Gebroken lucht
Geplaatst: 05 aug 2011 10:17
Hallo allemaal, ik ben nog nieuw hier en dit is het eerste verhaal dat ik heb geschreven. Het is steeds in delen geschreven van ong. 1500 woorden. Het eerste deel is niet naar mijn zin en moet nog verbeterd worden, maar ik zou graag willen weten wat jullie er van vinden.
De verbeterpunten zijn in ieder geval:
- spelfouten
- ik schrijf van verl. tijd naar tegenw. tijd en andersom.
Hier de eerste twee delen:
deel 1
‘Trrrrrrrrrrrrrrrrr’ geïrriteerd sla ik met mijn hand de wekker uit. De eerste dag school waar ik helemaal geen zin in heb. Al mijn hele leven volg ik het meest voor de hand liggende pad; peuterschool, basisschool, middelbare school en nu heb ik door aandringen van mijn vader gekozen voor een Rechten studie. Niet dat daar mijn passie ligt, maar volgens mijn vader is dat niet belangrijk. ‘Het gaat erom dat je geld verdient’ hoor ik hem in mijn hoofd zeggen.
Vermoeid stap ik uit bed om me klaar te maken voor school. Eerst maar een lekkere warme douche om wakker te worden. Ondertussen komt Guanita, onze huishoudster, mijn kamer in om kleren voor mij klaar te leggen. ‘Wat zal het vandaag worden Sue? Je moet er natuurlijk wel goed uitzien op je eerste dag school.’ zegt ze met een zorgzame en moederlijke toon. ‘Nou ik kijk er ook zo onwijs naar uit’ antwoord ik sarcastisch terug. Ik heb een goede band met Guanita. Zij voelt altijd aan in welke stemming ik ben, ze is net als een moeder voor me. Althans, dat denk ik. Op mijn achtste is mijn moeder overleden, een vrachtwagenchauffeur lette niet goed op. Sindsdien is Guanita er om voor mij te zorgen wanneer mijn vader weg is van huis. Dit is vaker wel dan niet, hij is de ergste workaholic die er bestaat. Als ze daar een nummering van één tot vijf hadden dan was hij een level 6. Dit is hij pas geworden sinds mijn moeder er niet meer is, het lijkt wel alsof hij mij er de schuld van geeft. Wanneer ik klaar ben met douchen liggen mijn kleren al klaar. Wat zou ik toch zonder haar moeten? Guanita heeft mijn gebleekte spijkerbroek gepakt, een simpel witte tanktop en een geruit rood met zwart hesje met korte mouwen. Ze weet de dag altijd net iets minder vervelend te maken, ze raapt elke dag weer het perfecte outfit bij elkaar. En dan durven sommige mensen te zeggen dat oudere mensen geen modegevoel hebben!
‘Sue, je eten is klaar!’ roept Guanita vanuit de keuken. ‘Ik kom eraan, nog even mijn spullen pakken’ snel pak ik mijn boekentas en gooi alles wat ik nodig heb er in. Met een loodzware tas vol boeken strompel ik de trap af. Bah, hier zouden ze toch echt iets anders voor moeten verzinnen. Geen boeken meer, maar alles via de laptop. ‘Hopelijk word je hier wat vrolijker van’ zegt Guanita terwijl ze me een bord met verrukkelijke flensjes geeft. Na nog geen tien minuten zit ik helemaal vol en drink ik nog een glas jus d’orange op. Ik ben nooit echt iemand geweest die diëten volgt en op de calorieën let. Gelukkig heb ik het ook nog nooit nodig gehad, schijnbaar heb ik dat van mijn moeder geërfd. Ik heb een foto van haar en mijn vader waar ze allebei in een korte broek staan, zij een tanktop aan en mijn vader een overhemd die los hangt. Mijn moeder is daar heel slank, dit was vijf jaar voor het ongeluk.
In de gang kijk ik nog even in de spiegel en slaak een diepe zucht. Ik oefen even of mijn lachspieren het nog doen en trek de deur achter me dicht. De school is niet ver van huis, het is twintig minuten fietsen en met de bus tien minuten. Vandaag kies ik voor de fiets, het is heerlijk weer buiten. De zon is erg warm en er staat geen zuchtje wind. Dit beloofd een warme dag te worden, niet zo fijn om door te brengen in een klaslokaal. Mijn humeur gaat er niet door op vooruit. Ik doe de oortjes van mijn mp-3 speler in en zet de muziek aan. Ik fiets op het tempo van de oude zomerhit ‘the ketchup song’ naar school. Bij een drukke kruising stond ik te wachten tot het stoplicht groen werd. Vroeger zong ik altijd dat liedje ‘stoplicht, stoplicht spring op groen…’ nu had ik daar geen geduld meer voor. Ik drukte nog 2 keer op het knopje, alsof het stoplicht dan ineens mee zal werken. Nu ik er bij nadacht is dat maar een rare tik. Eindelijk werd het groen en ik zet af met mijn fiets. Net op het moment dat ik op mijn zadel zit komt er een auto van links door rood scheuren. Ik maak een scherpe bocht naar rechts terwijl ik mijn remmen in druk. De auto mist me op een haartje na, en jawel, ik lig languit op de grond. Door de klap is mijn tas van mijn bagagedrager gevallen en aan één kant kapot geschuurd. De stof is nog net niet helemaal los dus mijn boeken zitten er nog in. ‘Fijn, net wat ik nodig had’ mompel ik in mezelf. De auto is gewoon doorgereden en heeft niet eens afgeremd. Een automobilist die achter mij stond is geschrokken uitgestapt en rent op me af. ‘Heb je jezelf geen pijn gedaan?’ vraagt de man geschrokken. ‘Nee ik denk het niet’ zeg ik nog half beduusd. De man helpt mij overeind naar de stoep. Ik veeg mijn broek schoon en ik ontdek gelijk de twee gaten op hoogte van mijn knieën. Op beide knieën zit een flinke schaafwond en ik probeer de stof los te krijgen van de wond, wat nogal pijnlijk is. Ondertussen heeft de man zijn auto aan de kant gezet en komt met een verbanddoos naar me toe gelopen. ‘Je hebt daar een flinke smak gemaakt door die wegpiraat’ zegt hij boos. ‘die is echt helemaal gestoord, die bestuurder mag blij zijn dat er geen politie in de buurt is’. Ondertussen doet hij jodium op de wond en ik bijt om mijn lip tegen die prikkende pijn. Nadat ik op iedere knie een flinke pleister heb gedaan bedank ik de man vriendelijk. ‘Weet je zeker dat je naar school kunt fietsen?’ vraagt hij bezorgd. ‘Ja geen probleem, dat moet wel lukken’ en ik zwaai de man gedag na eerst goed gekeken te hebben. Je weet maar nooit hoeveel wegpiraten er op één dag rijden.
