Beslissingen
Geplaatst: 29 mei 2011 21:43
Ja, er moet nog wat aan gedaan worden, maar ik ben even helemaal leeg. Dus wie kunnen mij beter helpen dan een site vol met schrijvers ? Enjoy.
--
De jongen staarde voor zich uit. Waarom moest hij zo nodig bij zijn vader op kantoor komen? Zijn vader was er toch nooit als hij hem nodig had. Waarom had zijn vader hem dan nu wel nodig? Hij wist het niet.
Nooit had zijn vader hem gemogen. En dat gevoel was ook wederzijds. Ze waren het nooit met elkaar eens. Maar het boeide hem niet meer. Binnenkort zou hij zelf naar de universiteit in Alaska gaan. Hij zou medicijnen studeren en mensen kunnen hélpen. Hij zou iets betekenen voor de maatschappij. De jongen glimlachte. Over zestig, zeventig jaar, zouden er mensen zijn die hem kenden.
“Aiden Craig,” zouden ze zeggen. “Hem ken ik nog wel. Hij heeft mijn leven veranderd. Door hem, ben ik wie ik ben. Door hem…”
De glimlach werd breder. Hij zou eindelijk iets goed doen in de ogen van zijn vader. Nooit meer zou zijn huiswerk voor zijn ogen verscheurd worden met de reden dat hij niet goed genoeg zijn best had gedaan. Nooit meer zou zijn vader hem minachtend aankijken en zeggen: “Was je maar meer zoals ik.”
En nog beter: als hij eenmaal in Alaska zat, zou hij niet meer zo vaak naar New York kunnen – en hoeven – komen. De enige die daar teleurgesteld van zouden zijn, waren Charlotte en zijn moeder. Aiden zuchtte. Zijn moeder. Zijn stille, slimme moeder. Zijn moeder, die definitief een punt zette achter de relatie met zijn vader, toen hij Charlotte’s verjaardag vergat en daarna ook hun trouwdag.
Woedend sloot hij zijn ogen. Hij moest aan iets anders denken. Iets beters. Zoals… Alaska. Hij kon niet meer naar New York komen. Niet vaak. Hij zou zijn vader nooit meer zien. Hij hoefde niet meer in het kantoortje te zitten in New York. Hij zou nooit voor zijn vader hoeven werken.
Door die zin ebde de woede langzaam weg. Hij zou nooit voor zijn vader hoeven werken. Hij zou nooit achter een saai bureau hoeven zitten en afhankelijk zijn van mensen die dingen kochten of moesten regelen. Een glimlachje speelde om zijn lippen. Hij zou werken in een ziekenhuis. Mensen beter maken en mensen geruststellen. Hij zou mensen blij maken. Hij zou levens redden. Misschien zelfs in derdewereldlanden. Hij zou mensen in Afrika helpen tegen HIV en Aids. Hij… De plannen waren te veel om allemaal op te noemen. Maar een ding wist hij zeker. Hij zou succesvol worden en zijn vader ooit in de ogen kijken met het gevoel van trots. Het gevoel dat hij iets had bereikt in zijn leven.
Nog twee maanden. Twee maanden die in een mum van tijd voorbij zouden vliegen. Dan zou het eindelijk zover zijn. Hij zou naar Juneau verhuizen en gaan studeren. Hij zou leren, leren en leren totdat hij erbij neerviel. Aiden wist het zeker. Hij moest en zou een arts worden. Iemand die je onthield. Iemand waaraan je later terugdacht met een glimlach op je gezicht.
Op dat moment veranderde er iets binnenin hem. Twee maanden. Hij zou toch wel twee maanden aardig kunnen doen? Twee maanden op zijn tanden kunnen bijten en de band met zijn vader versterken? Hij knikte tevreden tegen zichzelf en glimlachte breder. Deze twee maanden zouden de moeilijkste maanden van zijn bestaan worden, maar het zou het allemaal waard zijn.
Langzaam liep hij door het kantoortje. Het uitzicht was bekend. De drukke straten van New York. De flats waren groot. Maar nooit zo groot als de flat waar hij zelf in stond. De twee grootste gebouwen van New York staken uit boven heel Manhattan. Het World Trade Center.
Zijn ogen gleden langs de muur. De verschillende schilderijen, een foto van hemzelf met zijn vader en een foto van zijn zusje Charlotte. Haar gezicht deed pijn. Ze was zo lief en onschuldig. Waarom had zijn vader haar leven ook op deze manier moeten verwoesten? Ze was er bijna zeker van dat haar vader haar niet mocht. Dat haar vader haar verafschuwde. Snel keek hij de andere kant op.
De foto van zijn moeder ontbrak. Aiden balde zijn vuisten. Zijn moeder had zijn vader pijn gedaan, dat wist hij. Maar moest zijn vader openlijk laten zien dat hij niets meer met haar te maken wilde hebben?
Hij siste. Ze kon er niets aan doen dat het werk van zijn vader voor de familieband ging. Zijn vader had het er zelf naar gemaakt. Werk ging voor de familie. Craig Investments. Het vreselijke bedrijf wat zijn leven verwoestte, wat al hun levens verwoestte. Woedend liep hij verder. Hij wilde het gezicht van zijn vader niet meer zien. Hij wilde de foto’s niet meer zien. Hij staarde minutenlang naar het schilderij. Hij zag een ondergaande zon, een palmboom, een kalm meer. Maar toen de grote, bloedrode stip een starend oog werd, liep hij weer verder. Hij stopte bij de kalender, die vol stond met afspraken en vergaderingen.
De datum van vandaag stond rood omcirkeld. 11-9-2001.
Zijn ogen vlogen naar de digitale klok op het bureau. De rode cijfers waren fel en leken hem iets duidelijk te willen maken.
