Sword of the Truth - Legend of the Seeker (rp)

Hier vind je alle role play verhalen; van romantisch tot dramatisch!
KokosNootje
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 09 mei 2011 19:22

Met een zucht liet ze zich op het gras vallen, en staarde omhoog naar de heldere hemel. Ze moest van de kleine dingen genieten, voordat ze zouden komen om alles te vernietigen. Ze rilde even, maar het was alles behalve koud. Ze moest er niet aan denken wat er zou gebeuren als de belijdsters het vredige land binnen zouden vallen, en alles op hun pad zouden vernietigen. Ze vreesde die vrouwen, nog meer dan dat ze de tovenaars vreesde. Want hoe eng ze ook waren, de tovenaars vochten tenminste voor het land. De belijdsters vochten om het land. Er was een hoge beloning opgegeven voor ieder die een belijdster doodde, en haar hoofd als bewijs mee namen. Vele mannen waren weggetrokken, slechts enkelen waren teruggekeerd. Ze rilde weer. Ze moest er niet aan denken. Het was te afschuwelijk. Het was harteloos hoe de belijdsters een levend wezen tot zich konden nemen. Niemand ontsnapte aan de aanraking van een belijdster. Gelukkig koste het een belijdster een paar dagen om te herstellen, en haar kracht terug te krijgen. Tenminste, bij de meeste belijdsters. Sommigen, de sterkste onder hen, kregen hun kracht naar een paar uur al terug. Haar ogen schoten bijna vol met tranen, toen ze aan haar broer dacht. Hij was te grazen genomen door een belijdster, maar niet zomaar 1. Hij was aangeraakt door de biechtmoeder. De belijdsters droegen normaal gesproken zwart, en alleen de biechtmoeder droeg wit. Zij was de leidster. En haar broer was met 5 mannen op haar af gegaan om haar te overmeesteren. In het begin was het goed gegaan, niemand vreesde deze gevaarlijke vrouw. Maar toen ging het compleet mis. De biechtmoeder had 1 van de mannen aangeraakt met haar kracht, en die man had 3 andere mannen vermoord, voordat haar broer hem doodde. Hij treurde niet omdat hij het leven van 1 van zijn vrienden had genomen, maar omdat de biechtmoeder het leven van 4 van zijn vrienden had genomen. Zij was verzwakt, en hij bond haar vast. Eerst was hij van plan om haar te vermoorden, maar hij dacht had als hij haar levend afgaf, zou ze op het plein onthoofd kunnen worden, zodat iedereen het kon zien. Alleen had hij geen rekening gehouden met de sterke kracht die de biechtmoeder had. Haar broer was groot en sterk, maar niemand kon zich verdedigen tegen een belijdster. Het had hem en zijn vrienden 7 uur gekost om haar te vinden, en het duurde voor hem langer om terug te gaan omdat hij een gevangene had. Maar haar krachten herstelden zich al naar 5 uur, en ze nam hem met zijn macht. Het gerucht gaat dat de biechtmoeder haar broer als partner heeft gekozen, maar niemand wist het zeker. Ze snikte even en een traan rolde over haar wang. Zij was degene die de spullen van haar broer had gevonden, samen met de brief van de biechtmoeder. Kijk uit. Was het enige dat er in stond. Met een snelle veeg haalde ze haar tranen weg, en klopte haar jurk af. Ze moest sterk zijn nu. Sterk voor iedereen die nog zou sterven in deze oorlog, sterk voor iedereen die zonder familie achter zou blijven. Sterk voor iedereen die al is gestorven. Ze wist dat zij niks kon veranderen, niemand direct kon helpen. Maar als ze haar werk goed zou doen, zal ze toch meedragen aan de verdediging van hun land.

