Hai allemaal.
Dit is mijn verhaal, terug naar Barcelona, ik wil het inzenden voor een verhalen wedstrijd met als thema 'thuiskomen'. Graag commentaar, dan kan ik alles nog veranderen voordat ik het inzend! Alvast bedankt.
thema; thuiskomen
aantal woorden max. 2000, mijn verhaal heeft er rond de 1300
xxxx
'Terug naar Barcelona'
Jamie, de jongen die ik aan het begin van deze week heb ontmoet op het vliegtuig in Barcelona, slaat een arm om me heen.
Het is dan wel in Spanje, rond deze tijd van het jaar kan het nog behoorlijk fris zijn. De reden dat ik hier in Barcelona ben is, omdat mijn vader hier is vermoord. Zes jaar geleden. Ik ben hier nu om mijn angsten te overwinnen. Mijn vader heette Remco. Remco Vermeulen. Ik ben blij dat ik Jamie heb ontmoet. Het voelt nu alsof er hier nooit iets is gebeurd. Nu kan ik weer zonder aan angst door de straten van Barcelona lopen. Mijn blonde paardenstaart zwiept heen en weer op de maat van onze stappen. We lopen op de Ramblas. De grote straat die, als je hem afloopt, eindigt bij de haven.
We zijn op weg naar de winkelstraten die je vanaf hier nog niet kunt zien.
Omdat ik hier nu al een weer zit, weet ik precies welk straatje we in moeten om bij ons favoriete restaurantje te komen. Als ik om me heen kijk zie ik hoge mooie gebouwen die je nooit in Nederland zou kunnen aantreffen.
Ik kijk op naar Jamie, die een kop groter is dan ik en een stuk gespierder.
Hij kijkt terug en glimlacht. Voordat ik iets kan zeggen drukt hij een kus op mijn mond en glimlach ik ook. We lopen glimlachend verder tot we bij het restaurantje zijn aanbeland. Zo gaat het al de hele week. Het is ons avond ritueel geworden. Als hij zijn arm van me af haalt zodat ik kan gaan zitten, merk ik pas hoe koud het is geworden. Met mijn bloemenjurkje en dunne vestje kan ik niet op tegen de forse wind die hier waait. Januari in Barcelona! Gelukkig is het hier een stuk warmer dan Nederland, waar het nu -3 is. Ik begin nog harder te rillen bij het idee van Nederland in deze tijd van het jaar. Jamie ziet het en legt zijn jack om mijn schouders heen. Ik warm gelijk een beetje op als ik het om me heen voel. Het is nog warm van zijn lijf. Ik voel me blij. Wie had ooit kunnen denken dat ik met mijn 1persoons tripje naar Barcelona zo gelukkig zou worden.
Ik kijk om me heen en weet weer waarom dit ons lieveling restaurant is. De ronde tafeltjes die buiten staan, hoe koud het ook is en ’s avonds, met kaarsjes verlicht.
De terrasverwarmers, die het ook nog een beetje knus houden. De schattige ingang van het restaurant, dat ergens in een van de vele steegjes in Barcelona gehuisvest is. Maar vandaag zijn er andere gasten dan normaal.
Waar normaal een vrouw met een puppy zit, zitten nu twee oude mannen.
Waar gister een stel pasta aan het eten was, zitten nu drie dames, druk babbelend tappas te eten. Daar is niks raars aan. Het gaat me ook om de twee mannen in het zwart, binnen in het restaurant. Ze dragen beide een zonnebril en kijken om de beurt met een neurale blik naar buiten. Het kan aan mij liggen, maar het lijkt alsof ze iets proberen op te vangen. Als ik me naar Jamie terug draai om het hem te zeggen, zie ik dat hij vrolijk naar de menu kaart zit te staren en ik vergeet mijn plan.
Na het dessert kletsen we nog even na. Over dat ik morgen weer terug ga naar Nederland en over zijn moeder in Nederland en zijn vader in Spanje. Ik ben blij dat mijn ouders nooit gescheiden zijn. Hoewel ik alleen bij mijn moeder ben, voelt het niet alsof mijn ouders elkaar niet mochten. Jamie vertelt over zijn moeder, dat ze hem graag snel weer in Nederland wil zien. Het is nu een maand geleden dat hij bij haar was. Zonder dat ik het heb gemerkt zijn de twee mannen achter het raam onze kant op gekomen. Jamie lijkt het geen probleem te vinden en draait zich zelfs naar hen toe.