Eenmaal op school aangekomen hoor ik de bel al rinkelen. ‘Oh fijn eerste schooldag al te laat, daar gaat je goede reputatie Sue’ mopper ik op mezelf. Ik probeer altijd zo min mogelijk op te vallen op school, als ze eenmaal weten wie ik ben – of eerder wat ik heb – kom ik nooit meer van al die aandacht af. Ik gooi mijn fiets in het fietsenrek en vergeet mijn fietssleutel eruit te halen. Met een rood hoofd van het fietsen ren ik naar mijn klaslokaal. Ik gooi de deur zonder te kloppen open en sta in een volle klas waar iedereen me verbaasd aanstaart. ‘Jij bent zeker Sue?’ vraagt de leraar verbijsterd. ‘Ik ben meneer Lanter en ik hou ervan wanneer studenten op tijd komen’ zegt hij met een strenge uitdrukking op zijn gezicht. Oh jee, een leraar die van orde houdt. ‘Ja meneer, het spijt me… ik had last van een wegpiraat’ zeg ik schuldig. ‘Dit word een moeilijke om te overtreffen, dit is de beste smoes die ik ooit heb gehoord!’ en hij begint te lachen. ‘Ik wil u niet teleurstellen, maar helaas is het geen smoes. Kijk maar’ en ik laat mijn kapotte tas zien en mijn gehavende knieën. ‘Oh... hij was wel goed geweest’ zegt hij beteuterd, waarna hij weer in lachen uitbarst. Gelukkig waren mijn vermoedens niet juist en blijkt hij helemaal niet zo streng te zijn. ‘Ga maar zitten waar er een plek vrij is’ zegt meneer Lanter. Ik kijk de klas rond en scan alle gezichten die me verveeld aankijken. Al die tijd heeft er niemand iets gezegd. Sommige hadden verveeld zitten luisteren en anderen die waren in hun schrift aan het kladden. Snel loop ik naar het enigste vrije plekje achterin de klas. Naast mij aan de linkerkant is er nog een stoel en tafel leeg. Dit belooft nu al heel gezellig te worden. Ik pak mijn boeken uit en vraag aan het meisje rechts van me welke bladzijde we zijn. ‘bladzijde 5’ fluistert ze ‘aangenaam, ik ben Gloria’. ‘Hoi ik ben Sue’ fluister ik terug. ‘Had je nu echt last van een wegpiraat of niet? ‘ vraagt Gloria me ongelovig terwijl ik haar opneem. Ze is even oud als mij maar ze oogt jonger. Ze heeft blond haar dat tot haar schouders loopt met een flinke krul er in. Ze heeft blauwe ogen die ze heeft opgemaakt met zachtroze ogenschaduw en een lichte laag mascara. Samen met haar roze bolle wangen oogt ze twee jaar jonger als ik. Ik heb zelf helemaal geen make-up op. Door het treuzelen van vanochtend had ik daar helemaal geen tijd meer voor. Dat moet maar in de pauze.
‘Sue is het echt waar? Vraagt Gloria voor de tweede keer. ‘Oh sorry ik was even in gedachten. Ja jammer genoeg wel.’ Zucht ik diep. Na een strenge blik van meneer Lanter weten we dat we stil moeten zijn.