“Jongeman, kom onmiddellijk hier!” Een grote man in een simpel gewaad torende boven hem uit. Hij grinnikte even omdat hij een tovenaar van de eerste orde als slachtoffer had gezien, maar hield wijselijk zijn mond omdat hij wist dat de grap niet geslaagd was. “Jongeman, dit soort grappen worden niet op prijs gesteld. Bij de andere tovenaars kon je er misschien wel mee weg komen, maar een tovenaar van de eerste orde kan je niet gebruiken in een van je flauwe grappen. Vooral niet als slachtoffer.” Hij knikte. Daar was hij achter gekomen. Onder zijn voeten was een plas water verschenen, en hij begon het koud te krijgen. Hij had een fantastisch web voor de deur gegooid, en ieder die er in zou komen zou kletsnat worden. Een van zijn eigen uitvindingen. Hij was er trots op geweest. Maar in plaats van dat de tovenaar nat was geworden, was het water op hem terecht gekomen. Vanaf dat moment had hij besloten dat hij ook tovenaar van de eerste orde wou worden, want hoe de tovenaar dat had gedaan was hem nog steeds een raadsel. De tovenaar keek nog even op hem neer, en beende toen weg. Hij glimlachte weer in zichzelf. Hij kreeg altijd een speciale behandeling, omdat hij de enige leerling was die additieve en subtractieve magie bezat. Alle tovenaars van de eerste orde hadden beide kanten van magie, van de tweede orde waren er maar enkelen en van de derde orde geen een. Hij werd harder gestraft, maar zijn grapjes werden meestal door de vingers gezien. Vooral als hij een nieuw soort web weefde. Dan zouden ze hem eerder complimenteren dan uitfoeteren. Het was ook een reden dat hij geen vrienden had onder de leerlingen. Hij was een eenling. En daardoor werkte hij des te harder aan zijn studie, en probeerde zoveel mogelijk nieuwe dingen te ontdekken. Snel streek hij zijn gewaad glad en rende zo snel als hij kon de gang uit, naar een van de bibliotheken. Hij probeerde zo goed als het ging de andere leerlingen te ontwijken, en was daarom bijna altijd te vinden dieper in de burcht. Normaal gesproken zou hij hier niet kunnen komen, maar dankzij zijn subtractieve kant van de gave kon hij gemakkelijk door de schilden komen die als bescherming dienden. En vandaag was hij van plan extra ver te gaan. Het web had als afleiding gediend, en nu kon hij ongemerkt dieper de burcht ingaan. Hij liep langzaam de bibliotheek weer uit, keek even om zich heen en rende snel een van de verboden gangen in. Hij wist dat hij niet gevolgd werd, zijn magie vertelde hem dat. Hij wist altijd wanneer er iemand aan kwam. Al was het een klein vogeltje, hij voelde het. Meestal besteedde hij er niet veel aandacht aan, maar op momenten zoals deze kwam het hem goed van pas. Hij was hier in zijn element. Zo gauw als zijn studie af was, zou hij gaan reizen. Hij zou de goede mensen helpen, en de slechtte mensen straffen. Overal waar er oorlog was zou hij de kant van het recht kiezen. Hij zou onschuldigen vrijspreken en misdadigers straffen. Dat was wat hij wou doen.