Ik krijg een raar gevoel in mijn buik. De mannen zijn nu bij onze tafel en lijken niet meer weg te gaan. Een grote Spaanse man met dure Italiaanse schoenen en een nog duurdere zonnebril begint in het Spaans tegen Jamie te praten. Ergens in het gesprek hoor ik mijn naam vallen. Jamie knikt en praat met de man. Ik haat het dat ik geen Spaans kan. Misschien had ik het op school toch als vak moeten kiezen, alleen had ik met mijn medicijnen studie absoluut geen Spaans nodig. Jamie slaat een arm om me heen. ‘Dit zijn twee oude bekenden van me.’ Vertelt hij. ‘Sorry dat ik ze niet gelijk heb voorgesteld.’ Hij wijst naar de grote man met de Italiaanse schoenen waarmee hij heeft staan praten. ‘Dit is Samuel.’ Samuel knikt. ‘En dit is Giorgio.’ De man aan mijn andere zijde knikt ook. Hij heeft doorlopende wenkbrauwen en een ongeschoren gezicht. Hij ziet er al even groot en gespierd uit als zijn vriend. Samuel pakt een stoel weg bij een van de andere tafels op het terras en schuift bij. Naast mij. Waardoor ik me een beetje ongemakkelijk voel. Giorgio blijft staan en schuift ook mijn kant op, waardoor hij praktisch achter me staat. Ik heb nooit geweten waarom mijn vader hier is vermoord, maar ik voel me nu net zo vervelend als toen. Snel probeer ik het idee te vergeten, maar het blijft ergens in mijn gedachten achter. De mannen blijven een beetje geïrriteerd kijken. Ik kijk naar Jamie en probeer te laten merken dat ik me hier niet goed bij voel. Jamie legt een arm om me heen.
Ik denk dat hij me probeert te beschermen. Snel voel ik me al wat veiliger, tot Samuel zijn zonnebril afdoet en zich voorover buigt. Een schok gaat door me heen. Allerlei gedachtes verzamelen zich in mijn hoofd. Niet door de plotse beweging, maar door het zo bekende gezicht.
Mijn gevoelens veranderen van ongemakkelijk naar boos, en bang. Ik ken deze man! Ik weet het zeker. Deze zogenaamde Samuel, heeft mijn vader vermoord! Ik weet niet wat ik moet doen. Een plan bedenken lukt me niet door de plotse adrenaline in mijn lichaam. Waarschijnlijk door de angst. Vragen schieten door mijn gedachten. Wat doet deze man hier? Wat moet hij van Jamie? Wat moet hij van mij? Wat moet ik doen? Ik probeer mijn stoel te verschuiven zodat ik weg kan rennen als er iets gebeurd. Maar Jamie houdt me stevig vast. Te stevig eigenlijk. Ik kijk hem bedroefd en een tikkeltje bang aan. Hij kijkt boos terug en op dat moment voel ik me totaal verloren. Jamie hoort hier bij, ik snap het nu allemaal, waarom hij zo snel al naar me toe kwam op het vliegtuig en waarom hij me zo graag de stad wilde laten zien.
De man die zich net voorstelde als Samuel buigt zich nog verder naar me toe en zegt, met een behoorlijk Spaans accent; ‘You’re Sarah, aren’t you?’
Ik weet niet wat ik moet doen, dus ik knik en probeer niet gestrest over te komen. Samuel zwijgt even en kijkt naar zijn maat. Na een tijdje praat hij in het engels verder. ‘Jij gaat me vertellen waar je vader zich verbergt.’ Ik voel een pistool in mijn rug drukken. Waarschijnlijk die van Giorgio.
‘Waar is hij?’ nu niet meer op een fluister toon, maar behoorlijk dreigend. ‘Ik weet dat hij nog leeft, dus geen smoesjes dame.’ Ik weet niet hoe ik me moet voelen. Blij? Bij het horen dat mijn vader nog leeft. Boos? Omdat deze man hem waarschijnlijk wél liever dood heeft. Ik weet het niet. Maar ik weet wel hoe ik me nu wel voel. Bang. Banger dan ooit. Opnieuw komen er te veel vragen in me op. Leeft hij echt nog? Hoe kan dat? Dat verklaard wel waarom we zijn lichaam niet konden begraven. Wist mijn moeder dit? Wat moet ik nu? Maar het meeste vraag ik me af. “Kom ik ooit nog thuis?”
Terug naar Barcelona
Laatst gewijzigd door Cubiculum Nephilia op 02 mar 2011 23:20, 1 keer totaal gewijzigd.
Reden: Het is niet toegestaan om een poll bij een verhaal te zetten om te vragen wat mensen ervan vinden.
Reden: Het is niet toegestaan om een poll bij een verhaal te zetten om te vragen wat mensen ervan vinden.
- Saskjezwaard
- Computer
- Berichten: 4449
- Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
- Locatie: in bed
Het reageren werd iets later dan gedacht, maar hier ben ik dan 
Ik ga heel kritisch zijn omdat je dit verhaal wilt gebruiken voor een wedstrijd, en we willen allemaal natuurlijk dat je wint
Dus schrik niet van de lengte van mijn commentaar, dat betekent niet dat ik het slecht vind. Ik vind het goed, maar er zouden nog dingen verbeterd kunnen worden.
Ik zou een nieuwe alinea beginnen bij 'Ik ben blij dat...' Hier spring je namelijk weer over naar een ander onderwerp en het leest vreemd in de combinatie van haar vermoorde vader. Ook zou ik Jamie beschrijven, want ze is zo blij dat ze hem heeft ontmoet, dan wil ik wel weten hoe hij eruit ziet.
De tweede zin is weer vanuit Sarah geschreven, maar dit kan ook anders om wat te variëren.
