Onvoorspelbaar
Geplaatst: 06 mar 2011 14:22
Beste Mensen,
Nu ik begin aan dit verhaal, weet ik nog niet hoe dit zal lopen, wat ik er mee ga doen. Ik weet wel dat het begin een stukje waarheid zal bevatten, uit een verhaal wat ik gisteren nog heb gemaakt. Ik wens iedereen veel plezier met lezen, en natuurlijk zijn de tips, verbeteringen of commetaar van harte welkom!
_______________________________________________________
Proloog
De ademhaling van de acht jongens om me heen was gejaagd. Ik voelde de zweetdruppels in mijn nek naar mijn rug glijden. Krampachtig had Gijs mijn hand vast. Joris rende voorop, zo nu en dan gaf hij wat comando's, je kon merken dat hij verstand had van het leger. De bomen raasde aan ons voorbij, maar we leken het niet te merken. We keken alle negen naar hetzelfde punt, een kaarsje dat op de open heide in het midden flakkerde. Ik keek vluchtig achterom, een schaduw met een zwarte mantel rende over de heuvel achter ons. We werden achtervolgd.
Als in het niets was daar een kuil. Ik hoorde Stijn nog roepen, en ik ving een glimp op van het gezicht van Tristan. Voordat ik iets kon zeggen, was het zwart om ons heen. Nergens waren de bomen, geen sterren aan de hemel. Moedeloos zakte ik in elkaar.
Nu ik begin aan dit verhaal, weet ik nog niet hoe dit zal lopen, wat ik er mee ga doen. Ik weet wel dat het begin een stukje waarheid zal bevatten, uit een verhaal wat ik gisteren nog heb gemaakt. Ik wens iedereen veel plezier met lezen, en natuurlijk zijn de tips, verbeteringen of commetaar van harte welkom!
_______________________________________________________
Proloog
De ademhaling van de acht jongens om me heen was gejaagd. Ik voelde de zweetdruppels in mijn nek naar mijn rug glijden. Krampachtig had Gijs mijn hand vast. Joris rende voorop, zo nu en dan gaf hij wat comando's, je kon merken dat hij verstand had van het leger. De bomen raasde aan ons voorbij, maar we leken het niet te merken. We keken alle negen naar hetzelfde punt, een kaarsje dat op de open heide in het midden flakkerde. Ik keek vluchtig achterom, een schaduw met een zwarte mantel rende over de heuvel achter ons. We werden achtervolgd.
Als in het niets was daar een kuil. Ik hoorde Stijn nog roepen, en ik ving een glimp op van het gezicht van Tristan. Voordat ik iets kon zeggen, was het zwart om ons heen. Nergens waren de bomen, geen sterren aan de hemel. Moedeloos zakte ik in elkaar.