Ze keek naar haar handen. Ze bezaten kracht, op meerdere manieren. Ze kon er mee koken, de lekkerste gerechten maken. Ze kon er mensen genezen, als ze de juiste kruiden had geplukt. Ze kon er voorwerpen mee optillen, van een kom soep voor het eten tot een houtblok voor het vuur. Ze kon haar handen gebruiken om een dier te slachten, of zelfs om er een te doden. Ze kon haar handen gebruiken om te liefkozen. Of eigenlijk toch niet. Want er was nog iets wat haar handen konden, iets wat normale mensen vreesden. Ze konden liefde gebruiken als wapen. Als zij iemand met haar hand aan zou raken, en haar kracht in zich zou laten gaan, zou ze iemand verwoesten. Ze zou het mooie van liefde samenvoegen met het kwade gedeelte, en iemand tot zich nemen. Ieder die ze aanraakte met haar kracht, zou haar tot haar dood liefhebben. Zo erg liefhebben, dat hij niks anders kon. Hij moest aan elke wens van haar voldoen, dacht niet meer aan zichzelf maar alleen aan haar. Hij lette niet op wat met hem gebeurde, maar beschermde haar met zijn leven. De haat, woede, blijdschap, verdriet en zelfs liefde die hij daar voor gevoeld had verdween, en alleen liefde voor haar kwam er in de plaats. En niet zachtzinnig. Wanneer zij iemand met haar kracht aanraakte, was er een donderslag zonder geluid. Iedereen die te dichtbij zou staan zou de pijn voelen, en iedereen die haar of degene die ze aanraakte aan zou raken zou ook door haar kracht worden getroffen. Iedereen behalve andere belijdsters. En het ergste van haar kracht was dat ze niet kon liefhebben. Als ze haar kracht gebruikte zou ze hem niet oproepen, maar los laten. Haar kracht was altijd in haar, maar ze hield hem vast. Als ze hem los zou laten, wat haar slechts een fractie van een seconde kostte, was het gebeurd. Geen mes of pijl was sneller. Ze kon zich nooit helemaal ontspannen, wat zodra ze dat zou doen zou ze haar kracht loslaten. En dat was iets wat ze wou voorkomen. Daarom kozen belijdsters hun partners meestal uit iemand die ze al met hun kracht hadden aangeraakt, of een misdadiger. Meestal kozen ze de sterkste mannen, zodat hun kinderen ook sterk zouden zijn. De meisjes in ieder geval. Want geen enkele mannelijke belijder zou mogen blijven leven. Mannelijke belijders zouden geen tijd nodig hebben om te herstellen, om hun kracht terug te krijgen. Daarom moest bij een geboorte van een mannelijke belijder de vader het kindje onthoofden. Want hoe afschuwelijk het ook was, als een belijder zou blijven leven zou het alleen maar afschuwelijker zijn.

Met een flits schoot haar rode staafje tevoorschijn en kwam met een klap tegen de arm van de man. De man krijste het uit van de pijn, en zakte neer op de grond. “Wat zij ik nou? Blijf daar staan!” Angstig krabbelde de man naar een plek op de grond waar een rode klodder spuug lag, en ging er wankel op staan. Het feit dat ze kleiner was als hem, leek nu iets wat niet uit maakte. Ze torende hoog boven hem uit, in haar strakke, roodleren pak. Ze was wat iedereen vreesde, en vooral wat iedereen met magie vreesde. Een Mord Sith. Haar agiel, die een paar seconde nog aan een ketting om haar pols had gebungeld, zat nu in haar vuist geklemd. Haar voorhoofd was bezweet, en er kleefden een paar plukken haar aan die uit haar vlecht waren losgeraakt. Een lange vlecht die Mord Sith altijd droegen. In principe waren ze simpelweg martelaars, bedoelt om vijanden, vooral de genen met magie, onder bedwang te houden en alle informatie die ze wenste te verkrijgen. Maar toch lag het iets ingewikkelder. Een Mord Sith was in staat om de magie van iemand tot ze zich nemen en te binden, zodra die tegen haar werd gebruikt. En op dat moment zou diegene verloren zijn. Het rode staafje dat Mord Sith altijd bij zich droegen, hun agiel, was in staat om verschillende soorten pijn te veroorzaken. Met een zachte aanraking kon het iemand laten bloeden, en met een harde kon het zelfs botten breken. Omdat het de gebruiker ook pijn deed om de agiel aan te raken, waren de Mord Sith jaren lang zelf getraind om de pijn te weerstaan. Door pijn te krijgen. Veel pijn. In hun opleiding moesten ze 3 proeven doorstaan. In de eerste proef werden ze gebroken. In de tweede proef moesten ze toekijken hoe hun moeder werd gemarteld en gebroken. In de derde proef moesten ze hun eigen vader martelen en breken. De man voor haar was een vijandige tovenaar, en hij was zo stom geweest zijn magie op haar te gebruiken. Nu kon ze hem via zijn magie pijn toebrengen. Zoals haar meester had bevolen. En verscheen een grijns op haar gezicht, en met een gepantserde handschoen gaf ze de man een klap in zijn gezicht. “Je blijft daar staan, terwijl ik even wat ga eten. Zodra je met iets anders dan je voeten de grond aanraakt, zal de pijn terugkomen. Zodra je van je plek af komt, zal de pijn terugkomen.” De man keek haar angstig aan. “Maar, wanneer moet ik dan eten?” Te laat besefte hij de fout die hij had gemaakt, en haar agiel kwam weer met een klap tegen zijn arm. De man zakte weer op de grond, en stond al snel op. “Wanneer moet ik eten, meesteres?” Zei hij snel met een bibberende stem. “Eten? Wie heeft wat gezegd over eten? Je blijft hier staan tot ik terug kom.” Ze draaide zich op en verliet de kamer, de man in zijn eentje achterlatend op zijn eigen spuug.

