Scheppingsverhaal
Geplaatst: 05 jun 2011 15:10
Ik heb geen idee waar deze one-shot bij past, dus ik plaats hem hierzo. Het gaat over de schepping van de wereld op een andere manier dan dat jullie gewend zijn
Deze wereld begon met het bestaan van het oppermachtige super fietsbandventieltje. Hij was heel erg tevreden met de enorme ruimte die hij tot zijn beschikking had. In de grote zwarte leegte voelde hij zich helemaal thuis. Hij kon er alles in kwijt en hij voelde zich er nog machtiger in dan hij al was. Dat wilde hij graag, want dan was hij nog gelukkiger dan hij al was. Alleen was hij nog niet helemaal gelukkig genoeg. Hij voelde zich erg alleen. Het ontbrak hem namelijk aan één ding, een iets minder oppermachtig super fietsbandventieltjesvriendinnetje.
Op een gegeven moment voelde hij zich zo alleen dat hij besloot haar te maken. Hij nam een klein stukje ijzer uit zichzelf en maakte haar daaruit. Het fietsbandventieltje was heel gelukkig. ‘Zo gelukkig ben ik nog nooit geweest,’ dacht hij terwijl hij naar zijn fietsbandventieltjesvriendinnetje keek.
Ondanks dat dit fietsbandventieltjesvriendinnetje iets minder oppermachtig was, had ze wel veel macht over het oppermachtige super fietsbandventieltje. Zo veel macht zelfs dat ze hem terroriseerde. Hier was het oppermachtige super fietsbandventieltje niet zo blij mee, dus besloot hij haar onderdanig te maken. Dit was hij immers vergeten te doen toen hij haar schiep. Alleen hoe kon hij dat nu nog doen?
Bij zijn eerste poging besloot hij met haar te gaan praten. Hij vertelde haar wat hem dwars zat en dat hij het dus niet prettig vond dat ze hem terroriseerde. Hier was ze het niet mee eens en het gesprek liep uit op een hevige ruzie. Zo hevig dat de grote zwarte ruimte af en toe lichter werd. Dit hadden beide fietsbandventieltjes niet door, dus de periodes tussen het licht en donker werden groter. Zo ontstonden dag en nacht.
Nadat deze ruzie stil was gelegd, zagen beide ventieltjes wat ze gedaan hadden. Ze vonden het licht wel prettig, want nu konden ze elkaar beter bekijken. Alleen was de ruzie nog niet uitgepraat.
Bij de tweede poging probeerde het fietsbandventieltje nog eens met haar te praten, maar ook deze keer liep het gesprek op ruzie uit. De ruzie werd zo hevig dat beide fietsbandventieltjes met elkaar gingen vechten. Bij dit gevecht sprongen allerlei stukjes ijzer van de fietsbandventieltjes af. Deze vormden de sterren en planeten en dus ook onze Aarde.
Nadat dit gevecht geëindigd was, zagen beide ventieltjes wat ze gedaan hadden. Ze hadden hun ruimte opgevuld met allerlei dingen. Hier waren ze helemaal niet blij mee, want nu was de ruimte waarin ze zich oppermachtig voelden kleiner geworden.
Omdat de ruimte kleiner was geworden, kregen beide ventieltjes weer ruzie. Ook deze ruzie liep uit op een gevecht, alleen was deze minder hevig dan de voorgaande. Er sprongen nog wel hier en daar stukjes ijzer van beiden af. Deze stukjes vormden de planten, dieren, maar ook de mensen. Deze maakten geluid, waardoor beide ophielden met ruzie maken. Ze zagen wat ze gemaakt hadden en ze waren niet meer boos op elkaar. Nu ze dit moois zagen, legden ze hun ruzie bij en besloten voortaan in vrede samen oppermachtig te zijn. Vanaf toen hebben ze geen ruzie meer gehad en goed op hun schepsels gelet. En dat doen ze nu nog steeds.

Scheppingsverhaal
Deze wereld begon met het bestaan van het oppermachtige super fietsbandventieltje. Hij was heel erg tevreden met de enorme ruimte die hij tot zijn beschikking had. In de grote zwarte leegte voelde hij zich helemaal thuis. Hij kon er alles in kwijt en hij voelde zich er nog machtiger in dan hij al was. Dat wilde hij graag, want dan was hij nog gelukkiger dan hij al was. Alleen was hij nog niet helemaal gelukkig genoeg. Hij voelde zich erg alleen. Het ontbrak hem namelijk aan één ding, een iets minder oppermachtig super fietsbandventieltjesvriendinnetje.
Op een gegeven moment voelde hij zich zo alleen dat hij besloot haar te maken. Hij nam een klein stukje ijzer uit zichzelf en maakte haar daaruit. Het fietsbandventieltje was heel gelukkig. ‘Zo gelukkig ben ik nog nooit geweest,’ dacht hij terwijl hij naar zijn fietsbandventieltjesvriendinnetje keek.
Ondanks dat dit fietsbandventieltjesvriendinnetje iets minder oppermachtig was, had ze wel veel macht over het oppermachtige super fietsbandventieltje. Zo veel macht zelfs dat ze hem terroriseerde. Hier was het oppermachtige super fietsbandventieltje niet zo blij mee, dus besloot hij haar onderdanig te maken. Dit was hij immers vergeten te doen toen hij haar schiep. Alleen hoe kon hij dat nu nog doen?
Bij zijn eerste poging besloot hij met haar te gaan praten. Hij vertelde haar wat hem dwars zat en dat hij het dus niet prettig vond dat ze hem terroriseerde. Hier was ze het niet mee eens en het gesprek liep uit op een hevige ruzie. Zo hevig dat de grote zwarte ruimte af en toe lichter werd. Dit hadden beide fietsbandventieltjes niet door, dus de periodes tussen het licht en donker werden groter. Zo ontstonden dag en nacht.
Nadat deze ruzie stil was gelegd, zagen beide ventieltjes wat ze gedaan hadden. Ze vonden het licht wel prettig, want nu konden ze elkaar beter bekijken. Alleen was de ruzie nog niet uitgepraat.
Bij de tweede poging probeerde het fietsbandventieltje nog eens met haar te praten, maar ook deze keer liep het gesprek op ruzie uit. De ruzie werd zo hevig dat beide fietsbandventieltjes met elkaar gingen vechten. Bij dit gevecht sprongen allerlei stukjes ijzer van de fietsbandventieltjes af. Deze vormden de sterren en planeten en dus ook onze Aarde.
Nadat dit gevecht geëindigd was, zagen beide ventieltjes wat ze gedaan hadden. Ze hadden hun ruimte opgevuld met allerlei dingen. Hier waren ze helemaal niet blij mee, want nu was de ruimte waarin ze zich oppermachtig voelden kleiner geworden.
Omdat de ruimte kleiner was geworden, kregen beide ventieltjes weer ruzie. Ook deze ruzie liep uit op een gevecht, alleen was deze minder hevig dan de voorgaande. Er sprongen nog wel hier en daar stukjes ijzer van beiden af. Deze stukjes vormden de planten, dieren, maar ook de mensen. Deze maakten geluid, waardoor beide ophielden met ruzie maken. Ze zagen wat ze gemaakt hadden en ze waren niet meer boos op elkaar. Nu ze dit moois zagen, legden ze hun ruzie bij en besloten voortaan in vrede samen oppermachtig te zijn. Vanaf toen hebben ze geen ruzie meer gehad en goed op hun schepsels gelet. En dat doen ze nu nog steeds.