Weet geen titel
Geplaatst: 13 nov 2011 22:45
Met zijn tweeën liepen ze door het bos. Sky was al paar keer gevallen en in haar lange zijde zachte zwart haar staken de takken en de bladder er ondertussen overal. Storm was elke keer gewoon rustig door gewandeld. In stoppen had hij geen zin. Ze waren weer eens met ze 2e op pad. Ze waren samen op pad gestuurd om een oud kasteel te onder zoeken. Het zou er spoken en vele demonen zouden er hun huisgevestigd hebben en storm als demonen jager werd er natuurlijk weer op af gestuurd. Hij had zoon hekel aan het beroep. Hij moest eigenlijk op zijn eigen soort jagen. Hij was dan misschien maar een halfling maar toch was hij ook een demon.
Poef. Klonk het weer. Een kleine zucht ontsnapte weer uit zijn keel. “op staan sky het heeft geen nut om te gaan janken” riep hij tegen haar. Kleine tranen waren ondertussen in haar ogen zicht baar. “maar het doet gewoon pijn” jammerde ze. “opstaan” riep storm. Deze keer hard. Ze krabbelde meteen op en sjokte weer achter hem aan met gebogen hoofd. Ze keek hem even kort aan maar ze zag enkel zijn voor hoofd dat zachtjes mee danste op zijn loop ritme. Waarom was hij nou nooit vrolijk. Hij leek nooit blij te zijn. Tenminste niet in haar aanwezigheid. Lag dat aan haar. Ze was toch enkel zijn hulpje veel kon ze er toch niet aan doen.
Ze zette haar gedachten maar ergens anders op. Hoe ver zou het nog naar dat kasteel zijn. Zo ver kon het toch niet zijn. Ze liepen nu al drie dagen en het zou maar twee dagen lopen zijn. Zou ze in een boom klimmen. Een grote zo dat ze over de anderen bomen kon kijken. Zoon kasteel moest je toch makkelijk zien? Dus keek ze druk rond of ze een geschikte boom zag. Na enkele minuten zag ze een grote boom, waar wat lager ook taken aan zetten. Die tak kon ze wel aan. Dacht ze tenminste. “Zal ik in die boom klimmen daar dan zie ik misschien het kasteel” zij ze terwijl ze richting de boom wees die op ongeveer 10 meter afstand stond van haar en storm.
Storm wilde haar al tegen houden maar hij was te laat. Vlug rende ze richting de boom die ze had aangewezen. Ze sprong onhandig om hoog om de takken te pakken te krijgen. “sky laat dat je valt toch uit die boom”riep hij richting haar. “Nee het lukte me wel. Kijk maar” riep ze terug. Opnieuw kwam er een zucht uit zijn keel en sloeg hij zijn hand voor zijn gezicht. “waarom” zij hij tegen zich zelf.
Het lukte sky om een tak te pakken en de boom in te klimmen. Ze klom helemaal om hoog en kwam op geven moment boven het bladeren dak uit. Ze keek rond en zag toen het kasteel of eerder ruïne vond ze. “Daar is het kasteel. We moeten gewoon rechtdoor lo…. “ ze wilde haar zin afmaken maar toen schoot de haar voet weg. Ze voelde haar lichaam al naar beneden gaan. Ze probeerde uit alle hevigheid overal takken te pakken maar ze kreeg geen grip. Uit eindelijk voelde ze de hard grond onder haar lichaam komen. Door de klap moest ze naar adem happen. Ze wilde opstaan maar haar lichaam luisterde niet en haar oog leden werden steeds zwaarder.
Storm zag sky uit de boom vallen. Geschrok liep hij naar haar toe. Hij wilde haar opvangen maar hij was er al te laat bij. Haar lichaam was al op de grond gevallen. Hij zakte geschrokken langs haar neer en zag dat ze haar ogen dicht had. Hij controleerde snel haar pols. Gelukkig die klopte nog. Hij sloeg paar keer zachtjes tegen haar gezicht maar ze kwam niet bij. “ Dit kon ook alleen jouw overkomen” mompelde hij. Hij bleef nog enkele minuten zitten maar ze leek niet bij te komen. Dus tilde hij maar op. Hij keek even rond. Waar zou hij naar toe gaan. Hij moest een plek hebben waar hij een kamp op kon slaan.
Een uur later
Een grote simpele tent stond midden in een open plek opgesteld. Een klein kampvuur stond aan de ingang van de tent. Niemand was in de buurt van de tent te bekennen. Binnen in de tent was het nog rustiger dan wanneer iemand sliep. Sky was nog bewusteloos en storm had zijn armen om haar heen geslagen om haar warm te houden. Ondertussen was hij in slaap gevallen. Sky begon rustig bij te komen. Ze opende haar ogen rustig een keek recht tegen het plafon van de tent. Ze wilde gaan zitten maar ze werd tegen gehouden door de arm van storm. Ze wilde hem weg duwen maar dan zou ze hem wakker maken en dat wou ze niet. Ze wist dat ze dan weer een preek zou krijgen als ze wakker zou worden. Hij zou in ieder geval niet erg blij zijn dat ze nu weer een dag achter zouden lopen. Hij kreeg enkel betaald voor de missie en als hij zou slagen nog wat extra. Maar hoe lang het duurde maakte hum niks uit. Ze had de missie al bijna verknalt voor dat hij begonnen was. Dus was hij nog chagrijniger vertrokken dan normaal. Dus bleef ze maar dood stil liggen, hopend dat hij niet wakker zou worden.