“Dank u, schepper.” Ze kuste haar ringvinger, en stond op van het kleedje op de grond. Vandaag was eindelijk een jongen voor haar aangekomen, en dat betekende dat ze niet langer een novice was. Ze was nu een Zuster van het Licht. Na jaren lange studie was ze eindelijk toegewezen aan een jongen, en kon ze haar studie vervolgen als zuster. Al vanaf dat ze klein was had ze gedroomd een Zuster van het Licht te worden, en nu was ze er eindelijk een. Tenminste, als ze de jongen een goede opleiding gaf. Ze had gehoord dat hij weigerde om mee te komen, en dat hij en zijn ouders hadden gevochten om hem weg te houden van de Zusters. Ze snapte niet waarom. Misschien had het iets te maken met de betovering van het paleis van de profeten. Meer dan drieduizend jaar geleden was het paleis van de profeten opgericht door een aantal tovenaars, die niet wilden dat de magie zou uitsterven. Want tovenaars toen die tijd waren egoïstisch, ze wilden de jongens met de gave niet opleiding omdat ze bang waren dat ze dan later sterker zouden zijn. Dus hadden een paar tovenaars het paleis opgericht, en een betovering er over uit gesproken. Iedereen die in het paleis of er dicht in de buurt zou vertraagd ouder worden. Zijzelf was 156 jaar, maar zag er uit als iemand van ergens in de 20. Misschien wilden de ouders van de jongen hem niet verliezen, en wist de jongen zelf niet beter dan luisteren naar zijn ouders. Sommige mensen waren gewoon onwetend. De tovenaars die het paleis hadden gebouwd hadden een aantal vrouwen met de gave aangesteld als Zusters van het Licht. Omdat het voor een tovenares veel moeilijker was om een jongen op te leiden, hadden ze de betovering ingesteld. Het koste voor een Zuster van het Licht gemiddeld 500 jaar om een jongen op te leiden, terwijl een tovenaar er minder dan 50 jaar over deed. De tovenaars nu vonden dat de Zusters van het Licht de jongens stalen, maar zelf wilden ze ze niet opleiden. Voor haar was dat de omgekeerde wereld. Ze had geleerd de schepper te aanbidden, en alles wat hij op de wereld had gezegd. Het kussen van haar ringvinger was een teken van geloof. Er schoot een rilling over haar rug. Er waren niet alleen Zusters van het Licht in het paleis. Ze had uit verschillende bronnen vernomen dat er ook Zusters van de Duisternis waren, die de wachter aanbaden. Maar dat zou ze niet mogen zeggen. Men noemde het alleen de naamloze, omdat het noemen van zijn naam zijn blik op je vestigde. En niemand wou de blik van de wachter op zich vestigen. Ze liep weg van het raam de gangen van het paleis in, en haar nieuwe rode jurk wapperde achter haar aan.