Om ons heen rijzen hoge, mooie gebouwen op die je nooit in Nederland zou kunnen aantreffen.
Het is maar een idee hoor, dat hoef je niet te veranderen.
-3 moet min drie zijn. Getallen onder de tien helemaal uitschrijven, de getallen daarboven hoeft niet, staat wel mooier.
1persoons, hetzelfde verhaal. Eenpersoons.
Bij de laatste zin moet een vraagteken.
Je kunt ook gewoon beginnen met 'De ronde tafeltjes staan buiten, hoewel het koud is en omdat het 's avonds is stralen kaarsjes ons tegemoet.'
Begin gewoon met omschrijven, later kun je het teruglezen en besluiten dat de overgang juist wel of niet kan.
Oja, dat laatste stukje 'en 's avonds, met kaarsjes verlicht' loopt niet echt lekker.
gebeurt
Zo, dat was mijn uitgebreide commentaar. Zoals ik boven al zei, dit betekend niet dat ik je verhaal slecht vind, eerder nog niet af. Het einde is wel heel erg open, maar dat kan ook je bedoeling zijn. Ik neem trouwens aan dat je hier niet mee verder gaat.
Ik vind het goed dat je er stukjes achtergrond van Jamie en Sarah instopt, zoals dat Sarah medicijnen studeert en dat Jamies ouder gescheiden zijn.
Je verhaal leest lekker door, maar ik zou het als ik jou was teruglezen op alinea's. Ik heb er een paar laten zien, maar er zitten er nog een paar tussen die een aparte alinea zijn, of juist erbij horen.
Maar heel veel succes met het insturen van je verhaal, en als je wint horen we het toch wel?
Dit is trouwens vanuit het tipex-team gedaan^^

Ik ga heel kritisch zijn omdat je dit verhaal wilt gebruiken voor een wedstrijd, en we willen allemaal natuurlijk dat je wint

Ik ga het per stukje doen. De tweede zin kan aan de eerste zin geplakt worden, in feite gaat het nog om hetzelfde stukje, dus is het allemaal een alinea. Bij 'De reden...' zou ik juist een nieuwe alinea beginnen, je springt namelijk hier heel erg over van onderwerp. Wat ik graag zou willen weten is hoe haar vader is vermoord, of Sarah het gezien heeft, aangezien je praat over het overwinnen van angsten en waarom. Je kunt ook zeggen dat Sarah dat allemaal niet weet, maar zeg er in ieder geval iets over. Nu lijkt het alsof het er even ingepropt is. Het hoeft niet perse in deze alinea, maar het zou wel mooier staan.Jamie, de jongen die ik aan het begin van deze week heb ontmoet op het vliegtuig in Barcelona, slaat een arm om me heen.
Het is dan wel in Spanje, rond deze tijd van het jaar kan het nog behoorlijk fris zijn. De reden dat ik hier in Barcelona ben is, omdat mijn vader hier is vermoord. Zes jaar geleden. Ik ben hier nu om mijn angsten te overwinnen. Mijn vader heette Remco. Remco Vermeulen. Ik ben blij dat ik Jamie heb ontmoet. Het voelt nu alsof er hier nooit iets is gebeurd. Nu kan ik weer zonder aan angst door de straten van Barcelona lopen. Mijn blonde paardenstaart zwiept heen en weer op de maat van onze stappen. We lopen op de Ramblas. De grote straat die, als je hem afloopt, eindigt bij de haven.
We zijn op weg naar de winkelstraten die je vanaf hier nog niet kunt zien.
Ik zou een nieuwe alinea beginnen bij 'Ik ben blij dat...' Hier spring je namelijk weer over naar een ander onderwerp en het leest vreemd in de combinatie van haar vermoorde vader. Ook zou ik Jamie beschrijven, want ze is zo blij dat ze hem heeft ontmoet, dan wil ik wel weten hoe hij eruit ziet.
weer=weekOmdat ik hier nu al een weer zit, weet ik precies welk straatje we in moeten om bij ons favoriete restaurantje te komen. Als ik om me heen kijk zie ik hoge mooie gebouwen die je nooit in Nederland zou kunnen aantreffen.
De tweede zin is weer vanuit Sarah geschreven, maar dit kan ook anders om wat te variëren.
Om ons heen rijzen hoge, mooie gebouwen op die je nooit in Nederland zou kunnen aantreffen.
Het is maar een idee hoor, dat hoef je niet te veranderen.
Perfecte moment om hem beter te beschrijven!Ik kijk op naar Jamie, die een kop groter is dan ik en een stuk gespierder.
