Droom 1
Geplaatst: 08 jan 2007 00:15
Ik droom, niet alleen in de nacht, ook op de dag.
Ik droom van mijn eigen plekje. Een eigen huisje, een kleine woonkamer, het hoeft ook niet groot te zijn. Een kleine keuken, met alles wat ik nodig heb, niet meer, niet minder.
Ik zit op de bank, in mijn woonkamer. De zachte kussens van de bank kriebelen aan mijn blote voeten. In mijn eigen huisje kan dat, blote voeten. Blote voeten omdat de verwarming genoeg warmte geeft. De kleine openhaard, in de buurt van de tv ook, maar die is niet veilig meer.
Ik droom, een bruine band op de muur geschilderd, plankjes over en naast die mooie bruine band. De rest van de muur is gebroken wit. Op het stukje muur bij de vier spiegeltjes of zijn het schilderijtjes, na. Een kleine rand rondon de omlijsting is bruin. De kaarsjes in de vensterbank straalen, ze wapperen iets, het tocht.
De haartjes op mijn armen staan rechtop. Het is aangenaam warm in het huisje. De gang, naar de voordeur, is donker en koud. De rest van het huis is warm. Toch staan de haartjes overeind. Het is de eenzaamheid. De leegte, de gedroomde huisgenoot is het weekend bij haar ouders, mijn ouders zijn niet thuis, dat zijn ze nooit.
Het bezoek van deze dag is voorbij. Weg. Thuis zijn ze, ze maken eten, voor zichzelf en voor andere. Ik loop naar de keuken, bak een ei, leg het ei op een boterham en eet. Dat is mijn zondagavondmaaltijd. Ik kijk tv, de kaarsjes op de vensterbank zijn uitgewaaid, het tochte harder dan verwacht.
Ik sluit mijn ogen en val in slaap. Om half twaalf schiet ik wakker van het geluid van de voordeur. De gedroomde huisgenoot is thuis.
"Ben je nog wakker?" Zegt ze wazig. Ze hangt haar jas op in de gang, een golf van koude lucht vult de kamer.
"Ik ga naar bed, slaap lekker!" En weg is ze. De deur naar de gang is gesloten, toch blijft de kou toestromen.
Wat zo mooi begon....
Ik droom van mijn eigen plekje. Een eigen huisje, een kleine woonkamer, het hoeft ook niet groot te zijn. Een kleine keuken, met alles wat ik nodig heb, niet meer, niet minder.
Ik zit op de bank, in mijn woonkamer. De zachte kussens van de bank kriebelen aan mijn blote voeten. In mijn eigen huisje kan dat, blote voeten. Blote voeten omdat de verwarming genoeg warmte geeft. De kleine openhaard, in de buurt van de tv ook, maar die is niet veilig meer.
Ik droom, een bruine band op de muur geschilderd, plankjes over en naast die mooie bruine band. De rest van de muur is gebroken wit. Op het stukje muur bij de vier spiegeltjes of zijn het schilderijtjes, na. Een kleine rand rondon de omlijsting is bruin. De kaarsjes in de vensterbank straalen, ze wapperen iets, het tocht.
De haartjes op mijn armen staan rechtop. Het is aangenaam warm in het huisje. De gang, naar de voordeur, is donker en koud. De rest van het huis is warm. Toch staan de haartjes overeind. Het is de eenzaamheid. De leegte, de gedroomde huisgenoot is het weekend bij haar ouders, mijn ouders zijn niet thuis, dat zijn ze nooit.
Het bezoek van deze dag is voorbij. Weg. Thuis zijn ze, ze maken eten, voor zichzelf en voor andere. Ik loop naar de keuken, bak een ei, leg het ei op een boterham en eet. Dat is mijn zondagavondmaaltijd. Ik kijk tv, de kaarsjes op de vensterbank zijn uitgewaaid, het tochte harder dan verwacht.
Ik sluit mijn ogen en val in slaap. Om half twaalf schiet ik wakker van het geluid van de voordeur. De gedroomde huisgenoot is thuis.
"Ben je nog wakker?" Zegt ze wazig. Ze hangt haar jas op in de gang, een golf van koude lucht vult de kamer.
"Ik ga naar bed, slaap lekker!" En weg is ze. De deur naar de gang is gesloten, toch blijft de kou toestromen.
Wat zo mooi begon....