De les gaat maar moeizaam voorbij en ik kan er niet echt bij blijven. Ik heb veel last van mijn knieën en ik voel de blauwe plekken al opkomen op mijn armen. Eindelijk klinkt het verlossende geluid van de bel, pauze! Ik vlucht snel het lokaal uit om vragen te ontwijken en ga door de deur naar de wc zonder te kijken. Zodra ik binnen sta en kijk besef ik dat ik in de heren wc sta. Blij dat er nog niemand naar de wc is daar ik me om. Op het moment dat ik naar buiten wil gaan slaat de deur in volle vaart tegen mijn hoofd. ‘Au fijn, alsof ik nog niet genoeg blauwe plekken heb idioot’ scheld ik tegen de dader. ‘Normaal gesproken verwacht ik ook geen dames in de heren wc’ hoor ik hem terug zeggen. Compleet van slag door die zware, maar tegelijkertijd zachte stem kan ik niets terug zeggen en ik stap opzij. Twee twinkelende, spottende zeeblauwe ogen kijken mij aan. ‘Sorry voor de blauwe plek’ zegt hij terwijl hij er duidelijk van geniet. ‘M-maakt niet uit’ stamel ik en ik loop snel de wc uit.
deel 2
In de dames wc kom ik Gloria tegen. ‘Hé Sue waar was je nou zo snel heen?’ vraagt ze. ‘Ik kreeg niet eens de kans om te vragen of je bij ons komt zitten met etenstijd’. Snel maakte ik gebruik van haar aanbod om de vraag te ontwijken. ‘Is goed, gezellig. Maar wie bedoel je allemaal met ons?’ vraag ik ongerust in de angst dat de jongen met de blauwe ogen daar ook bij zou zitten. ‘Oh Brooke en haar vriend Sam, Wyn en Heather komen er ook nog bij’ zei Gloria op een nonchalante toon. ‘Gloria, hoe ken jij al die mensen al? Dit is net de eerste dag op school!’ verbazingwekkend genoeg kon Gloria al alle mensen uit onze klas opnoemen en vertellen wat hun interesses waren. Blijkbaar zat ik nu in het ‘populaire groepje’ van het eerste jaar. Al vanaf het moment dat ik van de basisschool afkwam zat ik in dit groepje, alleen hechtte ik er weinig belang aan. Alles was schijn en je kon maar weinig mensen vertrouwen, dat is het keiharde leven op school.
Gelukkig werkte ik mezelf nooit zo in de problemen, alhoewel ik daar na vanochtend niet zo zeker meer van ben. Mijn gedachten waren volledig opgenomen door het vreemde incident bij de wc vanochtend, dat ik de wegpiraat compleet was vergeten. Althans, totdat de andere lessen alweer voorbij waren en de lunchbel klonk. ‘Zo vertel me alles over die gevaarlijke wegpiraat terwijl we naar de kantine lopen’ zei Gloria terwijl ze me aan mijn arm meenam. ‘Nou eigenlijk is er weinig spannends aan…’ in een poging van haar nieuwsgierigheid af te komen. ‘Hoe kan je dat nu zeggen? Je haar zat vanochtend alle kanten op, je tas is half kapot om dan nog maar niet te spreken over je kapotte knieën!’ ze zat me ondertussen met grote ogen aan te kijken. ‘Oké ik vertel het al’ en ik vertelde hoe de auto voorbij kwam scheuren en hoe die aardige man me heeft geholpen. Ondertussen was ik zelf veel meer onder de indruk van die bult op mijn hoofd. Niet de bult zelf, maar die mooie zeeblauwe ogen… Sue raap jezelf bij elkaar, je lijkt wel een verliefde puber sprak ik mezelf streng toe. Ondertussen zat Gloria me weer ongeduldig aan te kijken. ‘Sorry, dagdromer’ grijnsde ik. Gloria kon een glimlach niet onderdrukken ‘Ach laat ook maar. Kom we gaan lunch halen’.
Het woord lunch was te mooi om dit te noemen. Ik noem het eerder gevangenisvoer. En het ergste is, je moet er nog voor betalen ook! Helaas had ik zelf geen brood van huis meegenomen, maar als ik dit had geweten. Ik neem mezelf voor om dat voortaan wel te doen. Met mijn lepel roer ik in de vieze papperige brij wat… tja wat moet het eigenlijk voorstellen? Sam, de vriend van Brooke, ziet me vies naar het eten staren. ‘Onvoorstelbaar dat ze dat eten noemen hè? Gelukkig was ik al voorbereid door mijn broer’. Zack is de oudere broer van Sam en zit in het laatste jaar van zijn studie. ‘Hier je mag wel een broodje van mij hebben, ik krijg altijd te veel mee van mijn moeder’ biedt Wyn me aan. ‘Thanks Wyn, die hou je van me tegoed’. Sam en Brooke zijn het perfecte stelletje op school. Alle twee gelijk vanaf dag één razend populair, voornamelijk door het uiterlijk. Sam heeft golvend lichtblond haar, zoals die Backstreet Boy. Brooke is ook blond, alleen heeft zij lang stijl haar. Ze hebben beiden een mooi figuur en zijn goed gekleed met de nieuwste mode. Ondanks alles is Sam vriendelijk en doet tegen niemand uit de hoogte. Brooke is het tegenovergestelde van Sam, ze is erg arrogant en niemand buiten deze groep kan naar Sam kijken zonder een vuile blik te krijgen van haar. Ik denk dat ze erg jaloers aangelegd is, of ze daar nu een reden voor heeft of niet.
Wyn is de afkorting voor Wynona, maar ze geeft zelf de voorkeur aan Wyn. Ze zit er over na te denken om haar naam officieel te veranderen in Wyn omdat iedereen die naam al gebruikt. Zelfs haar familie noemt haar zo. Wyn is het artistieke type onder ons en zegt weinig. Als ze iets zegt, heeft ze er goed over nagedacht. Ze zal nooit zomaar iets eruit floepen en lijkt me een betrouwbaar persoon. En als laatste hebben we Heather. Heather is precies Gloria. Al zien ze er totaal anders uit, ze gedragen zich hetzelfde. Dit zijn echt de twee die alle laatste nieuwtjes op school weten. Iets minder vertrouwbaar dan Heather, maar goede vriendinnen om lol mee te hebben.