"Voordat ik iets kan zeggen drukt hij een kus op mijn mond en glimlach ik ook." Deze zin leest op het einde vreemd weg. Ik zou er nu bij zetten of iets anders.Hij kijkt terug en glimlacht. Voordat ik iets kan zeggen drukt hij een kus op mijn mond en glimlach ik ook. We lopen glimlachend verder tot we bij het restaurantje zijn aanbeland. Zo gaat het al de hele week. Het is ons avond ritueel geworden. Als hij zijn arm van me af haalt zodat ik kan gaan zitten, merk ik pas hoe koud het is geworden. Met mijn bloemenjurkje en dunne vestje kan ik niet op tegen de forse wind die hier waait. Januari in Barcelona! Gelukkig is het hier een stuk warmer dan Nederland, waar het nu -3 is. Ik begin nog harder te rillen bij het idee van Nederland in deze tijd van het jaar. Jamie ziet het en legt zijn jack om mijn schouders heen. Ik warm gelijk een beetje op als ik het om me heen voel. Het is nog warm van zijn lijf. Ik voel me blij. Wie had ooit kunnen denken dat ik met mijn 1persoons tripje naar Barcelona zo gelukkig zou worden.
-3 moet min drie zijn. Getallen onder de tien helemaal uitschrijven, de getallen daarboven hoeft niet, staat wel mooier.
1persoons, hetzelfde verhaal. Eenpersoons.
Bij de laatste zin moet een vraagteken.
Ik kijk om me heen en weet weer waarom... dit komt op mij over als een geforceerde poging om de lezer een beeld te geven van haar restaurant. De beschrijving die volgt is goed, maar de manier waarop je het begint, vind ik niet zo mooi.Ik kijk om me heen en weet weer waarom dit ons lieveling restaurant is. De ronde tafeltjes die buiten staan, hoe koud het ook is en ’s avonds, met kaarsjes verlicht.
Je kunt ook gewoon beginnen met 'De ronde tafeltjes staan buiten, hoewel het koud is en omdat het 's avonds is stralen kaarsjes ons tegemoet.'
Begin gewoon met omschrijven, later kun je het teruglezen en besluiten dat de overgang juist wel of niet kan.
Oja, dat laatste stukje 'en 's avonds, met kaarsjes verlicht' loopt niet echt lekker.
Dit is allemaal één alinea. Je beschrijft het restaurant en dat kan allemaal in een stuk.Ik kijk om me heen en weet weer waarom dit ons lieveling restaurant is. De ronde tafeltjes die buiten staan, hoe koud het ook is en ’s avonds, met kaarsjes verlicht.
De terrasverwarmers, die het ook nog een beetje knus houden. De schattige ingang van het restaurant, dat ergens in een van de vele steegjes in Barcelona gehuisvest is. Maar vandaag zijn er andere gasten dan normaal.
Waar normaal een vrouw met een puppy zit, zitten nu twee oude mannen.
Waar gister een stel pasta aan het eten was, zitten nu drie dames, druk babbelend tappas te eten.
beiden en neutrale. Hoe weet je trouwens dat ze met een neutrale blik naar buiten als ze een zonnebril op hebben? Dan kun je, als het goed is, hun ogen helemaal niet zien en dan weet je ook niet of ze boos, blij, verdrietig of neutraal kijken. Ik zou er 'en kijken om de beurt kort naar buiten.' van makenZe dragen beide een zonnebril en kijken om de beurt met een neurale blik naar buiten.
Hier kan een nieuwe alinea beginnen.Jamie slaat een arm om me heen. ‘Dit zijn twee oude bekenden van me.’ Vertelt hij. ‘Sorry dat ik ze niet gelijk heb voorgesteld.’
Ik zou het beetje weghalen, het is niet vreemd als ze zich ongemakkelijk voelt als er net een man naast haar gaat zitten die ze wantrouwt.Waardoor ik me een beetje ongemakkelijk voel.
Het is vreemd dat je opeens haar vader erbij haalt. Maar hier impliceer je dat Sarah erbij was. Daar mag je wat meer over zeggen.Ik heb nooit geweten waarom mijn vader hier is vermoord, maar ik voel me nu net zo vervelend als toen.
Ik zou de snel weghalen.Snel voel ik me al wat veiliger, tot Samuel zijn zonnebril afdoet en zich voorover buigt.
Ik probeer mijn stoel te verschuiven zodat ik weg kan rennen als er iets gebeurd.
gebeurt
Ik zou het omdraaien en haar bang en een tikkeltje bedroefd laten kijken. Of verraden, dat kan ook.Ik kijk hem bedroefd en een tikkeltje bang aan.
verklaartDat verklaard wel waarom we zijn lichaam niet konden begraven.
Ik zou de aanhalingstekens weghalen, omdat je boos en blij niet tussen aanhalingstekens hebt gezet.“Kom ik ooit nog thuis?”
Zo, dat was mijn uitgebreide commentaar. Zoals ik boven al zei, dit betekend niet dat ik je verhaal slecht vind, eerder nog niet af. Het einde is wel heel erg open, maar dat kan ook je bedoeling zijn. Ik neem trouwens aan dat je hier niet mee verder gaat.
Ik vind het goed dat je er stukjes achtergrond van Jamie en Sarah instopt, zoals dat Sarah medicijnen studeert en dat Jamies ouder gescheiden zijn.
Je verhaal leest lekker door, maar ik zou het als ik jou was teruglezen op alinea's. Ik heb er een paar laten zien, maar er zitten er nog een paar tussen die een aparte alinea zijn, of juist erbij horen.
