Vrijheid.
Geplaatst: 21 mei 2011 20:07
Glimlachend kijk ik terug naar mijn vroege jeugdjaren, tot mijn 13e jaar leidde ik een normaal leven zoals ieder kind. Naar de rest van de jaren zal ik niet meer kijken, dat kan ik niet aan. Maar toch zal ik het vertellen. Ik had een vader, Chris, een moeder, Catherine, een zusje, Jaimie, en een broer, Micheal. Ikzelf ben dus een meisje, Scarlett. Alles ging zoals het altijd ging. Tot mijn leven veranderde.
Ik was 13 jaar, en een normaal meisje. Ik zat met mijn moeder en broer voor de kachel, het was koud. De ijspegels flikkerden in het maanlicht, waar spoedig een schaduw over zou vallen. "Mam, waar blijft pap?" Vroeg ik, het was al 9 uur, en gewoonlijk was hij om 7 uur thuis. "Ik weet het niet, het komt wel goed" Ze kneep in mijn hand en glimlachte naar me. We woonden in een luxe huis, de sfeer was er gezellig. Toen ik zei dat we normaal waren, ben ik toch vergeten iets te vertellen. Mijn moeder was een luxepoppetje, en ze was mooi. Niet knap zoals iemand kan zijn, maar mooi. Echt adembenemend mooi. Net zoals mijn vader, net zoals ik, net zoals mijn broer en mijn zusje. We waren redelijk close, mijn broer, mijn zusje en ik. Maar ik dwaal af van het onderwerp. Om half 10 ging de deurbal, het galmde na in de gang. "Dat zal pappa zijn.." bromde mijn broer. Hij stond op en snelde naar de deur, maar wat hij aantrof was allesbehalve mijn vader. Twee politieagenten keken zenuwachtig naar hem en eentje schraapte zijn keel. "Woont hier Catherine Kathy Dawn?" Mijn moeder riep dat ze binnen konden komen, het was immers koud buiten. "Wat is er aan de hand?" Vroeg mijn moeder met een zwakke stem en grote ogen. "Ik moet helaas iets ergs mededelen mevrouw, uw man, Chris Dawn, heeft een auto-ongeluk gehad. De artsen hebben echt gedaan wat ze konden, maar.." Fel reageerde ik. "Maar wat?!" Waarom gebruikten ze de verleden tijd? Ik lachte in mezelf, mijn vader was niet dood. Jonge, mooie mensen zoals hij gaan niet dood. Alleen oude mensen sterven, aan ouderdom. Jonge mensen als mijn vader niet, dat galmde door mijn hoofd. Maar mijn verstand zei wat anders, ik luisterde niet. "Hij is helaas overleden, het spijt ons." De agenten voelden zich duidelijk niet op hun gemak. Ik lachte zenuwachtig. "Mijn vader is niet dood, het was zeker iemand anders.. Toch? Mam?" Mijn moeder was lijkbleek geworden en zei niets. De agenten laadden de spullen uit die mijn vader bij zich had, toen het gebeurde. En het waren zijn spullen. Mijn moeder stuurde de agenten het huis uit en liep naar boven, zonder een woord tegen ons te zeggen. Mijn broer sloeg een arm om me heen en ik huilde, en huilde tot er geen traan meer in me was. ik was leeg, moe, had honger en nog veel meer.
Na een tijd kwam mijn moeder beneden. Tranen hadden haar gezicht ouder laten lijken. “Lieverds, er is iets wat jullie moeten weten..” We knikten, het kon ons even niet schelen, maar we luisterden gehoorzaam. “Zoals jullie weten hielden je vader en ik van luxe, grotendeels kwam dit door mij. Daarom hebben we nu geen geld, en niks is afbetaald. We zullen naar mijn ouders reizen, om daar te mogen wonen. Mijn moeder kan ieder moment overlijden, waardoor ik de erfenis zal krijgen..” Toen ze over haar ouders begon kwam er een koude blik in haar ogen, een blik die ik niet kende. “Ze zijn heel erg rijk, dus ik heb geen keus. Ze hebben jullie vader altijd al verafschuwt, omdat hij zo succesvol was met alles wat hij deed. Ze weten nog niets van jullie bestaan af, dus eerst zullen jullie voor een dag, of misschien twee, even moeten blijven in een kamer. Het zal echt niet lang duren, nu jullie vader dood is zullen ze me sneller vergeven. En mijn moeder ligt al op sterven, dus we hebben niets te verliezen.” Ze glimlachte, ik hoorde blij te zijn, maar het voelde raar. Opgesloten in een kamer? Niets voor mij.. “En daarbij, als ze me eenmaal vergeven hebben kunnen jullie spelen, en alles doen in het huis. Het is er echt enorm, ik heb er vroeger gewoond. Het heeft zo veel kamers, dat het niet te tellen valt, en allemaal schoonmaaksters..” Ik geloofde haar, toen.
We zaten met zijn allen in de trein, ik huilde nog na aan alle herinneringen die ik thuis moest achterlaten, we mochten maar vier koffers mee, twee voor mijn moeder, twee voor mij, mijn broertje en mijn zusje. Jaimie lag vredig naast mijn moeder te slapen, die snapte er nog niet veel van. Eenmaal aangekomen viel mijn mond open, het huis was gróót, enorm en prachtig. We slopen naar de achterdeur, waar haar vader op haar wachtte. Die wist er vanaf, maar hij zag er niet vriendelijk uit. Dat liet hij ook merken. “Niet te geloven dat je zulk duivelsgebroed met die vent hebt geschapen Catherine” Siste hij boos. De hal was enorm, tijd om het te bekijken kregen we niet. Ik keek Micheal aan, wat was dit allemaal? We werden een afgelegen kamer ingeduwd en daar moesten we ons maar redden voor een paar dagen. We zouden elke ochtend een schaal met eten krijgen, voor de hele dag. Tot haar moeder haar vergeven had, dat was slechtst een kwestie van dagen zei mijn moeder. We geloofden haar, want we hielden van haar.