Ik mag ze stuk voor stuk en voel me goed op mijn gemak. Toch knaagt er iets van binnen en ik kan maar niet stoppen met aan die blauwe ogen denken… Stiekem kijk ik de kantine rond terwijl we aan het eten zijn. De verhalen die gehouden worden aan tafel hoor ik vaag op de achtergrond. Onze tafel staat erg gunstig in een hoek van de kantine bij het raam. Zo kan ik de hele kantine overzien zonder dat je echt opvalt. Ik zit aan de hoek van de tafel waardoor het minder opvalt dat ik niet bezig ben met het gesprek. Snel scan ik de ruimte rond en kom tot de conclusie dat hij er niet zit. Een beetje teleurgesteld draai ik me weer richting het gesprek, niet wetende dat Wyn het in de gaten heeft. Ze zegt niets, maar wanneer de lunch voorbij is haalt ze me in op de gang. ‘Hé wat was dat net aan tafel? Ik zag je echt heel somber kijken’ ze keek me bezorgd aan. Tegen mijn zin in gaf ik toch maar antwoord, omdat ik wist dat ik er bij haar niet onderuit zou komen. Daarbij heb ik het idee dat zij me niet zal uitlachen. ‘Ik had vanmorgen nogal een bijzondere aanvaring met iemand. Ik zocht hem in de kantine, maar kon hem niet vinden.’ ‘Hoe zag hij eruit dan? Misschien weet ik wie je bedoelt, Gloria heeft me al aan veel lotgenoten voorgesteld’. Ik was er vanochtend al vrij snel achter dat iedereen elkaar hier lotgenoten noemt, omdat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Beschaamd omdat ik Wyn niet eens een beschrijving kon geven behalve zijn ogen, gaf ik het op. ‘Laat maar zitten Wyn, ik denk dat ik al weet wie het is’ loog ik, wetende dat Wyn niet verder zou vragen. Ik kon wel aan haar zien dat ze er niet gerust op was en meer wilde weten. Wist ik zelf ook maar meer…
Kapot en uitgeput van de eerste dag met nu nog maar één les te gaan plofte ik neer op mijn stoel en leunde achterover tegen de muur. Ook het laatste uur hebben we weer les van meneer Lanter, maar die is nog niet aanwezig. Blijkbaar is hij zelf ook niet zo nauw met de lestijden. Ik doe mijn ogen dicht om mijn gedachten even op nul te zetten en zucht diep. ‘Zwaar leven?’ hoor ik spottend naast mij. Van schrik vlieg ik naar voren en kom met mijn buik tegen de tafel aan. Even word alle adem uit mijn lichaam geblazen waarna ik weer een teug neem. Is het vandaag martel Sue dag? Ik kijk naast me en tot mijn verbazing zie ik weer die felblauwe ogen. Mijn hoofd kleurt knalrood van schaamte en ik kijk snel naar beneden. Ik zie dat hij donkere jeans draagt met eronder grove laarzen. ‘Zou u genegen zijn om mij naast u te laten zitten?’ vraagt hij plagend, met weer die twinkelende blik in zijn ogen. Hij lijkt het nogal grappig te vinden. Een beetje geïrriteerd dat hij zo nonchalant doet zeg ik kortaf ‘ja ga je gang’. Ondertussen pak ik mijn spullen voor de les om maar niet in die ogen te kijken. Ik voel dat hij me aan zit te staren. Ondertussen raak ik nog geïrriteerder omdat hij zo rustig eronder blijft, waarom maakt hij me zo van slag? Ik heb me nog nooit zo gevoeld bij een jongen. Ik heb wel vaker wat met een jongen gehad, maar dat was allemaal niet zo serieus van mijn kant. Uiteindelijk kapte ik ze maar gelijk af zodat ik ze niet teleurgesteld achterliet. Waarom voel ik me nu dan ineens zo… machteloos?
Het voelt alsof ik mijn eigen gevoelens niet meer onder controle heb en er honderden vlinders door mijn buik racen. Stel je niet zo aan Sue, het is maar een jongen. Nijdig laat ik mijn spullen op tafel vallen en kijk recht vooruit. Ondertussen voel ik zijn ogen prikken, maar ik blijf stug naar voren kijken.
‘Ik geloof dat we nog niet echt kennisgemaakt hebben, ik ben Blake. Aangenaam kennis te maken. Oh, en nogmaals sorry voor de bult. Ik hoop dat je er niet al te veel last van hebt.’ Nu moet ik wel kijken. Zodra ik mijn hoofd omdraai kijk ik weer in die felle blauwe ogen en raak weer eventjes van slag. Ik onderdruk het gevoel en ben in staat om antwoord te geven ‘Aangenaam, ik ben Sue. En die bult valt wel mee’ het gevoel is minder erg dan in jouw ogen te kijken denk ik er achteraan. Voordat één van beide nog iets kan zeggen stapt meneer Lanter naar binnen. ‘Zo en nu vervolgen we waar we gebleven waren, hoofdstuk 4 deel 2, iemand die….’ Mijn gedachten dwaalden al weer af en ik kon me niet concentreren, zeker niet met Blake naast me. Ik voel een sterke aantrekkingskracht tussen ons en ik vraag me af of hij dat ook voelt.