Maar heel veel succes met het insturen van je verhaal, en als je wint horen we het toch wel?
Dit is trouwens vanuit het tipex-team gedaan^^
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Hai,
Super bedankt voor het commentaar!
Heb ik echt wat aan.
Ik herken veel dingen die je zegt, over de alinea's en over dat sommige dingen niet helemaal op hun plaats zijn of niet kloppen.
Niet om een excuus te verzinnen, maar dit is mijn 2e versie en die heb ik heel snel veranderd. Ik kreeg ergens anders commentaar op mijn 1e versie.
Dit ging over de spanning die pas heel laat kwam, dus heb ik een stuk uit het einde, eigenlijk te snel verplaatst naar het begin.
Ik denk dat de eerste versie wat beter is geschreven qua doorloop en kloppende stukjes.
Maar ook daar kloppen de alinea's denk ik nog niet helemaal.
Super bedankt en ik ga er aan werken!
xxx
Ps. Als iemand de eerste versie wilt lezen.
Ik wilde het in een bijlage zetten, maar dit kan geloof ik niet hier, of ik ben er nog niet zo goed in;)
Dus, als je de eerdere versie wilt lezen, reageer dan even, dan zal ik deze erook op zetten.
Super bedankt voor het commentaar!
Heb ik echt wat aan.
Ik herken veel dingen die je zegt, over de alinea's en over dat sommige dingen niet helemaal op hun plaats zijn of niet kloppen.
Niet om een excuus te verzinnen, maar dit is mijn 2e versie en die heb ik heel snel veranderd. Ik kreeg ergens anders commentaar op mijn 1e versie.
Dit ging over de spanning die pas heel laat kwam, dus heb ik een stuk uit het einde, eigenlijk te snel verplaatst naar het begin.
Ik denk dat de eerste versie wat beter is geschreven qua doorloop en kloppende stukjes.
Maar ook daar kloppen de alinea's denk ik nog niet helemaal.
Super bedankt en ik ga er aan werken!
xxx
Ps. Als iemand de eerste versie wilt lezen.
Ik wilde het in een bijlage zetten, maar dit kan geloof ik niet hier, of ik ben er nog niet zo goed in;)
Dus, als je de eerdere versie wilt lezen, reageer dan even, dan zal ik deze erook op zetten.
Hier mijn verbeterde versie!
Terug naar Barcelona
Jamie, de jongen die ik aan het begin van deze week heb ontmoet op het vliegveld in Barcelona, slaat een arm om me heen. Het is dan wel in Spanje, rond deze tijd van het jaar kan het er nog behoorlijk fris zijn.
De reden dat ik hier in Barcelona ben, is omdat mijn vader hier zes jaar geleden is vermoord. Mijn vader Remco Vermeulen, was een journalist. Ik was toen, samen met mijn moeder, met mijn vader mee op zijn zakenreis. Toen mijn vader werd neergeschoten stond ik om een hoekje te kijken. Een heel groot trauma heb ik er niet aan overgehouden, maar wel een bepaalde angst voor Barcelona. Daarom ben ik hiernaartoe gekomen, om toch mijn angsten te overwinnen.
Ik ben blij dat ik Jamie heb ontmoet. Het voelt nu alsof er hier nooit iets is gebeurd. Nu kan ik weer zonder aan angst door de straten van Barcelona lopen.
Mijn blonde paardenstaart zwiept heen en weer op de maat van onze stappen. We lopen over de Ramblas. De grote straat die, als je hem afloopt, eindigt bij de haven.
We zijn op weg naar de winkelstraten die je vanaf hier nog niet kunt zien. Omdat ik hier nu al een week zit, weet ik precies welk straatje we in moeten om bij ons favoriete restaurantje te komen. Ik zie mooi gedetailleerde, oude gebouwen die je nooit in Nederland zou aantreffen.
Ik kijk op naar Jamie, die een kop groter is dan ik en een stuk gespierder. Zijn donkerbruine haar is duidelijk niet Nederlands. Hij draagt een spijkerbroek die hem goed staat en een dure polo, wat ik leuk vind, maar een tikkeltje opschepperig.
Hij kijkt terug en lacht. Ik wil wat zeggen, maar hij drukt een kus op mijn mond en ik lach ook. Samen lopen we lachend verder tot we bij het restaurantje zijn aanbeland. Zo gaat het al de hele week, het is ons avondritueel geworden. Als hij zijn arm van me afhaalt zodat ik kan gaan zitten, merk ik pas hoe koud het is geworden. Met mijn bloemenjurkje en dunne vestje kan ik niet op tegen de forse wind die hier waait. Januari in Barcelona! Gelukkig is het hier een stuk warmer dan Nederland, waar het nu min drie is. Ik begin nog harder te rillen bij het idee van Nederland in deze tijd van het jaar. Jamie ziet het en legt zijn jack om mijn schouders heen. Ik warm gelijk een beetje op als ik het om me heen voel. Het is nog warm van zijn lijf. Ik voel me blij. Wie had ooit kunnen denken dat ik met mijn eenpersoons tripje naar Barcelona zo gelukkig zou worden?