Na dat ze enkele minuten doodstil was blijven liggen draaide hij eindelijk om en nam hij zijn arm mee. Ze kon weer bewegen zonder dat hij wakker werd. Ze ging dus ook zitten en ging daarna op handen en voeten de tent uit. Ze keek even bedroeft naar het kleine vuurtje. Veel was het niet en warm zou ze er niet van worden. Misschien moest ze er wat extra houd op gooien dat werd het zeker groter. Dus ging ze rustig naar wat hout zoeken. Ze liep het bos in en verzamelde daar wat hout. Toen ze terug kwam was het kampvuur al kleiner. Het was maar goed dat ze er nu was geweest anders hadden ze geen vuur meer gehad. Ze gooide de stokken er op. Niet echt geordend het zal toch wel branden dacht ze bij zich zelf.
Storm werd eindelijk wakker een keek rustig om zich heen. Waar was sky. Ze was toch echt bewusteloos toen hij haar hier neer legde. Dus weg lopen zou ze niet doen. Maar toen schoot het opeens door zijn hoofd. Natuurlijk ze was bijgekomen en naar buiten gegaan terwijl hij sliep. Ah dat kon niet goed gaan. Ze zou het vuur groter willen maken om het warm te krijgen. En vuur was een van de dingen die hij niet samen met sky vertrouwde . De laatste keer had ze een hele hut laten afbranden. Dus schoot hij direct op en schoot hij al naar buiten om haar tegen te houden. Maar hij was te laat. Hij zag dat sky er gewoon wat hout op had gegooid en totaal de stene rand was vergeten die het vuur tegen moest houden om op de grond te komen. Zelf zat ze er heel rustig bij terwijl het vuur bezig was de grond er om heen in te nemen. Storm draaide meteen terug om in de tent en pakte een fles water en gooide die daarna er over heen. “nou lekker zeg geen avond eten en geen water meer” mopperde hij. Sky draaide bedroeft haar hooft om en keek storm aan. “waarom gooide je er dan ook water over heen” vroeg ze bedroef. “jah wat denk je wel niet als ik dat niet had gedaan had je vuur het bos verbrand. Denk toch eens aan die stene rand.” Riep hij boos. “sorry” zij sky bedroeft. “nou ga maar kijken of er ergens water is en verdwaal a.u.b. niet “ riep hij nog op de zelfde stemming terwijl hij de fles naar haar gooide
Poef. Klonk het weer. Een kleine zucht ontsnapte weer uit zijn keel. “op staan sky het heeft geen nut om te gaan janken” riep hij tegen haar. Kleine tranen waren ondertussen in haar ogen zicht baar. “maar het doet gewoon pijn” jammerde ze. “opstaan” riep storm. Deze keer hard. Ze krabbelde meteen op en sjokte weer achter hem aan met gebogen hoofd. Ze keek hem even kort aan maar ze zag enkel zijn voor hoofd dat zachtjes mee danste op zijn loop ritme. Waarom was hij nou nooit vrolijk. Hij leek nooit blij te zijn. Tenminste niet in haar aanwezigheid. Lag dat aan haar. Ze was toch enkel zijn hulpje veel kon ze er toch niet aan doen.
Ze zette haar gedachten maar ergens anders op. Hoe ver zou het nog naar dat kasteel zijn. Zo ver kon het toch niet zijn. Ze liepen nu al drie dagen en het zou maar twee dagen lopen zijn. Zou ze in een boom klimmen. Een grote zo dat ze over de anderen bomen kon kijken. Zoon kasteel moest je toch makkelijk zien? Dus keek ze druk rond of ze een geschikte boom zag. Na enkele minuten zag ze een grote boom, waar wat lager ook taken aan zetten. Die tak kon ze wel aan. Dacht ze tenminste. “Zal ik in die boom klimmen daar dan zie ik misschien het kasteel” zij ze terwijl ze richting de boom wees die op ongeveer 10 meter afstand stond van haar en storm.
Storm wilde haar al tegen houden maar hij was te laat. Vlug rende ze richting de boom die ze had aangewezen. Ze sprong onhandig om hoog om de takken te pakken te krijgen. “sky laat dat je valt toch uit die boom”riep hij richting haar. “Nee het lukte me wel. Kijk maar” riep ze terug. Opnieuw kwam er een zucht uit zijn keel en sloeg hij zijn hand voor zijn gezicht. “waarom” zij hij tegen zich zelf.