Op het moment lijkt het nog geen Fantasy, maar dit ontwikkelt zich naarmate het verhaal verder komt. Ik ben benieuwd naar de reactie's. Tips etc. zijn natuurlijk super welkom!
De verbeterpunten zijn in ieder geval:
- spelfouten
- ik schrijf van verl. tijd naar tegenw. tijd en andersom.
Hier de eerste twee delen:
deel 1
‘Trrrrrrrrrrrrrrrrr’ geïrriteerd sla ik met mijn hand de wekker uit. De eerste dag school waar ik helemaal geen zin in heb. Al mijn hele leven volg ik het meest voor de hand liggende pad; peuterschool, basisschool, middelbare school en nu heb ik door aandringen van mijn vader gekozen voor een Rechten studie. Niet dat daar mijn passie ligt, maar volgens mijn vader is dat niet belangrijk. ‘Het gaat erom dat je geld verdient’ hoor ik hem in mijn hoofd zeggen.
Vermoeid stap ik uit bed om me klaar te maken voor school. Eerst maar een lekkere warme douche om wakker te worden. Ondertussen komt Guanita, onze huishoudster, mijn kamer in om kleren voor mij klaar te leggen. ‘Wat zal het vandaag worden Sue? Je moet er natuurlijk wel goed uitzien op je eerste dag school.’ zegt ze met een zorgzame en moederlijke toon. ‘Nou ik kijk er ook zo onwijs naar uit’ antwoord ik sarcastisch terug. Ik heb een goede band met Guanita. Zij voelt altijd aan in welke stemming ik ben, ze is net als een moeder voor me. Althans, dat denk ik. Op mijn achtste is mijn moeder overleden, een vrachtwagenchauffeur lette niet goed op. Sindsdien is Guanita er om voor mij te zorgen wanneer mijn vader weg is van huis. Dit is vaker wel dan niet, hij is de ergste workaholic die er bestaat. Als ze daar een nummering van één tot vijf hadden dan was hij een level 6. Dit is hij pas geworden sinds mijn moeder er niet meer is, het lijkt wel alsof hij mij er de schuld van geeft. Wanneer ik klaar ben met douchen liggen mijn kleren al klaar. Wat zou ik toch zonder haar moeten? Guanita heeft mijn gebleekte spijkerbroek gepakt, een simpel witte tanktop en een geruit rood met zwart hesje met korte mouwen. Ze weet de dag altijd net iets minder vervelend te maken, ze raapt elke dag weer het perfecte outfit bij elkaar. En dan durven sommige mensen te zeggen dat oudere mensen geen modegevoel hebben!
‘Sue, je eten is klaar!’ roept Guanita vanuit de keuken. ‘Ik kom eraan, nog even mijn spullen pakken’ snel pak ik mijn boekentas en gooi alles wat ik nodig heb er in. Met een loodzware tas vol boeken strompel ik de trap af. Bah, hier zouden ze toch echt iets anders voor moeten verzinnen. Geen boeken meer, maar alles via de laptop. ‘Hopelijk word je hier wat vrolijker van’ zegt Guanita terwijl ze me een bord met verrukkelijke flensjes geeft. Na nog geen tien minuten zit ik helemaal vol en drink ik nog een glas jus d’orange op. Ik ben nooit echt iemand geweest die diëten volgt en op de calorieën let. Gelukkig heb ik het ook nog nooit nodig gehad, schijnbaar heb ik dat van mijn moeder geërfd. Ik heb een foto van haar en mijn vader waar ze allebei in een korte broek staan, zij een tanktop aan en mijn vader een overhemd die los hangt. Mijn moeder is daar heel slank, dit was vijf jaar voor het ongeluk.
In de gang kijk ik nog even in de spiegel en slaak een diepe zucht. Ik oefen even of mijn lachspieren het nog doen en trek de deur achter me dicht. De school is niet ver van huis, het is twintig minuten fietsen en met de bus tien minuten. Vandaag kies ik voor de fiets, het is heerlijk weer buiten. De zon is erg warm en er staat geen zuchtje wind. Dit beloofd een warme dag te worden, niet zo fijn om door te brengen in een klaslokaal. Mijn humeur gaat er niet door op vooruit. Ik doe de oortjes van mijn mp-3 speler in en zet de muziek aan. Ik fiets op het tempo van de oude zomerhit ‘the ketchup song’ naar school. Bij een drukke kruising stond ik te wachten tot het stoplicht groen werd. Vroeger zong ik altijd dat liedje ‘stoplicht, stoplicht spring op groen…’ nu had ik daar geen geduld meer voor. Ik drukte nog 2 keer op het knopje, alsof het stoplicht dan ineens mee zal werken. Nu ik er bij nadacht is dat maar een rare tik. Eindelijk werd het groen en ik zet af met mijn fiets. Net op het moment dat ik op mijn zadel zit komt er een auto van links door rood scheuren. Ik maak een scherpe bocht naar rechts terwijl ik mijn remmen in druk. De auto mist me op een haartje na, en jawel, ik lig languit op de grond. Door de klap is mijn tas van mijn bagagedrager gevallen en aan één kant kapot geschuurd. De stof is nog net niet helemaal los dus mijn boeken zitten er nog in. ‘Fijn, net wat ik nodig had’ mompel ik in mezelf. De auto is gewoon doorgereden en heeft niet eens afgeremd. Een automobilist die achter mij stond is geschrokken uitgestapt en rent op me af. ‘Heb je jezelf geen pijn gedaan?’ vraagt de man geschrokken. ‘Nee ik denk het niet’ zeg ik nog half beduusd. De man helpt mij overeind naar de stoep. Ik veeg mijn broek schoon en ik ontdek gelijk de twee gaten op hoogte van mijn knieën. Op beide knieën zit een flinke schaafwond en ik probeer de stof los te krijgen van de wond, wat nogal pijnlijk is. Ondertussen heeft de man zijn auto aan de kant gezet en komt met een verbanddoos naar me toe gelopen. ‘Je hebt daar een flinke smak gemaakt door die wegpiraat’ zegt hij boos. ‘die is echt helemaal gestoord, die bestuurder mag blij zijn dat er geen politie in de buurt is’. Ondertussen doet hij jodium op de wond en ik bijt om mijn lip tegen die prikkende pijn. Nadat ik op iedere knie een flinke pleister heb gedaan bedank ik de man vriendelijk. ‘Weet je zeker dat je naar school kunt fietsen?’ vraagt hij bezorgd. ‘Ja geen probleem, dat moet wel lukken’ en ik zwaai de man gedag na eerst goed gekeken te hebben. Je weet maar nooit hoeveel wegpiraten er op één dag rijden.
