sliepen. Daarom liep ze naar een grote kast toe en haalde daar dekens en kussens uit. Ze verontschuldigde zich dat ze geen normaal bed voor ze had maar dat werd weggewuifd. “Het is niet erg.” Zei de vrouw. “We zijn al lang blij dat we niet onder de blote hemel hoeven te slapen.” Daarop wenste Katy de mannen en vrouw een goede nacht en ging toen ook naar bed. Ze lag echter nog een tijd wakker en het was al diep in de nacht voordat ze in slaap viel.