De ronde tafeltjes die buiten staan in de kou zijn met schattige kaarsjes verlicht. De terrasverwarmers, helpen het ook nog een beetje warmer en knus houden. Door de schattige ingang van het restaurant, dat ergens in een van de vele steegjes in Barcelona gehuisvest is, voelt het net als een sprookje. Maar vandaag zijn er andere gasten dan op onze andere bezoekjes deze week. Waar normaal een vrouw met een puppy zit, zitten nu twee oude mannen. Waar gisteren een stel pasta aan het eten was, zitten nu drie dames, druk babbelend tappas te eten. Daar is niks raars aan. Het gaat me ook om de twee mannen in het zwart, binnen in het restaurant. Ze kijken om de beurt met een stugge blik naar buiten. Het kan aan mij liggen, maar het komt wat eigenaardig over. Als ik me naar Jamie terug draai om het hem te zeggen, zie ik dat hij vrolijk naar de menukaart zit te staren en ik vergeet mijn plan.
Na het lekkere eten en ons dessert, kletsen we nog even na, over dat ik morgen weer terug ga naar Nederland en over zijn moeder in Nederland en zijn vader in Spanje. Ik ben blij dat mijn ouders nooit gescheiden zijn. Hoewel ik alleen bij mijn moeder ben, voelt het niet alsof mijn ouders elkaar niet mochten. Jamie vertelt over zijn moeder, dat ze hem graag snel weer in Nederland wil zien. Het is nu een maand geleden dat hij bij haar was.
Zonder dat ik het heb gemerkt zijn de twee mannen achter het raam onze kant op gekomen. Jamie lijkt het geen probleem te vinden en draait zich zelfs naar hen toe. Ik krijg een raar gevoel in mijn buik. De mannen zijn nu bij onze tafel en lijken niet meer weg te gaan. Een grote Spaanse man met dure Italiaanse schoenen en een nog duurdere zonnebril begint in het Spaans tegen Jamie te praten. Ergens in het gesprek hoor ik mijn naam vallen. Jamie knikt en praat met de man. Ik haat het dat ik geen Spaans kan. Misschien had ik het op school toch als vak moeten kiezen, alleen had ik met mijn medicijnenstudie absoluut geen Spaans nodig.
Jamie slaat een arm om me heen. ‘Dit zijn twee oude bekenden van me.’ Vertelt hij. ‘Sorry dat ik ze niet gelijk heb voorgesteld.’ Hij wijst naar de grote man met de Italiaanse schoenen waarmee hij heeft staan praten. ‘Dit is Samuel.’ Samuel knikt. ‘En dit is Giorgio.’ De man aan mijn andere zijde knikt ook. Hij heeft doorlopende wenkbrauwen en een ongeschoren gezicht. Hij ziet er al even groot en gespierd uit als zijn vriend. Samuel pakt een stoel weg bij een van de andere tafels op het terras en schuift bij. Naast mij. Waardoor ik me ongemakkelijk voel. Giorgio blijft staan en schuift ook mijn kant op, waardoor hij praktisch achter me staat. De mannen blijven een beetje geïrriteerd kijken. Ik kijk naar Jamie en probeer te laten merken dat ik me hier niet goed bij voel. Jamie legt zijn arm nog wat steviger om me heen.
Ik denk dat hij me probeert te beschermen. Ik voel me al wat veiliger, tot Samuel zijn zonnebril afdoet en zich vooroverbuigt. Een schok gaat door me heen. Allerlei gedachtes verzamelen zich in mijn hoofd. Niet door de onverwachte beweging, maar door het zo bekende gezicht. Mijn gevoelens veranderen van ongemakkelijk naar boos en bang. Ik ken deze man! Ik weet het zeker.
Deze zogenaamde Samuel, heeft mijn vader vermoord! Ik weet niet wat ik moet doen. Een plan bedenken lukt me niet door de vele adrenaline in mijn lichaam. Waarschijnlijk door de angst. Vragen schieten door mijn gedachten. Wat doet deze man hier? Wat moet hij van Jamie? Wat moet hij van mij? Wat moet ik doen? Ik probeer mijn stoel te verschuiven zodat ik weg kan rennen als er iets gebeurt. Maar Jamie houdt me stevig vast. Te stevig eigenlijk. Ik kijk hem bedroefd en een tikkeltje bang aan. Hij kijkt boos terug en op dat moment voel ik me totaal verloren. Jamie hoort hierbij, ik snap het nu allemaal, waarom hij zo snel al naar me toe kwam op het vliegveld en waarom hij me zo graag de stad wilde laten zien.