Het lukte sky om een tak te pakken en de boom in te klimmen. Ze klom helemaal om hoog en kwam op geven moment boven het bladeren dak uit. Ze keek rond en zag toen het kasteel of eerder ruïne vond ze. “Daar is het kasteel. We moeten gewoon rechtdoor lo…. “ ze wilde haar zin afmaken maar toen schoot de haar voet weg. Ze voelde haar lichaam al naar beneden gaan. Ze probeerde uit alle hevigheid overal takken te pakken maar ze kreeg geen grip. Uit eindelijk voelde ze de hard grond onder haar lichaam komen. Door de klap moest ze naar adem happen. Ze wilde opstaan maar haar lichaam luisterde niet en haar oog leden werden steeds zwaarder.
Storm zag sky uit de boom vallen. Geschrok liep hij naar haar toe. Hij wilde haar opvangen maar hij was er al te laat bij. Haar lichaam was al op de grond gevallen. Hij zakte geschrokken langs haar neer en zag dat ze haar ogen dicht had. Hij controleerde snel haar pols. Gelukkig die klopte nog. Hij sloeg paar keer zachtjes tegen haar gezicht maar ze kwam niet bij. “ Dit kon ook alleen jouw overkomen” mompelde hij. Hij bleef nog enkele minuten zitten maar ze leek niet bij te komen. Dus tilde hij maar op. Hij keek even rond. Waar zou hij naar toe gaan. Hij moest een plek hebben waar hij een kamp op kon slaan.
Een uur later
Een grote simpele tent stond midden in een open plek opgesteld. Een klein kampvuur stond aan de ingang van de tent. Niemand was in de buurt van de tent te bekennen. Binnen in de tent was het nog rustiger dan wanneer iemand sliep. Sky was nog bewusteloos en storm had zijn armen om haar heen geslagen om haar warm te houden. Ondertussen was hij in slaap gevallen. Sky begon rustig bij te komen. Ze opende haar ogen rustig een keek recht tegen het plafon van de tent. Ze wilde gaan zitten maar ze werd tegen gehouden door de arm van storm. Ze wilde hem weg duwen maar dan zou ze hem wakker maken en dat wou ze niet. Ze wist dat ze dan weer een preek zou krijgen als ze wakker zou worden. Hij zou in ieder geval niet erg blij zijn dat ze nu weer een dag achter zouden lopen. Hij kreeg enkel betaald voor de missie en als hij zou slagen nog wat extra. Maar hoe lang het duurde maakte hum niks uit. Ze had de missie al bijna verknalt voor dat hij begonnen was. Dus was hij nog chagrijniger vertrokken dan normaal. Dus bleef ze maar dood stil liggen, hopend dat hij niet wakker zou worden.
Na dat ze enkele minuten doodstil was blijven liggen draaide hij eindelijk om en nam hij zijn arm mee. Ze kon weer bewegen zonder dat hij wakker werd. Ze ging dus ook zitten en ging daarna op handen en voeten de tent uit. Ze keek even bedroeft naar het kleine vuurtje. Veel was het niet en warm zou ze er niet van worden. Misschien moest ze er wat extra houd op gooien dat werd het zeker groter. Dus ging ze rustig naar wat hout zoeken. Ze liep het bos in en verzamelde daar wat hout. Toen ze terug kwam was het kampvuur al kleiner. Het was maar goed dat ze er nu was geweest anders hadden ze geen vuur meer gehad. Ze gooide de stokken er op. Niet echt geordend het zal toch wel branden dacht ze bij zich zelf.
Storm werd eindelijk wakker een keek rustig om zich heen. Waar was sky. Ze was toch echt bewusteloos toen hij haar hier neer legde. Dus weg lopen zou ze niet doen. Maar toen schoot het opeens door zijn hoofd. Natuurlijk ze was bijgekomen en naar buiten gegaan terwijl hij sliep. Ah dat kon niet goed gaan. Ze zou het vuur groter willen maken om het warm te krijgen. En vuur was een van de dingen die hij niet samen met sky vertrouwde . De laatste keer had ze een hele hut laten afbranden. Dus schoot hij direct op en schoot hij al naar buiten om haar tegen te houden. Maar hij was te laat. Hij zag dat sky er gewoon wat hout op had gegooid en totaal de stene rand was vergeten die het vuur tegen moest houden om op de grond te komen. Zelf zat ze er heel rustig bij terwijl het vuur bezig was de grond er om heen in te nemen. Storm draaide meteen terug om in de tent en pakte een fles water en gooide die daarna er over heen. “nou lekker zeg geen avond eten en geen water meer” mopperde hij. Sky draaide bedroeft haar hooft om en keek storm aan. “waarom gooide je er dan ook water over heen” vroeg ze bedroef. “jah wat denk je wel niet als ik dat niet had gedaan had je vuur het bos verbrand. Denk toch eens aan die stene rand.” Riep hij boos. “sorry” zij sky bedroeft. “nou ga maar kijken of er ergens water is en verdwaal a.u.b. niet “ riep hij nog op de zelfde stemming terwijl hij de fles naar haar gooide