“Heb je het al gehoord?” Haar glimlach verspreidde zich over haar gezicht, terwijl ze naast de andere Zuster door de gangen liep. Haar jurk was gitzwart, en die van de Zuster naast haar was donkerblauw. “Nee.” Antwoordde deze. “Wat is er dan?” Er verscheen een nieuwsgierige blik op haar gezicht, die bijna leek op honger. “Je weet die novice, die vandaag een jongen aangewezen zou krijgen?” Ze keek naar de andere zuster, en wachtte op antwoord. “Ja, ik herinner me haar blijheid toen ze het bericht van de komst van een jongen hoorde. Als haar de discipline niet was aangeleerd zou ze een vrolijk dansje hebben gemaakt.” Ze fronste even en keek de andere zuster aan. “Wat is er met haar?” Ze begonnen sneller te lopen, en bogen naar elkaar toe. “Het gerucht gaat dat ze overal heeft lopen rond bazuinen dat er zusters van de duisternis zijn.” Ze giechelde even overdreven. “En daarom zou ze door een van de zusters uit de weg geruimd zijn.” Verbaasd keek een van hen op. “Echt? Dat is echt jammer.” En verscheen een sluwe grijns op haar gezicht. “Wie was het?” Ze kwam schokkend tot stilstand toen ze de klap in haar gezicht voelde. “Houd je mond, dom mens! De muren hebben hier oren! Zulk soort dingen worden alleen besproken in het hagenbos. Als er al over gesproken wordt.” Ze ging weer rechtop staan en streek haar zwarte jurk glad. “Ik was het.” Zei ze bijna onhoorbaar, en de zuster naast haar struikelde over haar eigen voeten. “Echt waar? En hoe zit het met het gerucht dat een van onze novicen nu de jongen toegewezen krijgt?” Beide glimlachten ze nu, en het zag er angstaanjagend uit. “Waar. Zo waar. Maar dat is nog niet het enige. Heb je het ook gehoord van zuster Simone? Ze is totaal gek geworden. Ze beweert dat ze wordt aangevallen door een droomwandelaar. Stel je voor, die komen al drie duizend jaar niet meer voor!” Opeens stond ze met een ruk stil. “Maar stel je voor dat het wel zo was. Dat zitten we allemaal diep in de problemen. De enige informatie over droomwandelaars die we bezitten zegt dat ze de ruimten tussen tijd gebruiken, en dat er geen verweer tegen is. Iedereen, Zusters van de Duisternis en Zusters van het Licht, zouden verdreven worden uit ons paleis. En het zou een ramp zijn als hij hier kwam. Noemde zuster Simone ook een naam?” De ogen van de andere zuster werden donker. “Ja. Ze had het over Jagang.” Ze struikelde weer. “Jagang? Keizer Jagang? Die keizer die al jaren bezig is de oude wereld stukje bij beetje over te nemen?” De andere zuster knikte. “Dan moeten we zorgen dat we een verweer vinden. Voor het te laat is.”

Het zwaard van de waarheid. Het lag in zijn handen. Het had krachten die het menselijk brein te boven gingen, en die normale mensen liever links lieten liggen. Het was een zwaard van magie. Hij kon een onschuldig mens, waar van hij geloofde dat diegene echt onschuldig was, niet eens aanraken met zijn zwaard, behalve als hij het staal wit zou maken. Dat zou hij moeten doen met liefde en vergeving. Het deed pijn om de magie van het zwaard te gebruiken om iemands leven te nemen, daarom was er de woede. De woede van het zwaard. De woede beschermde je grotendeels tegen de pijn, maar het was altijd een kwelling. Zijn etensgewoontes waren ook veranderd omdat hij het zwaard gebruikte, de magie moest ik evenwicht blijven. Zo at hij bijvoorbeeld geen vlees, als evenwicht voor het doden. Hij haatte het zwaard, maar kon niet zonder. Want hij was de Zoeker van de Waarheid. Ook al wist hij dat het zwaard slechts een instrument was, en dat hij altijd zoeker zou blijven met of zonder zwaard, hij gaf het liever niet af. Sterker nog, hij zou zijn leven geven om het zwaard te beschermen. Want hij moest niet denken wat er zou gebeuren als het zwaard in verkeerde handen zou vallen. Dat zou grote problemen betekenen.