De man die zich net voorstelde als Samuel buigt zich nog verder naar me toe en zegt, met een Spaans accent; ‘You’re Sarah, aren’t you?’ Ik weet niet wat ik moet doen, dus ik knik en probeer niet gestrest over te komen. Samuel zwijgt even en kijkt naar zijn maat. Na een tijdje praat hij in het Engels verder. ‘Jij gaat me vertellen waar je vader zich verbergt.’ Ik voel een pistool in mijn rug drukken. Waarschijnlijk die van Giorgio. ‘Waar is hij?’ nu niet meer op een fluistertoon, maar behoorlijk dreigend. ‘Ik weet dat hij nog leeft, dus geen smoesjes dame.’ Ik weet niet hoe ik me moet voelen. Blij? Bij het horen dat mijn vader nog leeft. Boos? Omdat deze man hem waarschijnlijk wél liever dood heeft. Ik weet het niet. Maar ik weet hoe ik me nu wel voel. Bang. Banger dan ooit. Opnieuw komen er te veel vragen in me op. Leeft hij echt nog? Hoe kan dat? Dat verklaart wel waarom we zijn lichaam niet konden begraven. Wist mijn moeder dit? Wat moet ik nu? Maar het meeste vraag ik me af. Kom ik ooit nog thuis?
Terug naar Barcelona
Jamie, de jongen die ik aan het begin van deze week heb ontmoet op het vliegveld in Barcelona, slaat een arm om me heen. Het is dan wel in Spanje, rond deze tijd van het jaar kan het er nog behoorlijk fris zijn.
De reden dat ik hier in Barcelona ben, is omdat mijn vader hier zes jaar geleden is vermoord. Mijn vader Remco Vermeulen, was een journalist. Ik was toen, samen met mijn moeder, met mijn vader mee op zijn zakenreis. Toen mijn vader werd neergeschoten stond ik om een hoekje te kijken. Een heel groot trauma heb ik er niet aan overgehouden, maar wel een bepaalde angst voor Barcelona. Daarom ben ik hiernaartoe gekomen, om toch mijn angsten te overwinnen.
Ik ben blij dat ik Jamie heb ontmoet. Het voelt nu alsof er hier nooit iets is gebeurd. Nu kan ik weer zonder aan angst door de straten van Barcelona lopen.
Mijn blonde paardenstaart zwiept heen en weer op de maat van onze stappen. We lopen over de Ramblas. De grote straat die, als je hem afloopt, eindigt bij de haven.
We zijn op weg naar de winkelstraten die je vanaf hier nog niet kunt zien. Omdat ik hier nu al een week zit, weet ik precies welk straatje we in moeten om bij ons favoriete restaurantje te komen. Ik zie mooi gedetailleerde, oude gebouwen die je nooit in Nederland zou aantreffen.
Ik kijk op naar Jamie, die een kop groter is dan ik en een stuk gespierder. Zijn donkerbruine haar is duidelijk niet Nederlands. Hij draagt een spijkerbroek die hem goed staat en een dure polo, wat ik leuk vind, maar een tikkeltje opschepperig.
Hij kijkt terug en lacht. Ik wil wat zeggen, maar hij drukt een kus op mijn mond en ik lach ook. Samen lopen we lachend verder tot we bij het restaurantje zijn aanbeland. Zo gaat het al de hele week, het is ons avondritueel geworden. Als hij zijn arm van me afhaalt zodat ik kan gaan zitten, merk ik pas hoe koud het is geworden. Met mijn bloemenjurkje en dunne vestje kan ik niet op tegen de forse wind die hier waait. Januari in Barcelona! Gelukkig is het hier een stuk warmer dan Nederland, waar het nu min drie is. Ik begin nog harder te rillen bij het idee van Nederland in deze tijd van het jaar. Jamie ziet het en legt zijn jack om mijn schouders heen. Ik warm gelijk een beetje op als ik het om me heen voel. Het is nog warm van zijn lijf. Ik voel me blij. Wie had ooit kunnen denken dat ik met mijn eenpersoons tripje naar Barcelona zo gelukkig zou worden?
De ronde tafeltjes die buiten staan in de kou zijn met schattige kaarsjes verlicht. De terrasverwarmers, helpen het ook nog een beetje warmer en knus houden. Door de schattige ingang van het restaurant, dat ergens in een van de vele steegjes in Barcelona gehuisvest is, voelt het net als een sprookje. Maar vandaag zijn er andere gasten dan op onze andere bezoekjes deze week. Waar normaal een vrouw met een puppy zit, zitten nu twee oude mannen. Waar gisteren een stel pasta aan het eten was, zitten nu drie dames, druk babbelend tappas te eten. Daar is niks raars aan. Het gaat me ook om de twee mannen in het zwart, binnen in het restaurant. Ze kijken om de beurt met een stugge blik naar buiten. Het kan aan mij liggen, maar het komt wat eigenaardig over. Als ik me naar Jamie terug draai om het hem te zeggen, zie ik dat hij vrolijk naar de menukaart zit te staren en ik vergeet mijn plan.
Na het lekkere eten en ons dessert, kletsen we nog even na, over dat ik morgen weer terug ga naar Nederland en over zijn moeder in Nederland en zijn vader in Spanje. Ik ben blij dat mijn ouders nooit gescheiden zijn. Hoewel ik alleen bij mijn moeder ben, voelt het niet alsof mijn ouders elkaar niet mochten. Jamie vertelt over zijn moeder, dat ze hem graag snel weer in Nederland wil zien. Het is nu een maand geleden dat hij bij haar was.
