Tijd
Geplaatst: 22 mei 2011 19:32
Hoog in de boom, ergens bijna bij de top, zat een klein meisje. Tranen liepen over haar wangen, haar ogen gesloten. Telkens andere tranen, gevuld met steeds dezelfde emotie. Een zacht gesnik ontsnapte uit haar mond, en het stopte abrupt toen ze in de gaten kreeg dat ze geluid maakte. Het kleine meisje, amper twaalf, opende haar ogen. Doffe blauwe ogen staarden doods voor zich uit. Haar lippen vormden woorden, maar er kwam geen geluid uit haar keel.
Ze keek op het beeldscherm van haar mobieltje, en jammerde even. Na een laatste blik op het beeldschermpje liet ze hem naar beneden vallen. Ze telde. Twaalf seconden, toen viel de telefoon met een luide tik op de stenen onder haar. Zijzelf zou er minder lang over doen om naar beneden te vallen.
Ze dacht aan de tijd. Zes minuten voor half negen. Over zes minuten zou het zover zijn. Over zes minuten zou de zelfmoord van haar zus precies een jaar geleden zijn. 22 mei, 2010.
Ze telde mee met de secondewijzer op haar horloge, en dacht terug aan alle keren dat ze dit geprobeerd had. Ze dacht terug aan alle keren dat ze hier met haar zus had gezeten, denkend aan de toekomst. Dat ze hier zaten en lachten. Ze wist niet wanneer haar ene herinnering overging in de andere, maar het enige moment zat ze met gesloten ogen in de boom, en het andere moment stond ze in de badkamer.
Op de grond lag het levenloze lichaam van haar zus. Hoe vaak had ze deze dag niet trillend en zwetend opnieuw beleefd als ze ’s avonds alleen in haar kamer lag, starend naar het plafond? Ze maakte een stuiptrekkende beweging en schreeuwde naar het lichaam.
“Nee!”
Ze wilde dat haar zus opstond. Dat ze haar omhelsde en fluisterde dat het allemaal wel goed kwam. Maar het enige wat ze vond was een brief. Een gevouwen papier met haar naam erop. Ze verwachtte een lange, treurige verklaring, maar die kwam niet. Met trillende vingers vouwde ze hem open. Geen lange brief, geen woorden van haat of beschuldigende zinnen. Alleen het enige wat haar zus aan haar te zeggen had. Alles wat ze tegen haar kleine zusje moest zeggen. Alles wat ze tegen haar zou moeten zeggen omdat ze zichzelf van het leven beroofd had.
Het spijt me.
De herinnering vervaagde en werd wazig. Ze huiverde. Rillend keek nog eens op haar horloge. Zeventien seconden. Voor de laatste keer dacht ze terug aan het gezicht van haar zus.
En met die gedachte, zette ze zich af van de tak waarop ze zat.
En toen vloog ze.
--
Ik ben er niet echt tevreden over, maar aan jullie om dat te beoordelen.
Aangepast...
Ze keek op het beeldscherm van haar mobieltje, en jammerde even. Na een laatste blik op het beeldschermpje liet ze hem naar beneden vallen. Ze telde. Twaalf seconden, toen viel de telefoon met een luide tik op de stenen onder haar. Zijzelf zou er minder lang over doen om naar beneden te vallen.
Ze dacht aan de tijd. Zes minuten voor half negen. Over zes minuten zou het zover zijn. Over zes minuten zou de zelfmoord van haar zus precies een jaar geleden zijn. 22 mei, 2010.
Ze telde mee met de secondewijzer op haar horloge, en dacht terug aan alle keren dat ze dit geprobeerd had. Ze dacht terug aan alle keren dat ze hier met haar zus had gezeten, denkend aan de toekomst. Dat ze hier zaten en lachten. Ze wist niet wanneer haar ene herinnering overging in de andere, maar het enige moment zat ze met gesloten ogen in de boom, en het andere moment stond ze in de badkamer.
Op de grond lag het levenloze lichaam van haar zus. Hoe vaak had ze deze dag niet trillend en zwetend opnieuw beleefd als ze ’s avonds alleen in haar kamer lag, starend naar het plafond? Ze maakte een stuiptrekkende beweging en schreeuwde naar het lichaam.
“Nee!”
Ze wilde dat haar zus opstond. Dat ze haar omhelsde en fluisterde dat het allemaal wel goed kwam. Maar het enige wat ze vond was een brief. Een gevouwen papier met haar naam erop. Ze verwachtte een lange, treurige verklaring, maar die kwam niet. Met trillende vingers vouwde ze hem open. Geen lange brief, geen woorden van haat of beschuldigende zinnen. Alleen het enige wat haar zus aan haar te zeggen had. Alles wat ze tegen haar kleine zusje moest zeggen. Alles wat ze tegen haar zou moeten zeggen omdat ze zichzelf van het leven beroofd had.
Het spijt me.
De herinnering vervaagde en werd wazig. Ze huiverde. Rillend keek nog eens op haar horloge. Zeventien seconden. Voor de laatste keer dacht ze terug aan het gezicht van haar zus.
En met die gedachte, zette ze zich af van de tak waarop ze zat.
En toen vloog ze.
--
Ik ben er niet echt tevreden over, maar aan jullie om dat te beoordelen.
Aangepast...