De grote oorlog. De oude wereld tegen de nieuwe wereld, in een jarenlang durende oorlog. De oude wereld om de magie uit te roeien, en de nieuwe wereld om de magie te bewaren. Beide gebruikten ze de machtigste magie om hun doel te bereiken, en ze weken nergens voor terug. De nieuwe wereld creëerde belijdsters, Mord Sith, en meer magische wezens uit mensen. De oude wereld creëerde de Zusters van het Licht, droomwandelaars, en andere magische wezens ook uit mensen. De ene magie heft de andere op, zodat alles afhangt van de strijdkrachten. Tussen de nieuwe en de oude wereld bouwden de tovenaars hun torens, in de vallei der verlorenen. Iedereen was wanhopig, tot de laatste toren werd voltooid door een oorlogstovenaar. Sinds die dag waren de oude en de nieuwe wereld van elkaar gescheiden, tot een andere oorlogstovenaar de torens zou vernietigen. De oude wereld aan een kant, vele malen groter dan de nieuwe wereld, maar de magie in zijn oorspronkelijke staat is nergens meer te vinden. En de nieuwe wereld aan de andere kant, met overal nog magische plekken die even gevaarlijk als mooi zijn. Met in het midden het Middenland, daar onder Westland en daar boven D’Hara. Alle drie gescheiden door grenzen uit de onderwereld. En zo leeft iedereen rustig samen, of apart van elkaar. Tot de grenzen tussen de drie gebieden van de nieuwe wereld verdwijnen, en Westland, het Middenland, en D’Hara met elkaar in contact komen. De rust die eerst heerste, is nu verdwenen. De heerser van D’Hara, Meester Rahl, probeerde de nieuwe wereld te veroveren. Maar hij werd van zijn troon gestoten door zijn zoon waar van hij niet wist dat hij die had, en D’Hara had een nieuwe heerser. De nieuwe meester Rahl verwoest onbewust de grens tussen de oude en de nieuwe wereld, waardoor de legers van de droomwandelaar, Keizer Jagang, de nieuwe wereld in kunnen trekken om die te veroveren. En hij noemt zijn leger, en de mensen die bij hem horen de Imperiale orde. De imperiale orde strijd met hun overtuiging dat iedereen gelijk is, maar tegelijkertijd hebben ze ook een heerser. En niet alleen de legers van de Imperiale orde zijn gevaarlijk, vooral hun geloof en overtuigingen doen de mensen angst in beven. Ook komt de meester Rahl achter de band die alle D’haranen met hun meester hebben, en die bescherming bied tegen de krachten van de droomwandelaar. Na vele avonturen lukt het Meester Rahl om met behulp van machtige magie de legers en de overtuigingen van de Imperiale orde uit de wereld te verdrijven, waardoor de wereld weer in vrede leeft. Tenminste, voor zolang vrede duurt.

Let op, ik heb de opzet van dit alles, de belijdsters, Mord Sith, Zusters van het licht, tovenaars en alles Niet zelf bedacht. Dit komt allemaal uit de boekenserie ‘de wetten van de magie’ van Terry Goodkind. Om duidelijker te maken hoe het precies werkt, heb ik er een soort intro uitleg van gemaakt. Alleen een beetje lang. (A) Het schuine gedeelte is zo’n beetje een hele snelle uitleg over alles wat er in de boeken gebeurt, en lees het plot maar om te zien wat ik van plan was er mee te doen xD