Eenmaal op school aangekomen hoor ik de bel al rinkelen. ‘Oh fijn eerste schooldag al te laat, daar gaat je goede reputatie Sue’ mopper ik op mezelf. Ik probeer altijd zo min mogelijk op te vallen op school, als ze eenmaal weten wie ik ben – of eerder wat ik heb – kom ik nooit meer van al die aandacht af. Ik gooi mijn fiets in het fietsenrek en vergeet mijn fietssleutel eruit te halen. Met een rood hoofd van het fietsen ren ik naar mijn klaslokaal. Ik gooi de deur zonder te kloppen open en sta in een volle klas waar iedereen me verbaasd aanstaart. ‘Jij bent zeker Sue?’ vraagt de leraar verbijsterd. ‘Ik ben meneer Lanter en ik hou ervan wanneer studenten op tijd komen’ zegt hij met een strenge uitdrukking op zijn gezicht. Oh jee, een leraar die van orde houdt. ‘Ja meneer, het spijt me… ik had last van een wegpiraat’ zeg ik schuldig. ‘Dit word een moeilijke om te overtreffen, dit is de beste smoes die ik ooit heb gehoord!’ en hij begint te lachen. ‘Ik wil u niet teleurstellen, maar helaas is het geen smoes. Kijk maar’ en ik laat mijn kapotte tas zien en mijn gehavende knieën. ‘Oh... hij was wel goed geweest’ zegt hij beteuterd, waarna hij weer in lachen uitbarst. Gelukkig waren mijn vermoedens niet juist en blijkt hij helemaal niet zo streng te zijn. ‘Ga maar zitten waar er een plek vrij is’ zegt meneer Lanter. Ik kijk de klas rond en scan alle gezichten die me verveeld aankijken. Al die tijd heeft er niemand iets gezegd. Sommige hadden verveeld zitten luisteren en anderen die waren in hun schrift aan het kladden. Snel loop ik naar het enigste vrije plekje achterin de klas. Naast mij aan de linkerkant is er nog een stoel en tafel leeg. Dit belooft nu al heel gezellig te worden. Ik pak mijn boeken uit en vraag aan het meisje rechts van me welke bladzijde we zijn. ‘bladzijde 5’ fluistert ze ‘aangenaam, ik ben Gloria’. ‘Hoi ik ben Sue’ fluister ik terug. ‘Had je nu echt last van een wegpiraat of niet? ‘ vraagt Gloria me ongelovig terwijl ik haar opneem. Ze is even oud als mij maar ze oogt jonger. Ze heeft blond haar dat tot haar schouders loopt met een flinke krul er in. Ze heeft blauwe ogen die ze heeft opgemaakt met zachtroze ogenschaduw en een lichte laag mascara. Samen met haar roze bolle wangen oogt ze twee jaar jonger als ik. Ik heb zelf helemaal geen make-up op. Door het treuzelen van vanochtend had ik daar helemaal geen tijd meer voor. Dat moet maar in de pauze.
‘Sue is het echt waar? Vraagt Gloria voor de tweede keer. ‘Oh sorry ik was even in gedachten. Ja jammer genoeg wel.’ Zucht ik diep. Na een strenge blik van meneer Lanter weten we dat we stil moeten zijn.
De les gaat maar moeizaam voorbij en ik kan er niet echt bij blijven. Ik heb veel last van mijn knieën en ik voel de blauwe plekken al opkomen op mijn armen. Eindelijk klinkt het verlossende geluid van de bel, pauze! Ik vlucht snel het lokaal uit om vragen te ontwijken en ga door de deur naar de wc zonder te kijken. Zodra ik binnen sta en kijk besef ik dat ik in de heren wc sta. Blij dat er nog niemand naar de wc is daar ik me om. Op het moment dat ik naar buiten wil gaan slaat de deur in volle vaart tegen mijn hoofd. ‘Au fijn, alsof ik nog niet genoeg blauwe plekken heb idioot’ scheld ik tegen de dader. ‘Normaal gesproken verwacht ik ook geen dames in de heren wc’ hoor ik hem terug zeggen. Compleet van slag door die zware, maar tegelijkertijd zachte stem kan ik niets terug zeggen en ik stap opzij. Twee twinkelende, spottende zeeblauwe ogen kijken mij aan. ‘Sorry voor de blauwe plek’ zegt hij terwijl hij er duidelijk van geniet. ‘M-maakt niet uit’ stamel ik en ik loop snel de wc uit.