Zonder dat ik het heb gemerkt zijn de twee mannen achter het raam onze kant op gekomen. Jamie lijkt het geen probleem te vinden en draait zich zelfs naar hen toe. Ik krijg een raar gevoel in mijn buik. De mannen zijn nu bij onze tafel en lijken niet meer weg te gaan. Een grote Spaanse man met dure Italiaanse schoenen en een nog duurdere zonnebril begint in het Spaans tegen Jamie te praten. Ergens in het gesprek hoor ik mijn naam vallen. Jamie knikt en praat met de man. Ik haat het dat ik geen Spaans kan. Misschien had ik het op school toch als vak moeten kiezen, alleen had ik met mijn medicijnenstudie absoluut geen Spaans nodig.
Jamie slaat een arm om me heen. ‘Dit zijn twee oude bekenden van me.’ Vertelt hij. ‘Sorry dat ik ze niet gelijk heb voorgesteld.’ Hij wijst naar de grote man met de Italiaanse schoenen waarmee hij heeft staan praten. ‘Dit is Samuel.’ Samuel knikt. ‘En dit is Giorgio.’ De man aan mijn andere zijde knikt ook. Hij heeft doorlopende wenkbrauwen en een ongeschoren gezicht. Hij ziet er al even groot en gespierd uit als zijn vriend. Samuel pakt een stoel weg bij een van de andere tafels op het terras en schuift bij. Naast mij. Waardoor ik me ongemakkelijk voel. Giorgio blijft staan en schuift ook mijn kant op, waardoor hij praktisch achter me staat. De mannen blijven een beetje geïrriteerd kijken. Ik kijk naar Jamie en probeer te laten merken dat ik me hier niet goed bij voel. Jamie legt zijn arm nog wat steviger om me heen.
Ik denk dat hij me probeert te beschermen. Ik voel me al wat veiliger, tot Samuel zijn zonnebril afdoet en zich vooroverbuigt. Een schok gaat door me heen. Allerlei gedachtes verzamelen zich in mijn hoofd. Niet door de onverwachte beweging, maar door het zo bekende gezicht. Mijn gevoelens veranderen van ongemakkelijk naar boos en bang. Ik ken deze man! Ik weet het zeker.
Deze zogenaamde Samuel, heeft mijn vader vermoord! Ik weet niet wat ik moet doen. Een plan bedenken lukt me niet door de vele adrenaline in mijn lichaam. Waarschijnlijk door de angst. Vragen schieten door mijn gedachten. Wat doet deze man hier? Wat moet hij van Jamie? Wat moet hij van mij? Wat moet ik doen? Ik probeer mijn stoel te verschuiven zodat ik weg kan rennen als er iets gebeurt. Maar Jamie houdt me stevig vast. Te stevig eigenlijk. Ik kijk hem bedroefd en een tikkeltje bang aan. Hij kijkt boos terug en op dat moment voel ik me totaal verloren. Jamie hoort hierbij, ik snap het nu allemaal, waarom hij zo snel al naar me toe kwam op het vliegveld en waarom hij me zo graag de stad wilde laten zien.
De man die zich net voorstelde als Samuel buigt zich nog verder naar me toe en zegt, met een Spaans accent; ‘You’re Sarah, aren’t you?’ Ik weet niet wat ik moet doen, dus ik knik en probeer niet gestrest over te komen. Samuel zwijgt even en kijkt naar zijn maat. Na een tijdje praat hij in het Engels verder. ‘Jij gaat me vertellen waar je vader zich verbergt.’ Ik voel een pistool in mijn rug drukken. Waarschijnlijk die van Giorgio. ‘Waar is hij?’ nu niet meer op een fluistertoon, maar behoorlijk dreigend. ‘Ik weet dat hij nog leeft, dus geen smoesjes dame.’ Ik weet niet hoe ik me moet voelen. Blij? Bij het horen dat mijn vader nog leeft. Boos? Omdat deze man hem waarschijnlijk wél liever dood heeft. Ik weet het niet. Maar ik weet hoe ik me nu wel voel. Bang. Banger dan ooit. Opnieuw komen er te veel vragen in me op. Leeft hij echt nog? Hoe kan dat? Dat verklaart wel waarom we zijn lichaam niet konden begraven. Wist mijn moeder dit? Wat moet ik nu? Maar het meeste vraag ik me af. Kom ik ooit nog thuis?
- Saskjezwaard
- Computer
- Berichten: 4449
- Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
- Locatie: in bed
Ha, al een heel stuk beter
Mijn enige puntje van aanmerking is dit:
Verder heb ik helemaal niks meer aan te merken
Succes met de wedstrijd!

Hier zou ik een zin van maken en van de punt een komma maken.Maar het meeste vraag ik me af. Kom ik ooit nog thuis?
Verder heb ik helemaal niks meer aan te merken

And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Dit zinnetje loopt niet helemaal lekker? Ik zou 'aan' weglaten (:ThaQueen schreef:Nu kan ik weer zonder aan angst door de straten van Barcelona lopen.
Verder een leuk verhaal, laat ons weten of je hebt gewonnen of niet hè!

I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.