Op dat moment sprongen ze over naar 08.48.
--
Edit: Aangepast !
--
De jongen staarde voor zich uit. Waarom moest hij zo nodig bij zijn vader op kantoor komen? Zijn vader was er toch nooit als hij hem nodig had. Waarom had zijn vader hem dan nu wel nodig? Hij wist het niet.
Nooit had zijn vader hem gemogen. En dat gevoel was ook wederzijds. Ze waren het nooit met elkaar eens. Maar het boeide hem niet meer. Binnenkort zou hij zelf naar de universiteit in Alaska gaan. Hij zou medicijnen studeren en mensen kunnen hélpen. Hij zou iets betekenen voor de maatschappij. De jongen glimlachte. Over zestig, zeventig jaar, zouden er mensen zijn die hem kenden.
“Aiden Craig,” zouden ze zeggen. “Hem ken ik nog wel. Hij heeft mijn leven veranderd. Door hem, ben ik wie ik ben. Door hem…”
De glimlach werd breder. Hij zou eindelijk iets goed doen in de ogen van zijn vader. Nooit meer zou zijn huiswerk voor zijn ogen verscheurd worden met de reden dat hij niet goed genoeg zijn best had gedaan. Nooit meer zou zijn vader hem minachtend aankijken en zeggen: “Was je maar meer zoals ik.”
En nog beter: als hij eenmaal in Alaska zat, zou hij niet meer zo vaak naar New York kunnen – en hoeven – komen. De enige die daar teleurgesteld van zouden zijn, waren Charlotte en zijn moeder. Aiden zuchtte. Zijn moeder. Zijn stille, slimme moeder. Zijn moeder, die definitief een punt zette achter de relatie met zijn vader, toen hij Charlotte’s verjaardag vergat en daarna ook hun trouwdag.
Woedend sloot hij zijn ogen. Hij moest aan iets anders denken. Iets beters. Zoals… Alaska. Hij kon niet meer naar New York komen. Niet vaak. Hij zou zijn vader nooit meer zien. Hij hoefde niet meer in het kantoortje te zitten in New York. Hij zou nooit voor zijn vader hoeven werken.
Door die zin ebde de woede langzaam weg. Hij zou nooit voor zijn vader hoeven werken. Hij zou nooit achter een saai bureau hoeven zitten en afhankelijk zijn van mensen die dingen kochten of moesten regelen. Een glimlachje speelde om zijn lippen. Hij zou werken in een ziekenhuis. Mensen beter maken en mensen geruststellen. Hij zou mensen blij maken. Hij zou levens redden. Misschien zelfs in derdewereldlanden. Hij zou mensen in Afrika helpen tegen HIV en Aids. Hij… De plannen waren te veel om allemaal op te noemen. Maar een ding wist hij zeker. Hij zou succesvol worden en zijn vader ooit in de ogen kijken met het gevoel van trots. Het gevoel dat hij iets had bereikt in zijn leven.
Nog twee maanden. Twee maanden die in een mum van tijd voorbij zouden vliegen. Dan zou het eindelijk zover zijn. Hij zou naar Juneau verhuizen en gaan studeren. Hij zou leren, leren en leren totdat hij erbij neerviel. Aiden wist het zeker. Hij moest en zou een arts worden. Iemand die je onthield. Iemand waaraan je later terugdacht met een glimlach op je gezicht.
Op dat moment veranderde er iets binnenin hem. Twee maanden. Hij zou toch wel twee maanden aardig kunnen doen? Twee maanden op zijn tanden kunnen bijten en de band met zijn vader versterken? Hij knikte tevreden tegen zichzelf en glimlachte breder. Deze twee maanden zouden de moeilijkste maanden van zijn bestaan worden, maar het zou het allemaal waard zijn.
Langzaam liep hij door het kantoortje. Het uitzicht was bekend. De drukke straten van New York. De flats waren groot. Maar nooit zo groot als de flat waar hij zelf in stond. De twee grootste gebouwen van New York staken uit boven heel Manhattan. Het World Trade Center.
Zijn ogen gleden langs de muur. De verschillende schilderijen, een foto van hemzelf met zijn vader en een foto van zijn zusje Charlotte. Haar gezicht deed pijn. Ze was zo lief en onschuldig. Waarom had zijn vader haar leven ook op deze manier moeten verwoesten? Ze was er bijna zeker van dat haar vader haar niet mocht. Dat haar vader haar verafschuwde. Snel keek hij de andere kant op.
De foto van zijn moeder ontbrak. Aiden balde zijn vuisten. Zijn moeder had zijn vader pijn gedaan, dat wist hij. Maar moest zijn vader openlijk laten zien dat hij niets meer met haar te maken wilde hebben?
Hij siste. Ze kon er niets aan doen dat het werk van zijn vader voor de familieband ging. Zijn vader had het er zelf naar gemaakt. Werk ging voor de familie. Craig Investments. Het vreselijke bedrijf wat zijn leven verwoestte, wat al hun levens verwoestte. Woedend liep hij verder. Hij wilde het gezicht van zijn vader niet meer zien. Hij wilde de foto’s niet meer zien. Hij staarde minutenlang naar het schilderij. Hij zag een ondergaande zon, een palmboom, een kalm meer. Maar toen de grote, bloedrode stip een starend oog werd, liep hij weer verder. Hij stopte bij de kalender, die vol stond met afspraken en vergaderingen.
De datum van vandaag stond rood omcirkeld. 11-9-2001.
Zijn ogen vlogen naar de digitale klok op het bureau. De rode cijfers waren fel en leken hem iets duidelijk te willen maken.
Op dat moment sprongen ze over naar 08.48.
--
Edit: Aangepast !