deel 2
In de dames wc kom ik Gloria tegen. ‘Hé Sue waar was je nou zo snel heen?’ vraagt ze. ‘Ik kreeg niet eens de kans om te vragen of je bij ons komt zitten met etenstijd’. Snel maakte ik gebruik van haar aanbod om de vraag te ontwijken. ‘Is goed, gezellig. Maar wie bedoel je allemaal met ons?’ vraag ik ongerust in de angst dat de jongen met de blauwe ogen daar ook bij zou zitten. ‘Oh Brooke en haar vriend Sam, Wyn en Heather komen er ook nog bij’ zei Gloria op een nonchalante toon. ‘Gloria, hoe ken jij al die mensen al? Dit is net de eerste dag op school!’ verbazingwekkend genoeg kon Gloria al alle mensen uit onze klas opnoemen en vertellen wat hun interesses waren. Blijkbaar zat ik nu in het ‘populaire groepje’ van het eerste jaar. Al vanaf het moment dat ik van de basisschool afkwam zat ik in dit groepje, alleen hechtte ik er weinig belang aan. Alles was schijn en je kon maar weinig mensen vertrouwen, dat is het keiharde leven op school.
Gelukkig werkte ik mezelf nooit zo in de problemen, alhoewel ik daar na vanochtend niet zo zeker meer van ben. Mijn gedachten waren volledig opgenomen door het vreemde incident bij de wc vanochtend, dat ik de wegpiraat compleet was vergeten. Althans, totdat de andere lessen alweer voorbij waren en de lunchbel klonk. ‘Zo vertel me alles over die gevaarlijke wegpiraat terwijl we naar de kantine lopen’ zei Gloria terwijl ze me aan mijn arm meenam. ‘Nou eigenlijk is er weinig spannends aan…’ in een poging van haar nieuwsgierigheid af te komen. ‘Hoe kan je dat nu zeggen? Je haar zat vanochtend alle kanten op, je tas is half kapot om dan nog maar niet te spreken over je kapotte knieën!’ ze zat me ondertussen met grote ogen aan te kijken. ‘Oké ik vertel het al’ en ik vertelde hoe de auto voorbij kwam scheuren en hoe die aardige man me heeft geholpen. Ondertussen was ik zelf veel meer onder de indruk van die bult op mijn hoofd. Niet de bult zelf, maar die mooie zeeblauwe ogen… Sue raap jezelf bij elkaar, je lijkt wel een verliefde puber sprak ik mezelf streng toe. Ondertussen zat Gloria me weer ongeduldig aan te kijken. ‘Sorry, dagdromer’ grijnsde ik. Gloria kon een glimlach niet onderdrukken ‘Ach laat ook maar. Kom we gaan lunch halen’.
Het woord lunch was te mooi om dit te noemen. Ik noem het eerder gevangenisvoer. En het ergste is, je moet er nog voor betalen ook! Helaas had ik zelf geen brood van huis meegenomen, maar als ik dit had geweten. Ik neem mezelf voor om dat voortaan wel te doen. Met mijn lepel roer ik in de vieze papperige brij wat… tja wat moet het eigenlijk voorstellen? Sam, de vriend van Brooke, ziet me vies naar het eten staren. ‘Onvoorstelbaar dat ze dat eten noemen hè? Gelukkig was ik al voorbereid door mijn broer’. Zack is de oudere broer van Sam en zit in het laatste jaar van zijn studie. ‘Hier je mag wel een broodje van mij hebben, ik krijg altijd te veel mee van mijn moeder’ biedt Wyn me aan. ‘Thanks Wyn, die hou je van me tegoed’. Sam en Brooke zijn het perfecte stelletje op school. Alle twee gelijk vanaf dag één razend populair, voornamelijk door het uiterlijk. Sam heeft golvend lichtblond haar, zoals die Backstreet Boy. Brooke is ook blond, alleen heeft zij lang stijl haar. Ze hebben beiden een mooi figuur en zijn goed gekleed met de nieuwste mode. Ondanks alles is Sam vriendelijk en doet tegen niemand uit de hoogte. Brooke is het tegenovergestelde van Sam, ze is erg arrogant en niemand buiten deze groep kan naar Sam kijken zonder een vuile blik te krijgen van haar. Ik denk dat ze erg jaloers aangelegd is, of ze daar nu een reden voor heeft of niet.
Wyn is de afkorting voor Wynona, maar ze geeft zelf de voorkeur aan Wyn. Ze zit er over na te denken om haar naam officieel te veranderen in Wyn omdat iedereen die naam al gebruikt. Zelfs haar familie noemt haar zo. Wyn is het artistieke type onder ons en zegt weinig. Als ze iets zegt, heeft ze er goed over nagedacht. Ze zal nooit zomaar iets eruit floepen en lijkt me een betrouwbaar persoon. En als laatste hebben we Heather. Heather is precies Gloria. Al zien ze er totaal anders uit, ze gedragen zich hetzelfde. Dit zijn echt de twee die alle laatste nieuwtjes op school weten. Iets minder vertrouwbaar dan Heather, maar goede vriendinnen om lol mee te hebben.