Ik was 13 jaar, en een normaal meisje. Ik zat met mijn moeder en broer voor de kachel, het was koud. De ijspegels flikkerden in het maanlicht, waar spoedig een schaduw over zou vallen. "Mam, waar blijft pap?" Vroeg ik, het was al 9 uur, en gewoonlijk was hij om 7 uur thuis. "Ik weet het niet, het komt wel goed" Ze kneep in mijn hand en glimlachte naar me. We woonden in een luxe huis, de sfeer was er gezellig. Toen ik zei dat we normaal waren, ben ik toch vergeten iets te vertellen. Mijn moeder was een luxepoppetje, en ze was mooi. Niet knap zoals iemand kan zijn, maar mooi. Echt adembenemend mooi. Net zoals mijn vader, net zoals ik, net zoals mijn broer en mijn zusje. We waren redelijk close, mijn broer, mijn zusje en ik. Maar ik dwaal af van het onderwerp. Om half 10 ging de deurbal, het galmde na in de gang. "Dat zal pappa zijn.." bromde mijn broer. Hij stond op en snelde naar de deur, maar wat hij aantrof was allesbehalve mijn vader. Twee politieagenten keken zenuwachtig naar hem en eentje schraapte zijn keel. "Woont hier Catherine Kathy Dawn?" Mijn moeder riep dat ze binnen konden komen, het was immers koud buiten. "Wat is er aan de hand?" Vroeg mijn moeder met een zwakke stem en grote ogen. "Ik moet helaas iets ergs mededelen mevrouw, uw man, Chris Dawn, heeft een auto-ongeluk gehad. De artsen hebben echt gedaan wat ze konden, maar.." Fel reageerde ik. "Maar wat?!" Waarom gebruikten ze de verleden tijd? Ik lachte in mezelf, mijn vader was niet dood. Jonge, mooie mensen zoals hij gaan niet dood. Alleen oude mensen sterven, aan ouderdom. Jonge mensen als mijn vader niet, dat galmde door mijn hoofd. Maar mijn verstand zei wat anders, ik luisterde niet. "Hij is helaas overleden, het spijt ons." De agenten voelden zich duidelijk niet op hun gemak. Ik lachte zenuwachtig. "Mijn vader is niet dood, het was zeker iemand anders.. Toch? Mam?" Mijn moeder was lijkbleek geworden en zei niets. De agenten laadden de spullen uit die mijn vader bij zich had, toen het gebeurde. En het waren zijn spullen. Mijn moeder stuurde de agenten het huis uit en liep naar boven, zonder een woord tegen ons te zeggen. Mijn broer sloeg een arm om me heen en ik huilde, en huilde tot er geen traan meer in me was. ik was leeg, moe, had honger en nog veel meer.
Na een tijd kwam mijn moeder beneden. Tranen hadden haar gezicht ouder laten lijken. “Lieverds, er is iets wat jullie moeten weten..” We knikten, het kon ons even niet schelen, maar we luisterden gehoorzaam. “Zoals jullie weten hielden je vader en ik van luxe, grotendeels kwam dit door mij. Daarom hebben we nu geen geld, en niks is afbetaald. We zullen naar mijn ouders reizen, om daar te mogen wonen. Mijn moeder kan ieder moment overlijden, waardoor ik de erfenis zal krijgen..” Toen ze over haar ouders begon kwam er een koude blik in haar ogen, een blik die ik niet kende. “Ze zijn heel erg rijk, dus ik heb geen keus. Ze hebben jullie vader altijd al verafschuwt, omdat hij zo succesvol was met alles wat hij deed. Ze weten nog niets van jullie bestaan af, dus eerst zullen jullie voor een dag, of misschien twee, even moeten blijven in een kamer. Het zal echt niet lang duren, nu jullie vader dood is zullen ze me sneller vergeven. En mijn moeder ligt al op sterven, dus we hebben niets te verliezen.” Ze glimlachte, ik hoorde blij te zijn, maar het voelde raar. Opgesloten in een kamer? Niets voor mij.. “En daarbij, als ze me eenmaal vergeven hebben kunnen jullie spelen, en alles doen in het huis. Het is er echt enorm, ik heb er vroeger gewoond. Het heeft zo veel kamers, dat het niet te tellen valt, en allemaal schoonmaaksters..” Ik geloofde haar, toen.
We zaten met zijn allen in de trein, ik huilde nog na aan alle herinneringen die ik thuis moest achterlaten, we mochten maar vier koffers mee, twee voor mijn moeder, twee voor mij, mijn broertje en mijn zusje. Jaimie lag vredig naast mijn moeder te slapen, die snapte er nog niet veel van. Eenmaal aangekomen viel mijn mond open, het huis was gróót, enorm en prachtig. We slopen naar de achterdeur, waar haar vader op haar wachtte. Die wist er vanaf, maar hij zag er niet vriendelijk uit. Dat liet hij ook merken. “Niet te geloven dat je zulk duivelsgebroed met die vent hebt geschapen Catherine” Siste hij boos. De hal was enorm, tijd om het te bekijken kregen we niet. Ik keek Micheal aan, wat was dit allemaal? We werden een afgelegen kamer ingeduwd en daar moesten we ons maar redden voor een paar dagen. We zouden elke ochtend een schaal met eten krijgen, voor de hele dag. Tot haar moeder haar vergeven had, dat was slechtst een kwestie van dagen zei mijn moeder. We geloofden haar, want we hielden van haar.