Plot:
De nieuwe wereld en de oude wereld zijn nu samen D’Hara, en de meester Rahl heeft alles tot vrede gemaakt. Het paleis van de profeten is vernietigd, en de zusters van het licht hebben zich bij D’Hara gevoegd. Het is nu jaren later, en de wereld krioelt van de belijdsters, die als rechters de orde handhaven, Mord Sith, die straffen waar te straffen valt, tovenaars en tovenaressen, die de magie laten opleven, en natuurlijk vele magische wezens. We spelen in verschillende delen, en in het eerste deel ontmoeten een aantal mensen, jongeren en ouderen elkaar op toevallige of misschien helemaal niet toevallige wijze. Lets Rp xD

Paar kleine toevoegingen:
Als iedereen die mee wil doen zegt waarmee, kunnen we alles een beetje verdeeld houden, niet dat er zo alleen maar tovenaars zijn etc xD
Als je iets niet snapt qua soorten magie, wezens, vraag maar, ik geef antwoord ^^

Kaartje van de wereld:
http://www.legendoftheseeker.cz/bookcase/img/map.jpg
Op het kaartje zie je de nieuwe wereld, (Het middenland, Westland en D'Hara) nog apart gescheiden. Nu is het samen D'Hara.
Aydindril is de hoofdstad van het middenland, hier staat de tovenaarstoren, het paleis van de belijdsters, enz.
Het volkspaleis(people's palace) is het onderkomen van de meester Rahl, en is qua grootte bijna een stad.
Tanimura is een stad aan de rand van de oude wereld, waar voorheen altijd het paleis van de profeten stond.

De 11 tovenaarswetten:
1. Mensen geloven alles, omdat ze bang zijn dat het waar is, of omdat ze willen dat het waar is.
2. De beste bedoelingen kunnen het grootste kwaad tot gevolg hebben.
3. Hartstocht overheerst rede.
4. Er schuilt magie in vergiffenis, magie om te helen in vergiffenis die je schenkt en nog meer in vergiffenis die je krijgt.
5. Let op wat mensen doen, niet alleen wat ze zeggen, want daden zullen een leugen verraden.
6. De enige vorst door wie je je kunt laten regeren is de rede.
7. Het leven is de toekomst, niet het verleden.
8. Wees de zege waardig.
9. In de werkelijkheid bestaan geen gedeeltelijke of volledige tegenstrijdigheden. (Als je in tegenstrijdigheden gelooft, verloochen je het bestaan van de wereld om je heen en de aard der dingen. In plaats daarvan hang je elk willekeurig idee aan dat je bevalt en verbeeld je je dat iets bestaat, domweg omdat je het graag zou willen. Iets is wat het is; het is zichzelf. Er is geen sprake van tegenstrijdigheden.)
10. Moedwillig de waarheid verdraaien is verraad aan jezelf.
11. De ongeschreven wet. Citaat uit het boek: "De regel van alle regels. De ongeschreven regel. De regel onuitgesproken sinds de dageraad van geschiedenis… Maar Barracus wilde dat je hem zou kennen; het is het geheim van het gebruiken van een oorlogs-tovenaar zijn macht. De enige manier om het uit te drukken, om ervoor te zorgen dat je het zou begrijpen wat hij van plan was je te vertellen, was jou een ongeschreven boek te geven om zo de ongeschreven wet zijn betekenis uit te leggen."


Wezens/Soorten mensen: (wordt nog meer toegevoegd)
- Belijdsters
- Mord Sith
- Tovenaars
- Tovenaressen
- Zusters van het Licht
- Zusters van de Duisternis
- Kaaien
- Draken
- Heksen
- Dromenwandelaars
- Geestenroepers
- Zieners
- Profeten
- De Zoeker van de Waarheid

Lijstje:
Soort
Naam
Geslacht/leeftijd
Innerlijk
Uiterlijk
Wapens (eventueel)
Extra


Zoo, ik hoop dat ik het zo een beetje goed heb gedaan, en dat mensen het snappen en mee willen doen xD
Afbeelding
Plaats reactie

Terug naar “Roleplay Verhalen”