Ik mag ze stuk voor stuk en voel me goed op mijn gemak. Toch knaagt er iets van binnen en ik kan maar niet stoppen met aan die blauwe ogen denken… Stiekem kijk ik de kantine rond terwijl we aan het eten zijn. De verhalen die gehouden worden aan tafel hoor ik vaag op de achtergrond. Onze tafel staat erg gunstig in een hoek van de kantine bij het raam. Zo kan ik de hele kantine overzien zonder dat je echt opvalt. Ik zit aan de hoek van de tafel waardoor het minder opvalt dat ik niet bezig ben met het gesprek. Snel scan ik de ruimte rond en kom tot de conclusie dat hij er niet zit. Een beetje teleurgesteld draai ik me weer richting het gesprek, niet wetende dat Wyn het in de gaten heeft. Ze zegt niets, maar wanneer de lunch voorbij is haalt ze me in op de gang. ‘Hé wat was dat net aan tafel? Ik zag je echt heel somber kijken’ ze keek me bezorgd aan. Tegen mijn zin in gaf ik toch maar antwoord, omdat ik wist dat ik er bij haar niet onderuit zou komen. Daarbij heb ik het idee dat zij me niet zal uitlachen. ‘Ik had vanmorgen nogal een bijzondere aanvaring met iemand. Ik zocht hem in de kantine, maar kon hem niet vinden.’ ‘Hoe zag hij eruit dan? Misschien weet ik wie je bedoelt, Gloria heeft me al aan veel lotgenoten voorgesteld’. Ik was er vanochtend al vrij snel achter dat iedereen elkaar hier lotgenoten noemt, omdat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Beschaamd omdat ik Wyn niet eens een beschrijving kon geven behalve zijn ogen, gaf ik het op. ‘Laat maar zitten Wyn, ik denk dat ik al weet wie het is’ loog ik, wetende dat Wyn niet verder zou vragen. Ik kon wel aan haar zien dat ze er niet gerust op was en meer wilde weten. Wist ik zelf ook maar meer…
Kapot en uitgeput van de eerste dag met nu nog maar één les te gaan plofte ik neer op mijn stoel en leunde achterover tegen de muur. Ook het laatste uur hebben we weer les van meneer Lanter, maar die is nog niet aanwezig. Blijkbaar is hij zelf ook niet zo nauw met de lestijden. Ik doe mijn ogen dicht om mijn gedachten even op nul te zetten en zucht diep. ‘Zwaar leven?’ hoor ik spottend naast mij. Van schrik vlieg ik naar voren en kom met mijn buik tegen de tafel aan. Even word alle adem uit mijn lichaam geblazen waarna ik weer een teug neem. Is het vandaag martel Sue dag? Ik kijk naast me en tot mijn verbazing zie ik weer die felblauwe ogen. Mijn hoofd kleurt knalrood van schaamte en ik kijk snel naar beneden. Ik zie dat hij donkere jeans draagt met eronder grove laarzen. ‘Zou u genegen zijn om mij naast u te laten zitten?’ vraagt hij plagend, met weer die twinkelende blik in zijn ogen. Hij lijkt het nogal grappig te vinden. Een beetje geïrriteerd dat hij zo nonchalant doet zeg ik kortaf ‘ja ga je gang’. Ondertussen pak ik mijn spullen voor de les om maar niet in die ogen te kijken. Ik voel dat hij me aan zit te staren. Ondertussen raak ik nog geïrriteerder omdat hij zo rustig eronder blijft, waarom maakt hij me zo van slag? Ik heb me nog nooit zo gevoeld bij een jongen. Ik heb wel vaker wat met een jongen gehad, maar dat was allemaal niet zo serieus van mijn kant. Uiteindelijk kapte ik ze maar gelijk af zodat ik ze niet teleurgesteld achterliet. Waarom voel ik me nu dan ineens zo… machteloos?
Het voelt alsof ik mijn eigen gevoelens niet meer onder controle heb en er honderden vlinders door mijn buik racen. Stel je niet zo aan Sue, het is maar een jongen. Nijdig laat ik mijn spullen op tafel vallen en kijk recht vooruit. Ondertussen voel ik zijn ogen prikken, maar ik blijf stug naar voren kijken.
‘Ik geloof dat we nog niet echt kennisgemaakt hebben, ik ben Blake. Aangenaam kennis te maken. Oh, en nogmaals sorry voor de bult. Ik hoop dat je er niet al te veel last van hebt.’ Nu moet ik wel kijken. Zodra ik mijn hoofd omdraai kijk ik weer in die felle blauwe ogen en raak weer eventjes van slag. Ik onderdruk het gevoel en ben in staat om antwoord te geven ‘Aangenaam, ik ben Sue. En die bult valt wel mee’ het gevoel is minder erg dan in jouw ogen te kijken denk ik er achteraan. Voordat één van beide nog iets kan zeggen stapt meneer Lanter naar binnen. ‘Zo en nu vervolgen we waar we gebleven waren, hoofdstuk 4 deel 2, iemand die….’ Mijn gedachten dwaalden al weer af en ik kon me niet concentreren, zeker niet met Blake naast me. Ik voel een sterke aantrekkingskracht tussen ons en ik vraag me af of hij dat ook voelt.
Op het moment lijkt het nog geen Fantasy, maar dit ontwikkelt zich naarmate het verhaal verder komt. Ik ben benieuwd naar de reactie's. Tips etc. zijn natuurlijk super welkom!